pirfij
No 252 1913
Maandag 28 Juli.
27e Jaargang
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
•pels en
•ren,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
M iddelb
consulteeren
IKOOP
ïiten te koop,
Speenvarkens
Iwame Knecht
if mkomÉ leid
kkersknecht,
eede Knecht,
ling van bedrijf uit
nd te koop,
KOOP
ren bestaande Zaak
iale Waren en
istilleerd,
KOOP
MEI O
ersknechts
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed.
S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
210 (hoek Hofplein*
[TERDAM.
Se° boomgaard van de
T Ned- H«"v. Gemeente
a a t
te leveren vóór of od
I den Voorzitter, dhr
I bi] wien ook nadere
J bekomen zijn.
dorpen in Walcheren,
J
gedeelte van de koop.
|d kan blijven en drie
b in pacht kan volgen.
bij den Boekh. C. M
JSTDaGH, Vlissin-
KOOF
staat zijnde, zeer Jicht
entassen, van binnen
j, koetsierszitting onder
|bij
ilMPE BURGER,
Kloetinge
Amer Orgel met
frmee men direct vier-
Ipelen. Te bevr. Boekh.
e 1 b u r g.
estaan oplevert. Be
den. Adres Letter P
luw", Middelburg.
lan ongeveer 21/,, H.A.
euzenboonen, om
|ken. Opgaaf prijs of
len voorzitter Groente-
tapelle" te K a p e 11 e
AN, R i 11 h e m Ram-
koop,
)LE, Sou burg.
timmer- en metsel-
!E, Brigdamme.
|rstond of met October
JOH. WONDERGEM,
Ik e.
st October
W. VERHAGE, P»"
apelle
irect gevraagd
)T. Stoombakkerij „D®
m.
enheid tot het leeren
rakkerij.
HL
Terstond
H. KRaMER, Schild®1)
k e.
ond gevraagd
A. BLOK, Landbouwer
ke.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p1.25
Enkele nummers 0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.—iedere regel
meer 10 cent.
28 Juli 1913.
„Em vraag".
De Zierikzeesche Nieuwsbodeyan 11 Juli
j.l, bevatte in een beschouwing over de
gemeenteraadsverkiezing te' Goes o. m.
volgende onjuistheid
Tegenover de vier aftredende libe
rale leden had de coalitie een viertal
rechtschen geplaatst en voelde zich
daarbij zoo zeker van de overwinning,
dat reeds weken van te voren de hier
ter stede verschijnende coalitiebladen,
„De Zeeuw" en de „Nieuwe Zeeuwsche
Courant", wier redacteuren zelfcandi-
daat waren, zich over de op handen
zijnde liberale nederlaag vroolijk maak
ten.
De Nieuwe Zeeuwche Courant van 15
Juli heeft in vriendelijke termen de re
dactie van het Duivelandsche blad om
bewijs gevraagd van deze onware bewe
ring doch De Nieuwsbode zwijgt en blijft
zwijgen.
Wij zijn zoo vrij het verzoek van onze
E. K. collega te steunen.
Toe Nieuwsbode, kom nu eens met
ook maar een letter druks uit De Zeeuw
om te bewijzen dat wij ons „over de op
handen zijnde liberale nederlaag (hebben)
vroolijk (gemaakt)".
Of anders, erken eerlijk u vergist te
hebben.
Het gaat toch niet aan eerst van den
staatkundigen tegenstander allerlei lee-
lijks te zeggen, en, als deze beleefd om
bewijs vraagt, te zwijgen. Wees nu eens
niet laf, Nieuwsbode, en kom eens op
met uwe bewijzen
Een ontpopping.
De lezer herinnert zich den Nationalen
Bond van Protestantsche kiezers in Ne
derland nog wel.
Den Bond, waarin sommige mannen,
wier namen wij nu maar niet meer her
halen zullen, zulk een zonderlinge rol
hebben gespeeld, denk maar aan de
aanbeveling van Moojen in Goesen
waarin weer anderen zulk een mal figuur
hebben geslagen denk onder anderen
aan den resultaatloozen terugtred van
zeker Amsterdamsch predikant!
Die Bond heeft met groote felheid
gewoed tegen het rechtsche Kabinet,
tegen alle aftredende rechtsche Kamer
leden, tegen „Rome" ^vooral. En mede
aan zijn deelneming aan de drijfjacht
der vorige maand is de toestand van
verwarring te wijten, waarin land en volk
thans leven.
