troruehteo,
No 265 1913
Dinsdag 12 Augustus.
27e Jaargang
ghristelijk-
MIEUWSBLAD
historisch
VOOR ZEELAND.
SE
"jvinglTk^
ree Kalfvaarzen,
OO33
TiwHtinkKiils,
laarsknechts,
Ie Dienstbode.
Dienstbode,
Uit de Pers.
L fTu illetoh.
«ÉÉN UIT VELEN".
Landbouw.
ELBUR6.
I ijk fikaar ten.
re-Verwert. Qoej
p. balkenende.
is Merrieveulen en
[t, bij L. VERHAGE,
i, Hoogelande.
Merriepaard, oud
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Isknechts,
vi
,rden bij P. BALKEm
z e 11 n g e. 1
te bekomen en büw
ren tot en op 2atir.
Justus, namiddag n
>eteekende.
i koop een HOEFJE
10 gemeten Bouw.
fte N i s s e.
ring kan in pacht vol-
!4 gemeten Bouw.
bij den eigenaar J,
11 s s e.
I 22 Aug, bij J, HUIJS-
rke.
[ring „Bloemendaal" te
inen terstond worden
'EVAAL, „Bo> chzicht"
ns met October een
e Knecht gevraagd.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p1.25
Enkele nummers„0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.—, iedere regel
meer 10 cent.
De opgaaf van den spoordienst
lomt In dit nommer voor op de gebrul-
ilijke plaats.
jarigen leeftijd, van
|jdenis en wandel, en
iet doel en grondslag
rorden ingewacht bij
l-DirecJeur
H. SAP.
lodigd, door meerdere
werk en 1 Wagen-
|ht
Jr. Co., Kattendijke.
[nd gevraagd
)K te Nieuwdorp
[id gevraagd
tannemer, W i s se n-
fDIUS, Viasmarkt 145,
vraagt tegen No-
IIDT, Pastorie Kapetti
lovember
s o r b o o t
50—ZIERJKZSE.
Jnstcs 1913.
u r g oagslCks vm.
na. 5,15; op werkdag®
e e op Zon- en op 9°c'
I; op acdere werkdsge_
fedagen Dam- 5,— uUI
3,15
■oootdienit
I DOEL R - E')TTi RGA
list Us 1913.
live des Zondags)
m vau Middelburg -
p. 8,45. 's Maandags
uur.,
„TELEGRAAF".
i918.
azonderd des Maandag*
li van Antwerpen vporu)'
12 Augs. 1913.
Let wel.
Wij vestigen de aandacht onzer lezers
„p de mededeeling onder Provincie in
iet no. van heden, van het Hoofdcomité
Tentoonstelling. Het bericht m ons no.
jan gisteren was totaal onjuist.
Dr. Brummelkamp schrijft in DeRot-
IffJammer
Lothario Redivivus.
Rechter (resumeerend)Laat me zien.
De man heeft onze volksschool willen
dichtspij keren, de Volkskerk afbreken,
werkman dure petten verkoopen, de
Grondwet bederven, de Mahomedanen
ia Indië dwingen om Christen te worden,
moet hangenWie zijt ge, vrouwtje
touwtjeIk ben Barbertje van Neder
land,
Rechter: Heeft die die man je nog meer
bad gedaan dan wat ik opsomde
'hertje van Nederland: Meneer de
Hechter, hij heeft me in 't geheel geen
baad gedaan, maar goed. Hij wou het
wijs vrij maken, voor iedereen
sukkelenden en ouden werkman
leeft-ie aan een pensioen geholpenin
Indië wou hij den kleinen man vooruit-
a en het Evangelie vrijelijk laten
preeken
Mario RedivivusMeneer de Rechter,
gehoort het. Ik heb geen kwaad gedaan,
war nuttige, noodige dingen, hier en in
'idië, Ze zegt het zelf.
Rechter: Ja, dat is allemaal goed en
toI, maar je hebt huichelarij en geveinsd-
gekweekt. Het land wemelt van
ieërs.Je bent er zelf een. Gerechts
dienaar, breng dien man w<g. Hij moet
Ngen. Griffier, citeer in de praemissen
«betreffende artikelen uit het Vaderland
de Stemmen voor Waarheid en Vrede.
Kentering.
Onder dit kopje schrijft De Standaard
Dat is nu reeds in district I van Rotter-
Ijjam zekere kentering intrad, is ongetwij-
moedgevend, maar toch mag 'tons
- n oogenblik verleiden, om 't oog te
J sluiten voor de aanklacht, die in het resul-
DOOR A. C. V. D. M.
