No 255 1913 Donderdag 31 Juli. >7e Jaargang NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND CHRISTELIJK- HISTORISCH of Kalfvaars, i Hengstveulen, Bakkersknecht, 1,- JELBURG. ifjving te u (hit). Te bezichtigen (Tol), Meliskerke een K^Ifvdars ling, bij A. POPPE ptmge, Qrijpskerkft 1RGEM, O. Souburg boneveld. IERS, Vrachtrijder, Nieu wdorp. Bakkerij De Hoop" Iet October lame Handknecht p f75, bij J, HUIJS' 1 s k e r k eHoogelande. VRAAGD fehouden met alleen kinderen, een eenvoudig rgermeisje, fan werkvrouw, jitenshuis. Brieven met leeftijd en godsd. enz, 3, Boekhandel HOPSTER, stond gevraagd Ie ÉiMsMslir tend persoon in Z. V., de 30 jaren. Brieven |au van dit blad te Goes, at „TELEGRAAF". VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Nog eens de stembus. I Buitenland. pacbt tot VÖafo, ■g 1 uur bij dhr RpjJr Iksalon), Middelburg EIJ" ___ajASDE^Ttf, OOR VERANDE8Ü5 Aug. en een zoo g0L fan., bd P. wwfij (erkpaaid, een vosbles en zes Loopvarkens Pz., Arnemuiden' K O O L TE KOOP ~ïEöoï?~~ |n Hengstveulen, ^tond gevraagd Juli 1918. tgezonderd;des Maandags) en van Antwerpen voorm. dUmt „SCHELPI" |zee—Rotterdam, ustus 1918.*) 17 6,30 Ir 1,30 1,- V- 1,30 1,30 1,30 1,30 1,30 1,30 1,- 1,30 1,30 0.30, 2,- Zond. Maan. Dins. Woen Dond. Vröd. Zater Zond. Maan. Dins. Woen Dond. Vrgd. Zater, Zond. 18 7,- 12,- 19 7,30 12,- 1.20^8,12,- 21^6,30 1 22 8,30 12,— ,23 9,- 12,- 24 6,30 1 r 25 9,- 12,- 26 8,30 12,- .27 8,30 12,- 28 6,30 lr 29 8,30 10,30 30 9,— 11,30 31 9,30 10,- e getal achter een datiffi •ikzeehet tweede getsl 11 terdam.) mbootdienit M tDDELB-ROTTERDAH. gustus.1913. ihalve des Zondags) van vm.van Middelburg00 ym. 8,45. 's Maandags van 7,— uur. fOorboot ICTRGZIERIKZEE. igustus 1913. burg dagelüksvm.7, am. 5,15; op werkdag00 zee op Zon- en op D°n' 30op andere werkdag00 ondagen nam. 5,— uut| am. 3,15. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel meer 10 cent. De stembus gaf ons een harde les te leeren. Maar dit gevoelen we toch immers, ie moet voor ons een les zijn, een les van Hem, Die bleef regeeren, eene les voor al, wie nog geleerd wil zijn van Hem. Eene les, die loopt over dingen, die we al wisten of konden weten, maar die we vergeten. Noodig was het, dat ons geheugen wat opgescherpt werd in sommige opzichten. Welnu, Hij heeft dat gedaan op pijnlijke wijze, opdat we ome roeping beter zouden betrachten. Ik veronderstel, dat het nog wel eens meer zal moeten gebeuren. We kunnen het zoo slecht onthouden, dat we altijd bidden moeten zonder vertraging, dat we werken moeten, zoolang het dag is en dat we voortdurend ons te oefenen hebben in den wapenhandel. Bidden, arbeiden en strijden, ziedaar de drie, die onze dagtaak vormen. Maar we bidden soms, dat we erbij in slaap vallen, dit is geen goed gebed, en dan weer arbeiden en strijden we zonder gebed, en dan slapen we eigenlijk óók. Daarom moe ten we zoo nu en dan eens flink wakker geschud worden. En nederlaag en tegen slag zijn daartoe onmisbaar voor ons. Komen die over ons, dan wordt het anders, zoo God die verdrukking zegent. Onze beproefde politieke aanvoerder, dr. Kuyper, wees zoo dikwijls daarop en terecht. In bijzonderheden wil ik nu niet tre den ten aanzien van de beslissing, die viel. Ik stip slechts aan, wat het meest opvallend voor mij is en het best be wijzen kan, wat ik gezegd heb, dat het geen tijd voor slapen is. 1. Aan de vijanden van ons Oranjehuis en van alle gezag, aan de mannen, die geen God en geen Koningin ontzien, is 't roer in handen gegeven. Zoo is 't. Men behoeft niet meer te gelooven, dat het daarheen gaatge kunt het nu zien. En toch, we vertrouwen nauwelijks onze oogen en kunnen onmogelijk aannemen, dat dit nu de wil is van het Nederland- sche volk. Maar hoe het zij, in geen geval mogen we dit dulden. I)an maar vechten, tot we niet meer kunnen, in kracht van Boven, biddend, dat God.het kwaad nog keere en ons volk terugvoere tot de oude liefde voor Oranje. 