tèXoep OOJ3 eden Tarwe, No 272 1913 Woensdag 20 Augustus. 27e Jaargang NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. eHRISTELIJK- HISTORISCH JRG. Boogkabl. nde Kasten hoqgesteger, TE KOOP erriepaard, sevragen bij den te Krabbendyh^ u wland, aatweg vanAag- peile. Te bevra- 'E Jz., Meliskerke. ij p s k e r k e. ember rsknecht od gd bij L. ROT- d e 1 b u r g. stober itzelfde adres een e koop ïgmensch, ukker, sche Snelpers en eine drukkerij op .eiden. m#t opgaaf van sau van De Zeeuw a. s. eidersgezin een zoon met woning beschik- R.EURE, Landb, M-> a-g a: z M VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van dood en leven. „ÉÉN UIT VELEN". Binnenland. o p iSSSE. 'oudekerke (dorp), yraagd LEGRAAF". ierd des Maandags) Antwerpen vooim. )00t ZIERIXZEB. 1913. dagalflksvm. 7,30; 15; op werkdagen op Zon-en op Don- andere werkdagen en nam. 5,uur; 5. tdieait ILB-ROTTERDAM 1913. des Zondags) van van Middelburg en 15. 's Maandags \an ïr. u,87.10 w n a "3 Q A js 8? 30 5° .05 .05 •37 7.46 7.56 8.17 8.a8 8-57 9.10 9.48 10.41 11.33 13.29 "•35 12.17 7.65 8.05 8.12 8.20 8.27 8.36 8.46 8-53 9-o2 9.11 9.17 9.29 9.4O 9.49 9.58 1046 12.13 via Goch, Crefeld e te Goes geen rei* 2.06 1.29 305 3-52 4->4 4.28 6.01 7-15 8.0I 8.20 8.34 8.46 943 IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.pf 1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel meer 10 cent. enrest Goes- H. Het socialisme is de beweging, die zich lijnrecht keert tegen het Christelijk geloof en den Christus wil onttroonen. Het proletariaat moet zeggen noemt gij Hem een verlosser? Ik ben het ook. Ik ben het niet minder. Is een Bebel de hoofdschuldige Zelf heeft hij op die vraag eens het antwoord gegeven. Gij meent, mijne heeren, voerde hij in den rijksdag den liberalen tegen, dat -onze beschouwing van de religie atheïs tisch en materialistisch is. Ik stem het t toe.Ik geloof vast, dat het socialisme tot het atheïsme voeren zal. Maar wie hebben dit atheïsme wetenschappelijk en filosofisch vastgesteld? Waren dat misschien de sociaal-democraten Waren Bauer, Feuerbacli, David Strausz, Ernst Renan sociaal-democraten Neen, het waren mannen der wetenschap En waar om is hun geoorloofd, wat wij niet mo gen doen Bebel trok slechts de conclu sies uit de leer der vrijzinnigheid. En bij een andere gelegenheid zeide hij„hoe meer gij de massa het geloof op een leven na dit leven ontneemt, des te meer zal ze verlangen haren hemel hier op aarde te hebben." Precies zoo als Heine het ook had gezegdDe ver nietiging van het geloof in een hierna maals, heeft niet slechts een zedelijke, maar ook een politieke beduidenis. De massa draagt niet meer met geduld haar aardsche ellende en vraagt gelukzalig heid op aarde. Het communisme is het natuurlijk gevolg van deze veranderde wereldbeschouwing. En voorzeker heeft de massa dan ge lijk. Maar welk een vreesüjke teleurstel ling wacht haar. De mannen, die haar den hemel op aarde prediken, haar zoo voeren tot den opstandhielden haar slechts een fantasietje voor, geschikt voor de „agitatie" Het einde is bedrog. Zoo spiegelt men de massa eerst voor de „vrijzinnige gedachte", die den weg baant naar de socialistische gedachte, die voert tot den bitteren haat der anarchie. Maar het arme menschenhart blijft zoo leeg. „Bebel is dood" meldt de socialis tische pers zoo snijdend kort. FEUILLETON. DOOR A. C. V. D. M. (Nadruk verboden.) „Hé ja, moe, viel Joop bij, die bezig was een der stoelen als paard te gebrui ken, „we kunnen best Zondag gaan", oordeelde hij, zonder moeders antwoord &f te