Binnenland.
Landbouw.
Uit de Provincie.
baren dienst tusschen Opperland en de
stad. Van ongelukken hoorde men niet
meer, in den winter bleef men niet meer
halverwege in de modderwegen steken,
's zomers werden geen zware stofwolken
opgejaagd en al „spande" het er eens,
te laat was de omnibus nooit, daar zorgde
Doris, de voerman voor.
Toch waren en bleven er ontevredenen.
Het was de „auto-partij". Inzonderheid
de heer Gorbesius kon zijn lievelingsidee
maar niet laten varen. Hij had gezworen,
dat de omnibus der firma Krach plaats
zou maken voor een auto. Zijn eerste
proef was wel op een reuzen-fiasco uit-
geloopen, maar sindsdien had hij zich
geassocieerd met de heeren Druckman
en Tyder, ook auto-mannen, en te zamen
hadden zij eene maatschappij opgericht
„De Communicatie" geheeten. Die zou
opnieuw een auto exploiteeren. En die
onderneming zou zeker rendeeren, als
alsJa, zie, dat was 't-'m nu maar,
als die m'nheer De Roode nu maar mee
wilde doen.
De heer De Roode was ook een auto
man, maar hij wilde ze laten exploiteeren
door het dorp, en haar inzonderheid ge
schikt maken voor de Opperlandsche pro
letariërs. De heeren Gorbesius, Druck
man en Tyder daarentegen wilden een
pracht-auto, echt luxueus, met een le en
2e klasse, iets voor de „bourgeoise" van
Opperland.
Zoolang men het hierover niet eens was,
kwam er dat wist men van een auto-
dienst niets. En toch moest die ellendige
omnibus weg.
De heeren Gorbesius c.s. besloten daar
om eindelijk maar, hun eischen te laten
varen en den heer De Roode in alles zijn
zin te geven. Nu was er maar één auto
partij meer en haar leus was„Delenda
omnibus 1" Weg met de omnibus I
Van af hetzelfde oogenblik werd er een
heftige agitatie gewekt. De firma Krach
werd verdacht gemaakt, Doris een luiaard
gescholden, een drukkende verhooging
van het omnibus-tarief, en gratis vervoer
met de auto voorspeld, enz., enz.
Zoo werd al meer stemming tegen den
omnibus en voor de auto gemaakt, en toen
de beweging haar hoogtepunt bereikt had,
besloten de „auto-mannen" om op een
goeden dag den omnibus van Krach een
voudig van den weg in de sloot te doen
tuimelen.
Aldus geschiedde
En de auto-mannen in Opperland
juichten I De „bus van Krach" was weg
Maar nuDe communicatie met de
stad moest toch hersteld worden„Een
auto een autoschreeuwden de Opper-
landers' Maar de auto kwam niet.
Wat was het geval Mijnheer De Roode
was wel voorstander van den auto-dienst,
hij had wel geholpen de „bus" in de sloot
te tuimelen, maar „aandeelen" nemen in
de onderneming, neen, daar paste hij voor
opDat was niets voor hem
Alleen het zaakje aanpakken durfde de
Maatschappij „Communicatie" ook niet.
Dat liep zeker slip.
M'nheer De Roode begreep, dat ging
mis zoo. En besloot dan toch maar com
pagnon te worden. Hij zou aandeelen
nemen. Anders kwam zoo waar de „bus"
nog weer op den weg
Danhet was te laat. De vriendjes
des heeren De Roode wenschten hun
centjes niet meer aan zoo'n onderneming
te wagen.
„Wat nu was de vraag, die alge
meen in Opperland gehoord werd.
Ten einde raad besloot men zich te
wenden tot een zekeren m'nheer Kort-
vanlenden. Aan den strijd tusschen „auto"
en „bus" had hij geen deel genomen.
En hij was een knap man, uitstekend
op de hoogte met verkeersmiddelen.
Wellicht dat hij Opperland wist te helpen
aan een vehikel, dat de verbinding met
de stad zou kunnen onderhouden en het
midden hield tusschen een omnibus en
een auto.
