No 240 1913 Maandag 14 Juli. 27e Jaargang NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN DE ONVERGETELIJKE. Binnenland. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel meer 10 cent. 14 Juli 1913. Dat móést wel trekken-! Domela Nienwenhuis kwam te Amster dam zijn meening eens zeggen over het feit van de week Mr. Troelstra hij de Koningin. Nu hebben wij uiteraard geenerlei ge meenschap met het anarchisme. 't Staat het verst van ons af. De socialistische maatschappij belooft dan tenminste nog regel en orde, al zullen ze de Vrijheid de keel dichtknijpen. Maar de anarchistische, zoogenaamde „Vrij heid" leidt tot bandeloosheid, tot een chaos, tot de oplossing en den ondergang van alle maatschappelijk leven. Dit sta dus op den voorgrond. Maar het neemt niet weg, dat de oude Niwwenhuis zeer rake dingen heeft ge zegd I Hij heeft mr. Troelstra's bewonde raars leelijke pillen te slikken gegeven. Jullie roemen over het cijfer, zeide hij. Over jullie stembus-overwinning. Over de machtsuitbreiding. Over het feit, dat de Koningin den leider der S.D.A.P. bij zich riep aan het Hof Alles goed en wel Doch waar blijft onder dit alles het Socialisme Het was een straffe vraag. Ja, waar bleeft het Socialisme Er is zei Domela in jullie stembus campagne over alles en nog wat gespro ken over de Rechterzijde, over de Iiegee- ring, over het Tarief, over Staatspensioen en Kiesrechtmaar hebben jullie in die gknsche beweging wel ergens propaganda gemaakt voor het Socialisme Het is eenleuke vraag. Die zoo vlak voor de hand ligt. Zoo heelemaal niet gezócht Maar het antwoord zal de S.D.A.P. wel onder een vloed van woorden ontwijken. Want de eenvoudige vraag is tóch hoogst lastig. Inderdaad de partij, die met de grootste winst strijken ging, heeft «vergeten" over haar beginselen te spreken Nog een rake zet. Litdezelde Domela rede. Weer in den vorm eener vraag. De S.D.A.P. zit er mee verlegen, zeide hij. Als parlementaire partij zou zij met de Concentratie samen de regeering moe ten aanvaarden. Maar uit vrees voor haar reputatie aarzelt zij en durft niet. Ze durft niet aanpakken. En ze kan zich niet onttrekken Want en die vraag klemt al even sterk als de vorige Waarom zal de socia list wèl optreden als Wethouder en als Gedeputeerde, doch niet als Minister FE U I L L E TO N. Vrij naar het Duitsch van D. Speckmann. (Geautoriseerde vertaling. Nadruk verboden.) -)°(— «Zoo?" vroeg zij. „Dat zal nu wel anders worden. Na Paschen krijgt U hierboven een buurman." »Een buurman?" herhaalde ik ver wonderd. «Ja, een jongeheer." Zij lachte guitig 'i'! heek mij van ter zijde met haar goe- ge oogen vriendelijk aan. «Een jongeheer vroeg ik langzaam, oni het gesprek in het zonnetje zoo lang m°gelijk te rekken. «Ja, een echte jongeheer, een leerling an het gymnasium." Zij staakte haar .id, kruiste de armen en nam ook aar gemak op de versterbank in de zon. ten'gsteüend! dan?" wel een beetje jong. Verleden J r Faschen heeft hij eerst belijdenis «Ah zoo." JP kadt hem zeker wel iets ouder WlHen hebben Jawaarom niat Ook in die lagere functiën maken ze immers deel uit van regeeringslichamen Wél als Gedeputeerde in 't provinciaal en niet als minister in 't landbestuur willen zittenra, ra wat is dat Maar laten we wachten. Misschien ziet de S.D.A.P. dit zelf oök nog in en geeft zij Troelstra verlof, om een ministerpost te aanvaarden. Mr. Troelstra naar de Koningin De reportage maakte zich van 't geval meester en wijde er over uit. Hij droeg een gekleede jas. Had den „hoogen dop" op. Leek wel ietwat zenuwachtig. Men riep voor hem hoera Mr. Troelstra glimlachte. Bleef in 't paleis