No 261 i913 Donderdag 7 Augustus. >7e Jaargang STjiiir jfng te iojT NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH |t Zomergerst, \OOJ1 tien te koop, ige Rammen. en tam Vakman, Dienstbode, Dienstbode. jukenmeid.^ Godsdienst en Vrijheid, j Feu i l i e t o n. „ÉÉN UIT VELEN". tESTELOO Gemeente Domburg is f 1,50. g »el Woonhuis t Tuin, dorp Nisse. bij de betaling, iljetten in te leveren ^ag 12 Augustus S iur> bij CBR. C.VER. inpolder. of te Koop, den Gerst. Jen ingewacht vóór 9 MIDAVAINE, Qrint- ge- koop [koop een HOEFJE gemeten Bouw- |ing kan in pacht vol temeten Bouw* j K~ü~ P uit zes), Pïinge ziekte terstondj IsHOEK te Sleeting j /ember a. s. Ictober a. s. M EI O VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN elburg. Hoosterbalsem - korting. Noordatr. door waarvan een geschikt br. Te bevragen D17 |e kerke. K 0 0 P~ |n straatweg van Big. Joudekerke. Te bevra- |S te Meliskerke. |taat zijnde zeer licht I 2C [entassen, van binnen tsierszitting onder de igen bij J. TR1MPE |e t i n g e. te Nisse. bij den eigenaar J. sse. Adres: H. WIL- a p e 11 e. ?E, Wolf aartsdijk. ttonden aan J. VAN DOORN e. DE BUCK, Zuster- 1IDT, Pastorie Kapdk j November [7 Oostkapelle, vraagt] MELIS Wz-, it, Serooskeri IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p1.25 Enkele nummers0.05 Het jubeljaar onzer nationale vrijheid is tot hiertoe een jaar .van politieken strijd geweest. Gelukkig is de vrede geteekend, en ziet men hier en daar de „staatsburgers" van links en van rechts heel broederlijk saam vergaderen om het nationale feest onzer vrijheid voor te bereiden; in sommige gemeenten heeft de verbroedering reeds bestaan in het houden van optochten en het afsteken van vuurwerk, alles opdat de vreemde ling toch maar zien zon, hoe blij wij zijn met onze herwonnen onafhankelijk heid, en hoe uitstekend wij onze her wonnen nationale vrijheid weten te ge bruiken. In de betooning onzer dankbaarheid voor het groote voorrecht vaD ons her kregen volksbestaan wenschen ook wij bij niemand achter te staan, al verkie zen wij dit te doen op ons voorgeschre ven wijze. Toch, hoe men deze zaak ook beziet, het blijft een gewichtig feit in onze vaderlandsche geschiedenis, der herden king dubbel waardig, dat daar op den 17en November van het jaar 1813 door een drietal wakkere mannen in naam van den Prins van Oranje het bewind over het herboren, hergroeiend en herbloeiend Nederland werd aan vaard, en het jaar onzer vrijmaking van onder Napoleons juk plechtig werd in geluid. Is nu sinds 1813 van deze herkregen nationale vrijheid wij zeggen niet een Gode verheerlijkend, maar een de menschen bevredigend gebruik gemaakt Het zal goed zijn eenige feiten in het geheugen te houden. De vrijheid naar „liberale" opvatting is een andere dan hetgeen wij daaronder verstaan. De „liberalen" in alle drie hun poli tieke schakeeringen noemen zich tegen woordig bij voorkeur vrijzinnig. In hun vaandel prijkt het schoone woordvrij heid; zij zijn de echte bewakers en be waarders onzer volksvrijheden. Doch de schoone naam liberaal past der vrijzinnig heid niethij is, wat haar aangaat, een historische leugen. Dezer dagen wees De Standaard, hierop j en tijdens de verkiezingen wees ds. v. j d. Kamp er.op in een debat met professor Eerdmans en andere vrijzinnige verkie- rings rede naars, dat de oorspronkelijke DOOR A. C. V. D. M. )0(— „Dus, Maartje, nou is de dag van je trouwen bepaald „Heb je alles al klaar voor je huishouding?" „Ja, mevrouw, op een paar kleinig heden na, is ons huisje in orde en we hopen over 14 dagen aan te teekenen. en op 21 