Lang, zeer lang heeft de heer Kort-
vanlenden getracht de kwestie op te los
sen. Of hij geslaagd is?
We weten het niet.
Wel weten we, dat onder de Opper-
landers de ontevredenheid toenam. Zij
vroegen „Waar blijft nu de auto Dan
haalden de heeren Gorbesius c.s. de
schouders op, glunderden eens tegen el
kaar en wezen op de „bus" in de sloot.
De Opperlanders moesten tevreden zijn,
vonden ze. Was 't al geen mooi werk,
dat de „bus" van Krach in de sloot lag
En was het hun schuld, dat m'nheer De
Roode, die eerst „zoo'n grooten mond
had, nu niet mee wilde doen?
Intusschen was Opperland totaal ge
ïsoleerd. De omnibus lag in de sloot en
de auto van „Communicatie" liet op zich
wachten. En algemeen vreesde men, dat,
mocht de heer Kortvanlenden slagen,
zijn wonder-vehikel toch op de Opper
landsche wegen niet zou kunnen rijden
en spoedig een plaatsje zou vinden naast
„de bus van Krack".
De ontstemming over het onverant
woordelijk gedoe van de heeren Gorbe
sius, Druckman, Tyder en De Roode steeg
bij den dag in Opperland.
„Hadden we „de bus van Krach" maar
weer", zoo zuchtte men er. Maar 't was
te laat.
De nieuwe Ministers.
De a. r. Rotterdammer wijdt enkele be
schouwingen aan de nieuwe ministers.
Wij ontleenen daaraan het volgende
Politieke persoonlijkheden zijn
schaarsch in het negental. Mocht men
meenen, dat reeds het aanvaarden eener
Kamercandidatuur iemand stempelt tot
een figuur in de politieke wereld, dan
zou ook aan den toekomstigen Minister
van Oorlog en dien van Koloniën deze
kwaliteit niet mogen onthouden. Immers
zocht bij de vorige verkiezingen de vrij-
liberale kolonel Bosboom aan den heer
Ketelaar in Amsterdam V zijn zetel te
betwisten, terwijl Mr. Pleyte bij den
laatsten verkiezingsstrijd op den zetel
van den sociaal-democraat Vliegen be
slag poogde te leggen.
Huldigt men evenwel zoo ruime op
vatting niet en worden strenger eischen
gesteld, dan mogen slechts de heeren
Cort van der Linden, Lely en Treub als
politieke personages worden aangemerkt.
Onaangenamen indruk maken deze
niet. Al wekte de wijze waarop de heeren
Lely thans voor de derde maal Mi
nister in het Kabinet-Pierson-Goeman
Borgesius „het groote amendement" van
dr. Kuyper bestreed, destijds ietwat pijn
lijke gewaarwordingen, al ging de heer
Treub in geschrift en redevoering in de
laatste jaren tegen de rechterzijde heftig
te keer en sprak hij tot haar harde,
booze woorden iets fel-uitdagends
heeft het optreden dezer staatslieden voor
de rechterzijde niet. In geen enkel op
zicht zal het haar moeilijk vallen in hen
den eerbaren, loyalen tegenstander te
waardeeren.
Trouwens, overzien we de geheele rij
van voorgedragenen, dan mag met dank
baarheid worden geconstateerd, dat het
voor ons gemakkelijk is de oppositie
tot een streng zakelijk weerstreven van
hetgeen principieel moet worden afge
keurd, te beperken. Van groote talenten
en hoogstaande karaktereigenschappen
spreekt ons meer dan één der minis-
terieele namen.
Zoo kunnen wij niet verhelen, dat
nu een linksch -Kabinet behoorde op te
treden, de bekleeding van het Minister
ambt van' Justitie door Mr. Ort ons
verheugt. Het is niet gewaagd in zijn
optreden een vingerwijzing te zien voor
den inhoud van het regeeringsprogram.
Immers toen de tegenwoordige Kabi
netsformateur in het Ministerie-Pierson-
Goeman Borgesius als Minister van
Justitie optrad, was Mr. Ort als Raads-
I adviseur aan het departement verbonden.