Deze Bond nu heeft zich dezer dagen
ontpopt als een zuiver neutrale, anti-
olerieale, anti-protectionistische, boven
de partijen staande christelijke, het
koninkrijk Gods en de openbare school
hoogst genegene, militairistische, enz.
en^iProtestantsche Kiezersbond.
Bij het walmende fakkellicht van het
vrij-liberale blad „De Fakkel" is hij tot
stand gekomen. Hij zal voortaan heeten
«Nationale Kiezersbond in Nederland".
Aan de hoofdbeginselen van den ouden
noiid wordt vastgehouden doch met
oen nieuw beginselprogram.
L dit niet wat gauw, mag men vragen,
ken bond die na een bestaan van nog
slechts enkele weken reeds aan zijn
regeneratie ,toe is, schijnt niet veel last
heid ben van overgroote levensvatbaar-
Hieraan zal het dan ook wel liggen
at het nieuwe program zoovele artikelen
ovat, die 0ok in de programs van de
estaande politieke partijen voorkomen,
toch is 't program niet vrij van echt
digheda^Zaam^-liberalistische eigenaar-
Zoo bijvoorbeeld het artikel „Doel".
nivin ,een reeks artikelen (a-h) staat dit
omschreven. Het luidt
den m*ddelen te beramen om langs
hpf 7* eener zuivere nationale politiek
algemeen overwegend protestantsch
karakter van ons volk getrouw te be
waren en Jde, onder Gods zegen en onder
de leiding der Prinsen van Oranje, met
hun goed en bloed gekochte vrijheid van
godsdienst en. geweten tegenover clericalisme
en heerschzuchtig materialisme, van wel
ken aard ook, te handhaven.
b. De belangen en historische rechten
der Nederlandsch-Hervormde Kerk, wel
ke nog altijd de Vaderlandsche Volks
kerk mag worden genoemd.
c. Het onderwijs aan de kinderen van
ons volk gegeven, zoomede het meer
wetenschappelijk ',en vakonderwijs, op
een hooger geestelijk en maatschappelijk
peil te brengen, niet door wijzigmg van
maar in verband met de bestaande
wetgeving.
d. De politiek van regeering en wet
geving in zulke banen te leiden, dat
's lands bestuur en wetgeving niet telkens
opnieuw van eene toevallige meerderheid
in de volksvertegenwoordiging afhangen.
e. Het nationaal gevoel en onze saam-
hoorigheid als Nederlanders te verheffen
en te versterken.
f. Met kracht ijveren niet alleen voor
vrijheid van godsdienst en geweten, maar
ook van handel en nijverheid, zoomede
van geheel ons economisch bestaan, en
niet minder op eene voortdurende ver
heffing van het staatkundig, maatschap
pelijk, geestelijk en godsdienstig leven van
ons volk in al zijne schakeeringen en
geledingen.
g. Onze nationale veer- en weerkracht
in elk opzicht zoo hoog mogelijk op te
voeren en de individueele geestelijke en
economische spankracht door onderwijs
en opvoeding, 'door plichts- en verant
woordelijkheidsgevoel, maar niet minder
ook door verhooging van het algemeen
arbeidspeil ten bate der gemeenschap
blijvend te verheffen.
h. Onze plaats als Koloniale Mogend
heid te handhaven en mede te werken
aan de geestelijke en economische verhef
fing van geheel de bevolking van Oost
en West-Indië, ook van den inlander.
Deze Bond is derhalve zuiver nationaal
doch verzet zich alvast tegen wetswijzi
ging in zake de school. Hij wil derhalve
de anti-nationale staatsschool, de moderne
secteschool handhavenkant zich tegelijk
tegen de vrije schoolen aanvaardt ook
voor de geestelijke verheffing der natie het
neutrale openbaar onderwijs.
In verband daarmee maakt het opko
men voor de Hervormde kerk onder b
genoemd een twijfelachtige vertooning.
Dat „vrijheid van geweten" en „tegen cle
ricalisme" in artikel a doet trouwens
wel vermoeden dat, hier de wind uit den
modernen hoek waait. Het klinkt bru
taal in een dergelijk partij-program te
gewagen van een verheffing van nationale
saamhoorigheid.
Intusschen, de lezer zag het reeds, niet
minder dan vier malen in deze acht ar
tikelen komt het woord geestelijke voor.
