VOOR ZEELAND.
oi Mn BmgsMcn,
GHRISTELIJK-
HISTORISCH
.H. Landbouwers,
ormick Zelf binder
2DELBURG
QGEEÏUEN
RFWAPEN
verandering van
rijf te koop:
DE ONVERGETELIJKE.
Binnenland.
t, M iddelburHo. 248 1913
S£555ïdË|
SCHIERE, Nieuwtlorp.
Woensdag 23 Juli.
27e Jaargang
GE DELFT H2
TE KOOP
:warte Ponny,
Handknecht
MEID
"S-s
Si
is
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed.! S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
de Zaan.
TACOB DUIJVIS
^o«QQf>oe0|
ekende maakt bekend, datl
kocht en beveelt zich aan
aien van alle Granen
H3g
I n irK«1^
V»; -■■>-*. - 5*-. j.*-.
i Ett DÉTAIL
lak, lang ruim 7 M,
dubbel houten Varkens"
ppenhok met loop, 900 i I
ikpannen, oude en nieuwe
en een Kookfornuis.
T. DE PAGTER, Westhoek,
P BIJ INSCHRIJVING
en Gerst, eenmaal hii
en 280 roeden Erw I
jes in te leveren vóór 11
>ij P. COPPCÓLSE, B
Amer Orgel mei
waar men direct „viersteni
pelen. Te tevr. Boekh.
i d d e 1 b u r g.
7ISSER Jz., Zuidvliet,
Oost Souburg.
te bevragen bij C, D
r u i n i n g e n.
Met October
bij H. A. VOS, Souburg,,
Met October
bij W. JOBSF, Zandijk, j
b.e töjd.,)
7§7.io
4 S
A f
#Q
53
fO W
Cd
8.02
9.20
ÏO.50
10.05
11.O5
io.45
11.29'
*-37
T3
0 a
ctf <u
3
S3
O 1>
Z
7.46
7.56
8.17
8,:8
8.57
9.10
9.48
10.41
11.32
12.29
M-35
13 17
7.S|
8.05
8.11
8.80
8.1?
8.3Ó
8.4«
8.J3
9.08
9.11
9.'7
9.39
94O
0.49
9.58
13 4°
13 '3
'uitat hland vla Goch, (re
)t D msdttg te Goes geen
:feW
rel*
10.38
2.06
10.3a
I.29
6.01
".43
3-05
7*5
12.34
3-5*
8.0I
1.12
4.14
8.20
(.26
4.28
8.34
8.46
943
Joo7P-Vf>rwfist Goes-
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p1.25
Enkele nummers..0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.—, iedere regel
meer 10 cent.
23 Juli 1913.
Be norm bij het openbaar onderwijs is
I «iet standvastig.
Voor 20 jaar leerde men op de open
bare school worteltrekken, al de gehei
men der samengestelde en repeteerende
breuken,- de acht tijden der aantoonende
wijs der werkwoorden, de vier naamval
len van de buigbare woorden enz.
De leerplans van die dagen werden
Joor B. en W. en den Districts-school-
opziener goedgekeurd.
Thans zijn al die fraaiigheden verdwe
nen uit 't leerplan der gewone lagere
chool, inzonderheid op 't platteland.
Worden nu de leerplans dier scholen
afgekeurd door 't Rijkstoezichtis het
inbaar onderwijs nu nog voldoend, nu
ui die schoonheden uit reken- en taal
onderwijs zijn verdwenen
Wel zeker, geen schoolopziener denkt
er aan, het leerplan om die redenen af
e wijzen, hoewel de aard der leerstof
zeer is gewijzigdnochtans wordt 't leer-
m goedgekeurdde norm verandert,
sh de goedkeuring blijft. Waar is nu
de vastigheid bij 't openbaar onderwijs,
"1 men zoo dringend van 't Bijzonder
derwijs eischt antwoorddie is
j er niet, die is er nooit geweest en die
mt er ook niet. Rotterdammer.
Ook zelfs nu de rust na de overwin
ning is wedergekeerd, klinkt in sommige
liberale bladen een toon van haat na
egens de ten ondergebrachte fijnen.
Zoo schrijft de Haagsche correspon-
lent der Zutph. Ct.