Het is bekend, hoe hem toen de opdracht
is verleend een nieuw Wetboek van
Strafvordering saam te stellen. Dat
ontwerp bracht hij tot stand, maar het
j bleef sindsdien lang in de archieven
bewaard. Het kwam opnieuw aan de
orde, toen 8 April 1910 door hetMinis-
tie-Heemskerk eene Staatscommissie ter
voorbereiding van de herziening van het
Wetboek van Strafvordering werd ingesteld.
Mr. Ort werd jure suo voorzitter dier
commissie en in de installatierede op 7
Mei 1910 door Minister Heemskerk uit
gesproken, uitte deze zich aldus„het
laatste volledige ontwerp, in de archieven
van het Departement voorloopig opge
borgen, dat mede van den verdienstelij
ken ijver van Uwen bekwamen voorzitter
getuigt, zal niet van slechts historische
beteekenis zijn, doch ook tal van punten
hebben voorbereid, die thans nog van
hoog actueel belang zijn".
Minister Heemskerk sprak niet te veel.
Mr. Ort gaf zich met bezielenden ijver
aan het nieuwe werk. Onder zijn talent
volle leiding kwam een ontwerp tot
stand, dat door Minister Heemskerk werd
overgenomen en bij den Raad van State
ingediend.
Om zijn groote verdiensten werd Mr.
Ort door de Regeering met het comman
deurskruis begiftigd. Het is niet denk
baar, dat dit ontwerp door het nieuwe
Kabinet wordt ingetrokken en groot is
de waarschijnlijkheid, dat Mr. Ort's
moeizaam en magistraal pogen aldus zal
worden bekroond, dat herziening van
ons door en door verouderd Wetboek
van Strafvordering aan zijn naam wordt
verbonden.
Van zelf speurt het oog, welke gevolg
trekking uit het optreden der andere
dignitarissen mag worden afgeleid. Niet
gemakkelijk zal men in de vermelding
van den nieuwen Minister van Finantiën
een aanwijzing van toekomstig regee-
ringsbeleid vinden. Waar de finantieele
paragraaf van het nieuwe Kabinet eene
der belangrijkste is, had een vermaarder
naam dan die van den homo novus Bert-
ling grooter bevrediging geschonken. De
omstandigheid, dat finantieele speciali
teiten als Treub en Cort van der Linden
met hem zee durven kiezen, kan het
gevoel van gerustheid bij onderscheide
nen versterken.
Wel mag en moet daartegen uit het
optreden van Mr. Treub als opvolger
van Minister Talma eene gewichtige
consequentie worden getrokkenDat
Treub Minister zou worden scheen on
denkbaar. Niet omdat zijn kundigheden
te kort schotenintegendeel, wie zich
herinnert, wat Treub als bestuursman
in Amsterdam wrocht, kan niet anders
dan stoute energie en genialen durf bij
de uitoefening van het ministerieele ambt
verwachten. Zijn program is klaar en
forsch heeft hij het geteekend.
Juist om d&t program evenwel kon
bij nu niet Minister worden.
Nadat dan 's heeren Treubs houding
tegenover staatspensionneering weerge
geven wordt, gaat de Rotterdammer al
dus verder
Harder slag in het aangezicht der con
centratie en nog duidelijker belaching
van haar pogen zou slechts mogelijk
geweest zijn indien men na*ast Treub
ook Van Karnebeek, het andere slacht
offer, eene portefeuille had aangeboden.
In meerdere opzichten is het moeilijk
in dit Kabinet een terugslag op de con
centratie-woelingen te zien. Nog daar
gelaten Cort van der Linden's plato
nische liefde voor het algemeen kies
recht, is er ook weinig overeenstemming
te wachten tusschen de politiek der
landsverdediging van de linkerzijde en
de gedragingen van de Ministers van
Oorlog en Marine.