2. Lijnrecht tegen Christus' bevel in worden gekozen voor raadgevers der Kroon, menschen, die de kinderen willen verhinderen om tot „Jezus te komen. Ik behoef niet nader toe te lichten. Maar fflij dunkt van Christus' gebod heeft men af te blijven en aan onze kinderen moet fflen niet komen. En al wie nog voor den Koning roept en voor Zijn kinderen waakt, heelt de volle wapenrusting aan te doen en als dit geschiedt, zal ook 't gebed verduobelen en God zal hooren, want Hij heeft eene voorliefde voor de kinderen. 3- 't Is 't Nederlandsche volk, (hoe is 't mogelijknog geen ernst met het recht van den verdrukte en debescher- van het zwakke op maatschappe lijk gebied. Want dan zou men her- stel en verbetering zoeken in terugkeer naar Gods Woord, dat van het Paradijs aan, het opnam voor recht en gerech tigheid, voor vrijheid en barmhartigheid, 0n opkwam tegen alle onderdrukking. ftlaar men heeft heul gezocht bij de r°oden, die partij, die bij al haar la waai en schoone woorden, niet meer weet ^e"s, wat rechts is en die aanstuurt op yrannie of anarchie. Het volk zei ij de stembus wat het wenschte. Goed, V0cl de Heere zei ook iets. Hij zei dit, at het Hem WEL ernst is met de zaak. n als het volk van Nederland verkiest, at het niet toegaan zal naar Zijn goe- da1 eai en rechtvaardigen Wil, n zal er toch verandering komen, maar ao '?oe^ een andere god, de god der cual-demeeraten, de ommekeer bewer- 't vit zullen uilen, de sterken, die naar •Voord niet luisterden en de zwakken, die er niet naar vraagden, dan zullen allen de wreedheid moeten proeven van de boo ze geesten, die ze ter hulp riepen en die 't Woord van recht en waarheid verwer pen. Ons volk zal ontvangen wat het wensoht. Doch wenscht ons volk, ons land het nu inderdaad zoo We kunnen het niet aannemen. Vooral niet zoolang 't getrouwe Christenvolk nog niet gedaan heeft, wat het kon. En dat heeft het nog niet gedaan. Want breede kringen onder 't volk worden de dupe van misleiding, omdat ze niet onderlegd zijn. En 'tmoet daar worden gezegd, dat men geen soci alist behoeft te zijn, om te ijveren voor verbetering van positie en wegneming van maatschappelijke wanverhoudingen, maar een goed Cristen, die luistert naar 't geen God geordineerd heeft eeuwen vóór de socialisten hun grooten mond open deden, 't Volk moet onderwezen worden in Gods Woord en waarheid. We worden geroepen, dit is de te leeren les, tot hard werken, tot strijden voor Gods woord, tot het gebed, of God de Heere ons en anderen naar de Wet en het Getuigenis doe vragen. 4. Met den Zendingsijver loopt het in ons land, leert de stembus, nog niet zoo bijster hoog. Want het Jzijn natuurlijk maar praatjes, als iemand zegt, de Zen ding te willen bevorderen en er warm voor te gevoelen, maar tegelijk aan de Zending zoo'n kap geeft, dat ze, men- scliulijkerwijze gesproken, verder achter uit is dan ooit. Men mag spreken van de eeuw der Zending en van opwaking der liefde voor de Zending, maar de laatste weken hebben ons geleerd, dat het er nog zeer treurig mee staat. En in verband met het laatste kom ik nu op iets, waarover ik het voorna melijk hebben wilde, op iets, dat ik niet aanstippen, maar aandikken wil, op de groate les. Ds. v. Hoogenhuijzen en ande re dominee's zijn flink onder handen genomen in alle rechtsche bladen, en zulks verdienden ze. Er is getoornd en terecht tegen het onverantwoordelijk en laf gedoe van vele vrijzinnigèn, en hun spelen met de hoogste belangen van ons volk is aan de kaak gesteld. Maar niet gaarne wilde ik zien, dat men het aller voornaamste over het hoofd zag, dat wil zeggen, wat voor ons het gewichtigste is. Ik wil wijzen niet op de schuld