Er is sprake van geestelijk peil, geeste
lijke spankracht, geestelijk leven en gees
telijke verheffing. De natie schijnt der
halve onder het regime van deze boven
de partijen staande „partij" een aange
name „geestelijke" toekomst tegemoet
te gaanTrouwens men heeft er, ook in
onze omgeving, al aardige voorproefjes
van gehad. Schotschriften en lasterpraat,
processen-verbaal en stille verhooreri heb
ben bereids de nieuwe periode van „gees
telijke spankracht" ingeluid.
Laat ons nauwkeurig toezien wat er
van dit modern-vrij zinnige stelletje
want iets anders lijkt het ons niet toe
terechtkomt.
Een tegenspraak.
De lezer herinnert zich het schandelijk
ingezonden stuk van den heer Siemelink
in het no. van 1 Juli der Goesche Courant
aan het adres van den heer C. Gerretson
in zake diens optreden te Putten.
Wij namen dat stuk over, doch zonden
den aangevallene geen no. van ons blad,
meenende dat de redactie van de Goesche
Crt. fatsoenshalve haar no. van 1 Juli
wel aan dien „vent" (het woord is van
den predikant Siemelink), zou hebben
gezonden.
Toch, schoon zeer laat, ontving de heer
Gerretson bedoeld nommer, waarin hij
van logen en laster werd beticht, en hij
wendde zich tot ingezetenen van Putten
die hem gehoord hadden, welke terstond
bereid waren een door hen geteekende
circulaire te doen drukken, waarin de
leugens van bovengemelden modernen
predikant als volgt worden recht gezet.
Aan de kiezers van district Goes.
In een ons toegezonden nummer van
de „Goesche Courant" van 1 Juli vinden
wij een hoogst beleedigend ingezonden
stuk, onderteekend door T. H. Siemelink,
waarin omtrent het door den heer C.
Gerretson den 23en en 24en Juni 1.1.
alhier gesproken twee verklaringen
worden gedaan, tegen welke wij, als
lasterlijk, meenen te moeten opkomen.
Ten eerste wordt beweerd, dat de heer
G. in strijd met de waarheid den 23en
Juni zou hebben verklaard, „dat hij reeds
dikwijls met (dm heer Siemelink) zou hebben
gedebatteerd, en natuurlijk vreeselijk afge
maakt". Toen de heer S. den 24en ver
klaarde den heer G. „nooit te hebben
gezien", zou de heer G. hebben ontkend
die woorden te hebben gebruikt, waarop
de heer Moojen, zou hebben getuigd de
aangehaalde woorden zelf uit de mond
des heeren G. te hebben gehoord.
waarheid is, dat de heer G. den
23en inderdaad heeft verklaard „het
reeds meer met den heer Siemelink aan
den stok te hebben gehad", zonder echter
ook maar met één woord te zeggen, dat
hij met den heer S. mondeling zou heb
ben gedebatteerd.
ili: De heer Gerretson doelde hierbij, zooals
hij in zijne redevoering duideli,k liet uit
komen, behalve op een stuk in „De
Nederlander" over een gezegde van den
heer Siemelink op een Vrijzinnigen Land
dag vooral op een strooibiljet, doorhem
te Goes geschreven ter beantwoording
van een door den heer Siemelink onder
teekend oranje-geel strooibiljet in het
district Goes verspreid, en waarin o.a.
de leugenachtige voorstelling voorkwam
(naar aanleiding van de Ouderdoms- en
Invaliditeitsverzekering)De Staat be
taalt niets, gij betaalt alles.
De heer Gerretson verklaarde zich den
23en verheugd, den heer Siemelink over
deze leugen thans persoonlijk ter ver
antwoording te kunnen roepen, hetgeen
hij dan ook den 24en in 't bijzijn van
den heer Siemelink op scherpe wijze deed.
In het debat heeft echter de heer
Siemelink op deze beschuldiging van
leugen met geen enkel woord geantwoord.
Verder heeft de heer G. over „dikwijls
debatteerm en natuurlijk vreeselijk afmaken"
dm 23en en 24en Juni met gem enkel
woord gesproken.
Ten tweede wordt beweerd, dat de heer
Gerretson zou hebben gezegd „dat de
heer De Muralt in Groede met potjes bier
de kiezers had omgekocht".
Dit nu heeft de heer Gerretson nimmer
gezegd.