wachten. Daar gaat-ie, vort paard, beval hij, toen de stoel na veel stooten en rukken een eindje voortschoof. „Maar Joop, moet die stoel stuk, jij moet ook altijd wat vernielen", bestrafte Suus, en probeerde haar broertje van de stoel te trekken, doch de waarschuwende stem van meneer, maakte een eind aan loop's gevaarlijke toeren. „Komt, kinderen, aan tafel, alles is klaar. Hier Joop, op je stoel naast pa, neen, nou niet langer talmen, Suus, straks kun-je je schooltasch wel uit pakken. Toen allen zaten ging meneer voorin gebed en eenige oogenblikken later be gonnen ze hun maaltijd. »Suuswe krijgen vanmiddag bessen, vertelde Joop, onderwijl hij met zijn vork een melige aardappel doorprikte. Ik heb er vanmiddag in de keuken al een paar van Dina gekregen. Jij lekker niet". >iJa, jij bent maar goeie vrienden met j~Ina, daarom zit je zoo vaak in de keu- niet waar, Dina", en meneer keek Baar de dienstbode die juist de kamer mnnenkwam en de schotel bessen op het Het lijden des levens drukte hem op den ouden dag zeer. En hij had zelf geen troost. Hij, die zeide, dat met den dood alles uit is. En dat de mensch zijn he mel hier op aarde moet zoeken. Ik (we citeeren uit de Nieuwe Prov. Gron. Courant) reisde eens 't is nu een paar jaar geleden in den trein van Groningen naar Assen. Mijn reis gezelschap was in den eenen hoek een stokoud man, tegenover hem een vrien delijke oude heer, in wien men dadelijk den predikant herkende, en verder een paar jongelieden, blijkbaar handelsrei zigers. De beide ouden van dagen vroegen naar elkanders welstand en kregen het over den ouderdom en de kortheid van 's menschen leven, 't Gesprek trok aldra aller aandacht. Deze legde de krant, die zijn boek neer. „Ach ja," zei lachend een der jongeren, „zoo gaat het, zoo leef je en straks stoppen ze je onder den grond." ,,'t Is waar," zeide de heer, dien ik waarlijk eerst ten onrechte"voor een mo dern predikant hield, zoo voorzichtig algemeen leidde hij 't gesprek in, „welk een vernedering toch voor den mensch. Zoo leef je, heb je lief, gevoel je smart, leef je voor de toekomst, heb je honder den idealen, werk je, streef jeen dan „stoppen ze je onder den grond." Is 't niet schrikkelijk Wat is de mensch tocli arm Wie stemde niet die waarheid toe „Arm," zei de stokoude heer, „als je niet hoopt op een eeuwige toekomst." Een eeuwige toekomst de jongeren haalden de schouders opJa, als dat zoo was. En de dominee, het terrein zoo ver kend hebbend, en nu heel de aandacht van 't gezelschap bezittend, wees eens klaps op den Christus, die den dood overwon, over het graf zegevierde, Die verlossing bracht uit alle ellende en eeuwige blijdschap gaf, het geestesoog over 't graf richtte op den hemel, op de opstanding ten eeuwigen dage Het jubelde in mijn hartmaar een van mijn reisgenooten greep haastig de krant en scheen zich te verdiepen in de advertenties Toen ik in Assen uitstapte, kon ik niet nalaten den predikant te vragenen met wien had ik het genoegen te reizen Ds. buffet zette. „Nou", lachte ze, „Joop weet wel wat hij doet". „Dina, met wie liep je de vorige week in het Vondelpark?" vroeg Suze eens- „Ik?", deed Dina verwonderd, „wan neer... enne... in het Vondelpark?" „Ja" en Suus knikte met het hoofd om haar woorden kracht bij te zetten. „Ja, Marie van Dijk, die naast me zit op school, had je gezien, je liep met een heer en een juffrouw". „O, met Koos Verdam en een kennis van haar", zei Dina, maar een hoog-rood verfde haar wangen en om haar ver legenheid te verbergen bukte zij sich gauw om de dessertbordjes