Juni te trouwen. Klaas vindt het zoo aardig van u, dat ik hier pit huis kan trouwen, 't Is veelste erg, vindt-ie." „Kom, Maartje je bent nu zóó langi hij ons geweest, dat we dat als een ge wone zaak beschouwen, en je hebt im- jners geen ouderlijk thuis meer. Maar hind, wat zal ik je missen, o, ik zie er wo tegen op met een ander meisje te beginnen. Men krijgt tegenwoordig van rilesals ik tenminste mevrouw Ver schuur hoor over hóór dienstboden, nee, tis verschrikkelijk". hij deze woorden stond mevrouw van jjrien hoofdschuddend op, trad op de •heetafel toe om Maartje een kopje thee' 111 te schenken, en terwijl ze het blauw- Porceleinen kopje vulde, vervolgde ze „Enne ja, ik zal nu wel een adver tentie in de courant moeten zetten. Het heste zal zijn in het Kerkblad, daar ko- ■ncn zulke aanvragen het best tot hun UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.—, iedere regel meer 10 cent. beteekenis van het woord liberaal onder dè praktijk der „liberalen" zeiven is zoek geraakt. IPIn Psalm 47 10 toch lezen we: „De edelen der volkeren zijn verzameld tot het vólk van den God Abrahamswant de schilden der aarde zijn Godes Hij is zeer verheven," De kantteekenaren van den Staten Bij bel teekenden hierbij aan dat edelen wil zeggen vrijwilligers, vohmtarissen, libe ralen Edelen zijn dus menschen dié zich ge willig en vrijwillig aanbieden om de be langen des volks te behartigenen zoo zijn de ware liberale zij die zich geroepen achten als de voornaamsten des volks om het volk op te leiden tot den God Abrahams. Met deze uitlegging, of liever met.deze roeping en praktijk der oorspronkelijke libeialen is in strijd de leuze der he- dendaagsche liberalen geen godsdienst in de politiekde godsdienst blijve be perkt in de binnenkamer. Juist het tegendeel van het „opleiden tot den God Abrahams". De opvatting de liberalen van de vrij heid is derhalve vierkant in strijd met de taal en met de historie, in strijd met hetgeen onze vaderen blijkens de rand- teekenaren in onzen Bijbel van Keur onder liberaal verstonden. 1 )e praktijk van de leus „scheiding van godsdienst en politiek" moet trouwens uitloopen op vernietiging van den gods dienst, en mag derhalve door ons nim mer worden aanvaard. Het beheer van het liberalisme is dan ook op wering van onzen zedelijken godsdienst uit Kerk en School, uit Wet geving en Wetenschap steeds gericht gc.veest. En dat het ondanks den krach- tigen steun zijner beste mannen in Staats dienst daarin niet heelemaal is geslaagd, mag worden toegeschreven aan den diep ingewortelden godsdienstzin die nog zoo vele duizenden, vooral in de kringen der kleyne luyden, bij de Trouw aan de voorvaderlijke traditie heeft doen vol harden. Evenwel indien het al waar is dat het liberalisme zich bezondigd heeft aan het recht van den godsdienst in de staat kunde, en hierin ontrouw gebleken is aan zijne schriftuurlijke roeping, toch verdient het lof om zijn strijd voor de vrijheid; zoo hooren wij u zeggen. Wij mogen ons dit evenwel niet laten recht. „Asjeblieft" Maartje". „Dank u, mevrouw," en Maartje nam het dampende kopje thee aan en wendde zich naar de deur, doch hier keerde zij zich nog even om en vroeg „Kunt u morgen meegaan, mevrouw „Ja, Maartje, dat is afgesproken laat eens zien, ja, voor den eten kunnen we wel samen gaan". „Goed mevrouw", en Maartje ging naar de keuken waar zij „de vaat" nog moest afwasschen. Zij was al vele jaren als dienstbode bij mevrouw Van Balen. Als zestienjarig meisje kwam ze bij mevrouw die als jonggetrouwd vrouwtje, nog geen „groote meid" noodig had. Ze had dadelijk zin