van an deren, maar op onze schuld, niet eens op die van de Hervormde domineé's of van de leden der Hervormde Kerk, maar op de schuld van de Gereformeerde Kerken en van de leden der Geref. Kerk. Dat het volk in zijne meerderheid tegen het Oranjehuis, tegen het gezag, tegen de vrijmaking der school, tegen de zending, tegen sociale verbetering, tegen de beginselen van Gods Woords en vóór koning Troelstra en de revolutie koos, dat is onze schuld. En als ik dat zeg,- doel ik natuurlijk niet op politieke fla ters en ook niet op politieke lakschheid aan onze zijde. Ik veronderstel eens, dat men in onze kringen, zonder uitzonde ring, dus tot den laatsten man, op rechts zijn stem uitbracht. Ik spreek over de schuld van hen, die persoonlijk trouw bleven aan de antirevolutionaire vlag, die naar den drang des harten voor de overwinning van rechts gebeden hebben, die naar den eisch van Gods eer, voor rechts hebben gestemd, gepleit en mis schien dag en nacht ervoor in de weer zijn geweest. Ik spreek over de schuld van ons, die goed en zuiver antirevolutionair willen zijn. Waarin dan die schuld bestaat Heel eenvoudig hierin, dat wij als Gerefor meerde menschen het evangelie niet trouw uitdroegen onder de afgedwaalde en onwetende massa's van het volk dat wij ze voor het meerendeel aan haar lot hebben overgelaten. Tegen de revolutie helpt slechts één middel, het evangelie. En dit middel is afdoend. Had men en las men in die breede kringen van ons volk, waar men van geen kerkgaan en geen evangelie meer weet, had men en las men daar den Bijbel, wist men daar, dat alle beloften des tegenwoordigen en toekomenden levens in Jezus Christus aangeboden worden, kende men daar den „troost in leven en sterven", dan had Troelstra afgedaan, dan kon hij naar Frankrijk verhuizen, dan spotte men met zijn armzalig leugenideaal, dan had men hoo- gere idealen en meer werkelijkheid. Maar lioe zullen ze daar in die kringen 't evangelie aannemen, zoo 't hun niet ver kondigd wordt en als men ze niet eens tracht te bereiken En wie zijn tot dat werk der evangelisatie geroepen dan de Kerken Wie meer dan de kerken der reformatie. Wie meer dan wij 't Gereformeerd Congres voor evange lisatie, dit jaar te Amsterdam gehouden, was 'teerste, 'tis of God het zoo be schikte, dat het aanstonds gevolgd werd door de verkiezingen met haar bedroe- venden uitslag en haar sprekende cijfers, 'tis, of God de Heere daarmee.wil zeg gen ,,'tMag niet blijven bij woorden, bij praten, bij plannen. Men begon niet te vroeg. De aanbidding van den rooden god neemt hand over hand toe. En 't ligt voor uw rekening, overal, waar ge niet van Mij hebt getuigd". Ik handhaaf 't, de stembus toont onze schuld en onze zonde. Een groote schuld, eene schuld, waarvoor we ons hebben te verootmoedigen voor den Heere en waar voor wij in Christus verzoening hebben te zoeken. Eene zonde, waarmedehaastig moet worden gebroken, door uit te gaan uit de binnenkamer in de achterbuurten, in sloppen en stegen der steden of in de vergeten woningen der boerendorpen. Ook op de dorpen, ook in Zeeland, op Walcheren, is het Evangelie, is Gods Woord reeds in tal van gezinnen een groote onbekende. En moge de stad ook een verder gevorderd proces van onkunde laten zien, hetzelfde proces werkt ook op de dorpen door, op vreesaanjagende wijze, door onze schuld. En als ge vraagt„hoe zullen we dat werk aanvangen Er is één manier van optreden, die den weg openstelt om onmiddellijk te beginnen, en waarvoor geen kerkeraadsvergadering behoeft be legd te worden. Ge hebt dan niet meer te wachten op een bijzondere roeping, maar de roeping te volgen, die er voor ieder Ge reformeerd mensch al lag, n.l. om zende ling te wezen in eigen omgeving en overal, waar God hem plaatst, een getuige van Jezus Christus te zijn door wandel