op de koffie. Geen enkele bijzonderheid werd ons ge spaard. Wij kuAnen dat overigens best hebbenMaar voor de regentenna- tuur der vrijzinnige leiders moet het toch een leelijke prik zijn. Wie praat over Borgesius Wie over Patijn Over de Beaufort of een van de vele „mannen- van naam,, aan de zijde der Concentratie. Mr. Troelstra beheerscht de positie. En de heeren mogen niet eens zuur) kijken. Waren ze niet zijn politieke bloedmagen en bondsbroeders in de pas doorleefde Ju ui-dagen! Onze Courant. Het nieuwe Kabinet f Vrijdag kwam het bericht, dat dr. Bos, het vrijz. dem. Ka merlid van Winschoten, ten tweede male was ontboden op het Loo. En niet lang daarna volgde een tweede bericht, dat aan dr. Bos de samenstelling van een Kabinet is opgedragen. Aldus is de voorspelling van mr. Troel stra, die eenigen tijd geleden bij het debat met dr. Bos in Groningen zeide er van overtuigd te zijn, dat bij een aan winning van links aan dr. Bos de Ka binetsformatie zou worden opgedragen, uitgekomen. Toch is deze beslissing wel eenigszins onverwacht gekomen. Andere, meer im posante politici, waren bij H. M. de Koningin in audiëntie gevraagd en de geruchten gingen dat aan heel anderen de kabinetsformatie zal worden opgedra gen. Dat mr. Troelstra er zich mee be lasten zou, was onwaarschijnlijk na zijn uitlatingen en die van andere sociaal democraten, benevens de besprekingen op socialistische vergaderingen. Maar dan „Waarom „Wel, een heertje met een snor b. v. „Maar, mevrouw „Nu, stil maar, beste juffrouwWij zijn ook jong geweest. Ik heb mijn man ook leeren kennen, toen: hij als student tegenover mij woonde. Ik was toen naai ster en ik verzeker U, als ik hem gezien had, ging het naaien wel drie keer zoo vlug als andersi Dat was ook in het voorjaar. Ach ja „Is Uw man al lang dood „Ach ja, juffrouw, hij is reeds veertien jaar in den hemel. Maar, Gode zij dank, ik heb gelukkig mijn brood. Met Paschen heb ik zelfs deze voorkamer noodig. Mijn nieuwe kostganger komt uit dezelfde streek, waar mijn man vroeger onder wijzer was. 't Is ook een onderwijzers zoon. „Waar komt U dan vandaan, als ik U vragen mag?" Ze noemde mij een dorp, dat slechts een paar uurtjes van mijn geboortestad lag. Bij een uitstapje was ik er een keer geweest. Zij kende onze familie wel bij name en weldra werden er personen genoemd, die wij beiden goed ken den. Allerlei herinneringen werden zoo op gewekt. nog was het niet waarschijnlijk dat Bos de formateur van het nieuwe kabinet zou zijn. Daar worden nog andere veel imposanter figuren genoemd dad hij. Van De Meester en Patijn en nog anderen gin gen geruchten. Toch is de keuze van H. M. ten slotte op dr. Bos gevallen. Al is dr. Bos geen van die figuren die immer weer naar voren komen, zoowel bij rechts als bij links, geldt hij als een man van groote kennis, doorzicht en leidende kracht. Sprak dr. Bos in de Ka mer bij bijv. de onderwijs-debatten, dan kon hij zeker zijn van de volle aandacht der Kamer. Langen tijd achtereen spreekt dr. Bos maar zelden in de Kamer, maar wat hij zegt is duidelijk er gloeit over tuiging uit en een vast weten. Hij spreekt niet met veel pathos, accuenteert niet temin duidelijk. Zijn argementen zijn goed, zijn uiteenzettingen klaar. De af gevaardigde van Winschoten heeft al lan gen tijd een goeden naam bij wat zich in de politiek beweegt. Doctor Dirk Bos, werd in Groningen geboren als de zoon van een eenvoudig winkelier. De vader was niet kapitaal krachtig genoeg om Dirk groote weelde te gunnen en in zijn gymnasiumtijd werkte hij in de huiskamer van het ge zin. Maar Bos had een heldere kop. Plet gymnasium