gekregen in Maartje, zooals ze later ver telde aan intieme kennissen, „en heusch nooit spijt van gehad, zoo'n meisje is een lotje uit de loterij." En mevrouw Van Balen had waarheid gesproken. Maartje had dadelijk getoond, dat ze graag alles wou leeren en het kón ook, en door haar bescheiden voorkomen en rustige manieren had ze ook spoedig het vertrouwen van mevrouw gewonnen. Toen het huisgezin grooter werd en me vrouwtje als „moeder" meer tijd moest geven aan hare kinderen, kon zij Maartje alles overlaten en langzamerhand was deze een huisgenoote geworden, door meneer en mevrouw gewaardeerd en de kinderen bemind. En nu ging Maartje weg. wijsmaken. Toen de liberalen in de meerderheid waren, hebben ze gehandeld onder de vlag van den godsdienst, doch hun doel was om aan den redelijken godsdienst een eind te maken. Dat dit alzoo is, mag misschien on danks hen gebeuren, doch het moet wel, en dit is een gevolg van hunne valsche vrij heidsbeschouwing. Wanneer zij zich voor de vrijheid ver klaren, bedoelen zij die vrijheid, welke ons geworden is als vrucht der Fransche revolutie. De vrijheid van godsdiensten van geweten, waar zij ook bij de jongste verkiezingen zoo dapper mee geschermd hebben. Alsof die vrijheid, onder het bewind van dit Rechtsche kabinet ook maar een oogenblik gevaar liep. De revolutie heeft veel kwaads maar ook veel goeds gebracht, en dit goede nu wil het liberalisme behouden en, tot J ontwikkeling brengen. En nu is eender J voornaamste geschenken der revolutie de politieke, de staatkundige vrijheid geweest. Nu mag deze vrijheid wel ook door ons worden aanvaard, doch niet in den geest naar het beginsel der revolutie mannen der achttiende eeuw, derhalve niet naar de beginselen der liberale^ welke laatsten immers, blijkens de uit spraken hunner voormannen, kinderen zijn der Fransche revolutie en leven uit de beginselen der revolutie. Die beginselen nu, welke wij weerstaan, brengen niet de ware vrijheid, en loopen tegelijk uit op vernietiging van den gods- dienst. Dit laatste blijkt onder meer uit een officiëel stuk van het jaar 1792, door de Patriotten uit Nederland gezonden aan de Fransche Nationale vergadering. De Bataafsche Patriotten wilden ook „onzen tiran" (Willem V) wegjagen en zeiden in hun verzoek tot de Franschen „Wij ver zoeken U om Holland te bevrijden van de onduldbare tyrannie van Willem V. Wij zeggen evenals gijde vrijheid is onze Godde broedertrouw is onze godsdienst; de dood aan de tyrannen". Voor hen is dus de vrijheid een God. Wij noemen dit in goed Hollandsch „af goderij". Zulk een godsdienst is niet een der zege ningen, maar één der rampen van de Fran sche Revolutie. Hier wordt een haken naar vrijheid van alle banden van gezag en orde, een zucht naar ongebondenheid en losbandigheid Reeds vier jaar had ze „vaste verkee ring" met Klaas Bekker, een flinke tim mermansknecht, die winter en zomer op vast loon kon rekenen. Samen hadden Klaas en Maartje gespaard om later hun huisje netjes in orde te hebben. Van pronken hield Maartje niet en Klaas zei dikwijls„Nee, meid, as-je zoo'n floddermadam was als die meissies te genwoordig benne, ik had je nooit ge vraagd. Ik doe me ook niet voor as „meneer", ik schaam me niet voor me vak. „En nu was eindelijk de tijd aan gebroken, dat ze konden trouwen. Hun huisje, een eenvoudige bovenwoning in j de Borgerstraat, was gehuurd en Klaas j had van den huisbaas verf en eenige rollen kleurig behangselpapier gekregen, as-ie het dan maar zelf wou opknappen. Now, dat kon ie, en vol trots toonde Klaas eenige weken later aan Maartje, voor wie