en werk, maar ook door het woord. En ter voorbereiding voor die taak hebt ge dan eiken morgen de knieën te buigen en te smeeken om trouw en bekwaamheid van Hem, Die u roept om den zegen over dat werk. Als zoo de evangelisatie ter hand wordt genomen, welk een schare van zen delingen, mannelijke en vrouwelijke, trekt dan lederen dag uit onder ons volk En welk een zegen kan onder Gods gunst dit afwerpen. Misschien wordt de stroom van ongeloof en revolutie in zijn loop dan nog gestuit. Doch ook de kerkeraden, en die niet het minst, hebben als onderwerp op het agendum te plaatsenevangeli satie. De noodzakelijkheid bleek en Christus' bevel lag er al lang. (Zuider-Kerkhode.) F. J. v. d. Ende. 31 Juli 1918. Te Goes komt leven en beweging voor het Onafhankelijkheidsfeest. In het Comité hebben een paar man nen van rechts zitting; een stoere calvi nist zelfs is voorzitter. Dit belet ons evenwel niet om bij ons apropos te blijven, en den mannen van rechts in die gemeente aan te raden geen zitting te nemen in het comité, geen cent er aan te geven; en de heeren bij eventueel bezoek om een bijdrage uit te noodigen zich te wenden tot de heele en driekwart socialisten, wier patroons of handlangers zij waren bij de jongste verkiezingen en van wier vertrouwelijke omgang met hen wij meermalen getuige zijn geweest. Wij moeten ons niet laten beetnemen, onder anderen door de mededeeling dat men een der „liberale" leiders van de ver kiezingen uit het Comité geweerd heeft omdat deze „ook hun" niet sympathiek is. Laat de leiding van dezen man minder onberispelijk zijn geweest, dat heeft ons geschaad en niet hen; zij (de vrijzinnig heid) heeft er dan ook een dankbaar gebruik van gemaakt, en het komt ons dan ook hoogst onbillijk voor dat de Goesche vrijzinnige Wilhelmuszingers der vorige maand, nu dezen verdienste lijken voorzanger niet in hun Feest comité hebben opgenomen. Wij hebben indertijd een protest tegen onze houding in onze kolommen opge nomen, en nemen derhalve geen protesten van wien ook meer op. Maar wij hand haven onze meening dat in dit comité geen antirevolutionairen behooren zitting te nemendat de leiding behoort te be rusten bij die oprechte vaderlanders, aan wier logen- en lastercampagne wij den val van het oranjegezinde kabinet te wijten hebben en van wier actie mede bijna het gevolg ware geweest dat de Koninklijke Nazaat van Oranje, de Ach terkleindochter van den Souvereinen Vorst de hereeniging van Nederland en Oranje vieren moest met een drietal vij anden van Haar Huis en Gezag en KroonEen actie, de beteekenis waarvan niet wordt uitgewischt door de verloochening van een der toongevers in deze actie, en nog minder door de aan bieding van het voorzitterschap aaneen antirevolutionair. Het zij voor het laatst nogmaals uitgesprokenin het Goesche Comité voor de Onafhankelijksfeesten behooren uitsluitend liberalen zitting te hebben, desnoods met stillen steun van heele of halve socialistenmaar geen mannen van rechts, althans geen antirevolutionairen. Wie met een liberalist Da Costa's strijdzang (Zij zullen het niet hebben) of het Wilhelmus wil aanheffen, gelijk dit op de vrijzinnige partijmeetings der vorige maand weerklonken heeft, die mag, wat ons betreft, gerust zijn gang gaandoch wij doen niet mee. Ons advies blijftbreken over heel de linie Bij de jongste verjarings tractatie aan de schepelingen der Nederlandscht Ma rine weigerden een honderdtal jongens hunne extra-tractatie. Deze menschen zijn als ongeschikt voor den dienst bij de Koninklijke Ne derlandsche Marine ontslagen. Eene uit zuivering welke wij toejuichen en waar voor wij minister Colijn dankbaar zijn. Nu schrijft de heer Michels, admini strateur van den Bond van Minder Ma rinepersoneel, zelf een ontslagen marine man, in Het Handelsblad dat bij de