Zeker, tegen Colijn's nieuwe legeror-
ganisatie had kolonel Bosboom tal van
bezwaren, maar toch, wat van hem en
den aanstaanden Minister Rambonnet
wordt getuigd, is in lijnrechten strijd
met den geest, die de concentratie bij
haar verzet tegen Colijn's Militiewet,
Kustverdediging en Legerorganisatie in
de Tweede Kamer bezielde.
Letten we alzoo op de personen der
nieuwe Ministers, dan moet bij ieder
ernstig man de vraag rijzenwat komt
er terecht van de beloften door de linker
zijde bij de stembus afgelegd Dat ern
stige verstoordheid bij trouwe concen
tratie-volgelingen intreedt is een niet-
denkbeeldig gevaar.
Intusschen is er één troost. De „psy
chologie de la foule", „de zielkunde der
menigte" leert, dat de ziel, de gezindheid
van een menigte geheel anders is dan
de gesteldheid van de haar saamstel-
lende individuen zou doen verwachten.
Zoo is ook mogelijk, dat de geest van
dit Kabinet geheel tegengesteld is aan
de richting van de afzonderlijke leder,
die het samenstellen.
Als dat zoo is dan is er hoop voor
de concentratie.
Dien geest evenwel kennen wij nog niet.
De ware vrijzinnigheid. Men schrijft uit
Boskoop aan de Ned.
Dezer dagen werd bij de vrijzinnigen
alhier een boekje bezorgd inhoudende
een lijst der kweekers van liberale be
ginselen en tegelijk een gedrukte circu
laire, waarvan U een afschrift ontvangt
en waaraan wij het volgende ontleenen.
„Zeer vertrouwelijk.
Geheimhouding dringend verzocht.
Aan Boskoopsch Vrijzinnige Kweekers
en Handelaren.
„U kunt, alvorens Uwe inkoopen te
doen bijgaande lijst grondig raadplegen,
dan zullen onze Vrijzinnige kleinere
kweekers, niet meer dan anderen in
tijden van overproductie worden getrof
fen, dan zal er bij hen vertrouwen wor
den gewekt in de eenheid der Vrijzin
nigen. Boskoopsch Vrijzinnigheid zal er
door groeien.
„De rechtzinnigen hebben eenparig ons
een zetel in den Raad durven ontrukken,
daaruit spreekt niet anders, als de toeleg
ons Vrijzinnigen geheel te vernederen.
De Vrijzinnigen, de grootste en machtig
ste partij hier ter plaatse kunnen zich
slechts met drie zetels vergenoegen, vraagt
die miskenning onzer kracht geen dwin
gender maatregelen als verkiezingscircu
laires
„Wilt door bijgaande lijst te raadple
gen het vrijzinnig element in Boskoop
versterken. Alleen langs dezen weg kun
nen wij komen tot een sterke Vrijzinnige
partij, tot een vrijzinnig overwicht."
De bedoeling van deze circulaire is
klaar. De vrijzinnigen willen, door de
vele rechtzinnige kweekers te boycotten,
dwingen te bukken of te verhongeren.
Men zegt dat de Vrijzinnigen geen idea
len hebben, de circulaire toont van wel,
hun bleef de wraak.
Laat de vrijzinnige pers dit staal van
vrijzinnigheid aan haar lezers nu toch
eens voorleggen
Het Kabinet. De Koningin zal Vrijdag
ochtend de nieuwe ministers beëedigen;
deze zullen des middags de portefeuilles
uit handen van hunne ambtsvoorgangers
overnemen. Mr. Cort van der Linden
wordt bovendien tijdelijk belast met de
portefeuille van buitenlandsche zaken.
Jhr. Loudon wordt eerst in het laatst
van September uit Amerika verwacht ter
aanvaarding van de leiding van dit de
partement.
Nat. Chr. Geh. Onth. Ver. De jaar
vergadering van de Nat. Chr. Geh. Onth.
Vereen, is gisteren te Arnhem gehouden
onder leiding van dr. J. K. Slotemaker
de Bruine van Utrecht.
Uit het verslag van den secretaris
bleek, dat de vereeniging thans 247 af-
deelingen telt met ongeveer 12.800 leden
en aangeslotenen.