hij zijn werk geheim had ge houden, de kamers. De voor- en achter kamer had hij grijs geverfd en de muren prijkten met grijs en rood gestreept be hangsel in het keukentje had hij de vuil berookte muren gewit en den schoorsteen zwart geschilderd. Maartje was opgetogen „o, Klaas, dat had ik niet durven droo- men, zoo prachtig, nou, je bent een bo venste beste," en zij bedankte hem met een zoen op zijn door weer en wind ge bruinde wangen. „En nou kunnen we de volgende week geld van de spaarbank halen en meubels openbaar, welke haar eindpunt vindt in de ontkenning van het bestaan van God, en dies ook van het gezagsrecht van eenig meester. Maar, zoo vraagt gij, zijn de tegenwoor dige liberalen niet beter dan hunne vaderen? Jubelen ook zij niet over onze door de wet bezegelde vrijheden Zingen ook zij niet mee de Wilhelmus liederen Bouwen ook zij niet de graven der profeten die als slachtoffers van den haat der valsche vrijheidspredikers gevallen zijn? Wij antwoorden, o zeker, wij zijn hier voor niet blind en niet doof. Maar, mogen wij opmerken dat het meezingen van het Wilhelmus, waaraan onder anderen tijdens de jongste verkiezingen de vrij zinnigen in hunne openluchtmeetings zich hebben te buiten gegaan, niet in sluit dat zij de vrijheid in dat Wilhelmus bedoeld aanvaarden. Omtrent de leiders der liberale kiezers (in meetings en pers) hier en daar heb ben wij natuurlijk onze meening. Doch niet deze kleinigheden bepalen onze meening omtrent de vrijzinnigheid. Doch wel de beginselen waaruit zij leeft, en en waardoor zij, in haar beste mannen, zich laat leiden, gelijk dit in de ge schiedenis is openbaar geworden. Niet de mannen zonder, maar de man nen met regeeringsverantwoordelijkheid zijn de liberalen; hun woord en daad, en die alleen, zijn richtsnoer ter beoor deeling van hetgeen het liberalisme drijft. En dan heeft de ervaring geleerd dat „vrijzinnigheid is nog geen vrijheidszin." Slot volgt. 7 Augs. 1913. Het Orgaan van den Bond tegen den Vaccinedwang (ds. P.) geeft het gevallen kabinet-Heemskerk een slechte aantee- kening mee omdat het niet heeft ge bracht de afschaffing van den vacciner dwang. Ds. P. schrijft „Het ministerie-Heemskerk heeft een schoone taak kunnen volbrengen, doch 't niet gewild. Indien bij het begin aan gestuurd was op een andere wet op de besmettelijke ziekten, waai door we be vrijd waren van het onmogelijke en immoreele artikel 72, dan had dit mi nisterie in duizenden harten een dank en beddegoed koopen. Van mevrouw krijg ik een fornuis en zes stoelende kinderen hebben gevraagd om een ver langlijstje, maar dót durf ik niet ge ven „Nee, Maartje, dat staat zoo astrantig, ze zullen toch wel om je denken. Nou kunnen we over 14 dagen aanteekenen, wil je?" en Klaas sloeg zijn arm om Maartje heen, blikte haar in het blozend gelaat en plaagde„of heb je er spijt van, je kunt nog terug." „Malle jongen," lachte ze, „dat weet je wel beter. Ik vind het best hoor, en zal het vanavond mevrouw zeggen, dan kan mevrouw een advertentie plaatsen voor een nieuwe meid." Eu zoo had ze gedaan. Toen Maartje in de keuken was, nam mevrouw het inktstel van den schoor steenmantel, nam haar bruin-leeren schrijfmap ea zette zich bij de tafel om een advertentie te stellen. Daar klonk het verdoft geluid/ van schreden op de met 'n looper belegde trap en even later werd de kamerdeur geopend en meneer van Balen kwam binnen. „Zoo vrouwtje heb je nog een kopje voor me, ik moet naar een vergadering, aan tafel vergat ik het te zeggen." Met deze woorden stapte hij naar zijn leu ningstoel en deze onder zich aanschui