„Ons volk heeft zijn vertrouwen ge
schonken aan de concentratiemannen
en socialisten. En dat deze laatsten
zoo groote winst behaalden ligt niet
alleen aan den invloed, dien zij meer
en meer op de verlichte arbeiders heb
ben verkregen, doch ook aan den ge
weldigen afkeer, dien een partijdig,
reactionair en gewetenloos bewind in
bet land heeft gewekt en die een keuze
van den felst zich uitenden tegenstre
ver bevorderde. Ook hierbij houde
men jn het oog, dat het advies, jdoor
de leiders der coalitie bij de herstem
mingen gegeven, door wraakzucht ge
dicteerd, den socialisten onverwacht
voordeel heeft opgeleverd."
Bit fijpe stukje proza, zegt Het Centrum
«recht, is kenschetsend voor den geest,
welke nog steeds in de liberale kringen
wordt gevonden.
1 feuilleton.
Vrij naar het Duitsch van
D. Speckmann.
vertaling. Nadruk verboden.)
)o(—
Doch ter zake. Ik had werkelijk plezier
n hun prachtige uilenoogen. Overigens
as er niet veel aanleiding, om verheugd
®Z1JU. Want mijn vader was begonnen
JJU gansche verleden bloot te leggen,
de a -en verdediger, die alles van
tmA ?.zD^e beziet en naar verzachtende
handigheden zoekt, maar als een
,jêend officier van justitie. Vele
»„r n stelde hij zelfs veel te on-
L» voor- ^u> dat was ik helaas
mü ee^ intusschen de oude uilen, die
rJ,,v m "Un nest wilden opnemen, op-
zif'Vitzaa® aau. Ik zocht op hunne ge-
eoriri!? ,k.enen van afschuw voor zulke
Den s^eid, en ik verwachtte uitroe-
wn ontzetting.
beleefd n^s van dat allesZij keken
klaser8til, en erns(ag naar mijn aan-
diepgt' en scheen wel, alsof in het
lach rustte °°gen een goedige glim"
biet zelfs zeer duidelijk
™jn vader merkte het ook op
Wij zullen er niet veel woorden aan
verspillen.
Zulk geschrijf strijkt zijn eigen vonnis.
Maar een enkele opmerking zouden
wij willen maken.
Op de eerste plaats is het niet volko
men juisti dat „ons volk" zijn vertrouwen
heeft geschonken aan concentratieman
nen en socialisten, daar, wanneer men
alle. resultaten bijeentelt, ons volk méér
stemmen heeft geschonken aan de Recht-
sche, dan aan de Linksche candidaten.
En wat vervolgens den aanwas der
.socialistische stemmencijfers aangaat,
staat het vast, dat die vooral.ten laste
komt der vrijzinnigen, die reeds heel wat
zetels aan hun roode vrienden hebben
moeten afstaan.
Het is dan ook wel wat erg vermetel,
wanneer de Haagsche briefschrijver
eenige regels verder het streven der soci
aal-democraten aldus weergeeft: „zij
dringen de vrijzinnigen vooruit en de
clericalen terug."
Met heel wat meer recht kan men zeg
gen, dat zij de vrijzinnigen er uit drin
gen: uit de Kamer, uit de Staten, uit de
Gemeenteraden.
Op 23 April 1849 verklaarde Groen van
Prinsterer in de Tweede Kamer„Er is in
alle landen, ook in ons land, eene partij,
die zich het monopolie aanmatigt van
fraaie woordenbij uitsluiting voorstan
ders van vrijheid, vooruitgang, verlich
ting". (Adviezen I blz. 258.)
Twee jaar later, op 27 Mei 1851, zeide
hij bij de behandeling der gemeentewet
„Ook dit hoofdstuk van de gemeentewet
levert een bewijs, dat de vrijheid niet al
tijd de gezellin der vrijzinnigheid is",
(t. a. p. blz. 374.)
In gelijken geest sprak A. Leroy-Beau-
lieu zich uit„Vrijzinnig heeft niet altijd
beteekend vriend der vrijheid". (La révo-
lution et le libéralisme, 1890, blz. 165.)
Nu wij weer met e,en vrijzinnig kabinet
staan gezegend te worden met Troelstra
en Vliegen en Duys als ministers zonder
portefeuille daarbuiten, brengen wij bo
venstaande uitspraken in herinneringin
de hoop, dat zij onder het vrijzinnig kabi
net-Bos, dat wij op de komst zien, zullen
worden gelogenstraft.
Doch, onze vrees is groot, dat dit zelfs
een ministerie-Bos niet zal kunnen.
Een vrijzinnig kabinet.
Dus zonder de socialisten er in.
en zeide „Dominé, ik hoop, dat ik dui
delijk genoeg gesproken heb, om u van
den ernst der zaak te overtuigen."