eerst volgende verjaring van een lid van het Koninklijk Huis een nog grooter aantal revolutionairen de tractatie zullen wei geren. Worden ook dezen ontslagen, dan wordt de Marine ontvolkt en krijgen wij een militie-marine. Juist, dat is de weg. Al die revolutionaire elementen er uit en miliciens er voor in de plaats. Onder dezen zijn ook wel sociaal-de mocraten, impertinente vijanden van Koningin en Koningshuis, ontrouwe zo nen van niet zelden godsdienstige ouders doch de overgroote meerderheid dier jongelui is toch uit godsdienstige over wegingen of krachtens opvoeding en ge woonte nog vaderlandsgezind en den godsdienst niet ongenegen. De maatregel van minister Colijn zal daarom goed werken. Het staat echter te vreezen dat de toepassing weer eenige jaren zal worden uitgesteld. Want de nieuwe marine-chef zal wel niet willen of durven treden in Colijns voetstappen. Jammer genoeg, voor het gezag en voor de Marine Wanneer zal de tijd komen dat ook wij antirevolutionairen met een gerust hart en geweten onze kinderen kunnen doen dienst nemen bij de Marine D', waarde van één stem. De uitslag eener raadsverkiezing te Schoten is als volgtBies (s.d.) 625, Lefebre (s.d.) 925 Boeree (s.d.) 626 v. Schie (r.k.) 627De Vries (c.h.) 630 enz. Gekozen Boeree, v. Schie en De Vries. Te Souburg werd gekozen een antire volutionair met 167 stemmen tegen 166 op een chr. historische. Te Oudelande kreeg de antirev. 72, de liberaal 70. Te Zaandam had de antirev. slechts twee stemmen meer dan de socialist. Te Delft hadden de a.r. en r.k. can- didaat elk 549 stemmen, laatgenoemde werd als zijnde oudste in jaren gekozen verklaard. Te Voorburg hadden de chr. hist, en de r. k. candidaat elk 401 stemmen, eerst genoemde was als oudste in jaren verkozen verklaard. Te Pietersburen viel een der candida- ten met 4 stemmen, en te Aalsmeer een ander met 3 stemmen minderheid uit. In Menaldumadeel had de sociaal de mocraat 665, dat is 2 stemmen meer dan de door hem verslagen antirevolutionair. Te Warmond werden 161 op den r.k. candidaat (gekozen) en 159 op den „Pro- testantschen" candidaat uitgebracht. Te Gouda versloeg de antirev. met 12 en te Dordt met 11 stemmen zijn libe ralen tegencandidaat. Altegaar aanwijzingen dat men bij eerste stemming toch vooral alle zeilen bijzet, en bij herstemmingen tot den laatsten man in het vuur brengt. Van één stem kan het dikwijls af hangen. Wie bepaalt den norm van 't Openbaar onderwijs. I Die wijzigt zich naar de behoeften van den tijd. Tijdschriften, onderwijsbladen, redevoeringen op onderwijsvergaderingen etc. doen dien norm wijzigen. Districts schoolopzieners nemen daarvan goede notabespreken de zaak met B. en W. en zóó wordt de wijziging der leerstof in 't Leerplan gebracht, alzoo geheel buiten de wet om. De Schoolopziener heeft dus veel in vloed op deu aard der te onderwijzen leerstof en hoe hoog we het Rijkstoezicht ook eeren, nimmer zullen we en mogen we de richting onzer vrije school onder werpen aan de sympathie of antipathie van 't Rijkstoezicht. De ervaringen, die ten deze de open bare school ons heeft leeren kennen, ge durende de 19e eeuw, zijn ons een veilig baken. Niet de wisselende persoon, maar de constante wet zal voor ons bepalen, nooit het principipele, maar alleen 't gradueele der leerstof. Zoo is het nu, zoo moet 't blijven. Rotterdammer. Brindejonc. Wij, Hollanders, zijn niet overdreven in onze vereering van groote mannen. Zelfs worden zij veelal tijdens hun leven geheel en al miskend. Toen echter de Fransche vlieger Brin dejonc des Moulimais de gansche wereld in verbazing bracht door zijn groote reis over EuropaParijsBerlijnWarschau St. PetersburgStokholmHamburg Den HaagParijs, toen hebben wij meegejubeld, en, ofschoon het geen Hol-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1