No 256 1913 Vrijdag 1 Augustus. 27e Jaargang NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND eerste blad. 1 klim «rmpleepler. eHRISTELIJK- HISTORISCH ie Handknecht Huishoudster, Dienstbode, HIT. r verandering" ol), Meliskerke. October 75, bij J. HUIJS- erke, Hoogeiande. d gevraagd V e e r e. DISSEL te Goes onge&teldheid der ienstbode, terstond oodhulp, ber )f genegen is het te VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN lburg. Fy»e t Jong«-V»rww, 11 baartjes O09 idags, Donderdags en het bestuur. svpaagd ers DE RIJCKE weg 87, Viissingen ||U.w.«,,u I TELEGRAAF*. 1918. onderd des Maandags) urn Antwerpen voorm. »nst „SCHELDI" -Rotterdam, is 1918.*); Zond. 17 6,30 1,- Maan. 18 7,— 12,— Dins. 19 7,80 12,- Woen.20 8,12,— Dond. 21 6,30 1,- Vrfld. 22 8,30 12,- Zater.23 9,— 12, Zond. 24 6,30 1,— Maan. 25 9,- 12,— Dins. 26 8,80 12,— Woen.27 8,30 12,— Dond. 28 6,30 1,— Vrfld.29 8,30 10,30 Zater.30 9,— 11,30 Zond. 31 9,80 10,— tal achter een datim ie het tweede getal ii imO otdienet [)ELB-ROTTE RDAH us 1913. e des Zondags) van van Middelburg en 1,45. 's Maandags van uur. boot ZIERIKZEE. 1913. dagaltjks vm. 7,30; 15op werkdagen us g 5, op Zon- en op Don- )p andere werkdagen gen nam. 5,— uur; 1,15. strr-öcijrlöe 13. i) 3,43 c) 6,35 d) 4,19 c) 7,05 15 o) 6,05 ,43 6,35 d) h) inuton na het vertrek kea.NeuieBvni.8j60 Boriselen en Neuzen :eni ten hoogste 16 n wachten, van^lO.45 nit Neuzen in tot en met 31 Aug. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.—, iedere regel meer 10 cent. Dit nummer bestaat uit twee bladen. "bid en werk. Ik zal de daden des Heeren ge denken, ja Ik zal gedenken uwe wonderen van ouds her. Psalm 77ia. Dit jaar is een jaar der gedachtenis. Wij gedenken aan den bangen tijd, toen Nederland niet meer vrij was. De vijand, dien het onder de valsche leuze van „Vrij heid, Gelijkheid en Broederschap" als vriend had ingehaald, was gaan drukken met Bteeds zwaarder hand. Met onverbreekbare banden aan Frank rijk vastgeklonken, werden wij gewikkeld in een verderfelijken oorlog met Enge land, die ons op een geheele vernieling van den handel, het verlies van de vloot en van bijna al onze koloniën kwam te staan. Toch leefde er nog hoop op beter tijden in veler harten. Een schijn van onafhankelijkheid was ons nog gelaten. Met een enkel machtwoord maakte Na poleon echter daaraan een eindeNeêr- landsnaam werd „Uitgewischt op de rolle der volken", en terécht klaagde men in die dagen „De wateren zijn tot de lippen gekomen, Wee Holland, wee De kroon is van uw hoofd genomen, Uw zonen vinden in verre streken Een bloedigen dood I De moeders schreien, van smart bezweken, Haar oogen rood Maar God sprak Zijn machtwoord, en <le geweldenaar viel. Europa herademde: Nederland werd „hersteld in de rije der staten, verlost van het vreemde geweld!" Oranje keerde weder en Binds mag het Holland groeit weer, Holland bloeit weer, Hollands naam is weer hersteld! Straks zal het feest zijn in Hollands oreven: in stad en dorp zal van iederen torentrans de driekleur wapperen om te Weren dat een eeuw voorbijging sinds 1 «Ierland zijne vrijheid herkreeg. En welk een eeuw F E U I L L E T O N. Met een „nu, dit zullen we eens zien", Wlpte Lize Monnie in een tweede klas coupé en trok het portier achter zich bi ^are vriendinnen, die haar uit weide deden, bleven haar lachende P agennu, zuster we zullen zien, binnen n, ®aand ben je bij ons terug, jij én v„ me^ zusterkleeren er bij. Zoo'n lnn zus hoort niet