„Wel zeker, mijnheer," zeide de oude
man, nu hartelijk lachende, terwijl hij
zachtkens zijn hand op mijn vaders arm
legde en mij daarop vriendelijk aankeek.
Toch zijn ze een keer verschrokken.
Ze zagen elkander toen even veelbetee-
kenend aanik kreeg echter noch een
bestraflenden, noeh een medelijdenden
blik.
Ik moet bekennen, dat mij dit zeer
onaangenaam aandeed. Want ik was van
mijn opvoeders niet anders gewoon. Ik
had mij dan altijd kunnen verdedigen,
het was de steeds in mij ontwakende
vechtlust, die mij parten gespeeld had.
En daar stond ik nu geheel ontwapend
tegenover de beide lachende oudjes. Ik
kreeg een gevoel, alsof ik volslagen weer
loos gemaakt zou worden, en dat stond
mij bijster weinig aan. Want ik was hier
natuurlijk gekomen met het vaste voor
nemen, ook hier als een Romein voor
mijn vrijheid te strijden, om met mijn
Klara te spreken.
Toen het pleidooi teneinde was, richt
ten zich de oogen van de beide oude
luitjes op mij. Toen die vier groote, hel
dere oogen op mij rustten, kon ik een
onbehagelijk gevoel niet onderdrukken.
Ik moest ze ontwijken, en niettemin
trokken ze mjj telkens weer aan.
Dat heeft het Partijbestuurder S.D.A.P.
alzoo besloten.
Wij krijgen derhalve nu een kabinet uit
de drie groepen der vrijzinnigheid, onder
de hoede der sociaal democraten.
Maar welk een hoede
Er is een hoede als van biggen, met een
1 zweep als van sehapen, met een schapen-
schop als van koeien, met een ossenstok
sals van onwilligemenschenkinderenmet
een ijzeren scepter.
Hoede of steun van sociaal democraten
men zal het ondervinden I moet
1 steeds duur betaald worden.
En gelij k de. liberale partij van 11879
tot 1887, in haar minderheid haar zetba
zen Heemskerk en v. Lijnden liberaal
leerde regeeren, zal in de nu ingetreden
:periode de S.D.A.P. in haar minderheid
swel zorgen, dat haar zetbaas in sociaal
democratische richting stuurt.
Der lezing en overdenking waardig is
ihetgeen Het Centrum uit een Fransch
blad (L' Echo de la Sologne) ontleent,
als een bewijs dat het openbaar onder
wijs in Frankrijk en de openbare onder
wijzers die erbij behoóren hoe langer hoe
duidelijker al de kenmerken vertoonen
die het liberalisme blijkt te bezitten,
wanneer het zijn masker van uiterlijk
tfatsoen geleidelijk laat vallen.
«Het Fransche blad vertelt van een
feest, dat gehouden werd door de onder-
wijzers-vereenigingen van het departe
ment Lois et Cher onder voorzitterschap
van den prefect zeiven.
Er was o.a. een letterkundig matinée,
waar tot vermaak van de opvoeders en
opvoedsters der jeugd een monoloog
werd voorgedragen van een berucht schrij
ver als Paul Besnard, waarvan het niet
mogelijk is, zegt het blad, uit eerbied
voor de lezeressen, ook maar een enkel
citaat te geven.
En toen kwam de schrijver zelf op
het podium met een even gemeen stuk.
„Het meest elementaire schaamtege
voel verzet er zich tegen", verklaart de
Echo de la Sologne.
Maar wat was nu het allerergste, het
meest vreeselijke
1 Dat op deze letterkundige matinée
niet enkel de onderwijzers en onderwij
zeressen tegenwoordig waren, doch ook
de leerlingen der openbare scholen vanRo-
morantin, de plaats waar deze fraaie
i bijeenkomst gehouden werd.
i De ouders waren zelfs opzettelijk door
Er was niets in hen, dat mij bekeeren
wilde, niets dat mij een andere meening
of een weldaad wilde opdringen. Eigen
lijk ook geen liefde, want dan zou ik
mij nog hebben kunnen verzetten. Ik
wilde niet van mijn vijanden bemind
zijn.
Het was al goedheid, waarvan deze
oogen spraken. En het kwam mij voor,
dat ze mij met meer succes zouden kun-
nen temmen, dan al mijn leeraars ver
mochten te doen.
Tenslotte maar weinige seconden
later; er zijn oogen, die in dezen tijd
nog meer zeggen dan andere in een
half jaar keken zij weer naar mijn
vader.