De waarheid is deze. De voorzitter der
vergadering van den 24en Juni had zijne
verwondering uitgesproken, dat den 23en
Juni, hoewel debat uitdrukkelijk was
aangekondigd, geen vrijzinnig debater
was opgetreden, hoewel de heer Moojen
aanwezig was. De heer Moojen zeide toen,
zijne „stukken" niet bij zich te hebben
gehad.
De heer Gerretson deelde daarop mede,
dat het geen ongewoon verschijnsel was,
dat de vrijzinnigen eerst steen en been
klaagden, dat de rechtsche partijen geen
debat toestonden, maar vervolgens, wan
neer debat werd toegestaan wegbleven.
Als voorbeeld haalde hij aan, in Groede
(D Bedoeldt wordt te PuttM,
Red. ZecttWf
verzocht te zijn tot eene lezing met
debatmaar toen dit was toegestaan,
en hij Iwilde optreden, werden de libe
ralen, die naar de vergadering waren
opgekomen, en, op dorpsmanier, in de
gelagkamer den aanvang afwachten, door
voorstanders der candidatuur-Muralt met
een potje bier aan de praat gehouden,
zoodat, ten slotte, slechts twee liberale
arbeiders de vergadering bijwoonden, en
niemand van links aan het, gevraagde,
debat deelnam.
Toen de heer Siemelink in het debat
het nu wilde voorstellen, alsof de heer
G. den heer De Muralt van omkooping
beschuldigd had, beriep deze zich aan
stonds op de Vergadering die zijne woordm
emige minutm tevorm had aangehoord, va
verzocht haar uitspraak te doen, of hij
de woorden, waarvan hij door den heer
S. beschuldigd werd, werkelijk had ge
bruikt, hetgeen de vergadering unaniem
ontkende.
Kunnen wij nu bij de eerste weinig
beteekenende beschuldiging door den
heer Siemelink op gezag van den heer
Moojen gedaan zoo noodig nog aannemen,
dat de heer Moojen het gesprokene ver
keerd begrepen had, en is kwade trouw
bij deze onjuiste beschuldiging dus niet
direct te bewijzen, omtrent de tweede
door den heer Siemelink persoonlijk geuite
ernstige aanklacht kunnen ivij niets anders
verklaren dan dat de heer Siemelink, de
aangehaalde aanklacht tegen den heer De
Muralt dhr. Gerretson in den mond leggende,
tegen beter weten in, bewust en opzettelijk
onwaarheid spreekt, ten einde den heer Ger
retson in zijn naam als eerlijk man schade
te doen.
Tegen dezen laster protesteeren wij ten
krachtigste.
Het stuk was geteekend door
B. van Boeijen, Gemeente-Ontvanger,
Dr. H. C. v. d. Horst, Arts, J. Schipper,
Gemeente-Secretaris, B. Slot, Diepen
horst, Ambtenaar Secretarie, G. Amsing,
Boekhandelaar, H. v. d. Poll Jr., Graan-
en Schorshandelaar, J. Steenhuis, Di
recteur Weeshuis, C. Mulder', Hoofd der
Chr. School, A. E. Beernink, J. M. van
Haersma de With, Grondbezitter, G. Pas
man, Stationschef N.C.S., G. Feringa,
Hooi'd der Chr. School, Hoef, H. Bran
denberg, Bierhandelaar, Joh. van der
Zanden, Tuinbouwleeraar.
Met dit stuk nu houdt verband de
volgende hierbij afgedrukte
Open Brief aan den predikant
T. H. Siemelink.
Mijnheer,
Gij hebt met Uw, van het mijne iet
wat afwijkend, begrip van eer en waar
digheid kunnen overeenbrengen, mij, in
een artikel in de „Goesche Courant" van
1 Juli te beleedigen, zonder mij van die
beleediging, door aangeteekende toezen
ding van een exemplaar dier courant,
mededeeling te doen.
Toch heb ik, zij het laat, van die be
leediging kennis gekregen.
Laat ons nu korte metten maken.
Uw stuk bevat lo. een reeks scheld
woorden, 2o. eenige feitelijke beschul
digingen.
Vergun mij dat ik U op de eerste
een antwoord schuldig blijf. Schelden
doet behalve dan, naar thans blijkt,
zeker slag van moderne predikanten
alleen het plebs. Mannen van mijne
richting enbeginselen strijden slechts
met argumentm.
Thans de beschuldigingen.
lo. beschuldigt gij mij, in strijd met
de waarheid te hebben gezegd, reeds
dikwijls (met U te hebben) gedebatteerd.