bij zieken. De ,°m°tief .floot en onder algemeen ge- 1 en gewuif met 'zakdoeken en toch r eD Haar een traan in het oog, gleed \t_re.ln ouder de kap weg en viel Lize voinn® sn*kkend op de bank. Ze was eens aheen. Wat voelde zij zich op ïm "a,mel0°s verlaten en eenzaam, en nnafö8 !vam He werkelijkheid in al hare w] tot haar. Zij had hare moeder epn „re?' en hie plaats kon nooit door en worHen vervuld. Thuis lastig Was h i18?'1 vaa,k ontembaar, als Lize zooa'lo 11 are naoeder haar gedragen ÏWii-iLee? eene uaoeder dat kan. gronri u j haar moedertje haar in den haar i°,rven" ^56 plotseling was zij öog p? j hat het tot nu toe alles öog ?n k j0m *eek> zehs na maanden 'thuis,? eerst in een roes geleefd, en ntruimd, afscheid visites gemaakt hare Vp ^Segeven als verpleegster. Al uuissen hadden haar uitgelachen; Een eeuw van vrede, van welvaart, van ontwikkeling Een eeuw van vooruitgang op stoffelijk gebied Nederland viert feest met een geliefde vorstin, uit het oude Oranjehuis. Dat heeft God gedaan. '4 Maar er is nog een ander gedenken.;] |j Er komen in het menschelijk leven vaak donkere dagendagen van rouw en droefheid, of van hittere teleurstelling en bangen nood. H Dan schijnt het of alles verloren is, of het licht nimmer meer door de donkere wolken breken zal. Ook voor den Christen kan de duister nis groot zijn, kan het schijnen, dat de wateren tot de lippen komen. Dagen, dat het hart zich met schrik afvraagt„Zal dan de Heere in eeuwig heden verstooten, en voortaan niet meer goedgunstig? Houdt Zijne goedertieren heid in eeuwigheid op Heeft de toezeg ging een einde, van geslacht tot geslacht Heeft God vergeten genadig te zijn? Heeft Hij Zijne barmhartigheden door toorn toegesloten?" Gelukkig, als men dan ook mag terug zien op vorige uitreddingen uit den nood Immers in voorleden dagen heeft God wonderen verricht en uitgeholpen, waar redding onmogelijk scheen. En hoe de nood ook klimme, Hij, de Almachtige blij ft dezelfde, die ook nu het licht kan te voorschijn roepen uit de doodsschaduwen. En zoo straalt dan uit het verleden een glans, die zijn schijnsel werpt over het duister verschiet. Ook de School met den Bijbel heeft zware tijden gekend. Aleer dan eens heeft men het op haar verderf toegelegdzij kan met Israël zeggen „Men heeft mij fel benauwd van jongs [af aan Ze was geboren uit den nood der tijden de ouders konden geen vrede meer heb ben met een school, waar hun kinderen onthouden werd, wat zij als het hoogste- goed waardeerden, daarom hadden zij zeiven scholen gesticht. Ze moesten zich daartoe vaak het noo- dige ontzeggen. Op allerlei wijze werden zij tegenge werkt en bemoeilijkt. Wie voor de school streed, werd be schimpt en bespot. maar zij, zij wist waarom zij het deed. Had haar moedertje zelf niet gezegd op haar kort ziek-; en sterfbedJe zou ziek willen zijn om door haar verpleegd te worden. Dat had voor haar den doorslag gegeven, het was haar meer waard dan alle diploma's. Die richting moest ze dus uit. De hand, die nu verstijfd was, had haar die richting gewezen. De ring, dien de hand tot het laatste toe gedragen had, hing aan haar hor logeketting. Zij overdacht nu in den trein hare kinderjaren en hare jonge- meisjes-tijd. Wat zou ze nu nog veel goed willen maken, wat niet meer goed te maken was. Maar nu, ze zou nu een nieuw leven beginnen en toonen wat ze kon. Zij beloofde het God en haar zelf. De trein stoomde het station reeds binnen en geen uur later stond zc moedig, hoewel eenigszins