De leden van het hoofdbestuur, die
aftredende waren, mej. H. W. Crommelin,
mr. H. de Bie, dr. M. A. Braats, dr. C.
J. C. Burkens en ds. P. Veen werden
allen herkozen, evenzoo ds. D. van Kre
velen voor de commissie van redactie.
Ds. P. de Haas van Purmerend hield
ten slotte een inleiding over de studie
van het alcoholvraagstuk in de afdeelin-
gen.
De leden'van het nieuwe ministerie
zullen morgenochtend te 9 ure op het
Huis ten Bosch worden ontvangen ter
aflegging van den ambtseed in handen
van de Koningin.
Voorzitter Tweede Kamer. Ofschoon
daaromtrent [nog geen definitieve beslis
sing genomen is, moet het voornemen
bestaan op de nominatie voor het voor
zitterschap der Tweede. Kamer te plaat
sen als eerste candidaat een Unie-libe
raal, als tweede candidaat een sociaal
democraat en als derde candidaat een
lid der rechterzijde. Tel.
De Koninklijke familie. Het mooie
Huis ten Bosch, dat daar, ondanks het
vreemdelingen-bezoek, gewoonlijk zoo
eenzaam in een schilderachtigen hoek
van „Neerlands lustwarande" staat, is in
de laatste dagen het voorwerp van voort
durende aandacht. De Koninklijke Familie
logeert er. En zeer velen trachten daar
van te profiteeren, om Koningin, Prins
en Prinsesje eens te zien. Den ganschen
dag door staan er dikke rijen-menschen.
Staan Neen, ook zitten. Men maakt het
er zich zoo gemakkelijk mogelijk. Het
breede plein voor het Huis wordt schoon
gehouden, marechaussees en grenadiers
houden er wacht, doch in het,-gras en
langs de laan die op het plein uitkomt
zetten de menschen zich gemoedelijk neer,
gezellig in kringetjes, voorzien jvan eet
waren zelfs, om geduldig te wachten tot
zij de koninklijk familie kunnen zien.
Veel vreemdelingen, Engelsche vooral,
doen aldus, 't Is inderdaad merkwaardig,
hoeveel uren velen er voor over hebben,
want de kans op succes is toch altijd
onzeker. Daarom is 't jammei, dat de
marechaussees soms geheel ongemoti
veerd de menschen verjagen uit het gras,
waar zij, op grooten afstand van 't Paleis
zoo geduldig zitten} te|jwachten. Verma
kelijk is 't vaak, wanneer in de verte
een hofrijtuig zichtbaar wordt. Dan vliegt
alles op en stormt naar voren, om meestal
te ontdekken, dat het een rijtuig voor
personeel is. De Koningin ging in de
laatste dagen niet veel uit. Gistermid
dag ontving 't Prinsesje kinder-visite.
Verscheiden kleine meisjes, door een hof-
auto afgehaald, kwamen bij Haar spelen.
Zoo is 't in deze dagen in den anders
stillen hoek bij 't Huis ten Bosch een
ongewone en levendige drukte.
Een voortdurend pic-jiic.
En boven aan den grooten trap, van
uit de breede vestibule, ziet de goud-
gegalonneerde lakei, die daar wandelt,
ernstig en deftig op de wachtende men-
schenschaar neer. En de wachters blijven
wachten. Wanneer ze uren gestaan en
gezeten hebben, zonder resultaat, en ze
zien achter de gordijnen, in de groote,
stille kamers, iets bewegen, dan troosten
ze zich met de gedachte, dat het mis
schien de Koningin wel is geweest. Tel.
Groote Provinciale Tuinbouwtentoon
stelling te Breda.
Op de vergadering, die de verschillende
sub-commissies 1.1. Maandag hielden met
het uitvoerend comité der tentoonstelling,
werd verslag uitgebracht van den stand
der voorbereidende werkzaamheden, die
thans geëindigd zijn.