„Liegt, hij ook, mijnheer
„Liegen? Liegen? Dat weet ik op 't
oogenblik niet precies. Ik herinner mij,
dat zijn onderwijzer mij eens gezegd
heeft„Uw deugniet is in den grond der
zaak toch een eerlijke kerel".
Toen lachten de oudjes hartelijk, en
een goedige stem zeide
„O, dan zullen wij 't wel met elkaar
vinden".
Ik lachte ook, maar niet van harte.
Mijn geweten sprak. Ik dacht er aan,
hoe ik mijn vader een uur geleden nog
met mijn Latijnsche grammatica bedro
gen had.
Wij gingen eten. Aan tafel had men
het gelukkig niet meer over mijn per-
de onderwijzers bfezocht, opdat zig hun
kinderen zouden zenden.
't Zou zoo ontwikkelend zijn
Het Centrum gaat voort
Men herinnert zich wellicht den onder
wijzer te Blajan, die aan zijn leerlingen
schandelijke dingen te dicteeren gaf,
zóó dat daarover een brochure met pho-
tografieën uit de cahiers dezer arme
kinderen verscheen.
Verschillende bladen eischten toen, dat
tegen dezen opvoeder der jeugd maatrege
len zouden worden genomen, maar de
man was van de partij die regeert en
werd volkomen met rust gelaten.
Zelfs werd aan een blad, de Têlegramme
dat op maatregelen aandrong, van offi-
cieele zijde door een inspecteur d'Aca-
idémie aangezegd, dien onderwijzer met
rust te laten.
En deze zich veilig gevoelend, ging
door met zijn praktijken van neutraal
openbaar onderwijs zooals dat in Frank
rijk gegeven wordt. Maar alleen zorgde
ihij, dat de kinderen de schriften waarin
zijn fijne dictées werden opgeschreven,
nooit mee naar huis konden nemen, op
dat er geen schriftelijk bewijs van zijn
bedrijf zoude zijn.
Den lOen Februari kwam een school
opziener, nam enkele der cahiers mee
en er gebeurde weer niets.
Eindelijk besloot een der vaders van
de kinderen, om zich recht te verschaffen,
en diende een klacht in met eisch van
schadevergoeding.
Het proces kwam den 7en Juli voor
de rechtbank te Toulouse-
De advocaat van eischer las een aan
tal passages uit de dictée's voor en werd
daarbij verschillende malen door den
president der rechtbank onderbroken
„Maar dat is toch niet mogelijk. Dat
staat er toch niet
Het stond er wél.
Een uitspraak is nog niet gedaan.
Maar het publiek kan alvast uitspraak
doen over zulk een onderwijzer en over
de autoriteiten die hem handhaven.
Ten slotte verhaalt het blad nog een
ernstig geval van kinderen die op Vrij
dag door de onderwijzeres gedwongen
werden vleesch le eten.
Alles ten bewijze hoe onder een libe
raal socialistische regeering het openbaar
onderwijs in Frankrijk bezig is te ver
worden.
soontje. Ik kon lekker schransen en ik
liet het ook niet; want de tafel zag er
goed uit. Ik verbaasde mij er over, dat
mijn vader zoo opgeruimd sprak met den
dominé en zijn vrouw. Zooals hij zich
hier gaf, kende ik hem eigenlijk niet.
Dadelijk na het middageten liet hij
inspannen, en keerde hij terug naar de
stad. Bij het afscheid nemen kreeg ik....
een kus.
Dat was in langen tijd niet gebeurd.
Het stemde mij toch iets zachter en
weemoediger. Een teedere snaar was
geraakt.
Toen ik in huis terugkwam, bracht
dominé mij op m'n kamer. Het was een
gezellig en vriendelijk ingericht kamertje;
aan den wand hingen figuurzaag werkjes
van een vroegeren belhamel. De meid
had intusschen mijn koffers naar boven
gebracht en het Latijnsche leerboek op
tafel gelegd. Alsof hij zijn besten vriend
na vele jaren ^terugzag, wierp de oude
heer zich er op en vond in zijn armen
deIndianenroman.
Ik verwachtte nu niet anders dan een
streng betoog tegen schandlectuur. Doch,
hoe het ook kwamde grijsaard pakte
mij op geheel andere wijze aan.