bedrem meld, voor de directrice van het groote Ziekenhuis. Ze had haar frissche ka toenen verpleegsterskleeren reeds aan en was bereid, met de beste voornemens, hare plichten te aanvaarden. Zq kwam te werken onder een hoofdverpleegster, die haar met groot geduld inleidde in de ziekenverpleging, maar tevens veel van haar eischte. Spoedig was zij met hart en ziel zuster. Alles was haar nieuw, dat stoere werken van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, dat geen tijd hebben voor zich zelf. Hier moest zij zichzelf wel uitschakelen en anderer leven leven. Na maanden voelde zij Geen hooge geboorte, geen adel van karakter vrijwaarde voor de grievendste vernedering, voor de schandelijkste ver guizing. Denk aan Groen van Prinsterer, Elout, Mackay, Keuchenius en zoovele anderen. Toch wies de Christelijke school, trots allen tegenstand. Dit deed de vijandschap verdubbelen Een krachtige hand greep het zwaard om haar met één slag te vellende vrije school moest sterven De Schoolwet van '78 zou het vonni3 voltrekken Maar ziet, juist wat beraamd was tot haar verderf zou in 's Heeren hand haar redding worden Er kwam nieuw leven onder het volk allen die Gods Woord in eere hielden vereenigden zich. Schouder aan schouder wilde men staan om het onheil, dat de school be dreigde, af te wenden. Die samenwerking uitte zich allereerst in het Volkspetitionnement. En, toen ook dit vruchteloos bleek, werden de handen ineen geslagen tot een vast verbond om te waken en te strijden voor het behoud van de School I met den Bijbel. Op '23 Januari 1879 werd een tweede Utrechtsche Unie gesloten. Daar kwam men overeen om voortaan den dag, waarop de gevreesde wet be krachtigd was, te herdenken door een vrijwillige inzameling voor onze bedreigde scholen. I De Christenouders zouden toonen, wat zij voor hun kinderen over hadden. De eerste Unie-collecte bracht reeds f 42000.opin de volgende jaren klom het bedrag tot boven de ton. j En sedert is er in de Augustusmaand steeds zulk een inzameling gehouden, waardoor reeds bijna drie millioen gulden vrijwillig werd geofferd. Maar de Unie-collecte deed meer. Zij bracht telken jare de vrienden van de School met den Bijbel samen om te bidden en te werken voor de goede zaak. Ze versterkte den band, die alle voor standers van het Christelijk onderwijs vereenigde en wakkerde den ijver aan in de harten van hen, die moedeloos dreigden te worden, j En ziet, in stede van te verminderen, groeide het getal onzer scholen voort- durend aanmen stelde er zich een eere zich wonderwel thuis tusschen al die bedden, waar zoo ontzettend werd ge leden. De tijd vloog om, en zij had nog geen oogenblik spijt van de keuze die zij had gedaan, totdat op eens er iets verschrikkelijks gebeurdeen dat als een donderslag uit een helderen hemel viel. Het was Zondagmorgen. Zij was de eenige zuster uit het Ziekenhuis, die j ooit naar de kerk ging. Dien Zondag- morgen was zij vrij en mocht tot twee uur uitblijven. Opgewekt stapte zij haar zaal af, nadat zij hare zieken had afgeholpen. Een hoofdverpleegster stond, toen zij wegging, met den dokter bij een der bedden en riep haar na„Lize Mon nie, zult ge goed melk drinken, ge ziet zoo witjes", maar zij, ze liep lachend weg en voelde zich opperbest en gezond. Zij ging naar de Fransche kerk en dronk daarna koffie bij eene tante. Ge zellig bedorven en nog met van allerlei lekkers toegestopt, kwam zij terug in het Ziekenhuis. De portier,die haar opendeed, zei„Zuster, u