Het aantal inzendingen is zóó groot,
dat het oorspronkelijk tentoonstellings
terrein met een beduidend stuk uitge
breid moest worden. Hierdoor is tevens
nog eenige plaats vrij gekomen en in
verband daarmede is de termijn van aan
vrage om plaats verlengd tot 5 Septem
ber.
Uit de gedane mededeelingen bleek,
dat alle onderdeelen van den Tuinbouw
schitterend tot hun recht zullen komen
aan onderwijs en ontginning is een
gansch bijzondere zorg besteed.
Nu reeds is bepaald, dat op 24 Sep
tember door een commissie uit de Porno-
logische vereeniging een vruchtenkeuring
zal worden gekouden, terwijl 's middags
een excursie zal plaats hebben in den
omtrek van Breda.
De sub-commissie voor financiën rap
porteerde, dat de waarborgsom van f12000
reeds meer dan volteekend is. Tegenover
de f1500, benoodigd voor de prijzen,
staan nu al meer dan f 1000 aan ver
schillende giften.
Paarden verzekering.
In De Grondwet, Roosendaal's Nieuws-
en Advertentieblad, trekt een ingezonden
stuk van den heer E. Kortman, Rijks
veearts te Roosendaal, onze aandacht.
Deze heer verhaalt dan hoe hij in April
1907 aan den toenmaligen directeur der
Onderlinge Verzekering-Maatschappij
voor Paarden en Rundvee „Almelo" in
België, een intieme kennis van hem, ver
zocht zijn paarden, welke in Groningen
verzekerd waren, op zijn maatschappij
te laten overschrijven. Deze bracht het
verzoek aan den directeur N. Fr. Snel
te Almelo over, die een inspecteur en
agent als deskundigen zond. De heer
Kortman wees bij onderzoek op den
onzekeren stand van het linkerbeen van
een voshengst, doch over dit gebrek werd
heengestapt en het dier voor f500 op
genomen.
„Alles ging van een leien dakje, totdat
ik voorj een kwartierhoef aan het rechter
voorbeen bij dien voshengst den 6den
Augustus de hulp der maatschappij in
riep."
De maatschappij gaf toen „in over
weging" den voshengst „naar de school
te Utrecht op te zenden". „Deze inrich
ting, schreef men, zal u de meest juiste
inzichten geven aangaande de toekomst
van het dier."
„Daar er slechts in overweging gegeve-
en niet voorgeschreven werd, zooals au
12 der Alg. Verzekeringsvoorwaarden W
paalt meende ik door bezwaren teeen
deze opzending in te brengen geenertó
gevaar te loopen om mijne rechten t<'
verliezen, en deed dit, omdat ik het voor
stel van den directeur, een leek op v.,~
artsenijkundig gebied, aan mij als veearts
zonder voorafgaand onderzoek door den
veeartsenij kundigen adviseur der Maat
schappij gedaan om (nog wel voor een
kwartierhoef, waarvan de behandeling
zoo simpel is) mijn paard naar Utrecht
te zenden en mij daardoor kosten en
moeite te veroorzaken, hoogst onrecht
vaardig en ongepast vond. Ondanks het
w isselen van een elftal brieven niet den
directeur was ik den 7en Sept. nog geen
stap gevorderd en bleef de zaak tot den
31sten Mei 1910 rusten, toen de kwar-
tierhoef genezen zijnde, de kreupelheid
in plaats van verdwenen zoo hevig was
opgetreden, dat ik het paard zelfs in
stap niet voort kon krijgen."
Ten einde raad nam K. het voorstel
om den vos naar de veeartsenijschool te
zenden, aan. Verbazing beving hem toen
hij daarna den veeartsenij kundigen ad
viseur der maatschappij zag verschijnen
en als gevolg daarvan een brief kreeg,
dat de adviseur rapporteerde, dat de kwar
tierhoef genezen was, waar dat er sedert
geruimen tijd erge kreupelheid tengevol-
ge van podotrochylitis bijgekomen was.
En waar hij niet binnen 24 uur daarvan
kennis gegeven had aan de directie, kon
men hem niet van dienst zijn.