„Ah, kijk er eens," zeide hij met blijde
verrassing, „wat heb je daar een mooi
boek I „De bloedbruiloft aan de Missis
sippi"? En wat een wonderlijke plaat
Dit ongelukkige meisje, bij wie een dikke
Bij de stemming voor een lid van de
Tweede Kamer district Amsterdam H zijn
uitgebracht 3332 geldige stemmen. (Het
aantal kiezers is 5041.) A. H. Gerhard (s.
d.a.p.) 1532, dr H. Gorter (s.d.p.) 48, P.
Otto (u.l.) 829 en J. R. Snoeck Henke-
mans (c. h.) 923 stemmen, zoodat er her
stemming moet plaats hebben tusschen
de heeren Gerhard en Snoeck Henkemans.
(Bij de stemming op 17 Juni werden
uitgebracht 3966 geldige stemmen. Mr.
M. Mendels (s.d.a.p.) 1837, dr H. Gorter
(s.d.p.) 56, P. Otto (u. 1.) 916 en J. R.
Snoeck Henkemans (c. h.) 1057. Bij de
herstemming op 25 Juni werd de heer
Mendels gekozen met 2347 stemmen. Er
waren toen 1300 stemmen op den heer
Snoeck Henkemans uitgebracht.)
In het district Amsterdam VI (aantal
kiezers 6048) zijn uitgebracht 3843 geldige
stemmen. P. A. C, Joosten (s.d.a.p.) 573,
mr H. Verkouteren (c. h.) 1438 en B. Nier-
strasz (v. 1.) 1833 stemmen, zoodat er her
stemming moet plaats hebben tusschen
de heeren Nierstrasz en Verkouteren.
(Bij de stemming op 17 Juni waren er
4865 stemmen uitgebracht en werd mr W.
H. de Beaufort (v. 1., aftr.) gekozen met
2547 stemmen. Op mr Verkouteren waren
toen uitgebracht 1735 en op den heer Jos.
Loopnyt (s.d.a.p.) 583 stemmen.)
De kabinetscrisis en de sociaal demo
craten. Naar De Tel. verneemt, behooren
de heeren Duys, Hermans, Schaper, Ter
Laan, Spiekman en Vliegen tot degenen,
die in de vergadering van de leidende per
sonen der S.D.A.P. hebben gestemd vóór
het aanvaarden van ministerportefeuilles.
En de heer Van Kol, Maandag in ons land
teruggekeerd, heeft aan een medewerker
van De Tel. verklaard, dat hij zich met het
besluit om de aangeboden portefeuilles te
weigeren, volstrekt niet kan vereenigen.
De heer H. van Kol heeft, naar De
Tel. meldt, zijn benoeming door de Pro
vinciale Staten van Friesland tot lid van
de Eerste Kamer aangenomen.
Onzalig zijn de lasteraars.
Onder het opschrift „Zalig zijn de On-
noozelen" vertelt een medewerker van
het vrijzinnig-democratisch weekblad
„De Wereld" in het jongst verschenen
nummer het volgend lasterpraatje
Mr. F. W. Diemer was onlangs zoo
vriendelijk heel het land te overtuigen
van de kinderlijkheid zijns gemoeds, door
in couranten te verklaren, dat de R. K.
kerk qua kerk (een oolijk zetter van „de
straal bloed uit het hart springt, is zeker
de bruid, niet waar?
„Ja!" zeide ik.
„Je hebt het dus al gelezen?"
„Jaa".
„Dat is goedJe kunt mij nu een
groot pleizier doen. Wil je
„Jaa".
„Mijn pijpaanstekers zijn alle op.
Hieruit kunnen prachtig nieuwe ge
maakt worden. Kijk, zoo
Hij scheurde er een blad uit, deelde
het in tweeën en vouwde de beide helf
ten tot keurige pijpaanstekers.
„Zoo gaat dat," herhaalde hij, over
zijn werk bevredigd. „Dit boek telt vier
en zestig bladzijden. Dus, dan heb ik
wel voor een maand genoegAls je
er vanavond mee klaar bent, krijg je een
lekkeren, grooten appel. Je zult eens
zien, die smaakt veel beter dan een
emmer vol bloed. En die is ook veel
gezonder".
Ik vond het tamelijk naïef. Misschien
zou ik mij met een sigaar of een cigaret
laten overhalen. Maar met een appel?
De hartelijkheid en de naieve blijd
schap van den oude werkten echter zoo
aanstekelijk, dat ik het boek voor zijn
oogen verscheurde en beloofde voor de
pij paanstekers te zullen zorgen.
(Wordt vervolgd,)