moet onmiddellijk bij den directeur komen". Op haar vraagwat is er gebeurd, kreeg zij geen antwoord. Vanaf dat oogenblik leek haar alles later een afschuwelijke droom. Ze hoorde, alsof het haar persoonlijk niet goldZuster, u kunt uw koffer pakken, uw ontslag gaat op dit moment in, u moogt niet meer op uwe afdeeling komen, de oorzaak zal u zeker wel bekend zijn, die „fijnen" hielden zich altijd zoo on- in om juist op plaatsen, waar de meeste tegenwerking was geweest, Christelijke scholen te stichten. De kring der mannen, die voor onze scholen streden, breidde zich voortdurend uit, ook in 's lands] hooge vergaderzalen. Steeds krachtiger werd de actie voor de vrije school, en, wat niemand had durven denkentwaalf jaar na de Wet van Kappeyne zagen wij onze rechten gedeeltelijk erkend. In de nieuwe school wet werd vastgelegd, dat ook onze scho len recht hadden op een uitkeering uit 's Rijks schatkist. Maar we behoeven de geschiedenis der laatste dertig jaren niet te verhalen. In 1879 telde ons Vaderland ruim 300 Scholen met den Bijbel, een paar jaren geleden mochten wij de opening der duizendste vieren en thans zijn er meer dan elfhonderd, waarin 170.000 kinderen worden onderwezen. Dat heeft God gedaan. Alleen we zijn nog niet gelijk gesteld met de neutrale school. Nog steeds blijft deze, bij voorkeur, de aanhoudende zorg van den Staat behouden. We hadden gehoopt, dat thans de volkomen gelijkstelling zou gekomen zijn. Dat heeft niet zoo mogen zijn Opnieuw hebben wij gezien, dat onze tegenstanders hun school met hand en tand aan ons willen opdringen. Nog steeds wil men ons dwingen onze kinderen toe te vertrouwen aan een onderwijs, dat ons vertrouwen mist. Geen middel heeft men ontzien om te maken, dat het onrecht ons aange daan, bestendigd worde. De Schoolstrijd kan dus nog geen einde hebben. |-, Maar we zullen daarom niet versagen Schoon onze teleurstelling bitter zij en de toekomst somber, we zullen volhouden, •f Even als in de vorige dagen zullen alle Christenouders van Nederland weer schouder aan schouder staan voor de School met den Bijbel. i» En al valt het ook zwaar nog steeds onrecht te moeien dragenwe willen doen als de dichter van den ouden dag we zullen herdenken de daden des Heeren. We zullen herdenken de vorige dagen, toen de Almachtige ons staande gehou den heeft in zoo bange worsteling en uitkomst geschonken heeft uitzoogroo- noozel. Toen ze doodsbleek nog waagde te vragen, wat er dan toch gebeurd was, werd haar zonder omwegen gezegd „Uwe hoofdverpleegster heeft vergif ge nomen en is dood. Een Bijbel van u en een brief aan u werden in haar kast gevonden". Ze kon niet nadenken. Niets, zelfs niet haar weggezonden worden, raakte haar. Alleen, zij wilde zelf zien en zich over tuigen, dat het zoo was, dat zij waarheid spraken, ze kon het niet gelooven. 't Werd haar meedoogenloos geweigerd. Zonder haar een oogenhlik aan te hoo- ren, werd zij met spoed gedwongen het huis te verlaten. Nog dienzelfden avond bereikte zij de stad, waar hare zuster woonde. Deze ontstelde bij haar verwilderd uitzien. Na lang wachten kwam er een onsamen hangend verhaal uit haar mond. Ze werd beschuldigd, zei ze, hare hoofdverpleeg ster vergif te hebben bezorgd en deze was na het lezen in den Bijbel zoo over spannen geweest, dat zij een einde aan haar leven had gemaakt. Er volgden weken op van grooten strijd en donkerheid. Zij werd ziek en lag maar stil en schijnbaar kalm op haar bed. Haar goed werd