22 Juni vroeg K. arbitrage aan. Het
gevolg) is, dat „de.heer Snel de arbiters
(weet) over te halen, om ondanks mijn
hevig protest, zonder acte van compro
mis, zonder acte van aanstelling en
aanneming, zonder het paardj inj kwes
tie en zonder mij te hebben gehoord, een
vonnis te wijzen, dat maar al te duide
lijk aantoont, hoe onjuiste kennis van
feiten en omstandigheden en hoe weinig
begrip van hun taak die arbiters bezaten,
toen zij hun vonnis opmaakten."
Toen nam hij zijn toevlucht tot de
Rechtbank te Almelo, die hem evenals
het Hof te Arnhem in het gelijkstelde.
De Hooge Raad meende echter, dat op
grond van het compromisoir geding het
schiedsrechtelijk bestaan niet kon wor
den beëindigd en Rechtbank en Hof geen
andere scheidsleiden konden benoemen.
Toen weer terug naar dezelfde personen,
die, den advocaat der Maatschappij mr.
ten Bruggencate napratende, hem zijn
vordering (o.a. verzekeringsom, te veel
betaalde premie en stalling) ontzegden
omdat ik geen mededeeling zou gedaan
hebben van het feit, dat reeds op twee
jarigen leeftijd bij den hengst in kwestie
de onzekere stand van het linker voor
been bestond en daarvan ook in het
door mij gedane en onderteekende ver-
zekeringsvoorstel met geen woord gerept
zou zijn.
De aanwezigheid van des agent's brief,
waarvan ik hierboven melding maakte
en de afwezigheid van het verzekerings-
voorstel, (dit is wegens het mondeling
overbrengen door den Belgischen direc
teur nooit door mij geschreven) ter ar
bitrage bewijzen de valschheid dezer be
wering.
Als tweede grond diende, dat ik zou
geweigerd hebben om te voldoen aan
het voorschrift van den directeur der
Maatschappij om het dier voor een kwar
tierhoef, welke nota bene volgens het
schrijven van den directeur zelf
reeds lang genezen was, naar de Rijks-
veeartsenijschool te Utrecht te zenden.
Laten we ons eens voorstellen, dat het
paard, waarover ik na de beslissing der
arbiters op 18 September 1910 nog f78,15
aan premie betaalde één jaar na genezing
van den kwartierhoef gestorven was, dan
zou ik volgens de redeneering van mr. ten
Bruggencate wegens het destijds niet
zenden van het paard naar de veeartsenij
school geen reclit op uitbetaling gebad
hebben. Den 7den Juni 1913 toch ont
zegde hij mij de vordering voor podo
trochylitis, een geheel ander gebrek dan
kwartierhoef, terwijl ik mij bereid ver
klaard had het dier daarvoor naar de
Rijksveeartsenijschool te Utrecht te zen
den. Op deze twee gronden nu werd
mij de eisch ontzegd en leed ik dui-
zende guldens schade."
Tot zoover het verhaal van den heer
Kortman. Als de zaak zich zoo toege
dragen heeft, kan men het geen voor-
deelige reclame voor de Maatschappij
noemen.
Middelburg. De minister van land
bouw, nijverheid en handel heeft in zijn
beschikking, houdende aanwijzing van
personen die ouden van dagen bij he'
aanvragen eener rente, als bedoeld w
de artt. 369 en 370 der Invaliditeitswet
behulpzaam zullen zijn de volgende wil'
ziging gebracht
binnen het gebied der rentecornniis?.
te Middelburg in de gemeente Vlissingen
aan te wijzen J. de Vlieger, klerk t
secretarie van die gemeente, en JSu®'
mond, gemeentebode.