(Nadruk verboden
)o(—
IV.
Acht dagen later werd Maartje bruid,
si d hinderen hadden de keuken ver
tint an8s de muren slingerden groene
^.waartussehen vroolijk vuur-roode
llu rozen schitterden. Op het spie-
viJ! i'ven de tafel had Joop met zil-
acr.u rs »Hulde aan het bruidspaar"
J ,en Suus had Maartje's kopje met
ep„ ;akJe versierd. Op de tafel geurde
bruid °?ciUet heerlijke rozen„bij een
Eez i hooren bloemen", had mevrouw
mis?aas en Maartje van het stad
iën 0,S u^eëom en bruid terugkeer-
oi)'Tpln§en ZÜ> da-ar de moeder van Klaas
êiiineweg Woonc^e' eerst naar den Konin-
iieMf. geduld hadden Suus en Joop op
rien i°n u,^gekeken, tot eindelijk Joop
deaarikomen ze!" en beiden naar
het K«iisne'den om het bruidspaar vóör
n])en,® a' de deur open te doen.
t "e Rnuo 61 aan' h°°r Joop", waarschuw-
1 nog haastig, „doe 't goed, jij
taat van 25 Juni tegen ons zelf lag.
Het feit valt niet weg te cijferen, dat,
over heel het land genomen, een vijf en
twintig duizend kiezers, die nog in 1909
Rechts gingen, in Juni j.l. naar Links
oversloegen, iets wat een verschil in het
eindcijfer van 50.000 stemmen ten onzen
nadeele gaf. Rechts een 25.000 minder en
Links een 25.000 meer.
Dit zijn alzoo kiezers, die nog in 1909 er
wel ter dege voor vodden, dat hoogere be
langen op het spel stonden, en uttdien
hoofde zich tegen de liberaal rocialisti-
sche macht te weer stelden. Het was met
name de Christelijke school die den door
slag gaf. En nu is dit het droeve feit, dat
een 25.000 kiezers, die beter wisten, in
Juni toch naar Links zwenkten, schier
enkel omdat men hun had wijsgemaakt,
dat ze voor enkele ingrediënten voortaan
enkele centen meer zouden te betalen.
Uit vrees voor een zeer klein geldelijk
verlies hebben derhalve deze kiezers hun
overtuiging omtrent de hoogere volksbe
langen verloochend, en zich laten vangen
door de huilebalken van het Anti-Tarief-
Comité.
Ze zijn ontrouw aan hun hooger in
zicht geworden, en zijn er niet voor
teruggedeinsd zich tot zelfs bij de Socia
listen aan te sluiten, om maar eenige
geldelijke schade te voorkomen.
De overgroote meerderheid onzer man
nen bleef trouw. Op de massa vormen
deze 25.000 afvalligen slechts zeker per
centage, maar dit percentage was dan
toch groot genoeg om aan de tegenpartij
de overwinning te bezorgen. Een over
winning, waarmêe ze, 't is zoo, nu reeds
verlegen zitten, maar die toch weer voor
jaren ons Bewind in 't verkeerde spoor
zal leiden.
Over die ontrouw nu, over die ver
loochening van beginsel en van overtui
ging, mag onzerzijds niet worden heen-
geloopen. Het is de onafwijsbare plicht
van heel onze Pers, deze ontrouwe broe
deren tot inzicht van hun ontrouw en
schuld te brengen. Kenterig moet en zal
er zeer zeker komen, maar het loopt op
vervalsching van onze positie uit, zoo
die kentering straks alleen komt door de
fouten van de tegenpartij. Zal 't goed
zijn, dan moet die kentering, in de'eerste
plaats, zelf vrucht zijn van inkeer in
onszelf, van bekentenis van schuld in
eigen boezem, en van de ernstige pogin
gen, die zullen worden aangewend, om
herhaling van zulk een afval en van zulk
een ontrouw te voorkomen.
geeft het pak als ik het vers heb opge
zegd".
„Ja," zei Joop en trok meteen de deur
open en galmde naar beneden: „Wel
gefeliciteerd hoor „Ziezoo, ik ben toch
de eerste", zei hij triomfantelijk en danste
de gang door naar de keuken. Mevrouw
trad nu het bruidspaar, dat boven was
gekomen, tegemoet en kuste Maartje op
het gelukkig gezicht en drukte de grove
knuist van Klaas, die bedremmeld achter
zijn bruid de keuken binnenstapte.