vend, vervolgde hij vragend „Brieven schrijven, er zijn toch geen jarigen in de hare herinnering achtergelaten, gesteld het had dan toch de nederlaag geleden. Maar nu kunnen we niet anders dan met teleurstelling op alles terugzien. Minister Heemskerk, die over alles luch tig heensprongj stuurde ook ons met een kluitje in 't riet (wat we persoonlijk op een audiëntie mochten ondervinden). In zooverre betreuren we 't niet, dat hij heen gaat. Een principieeler man van rechts kan ons alleen'iets goeds brengen. Wat de toekomst ons zal geven, is ge makkelijk te voorspellen. We komen weer onder 't liberalisme, dat alleen van dogma's en bijgeloof leeft. Want de vac cine is voor hen het gouden kalf. Een ruime blik is bij hen zelden te vinden. Er staat ons dus niets anders te doen dan gelaten te berusten in 't ons toe- beschikte juk. Maar laat ons niet ver tragen. De komende tijden moeten ge bruikt worden voor een grooter en leven diger actie. Dan kan uit de verdrukking nog iets heilzaams groeien. Ook voor de partij, waarop onze hoop blijft gevestigd. De anti-revolutionaire partij begrijpe, dat ze losgelaten heeft of veronachtzaamd, wat hoofdzaak had moeten blijven, nl. de vrijheid ook in zake de inenting. Dit kan opnieuw een vereenigingspunt worden en kracht ver- leenen. Dan zal ze weer nieuw voedsel ontvangen, omdat ze spreekt tot het hart van het volk, en tot zich trekken kan, die geen hulp bij anderen vinden. Want in dit opzicht kan nog veel goedgemaakt worden. Men wake ervoor, dat niet andere partijen, die zooals de nieuwe, waarop we onlangs wezen niets voelen voor gewetensvrijheid, ons deze krachten zouden ontfutselen. En blijke dan over eenigen tijd, dat een partij, die strijd tegen den dwang op haar program wei gert te zetten (zooals de Chr. Sociale), nooit leven kan in het hart van ons volk. Dan zal ook deze teleurstelling niet vergeefsch zijn geweest." Tot zoover het Orgaan. Wij betreuren met de redactie dat een rechtsch ministerie ons niet gebracht heeft de algeheele afschaffing van den vaccinedwang. Toch zijn wij dankbaar voor het weinige dat het ministerie- Heemskerk bracht. Men vergete daarbij ook niet dat wij zijn coalitie, en dat bij coalitie elke partij en ook ieder lid van hét rechtsche kabinet iets van zijneischen moet laten vallen. De R.-K. voelen nu eenmaal niets voor de afschaffing. familie, laat-es kijken, vandaag 21 Mei, nee, over 6 weken is tante Marie pas jarig." „Nee man," antwoordde zijn vrouw, een kopje thee inschenkend, „ik wou een ad vertentie plaatsen voor een nieuwe meid." „Dat is waar ook heeft Maartje den trouwdag al bepaald „Ja, 21 Juni, dus over vier weken." „O, dan heb je nog vier weken tijd." „Maar man," riep mei rouw, hem het dampende kopje overreikend, „hoe kun je nou zoo praten. Als Maartje 21 Juni trouwt kan ik dón toch niet ad- verteeren „Mevrouw van Balen vraagt een dienstbode om op 21 Juni in dienst te treden." „Nee, daar heb je gelijk in," en me neer keek lachend zijn vrouw aan, die zuchtend vervolgde „O je kunt niet gelooven, hoe ik er tegen op zie." „Waar tegen op? dat Maartje gaat trouwen? Nou, dat is niet noodig, hoor, Maartje zal zich wel redden." „He, jij spot toch altijd, nee, ik be doel natuurlijk om met een nieuwe meid te beginnen." „O, is het dót, ja, het is niet. prettig voor je," zei meneer en dronk, achter over leunende in zijn stoel, behaaglijk zijn thee uit. Toen het leege kopje neerzettend„Ja het is jammer, dat Maartje. weggaat, ik ben eigenlijk wel een beetje boos op Klaas, jij ook niet (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1