nagezonden, dus ook haar Bijbel uit die kast en een afscheidsbriefje van de doode en haar gouden horloge. Maandenlang kon ze haren Bijbel niet zien, ze sloot hem weg. Ze wilde naar geen kerk, kon en wilde niets van of ten nood. We zullen Zijne wonderen gedenken van ouds her. En in 't vast vertrouwen, dat Hij nooit laat varen het werk Zijner handen, zullen we met opgewektheid de toekomst te gengaan. In de eerste plaats willen we opnieuw onze Unie-collecte houden, We zullen dat doen met nog meer ijver dan ooit te voren. We zullen bewijzen, dat wij ijveren voor onze school, geheel vrijwillig, zon der eenigen dwang We zullen bewijzen, dat geen priester dwang ons drijft om onze kinderen naar de Christelijke school te zenden. Onze vijf en dertigste Unie-collecte zal doen zien, dat een deel van Neder lands volk, geheel vrijwillig, ongedwon gen voor zijn kinderen begeert Scholen met den Bijbel En als we dan, na de inzameling samenkomen om den Heere te danken voor de ruime opbrengst van deze Augus- tus-collecte, dan moge de vijand smalen en schimpen, maar wij zullen zeggen „Dat heeft God gedaan Unie-Blaadje No. 47. 1 Augs. 1913. Christendom en Socialisme. Wij lezen in De Rotterdammer „Elk eenigszins getrouw krantenlezer weet, dat vooral weer in de laatste dagen de pioniers van het Socialisme de Chris ten-arbeiders onder hun vaandel zoeken te brengen. Niet nieuw is de bewering, dat Christendom en Socialisme zeer goed met elkaar zijn te vereenigen. Wat daar van aan is, leert wel de Bond van Chris ten-socialisten, die hun belijdenis hoe langer hoe vager maken. Toch blijft het zoet gefluit van den socialistischen voge laar gevaarlijk voor die velen, die weinig met onze eigen pers meeleven. Niet kras genoeg, nooit te duidelijk kan daarom in onze bladen het volk worden voorge houden, dat de groote strijd thans wordt gestreden tusschen Christendom en Socialis me. Geen gemeenschap hoegenaamd in het politieke leven tusschen de belijders van den Christus en de volgelingen van de roode vaan. Wie nog mocht meenen, dat den godsdienst geen gevaar dreigt van de zijde van het socialisme, die leze, wat in De Notenkrakerbijblad van Het Volk, van 28 Juni 1913 voorkwam. over God hooren. Het was alles zoo pik, pikdonker. Was dit het gevolg van het lezen in Gods Woord Met de beste bedoelingen had zij haren Bijbel afge staan. Wat wilde God dan Langzamerhand begon zij te begrijpen, dat niet God, maar wij verantwoordelijk zijn voor ons leven en onze daden. Hij liet dit toe, omdat zij het wilde. Hij zwijgt soms en dat is nog erger dan antwoorden in een onweder. Zij greep in in Gods plan met haar. Te vroeg wilde zij, wat God nog niet voor haar had weggelegd en ontliep de levens leerschool. Lize zelf leerde nu de groote ver antwoordelijkheid in haar eigen leven verstaan, en begreep dat Gods plan met haar alleen kon gelukken, als zij rustig haar hand in de Zijne legde. Lize Monnie was eerder terug bij hare vriendinnen dan zij had gedacht. Maar 't was eene andere Lize Monnie. Ze was gehavendmaar door Gods hand, stuk geslagen, klein gemaakt en zich zelf heel anders beziend. Na maanden rust begon -zij haar zus- terleven opnieuw, in een geheel andere omgeving en deze moeilijke les bereidde haar weer voor voor een volgende klas in Gods leerschool, waar Hij haar steeds moeilijker lessen gaf en daardooi toonde, dat" Hij kastijdt degenen die Hij liefheeft. Makceline. N. Prov. Gron. Crt,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1