„Wel, wel, kijk daar-es", riep Maartje
vol blijde verbazing, „da's prachtig 1 dat
hebben jullie zeker gedaan, hè Dank
je wel hoor Suus en jou ook Joop". Toen
zich zich tot Klaas wendend, die in ver
legen verwondering de versierde keuken
rondzag„Nou wat zeg jij er van Klaas
,,'t Is veel te erg", meende hij. terwijl
een breede lach om zijn mond plooide.
,,'t Lijke wel echte", en voorzichtig raak
ten zijn vereelte vingers de papieren
rozen aan.
„Nee, dit binne echte", vertelde Joop,
op de bouquet wijzende, „ruik maar'es",
en Joop duwde Klaas' groote figuur naar
de tafel, waar deze zijn bruin-rood gelaat
over de geurige bloemen boog.
„Lekker hè?"
„Nou, jongenheer, 't lijkt wel eau-de-
cologne."
„En nu moeten jullie allemaal
in de huiskamer komen", beval mevrouw,
Iets wat niet enkel slaat op de kiezers
die omgingen, maar even ernstig de vraag
aan de orde stelt, of onze kiesverenigin
gen, toen het nog tijd was, actief genoeg
optraden, om te waarschuwen en voor te
lichten, of onze meetings en vergaderin
gen doeltreffend genoeg waren ingericht,
of de discipline onder ons zich wist te
doen eerbiedigen, en of de provinciale
en locale Pers steeds wakker genoeg
optrad, om altoos weer onze heilige be
ginselen op den voorgrond te plaatsen, en
niet enkel warme belangstelling maar
bovenal heilige geestdrift te kweeken.
Het is vóór alle dingen die heilige
geestdrift van weleer, die er ons gebracht
heeft, en zij alleeu is 't, die ons 't ver
loren terrein zal en kan doen herwinnen.
De bladluizen met haar vrienden
en vjjanden.
Toen ik onlangs iets over de mieren
mededeelde, kwam ook de verhouding
ter sprake tusschen deze diertjes en de
bladluizen, welke zoowel voor den tuinier
als voor den rozenkweeker een ware plaag
zijn, een plaag, die telken jare terug
komt en uiterst moeilijk te bestrijden is.
Thans wensch ik over deze verhouding
iets naders te zeggenvooral dient dan
echter een blik geslagen te worden in
het leven dezer onbeduidende, doch door
hun vraatzucht allerschadelijkste en door
hun levenswijze en voortplanting aller
wonderlijkste wezens.
Iedereen, die maar een roos in zijn
tuintje heeft, kan ook de bladluis ken
nen. Hij behoeft slechts een blik te
slaan op de jonge, teere uitspruitsels van
den rozenstruik om daaraan een vuile,
beweeglijke levende massa te ontdekken,
welke het steeltje van alle kanten om
geeft. Bij nauwkeuriger toezien onder
scheidt hij de afzonderlijke wezens.
Hoewel ze zes pooten hebben, zijn het
geen vlugge wandelaarsze boren hun
snuitje in het sappige plantenscheutje
en zuigen naar hartelust de levenssap
pen der plant op. Alleen, wanneer het
takje geen sappen meer bezit, gaan ze
verhuizen naar een ander takje, om ook
dat gjheel uit te zuigen, zoodat het
weldra moet verwelken, want bij tien
tallen zitten ze" dicht opeen, om zich te
goed te doen.
Wie wel eens een paar dagen achter
een zoo'n takje in het oog heeft gehou
den, heeft zich allicht verwonderd over
en 't heele gezelschap voorafgegaan door
Suus en Joop begaf zich naar het woon
vertrek, waar Dina hen wachtte.
Op de tafel stond een hoog-smalle
glazen karaf waar de limonade zacht-geel
in kleurde, daarom heen blonken smal-
rechte glaasjes, waarnaast een gebak
schotel stond, opgetoomd met taartjes.
„Maar mevrouw", meende Maartje, dat
is toch al te vriendelijk".
„Kom, kom, gaat zittenhier bruide
gom neem plaats"; en mevrouw schoof
Klaas een stoel toe, die in niet-weten
van hoe met zulke deftige menschen om
te gaan, voorzichtig op de punt van de
stoel ging zitten en zijn hoed tusschen
de vingers frommelde.
Mevrouw vulde de glaasjes, onderwijl
Mina gebakjes presenteerde, en wenkte
toen Suze en Joop, die in een hoek van
de kamer bij een groot pak neerhurkten
en geheimzinnig met elkaar fluisterden.