Middelburg. Nader vernemen wij, d'j
de reveille Zaterdagmorgen gaat lang»
Markt, Langeviele, Lange Geere, l>ee®!?Y
markt, Koestraat, Varkensmarkt, U'"
singsche straat, Vlissingsche brug, L-''
magazijnstraat, Blaauwedijk,
vmiwepoort, Kinderdijk,
ÏÏJSai, Dam ZZ„ Kor<
t mee St. Tieterstraat,
n Balans, Wagen.aar
Zuidsingei, Korte en Lang(
^pe ^fakkeloptocht verlaa
neeVeer hall tien de Mar
Ledelft, Segeerstraat, 1
rt Rotterdamsche Kaai
l ange Breestraat, Brakstra
Lange Singelstraat, Koepo
Ienwater.
pja afloop van het vuur
fakkeloptocht van het Mole
I jperengracht, Korte- en
straat naar de Markt.
Middelburg. De reveille
morgen gehouden worden
ziekgezelschap St. Caecili;}
geD, welk gezelschap ook
tot'half zeven een concert
„eeftterwijl van half acl:
|et Middelburgsch Muzii
(jjar zal doen hooren.
Na afloop van dat laats
gj. Caecilia de fakkelopt
Nolenwater mede maken
rroeger reeds gemeld is, i
wordt afgestoken.
Al deze feestelijkheden
je vereeniging „Uit het V<
Volk".
Middelburg. Ofschoon li|
weer erg druk is in de stac
delingenbezoek niet zoo
vorige Donderdagenook
minder bezoekers mede uj
badplaatsen. \Vaarschijn|
meerderen tot Zaterdag, o
onze Koningin te zien
men weet ook buitenland»
eering koesteren. De tram
veer 750 bezoekers aan. O
stelling liet Cloeting's G|
zich hooren.
Middelburg. Door den
van Politie werd hedenmi
voorafgegaan door 2 agem
route gemaakt, welke de
terdag zal rijden om te 2
den daarvoor bestemden ti|
afgelegd.
Middelburg. Heden mi<
op de Markt alhier twist
stuurman van het s.s.
kellner van het s.s. Walcl
de eerstgenoemde in dei
werd gebeten. De politie i|
verbaal op.
Middelburg. Precies ha
het bataljon Middelburg
terug.
Goes. Gisteren werd alhi<
schap van den heer J. Ocj
gadering van ingelanden
schap „De Breede Wate
Ierseke" gehoudenaanw
personen uitbrengende 149
het verslag van de M. C.
bet volgende
Medegedeeld werd dat
griffier wegens ziekte zijn
durende eenigen tijd nie
men en dat de heer C. D. Vi
als zoodanig is opgetreder
Benoemd werden in de
resumptie der notulen
Dekker, I. D. Fransen va
L. E. A. Liebertin de
M nazien der rekening en
heeren P. Lindenberg, I.
de Putte, Joh. Pilaar enl
hun plaatsvervangers de
Jonge en W. Kakebeeke
de commissie tot kasopml
L. Schoute, A. Arnoldi ei
Naar aanleiding van l|
werden eenige bemerking
a. betreffende de aanbestel
werken, den ongunstigen
tingen en zaken van tec
die door den voorzitter
bouwkundigen ambtenaar
woord.
Hierna werden het jaa
rekening 1912 goedgekeui
Uitgeloot werden in
f267000 9 obligaties a f 1
04, 136, 81, 209, 190, 26
100 en in de leening
obligaties A f5000 de nrs
Wegens het overlijden
-Noteboom van Kloetin
zien worden in de vacatur
Alvorens hiertoe werd ove
de voorzitter warme hul
gedachtenis van den heer
hoewel hij korten tijddez
dam, reeds gelegenheid ha
zijn een man van groo
jn van een helder oord
et waterschap betreffend
Door den heer L. Sch|
verweging gegeven het
renen voor het watersclj
doen verminderen en
ue?e vacature niet te voo
hofn°0j c'en voorzitter we,
L6™lgd »»et het door den
ópperde denkbeeld inzal
zon van aantal ge:
komfn n°orkeur er..a.ai? S
tiY-H'ren 1 door een wijziginf
aK?n,de reglement en w,
den L -l d°°r zijn voc
diend T fL M' Kakebet
stenimm it0en geen m<
jj- en kon erlangen.
ken van\Werd 0Yergegaai
n oen aanbeveling