uit het buffet te krijgen. „Kom Suze, niet zoo nieuwsgierig" verbood haar moeder, maar Suus, die Dina's verlegenheid bespeurde, kan nu juist niet nalaten om nog even te zeggen „O, moe, Marie van Dijk vroeg me, of Dina een vrijer had". „Suus, nou eten, niet zooveel praatjes aan tafel", zei meneer, terwijl hij haar een bestraffende blik toewierp. „Wat is 'n vrijer, pa, informeerde Joop dadelijk, dat jis iets anders dan een broer, hé". „Met een vrijer loop je gearmd", legde Suze heel wijsgeerig \iit. „Eten, kinderen", beval mevrouw, zon der Joop's vragen te beantwoorden, maar ze had moeite om haar lachen te ver bergen en ze keek haar man aan, die Noordewier van Meppel, zeide hij, een voudig weg. Ik las voor enkele dagen zijn doods bericht. Terstond kwam mij zijn vrien delijke verschijning weer voor de aan dacht. Ds. Noordewier van Meppel is dóód, zei men toen ook van hem. Maar ook ik wist, dat 't niet waar was. Hij, de eenvoudige predikant, wiens naam niet ver klonk, mocht de toekomst met vreugde tegenzien. Hij is nu bij zijn Verlosser. Hij had een „toekomststaat", waarop hij mocht vertrouwen zonder beschaamd te worden. En waar hij kon, predikte hij, getuigde hij. Zijn wij allen zoo getrouw En nu kom ik nog eens tot den grooten man van wereldheteekenis, tot Bebel, van wien nu de couranten ook bericht ten hij is dood. Hij was een profeet, maar die zich- zelven want niemand twijfelt aan zijn eerlijkheid en zoovele duizenden an deren misleidde wiens woord tiendui zenden alle autoriteit in hemel en op aarde deed verwerpen. Hij ontnam veel. En gaf niets terug. Niets dan een waandenkbeeld. Vrees lijke gedachte. Al die groote gaven, door God hem geschonken, te hebben besteed in den strijd tegen God en Zijn dienst. Leere het ons, geduriglijk te bidden om getrouw te zijn, en nimmer te ver geten, dat ook de politiek, de maatschap pelijke strijd beheerscht wordt door gees telijke factoren en dat wij bovenal hebben te getuigen van het eeuwig heil in Christus. Tot zoover de N. Prov. Gron. Crt. Ja, deze strijd en dit sterven zij ons een leering en een vermaning. De ledig heid der socialistische idealen wordt im mer helderder aan 't licht gebracht. Zwijgen wij niet over onze verwachting en over ons toekomst-ideaal, doch ver kondigen wij immer luider en krachtiger onze heerlijke boodschap van troost en eeuwige blijdschap. 20 Augs. 1913. Moderne ontevredenen met de Openbare School. De Modernen hebben over het algemc en geen vrede meer met de open bare school. Aanvankelijk wel, toen zij meenden dat de openbare school de sec- teschool van het modernisme beloofde te worden. Een der medewerkers van de Hervorming schreef onder den naam Ba- ineens achter zijn servet moest hoesten. „O", zei Joop en keek weer op zijn bord, maar na eenige oogenblikken van nadenken zeide hij„Liep jij ook ge armd, Dina?" „Loop heen, malle jongen", en Dina verdween vlug in de keuken. Mevrouw, die Joop's aandacht op een ander onderwerp wilde brengen, zei: „Hoor eens Joop, als je zoet bent, gaan we Zondag naar Maartje", maar eet nu eerst netjes je bord leeg." Joop zei niets, op die vriendelijke be lofte van zijn moeder, maar at stilzwij gend zijn bord leeg, doch voor hij het laatste hapje naar binnen schoof scheen hem een licht op te gaan. Hij legde zijn vork neer, leunde achter- o\er in zijn stoel en riep: „Moe, gaat Dina net als Maartje en Klaas, ziet-u ik bedoel „trouwe" enne .krijgt ze dan ook van ons een ketel en krijgen wij dan ook taartjes en limonade?" Op zulk een conclusie was mevrouw niet bedacht, evenmin