„Nou, kom", zei Suus, die den wenk
van haar moeder begreep, „ik eerst hoor,"
en Suse stapte, gevolgd door Joop, die
het pak tegen zich aanklemde en 't met
zijn korte armpjes omspande, op het
bruidspaar toe, en begon, terwijl ze bij
eiken nieuwen regel diep ademhaalde
„Heil U, bruidspaar, heil en zegen
In deez' heugelijken stond
Heil u, klinke allerwegen,
Heil u jub'len hart en mond.
het feit, dat den eenen dag er slechts
enkele luizen op zaten en een paar dagen
later wemelde het van die diertjes.
Waar kwamen die vandaan Dat is
een groot wonder der natuur. De blad
luizen, welke wij den ganschen zomer
op onze rozestruiken zien, zijn alle on
volkomen wijfjesexemplaren van het
mannelijk geslacht bestaan er dan niet.
Hoe planten zij zich dan voort? Op
een zeer primitieve wijze, precies zooals
een boomtak jonge loten voortbrengt.
Het moederdier brengt nl. zonder be
vruchting maar al door jongen ter
werelddeze jongen zuigen zich met
hun snuitje dadelijk in het sappige
steeltje vast, voeden zich overdadig,
groeien verbazend snel en brengen
na korten tijd zelf weer levende jongen
ter wereld. Zoo gaat het den ganschen
zomer doorzeven generaties achter
elkaar. Daardoor is ook het verschijnsel
verklaard, dat de bladluizen bij gunstig
weer zich in een paar dagen zóó ont
zettend snel kunnen vermenigvuldigen,
dat de benadering van het nageslacht
eener enkele bladluis met alle berekening
spot. Zoo gaat het door tot in Novem
ber toe. Dan geschiedt een nieuw won
der. De bladluis-moeder brengt in deze
maand niet slechts levende jonge wijfjes,
maar ook dito mannetjes voort. Nadat
deze opgegroeid zijn, heeft er een paring
plaats, zooals we ook bij andere, meer
volmaakte, insecten kunnen waarnemen.
Wanneer deze paring heeft plaats gehad,
brengen de bevruchte wijfjes geen levende
jongen voort, doch leggen eieren. Dat
geschiedt tusschen de plooien van de
bladeren der pas gevormde bladknoppen.
Hier zijn ze goed geborgen voor de win
terkou en wanneer in het voorjaar, bij
zacht weer, de eitjes zijn uitgekomen
vinden de jonge luizen 't zijn eigenlijk
larven, maar die in bijna alles op luizen
gelijken dadelijk een overvloed van
voedsel. In den winter sterven de blad
luizen uitze kunnen dan bij gebrek aan
voedsel niet blijven bestaan. Hun voort
bestaan is alleen verzekerd in de eieren.
Gedurende den zomer worden er niet
slechts ongevleugelde wijfjes geboren,
doch ook gevleugelde. Deze kunnen zich
met groot gemak verplaatsen en daar
door op andere struiken de stichters
worden van nieuwe bladluizen-kolonies.
De bladluis is verbazend vraatzuchtig.
Het sap, dat zij uit de planten opzuigt,
is licht verteerbaar; doch er bevinden
zich naar verhouding slechts weinig stik-
Zeeg'ne God u vele jaren,
Geev' Hij voorspoed en geluk,
Dat Hij u te zamen spare,
En bewaar voor alle druk."
Joop, die met gespannen verwachting
het vers volgde, viel bij het laatste woord
dadelijk in „Maartje dit is het cadeau
van ons" en duwde de bruid het on
handige pak in den schoot.
Deze pinkte een traan weg, en be
dankte Suze met een kus voor het mooie
vers, en zei toen„nou zal ik es kijken
wat daar in is"; zij maakte het pak los
en zag een nikkelen waterketel.
„Van pa krijg je het stel", klapte Joop
eensklaps, maar voelde dadelijk de mol
lige vuistjes van Suus in zijn rug stom
pen, die hem verwijtend toevoegde„Hé,
nou vertel je het toch, zoo'n flauwerd."
„O, ik heb niets gehoord", jokte
Maartje geruststellend, en om de aan
dacht van Joop's beteuterd gezichtje af
te leiden, toonde ze de ketel aan Klaas,
die 'em een goeie grooterd vond.