Uit eene, U in druk toegezonden, ver
klaring van de notabelsten onder onze
toehoorders te Putten, blijkt, hoe deze
uitlating valt op te vatten.
Echter dient deze beschuldiging ge
baseerd op een, thans nimmer meer ge
heel objectief vast te stellen uitlating
slechts om de aandacht af te leiden van
het, ook thans nog objectief vast te stel
len feit, dat Gij, predikant Siemelink,
U in een in grooten getale te Goes ver
spreid en met Uw vollen naam onderteekend
strooibiljet (waarvan zich een exemplaar
in mijn bezit bevindt) hebt schuldig ge
maakt aan grove en opzettelijke volksmis
leiding, door van de invaliditeits en ouder-
domsverzekering te verklaren
De Staat betaalt niets, gij betaalt alles.
Van deze misleiding heb ik U tever
geefs verschillende malen verantwoor
ding verzocht
lo. in een te Goes verspreid strooi
biljet
2o. in de vergadering te Ierseke aan
Uw vriend Van Santendie echter slechts
antwoordde, dat ik het bestaan van dat
strooibiljet wel uit mijn duim zou zuigen
3o in de vergadering te Putten waar
Gij echter ondanks mijn ernstig aandrin
gen op eene verklaring op mijne be
schuldiging van bewuste misleiding
hebt gezwegen.
Thans ten 4en male vraag ik U pu
bliekelijk niet hoe gij wellicht in de
hitte van een strijd een onwaarheid hebt
kunnen zeggen dit is vergeefelijk
maar hoe Gij, op die onwaarheid her
haaldelijk opmerkzaam gemaakt, [niet
den zedelijken moed bezit die tej er
kennen en die terug te trekken?
M. a. w. hoe gij een thans opzettelijk
bedrog met de waardigheid van uw ambt
kunt overeenbrengen
2o. Thans het tweede punt.
Gij beschuldigt mij, letterlijk uw
aanhalingsteekens bewijzen dit te
hebben gezegd: „dat de.heer Muralt in
Groede met potjes bier de kiezers had
omgekocht."
Gij weet, dat gij lastert.
Gij weet dit wijl gij reeds op de ver
gadering te Putten gepoogd hebt, mij
dit in den mond te leggen, maar door
de vergadering op welke ik mij toen
aanstonds beroepen heb unaniem ge
wraakt zijt.
Wat ik wèl gezegd heb, zal ik thans
niet herhalen. Dat geeft toch niets.
Gjj kunt het trouwens in de biervoor
afgedrukte verklaring der Puttensche
burgers vinden.
Maar er is een andere en betere weg,
waarop gij Uwe beschuldiging kunt
waar maken, en dien gij moet volgen,
wanneer gij iets anders dan een laste
raar zijt.
Gij hebt naar gij zelf in Uw in
gezonden stuk herhaalt dien weg
reeds te Putten aangewezen.
Die weg is een aanklacht tegen mij bij
den Officier van Justitie.
Reeds te Putten heb ik U dringend uit-
genoodigd dien te volgen zonder resultaat
Thans herbaal ik die uitnoodiging, ik
eisch dat gij mij aanklaagt.
Indien ik heb gezegdwaarom gij mij
beschuldigtdan heb ik den heer De Mu
ralt beschuldigd van een strafbare daad
en dan ben Ik dus strafbaar voor de wet
wegens beleediging.
Indien ik dan strafbaar ben, is het
niet slechts Uw recht, maar Uw plicht
tegenover de zuiverheid van het publieke
leven, te zorgen dat ik mijn gerechte
straf niet ontloope-
Dat is Uw plicht. Te Putten waren,
naar mijn schatting, allicht 200 menschen
ter vergadering aanwezig, die mijne woor
den gehoord hebben200 getuigen dus
voor U, predikant Siemelink, die betU
gemakkelijk zullen maken, Uw beschul
diging waar te maken
Maar ook, weet wel, dat wanneer gij geen
aanklacht indient, of Uw klacht, doordat gij
haar niet bewijzen kunt, wordt afgewezen,
gij voor Uw gemeente en alle weldmkenden
aan de kaak zult staan als publiek lasteraar.
Ik wacht thans, geen verdere inge
zonden praatjes, waarop ik niet zal ant
woorden maar Uw aanklacht.
Toon thans, dat gij niet slechts een vrij-