als meneer, beide keken elkander een oogenblik aan en moesten beiden lachen, waar Joop en Suze spoedig mee instemden. „Ha-ha, jongen, hoe kom j'er bij", daverde meneer, terwijl zijn breede figuur opschokte in zijn stoel, „ha-ha, foei", zei hij eindelijk toen de algemeene hila riteit bedaard was, „is me dat lachen" en veegde met zijn servet de oogen af. Maar, zei mevrouw, hier zijn bessen en zij plaatste de fruitschaal met de rood glanzende vruchten op tafel en bediende tavus„De tijd, dat de moderne predi kanten met al wat liberaal was, pal stonden voor de O. S., is geheel voorbij. En onder de vrijzinnige collega's ken ik dan ook geen, die met haar bijzonder ingenomen is, een enkele uitzondering daargelaten. De O. S. doet voor het godsdienst onderwijs niets, wel mogen de predikan ten op een apart uur godsdienstonder wijs geven, maar de leerlingen zijn niet verplicht dit onderwijs bij te wonen. Het is minder dan een bijvak. En juist daardoor wordt bij het kind de gedachte gewekt, dat de godsdienst een soort lief hebberij is, waar „de een" aan doet en de ander niet aan doet. De vloek der neutraliteit maakt, dat de goedgezinde onderwijzers zich nooit vrij over den godsdienst durven uitlaten. De vrije school, zegt hij, biedt de vol gende voordeelen aan a. Zij stelt het Christendom voor als het zout der aarde, als het zuurdeeg, dat ons gansche leven moet doortrekken en zij komt dus op tegen de waanvoorstel ling, als zou vroomheid eene particuliere liefhebberij zijn, aan ieders persoonlijk goedvinden overgelaten. b. Zij werkt in denzelfden geest als de godsdienstige opvoeding van huisgezin en catechisatie. c. Zij wekt ware verdraagzaamheid, daar zij den grond legt voor echt gods dienstig leven. d. Zij is een zegen voor de onderwij zers, die vrij uit kunnen zeggen, wat in hun hart omgaat, en wier eigen geloofs leven zal toenemen in kracht, als zij arbeiden aan het wekken van godsdien stige gevoelens bij anderen". Naar De Tijd verneemt, sluit de Staatsbegrooting voor 1914, zooals die aan den Raad van State is verzonden, met een belangrijk tekort. Interneering. Blijkens bij het depar tement van koloniën ontvangen telegram zijn bij besluit van den gouverneur-gene raal van eergisteren E. Douwes Dekker, Mas Tjipto Mangoen-Koesoems en Raden Mas Soewadi geïnterneerd, resp. te Koe pang, Banda en Banka. Allen waren redacteur van de Expres, eerstgenoemde hoofdredacteur. Onder de uitdrukking „iemand interneeren" verstaat men iemand een verblijfplaats aanwijzen, die hij niet verlaten mag. Hiermede zijn dus drie rustverstoorders aan banden gelegd. Analphabeten. Regeeringsverslag 1910/11. Pag. 39 en 205. Op de 100 ingelijfden bij de landmilitie konden noch lezen noch schrijven Bij land en zeemilitie was dit in 1908 1909 1909 1910 Noord-Brabant 1.83 2.02 1.37 1.35 Gelderland 1.31 1.17 1.01 1.00 Zuid-Holland 1.21 0.76 0.56 0.55 Noord-Holland 0.89 0.77 0.63 0.61 Zeeland 1.23 0.90 1.33 1.29 Utiecht 1.13 0.67 1.03 1.02 Friesland 2.11 2.30 1.22 1.18 Overijsel '1.75 1.38 1.04 1.10 Groningen 3.73 2.37 1.56 1.86 Drente 4.33 4.52 2.13 2.10 Limburg 1.77 1,97 1.10 1.09 Drente, waar de Vrije School het minst bloeide, heeft het grootst percent. Colijn over Indië. Het Duitsche tijd schrift „Nord und Süd", onder redactie van prof. dr. Ludwig Stein, staat deze maand in het teeken van de opening van het Vredespaleis en bovendien in dat van belangstelling voor ons land meer in het bijzonder, blijkens uit tal van artikelen, door Nederlanders van naam geschreven. Openende met het portret van den mi nister