Mevrouw, die Joop gauw troostte met
een taartje, dat hij achter den breeden
rug van Klaas opsmulde om de booze
blikken van Suze niet te zien, vertelde
nu aan het bruidspaar, dat meneer nu
niet thuis kon komen, maar later hun
zou gelukwenschen. „Och", verontschul
digde zij haar man, „hij heeft het zoo
vreeselijk druk met de plannen voor het
stofhoudende bestanddeelen in. Om nu
van deze voor levende wezens onmisbare
voedingsstof genoeg te krijgen, moet een
verbazende hoeveelheid voedsel veror
berd worden, 't Gaat er mee als met den
mensch, die voor zijn onderhoud, dage
lijks een zekere hoeveelheid vet, eiwit
en koolhydraten noodig heeft. Voedt een
mensch zich 'met spek, stokvisch en
rijst, dan heeft hij slechts een kleine
hoeveelheid voedsel noodig. Bestond
daarentegen zijn eten uit aardappelen en
zoutevisch, dan zou hij een ontzettende
hoeveelheid voedsel moeten verslinden,
om zijn benoodigde portie aan vet mach
tig te worden, terwijl hij dan allicht aan
eiwit en koolhydraden veel te veel zou
krijgen.
Zoo gaat het nu ook met de bladluis,
die zich veel te eenzijdig voedt. Naar
evenredigheid toch van andere voedende
bestanddeelen, krijgt ze te veel glucose
binnen. Deze overtollige suiker moet
afgescheiden worden. Voor dit doel heeft
ze aan haar achterlijf twee buisjes, welke
geregeld deze zoete vloeistof naar buiten
brengen. Algemeen is deze bekend onder
den naam van honigdauw, welke bij
warm weer de bladeren der door blad
luizen aangetaste planten met een kleve
rig vocht bedekt. Andere insecten zijn
hier zeer verzot op. Zoo kan men ge
regeld de bijen dit zoetkleverig vocht
van de bladeren zien oplikken. Ook de
mieren zijn er dol op, zóó dol zelfs, dat
ze het oogenblik niet kunnen afwachten,
dat het door de luizen afgescheiden
wordt. Daarom streelen zij met hun
sprieten het achterlijf der bladluizen,
waardoor de honigdauw bij druppeltjes
uit de afscheidingsbuisjes te voorschijn
komt en dadelijk gretig wordt opgelikt.
Deze handelwijze wordt, zeer eigenaardig,
melken genoemd en de bladluizen heeten
daarom ook wel de melkkoeien der
mieren.
Evenals de mensch zijn melkvee op
hoogen prijs schat en tegen gevaren en
nadeelen beschut zoo neemt ook de mier
de bladluis in haar bescherming. En de
bladluis laat zich dit gaarne welgevallen,
aangezien de mier haar van de overtollige
glucose, welke haar lastig wordt, ontdoet.
Deze wederzij dsche diensten hebben
geleid tot een innig verbond tusschen
mieren en bladluizen, zoodat de laatste
dikwerf zijn te beschouwen als de huis
dieren der eerste. Immers, het is waar
genomen, dat de mieren, zoodra de win-
tereieren der bladluizen gelegd zijn, deze
nieuwe ziekenhuis."
„En nu gaan jullie straks zeker naar
Klaas' moeder, nietwaar?
Ja mevrouw, in 't voorbijgaan willen
we nog effies in 't huis kijken en dan
naar moeder."
„Het zal me toch vreemd zijn, als ik
hier niet meer ben, mevrouw", en
Maartje keek de vriendelijke kamer rond,
waar zij zich zoovele jaren had thuis
gevoeld.
„Ja, dat kan ik begrijpen, maar mij
zal 't ook vreemd wezen, 'k zal je erg
missen, meid", zei mevrouw op harte-
lijken toon, „maar nu krijg je een eigen
huishouden en Klaas zal wel op je pas
sen," schertste ze maar Klaas zei niets,
overbluft als hij was, doch het geluk
glansde in zijn oogen.
„Als jullie getrouwd ben, Maartje,
komen we allemaal bij je thee drinken",
riep Suze, terwijl ze haar glaasje limo
nade leegdronk en naar Joop gluurde.
„Dat is goed hoor, kom maar zoo
dikwijls als je wilt. Maar nou moeten
we opstappen hoor Klaas, anders wordt
het te laat."
En het bruidspaar, mevrouw nogmaals
hartelijk bedankend, verliet de woning.
Dina ruimde de tafel op, terwijl Joop
haar nog een taartje afbedelde en met
vollen mond op het balcon zong „Lang
zullen ze leven!"
(Wordt vervolgd.)
J