van buitenlandsche zaken, jhr. mr. R. de Marees van Swinderen, bevat de aflevering opstellen van de hand van mi nister Colijn, over de Nederlandsche koloniën en de wereldpolitiekvan prof. mr. C. van Vollenhoven, over de Neder landsche constitutievan jhr. mr. A. P. C. van Karnebeek, minister van staat, over de opening van het Vredespaleis; van dr. A. Bredius, over de Nederlandsche schilderkunst voorheen en thans; van prof. dr. Snouck Hurgronje, over de Oostersche wetenschappen in Nederland van dr. C. Hofstede de Groot, over de cultuur-historische beteekenis van de Nederlandsche kunsten prof. Hugo de Vries, over de grondlegging van de bio logische wetenschap in Nederland en Van Leeuwenhoeken van jhr. mr. dr. de Jong van Beek en Donk, over de vredes beweging in Nederland. de kinderen; asjeblieft Joop, en nou geen praatjes meer. En Joop, die toch wel een weinig verbluft was over den indruk van zijn woorden, at stilletje zijn bordje met bessen leeg. 's Avonds, toen meneer en mevrouw alleen in de kamer zaten, vroeg mevrouw „Zeg man, wat moet dat nu met Dina „Met Dina?" en verwonderd zag hij haar aan„o, ik begrijp" en weer kwamen Joops woorden hem voor den geest en een lach flikkerde in zijn oogen, jaaa dat is moeilijk vrouwtje, je kunt Dina niet verbieden verkeering aan te knoopen, al is ze jong. Maar, voegde hij er geruststellend aan toe, 't zal misschien zoo'n vaart niet loopen, meisjes loopen toch 'wel meer met jon gens. Jij wandelde toch vroeger ook niet altijd met jonge dames, plaagde hij. „Ja, jij lacht er maar om, maar ik zit er mee. IJdel, onnadenkend, verkwistend en op den koop toe nog met een vrijer in de keuken. Dan denken die meisjes immers nergens anders aan. Ik kan haar niet met Maartje vergelijken, die was veel ouder en veel verstandiger." „Kom, kom, zoo erg is 't niet", vond meneer,je mag alle goeie eigenschappen van Dina niet voorbijzien. Die heeft ze- toch zeker ook nog?" „Zeker, heeft ze die en ik zal de laatste zijn om die niet te waardeeren, Dina is heel vlug en handig als ze wil, daarbij eerlijk als goud en ze houdt veel van de kinderen, maar het is zoo jammer, dat ze zich nooit laat raden, en nooit ernstig over iets nadenkt." „Dat kan nog best veranderen en wie weet, ze kan wel een degelijken man krijgen die haar kan leiden, merkte haar man, die altijd lichtpunten zag, troos tend aan. „Ik wil het hopen", zuchtte mevrouw, maar ze zag nieuwe zorgen die als don kere wolken haar huiselijken hemel be dreigden. Het was een prachtige herfst-Zondag- morgen, vroeg in October, hoewel de benauwende vol-zomerhitte niet meer zwoel over de stad hing, was het toch zoel buiten. In het Vondelpark, waarin zich reeds in het morgenuur wandelaars en kerkgangers bevonden, bloeide het herfstmooi. De hoornen wier toppen nu bruin-groen uitwaaierden tegen de klare lucht, verloren wèl langzamerhand hun zomergeur, maar het kleurenspel van bruin-rood-goud op de herfstbladeren gaf het park een verhoogde schoonheid. In de bloembedden paarde het zacht- rose van late rozen zich bij het verbleekt rood der hortensia'sfel-rood ylamden hoog-op groeiende dalia's, naast witte en paarse asters, wier rafelig zijden' bloemkronen rustig bloeiden. Door den regen, die sinds eenige dagen was geval len, waren de droog-rulle paden nu vochtig-vast geworden en verdoften het geluid der voetstappen van de voorbij gangers die blij genoten van de stralende herfstlucht, de jubelende kleurenvreugde en de zonneschittering in het water der vijvers. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1