liep hij door binnen de 6 jaar dat ging nog in dien tijd en op de Academie was hij ook ai spoedig een der uitblinkers. Zonder daarom be kend te staan als de Kamergeleerde, want in zijn studietijd maakte dr. Bos zich veel vrienden, die hem altijd prezen als een aangenaam en vroolijk kameraad. Toen de student Bos zijn doctoraal in de wis- en natuurkunde had gedaan, werd hij al heel kort daarna benoemd als leeraar in wiskunde aan het gymna- sium te Winschoten. J Ook daar maakte hij zich al spoedig vele vrienden o.a. de vroegere burge meester, Wichers, thans burgemeester van Dordrecht. Toen ook al begon dr. Bos nu en dan te schrijven in de Winschoter Courant. Zijn huwelijk met de dochter van een Veendammer groot-fabrikant verbond hem nog vaster aan de provincie en deed hem zich steeds meer inwerken aan de belangen van Westerwolde en Oldambt. Daarop volgde zijn benoeming tot schoolopziener in het district Win schoten. De uitgestrekte relatiën van dr. Bos op financieel zoowel als op commercieel ge bied, leiden er toe, dat hij al spoedig zich ook intresseerde in de groote onderne mingen die in opkomend Oldambt en de nog meer in bloei rakende veenkolo- 't Was bepaald een gezellig babbel uurtje. U kunt begrijpen, dat ik blij was met m'n nieuwe buren. En niet minder met den vroolijken aanblik, die de overzijde nu bood. Het was Pasehen geweest. En daar mede was het nieuwe leerjaar op het gymnasium ingetreden. Mijn buurman kon elk oogenblik op z'n kamer komen. Zoo dikwijls kon ik niet boven komen of ik keek even naar buiten, totdat wij op zekeren middag plotseling tegen- ever elkander stonden. Dat wil zeggen, eenige meters van elkander verwijderd. Hij groette mij, zooals hij dat op zijn dorp gewoon was, doch wel eenigszins weifelachtig, alsof hij reeds vermoedde, dat er in de stad andere gebruiken heerschten. Ik wou niet aanstonds te familiaar met mijn buurman worden. Ik beantwoordde zijn groet dus zeer kort en gereserveerd. Misschien dacht hij wel, dat ik slechts ge kucht had. Men moet het haast welge- looven, want hij kleurde tot achter zijn ooren en trok zich gauw terug. Zoo kwaad had ik het niet bedoeld en het speet mij zeer. Maar het was te laat, en ik trok het gordijn dicht. Dat was nu niën werden tot stand gebracht. Van verscheidene bankinstellingen is hij directeur of commissaris, wij herin neren slechts aan de Veendammer hypo theekbank en aan de Mij. tot Zak. Waarb. v. m. Vruchtgebr. bel. Waarden, de laatste gevestigd te Middelburg. Na aldus verscheidene jaren in de plaats zijner inwoning een gezien burger te zijn geweest, was het geen wonder dat dr. Bos, die in het vrijzinnig Winschoten zoo goed op zijn plaats was, tot lid der Tweede Kamer voor dat district werd gekozen. Toen hij candidaat was gesteld, was ook zijn verkiezing zoo goed als zeker. Na eenige jaren week aan week, trouw op en neer te hebben gereisd naar de Residentie, kwam eerst vier jaren ge leden dan eindelijk vrij plotseling het besluit van dr. Bos zich in Den Haag te vestigen. Als gezegd, Winschoten zag hem met leede oogen gaan. Maar de wetenschap dat dr. Bos zou blijven hech ten aan de plaats waar hij zoovele jaren had gewoond, de zekerheid hem dikwijls in hun midden te zien zijn relaties in het noorden waarborgden dat maar vooral de overtuiging dat dr. Bos nog lang niet aan het eind van zijn carrière was en dat hij die beter kon voltooien in Den Haag dan in Winschoten, maak ten dat men weinig moeite deed hem van zijn besluit te doen terug komen. De laatste jaren van zijn Kamerlid maatschap is dr. Bos meer dan voorheen opgetreden als een der steunpilaren der vrijzinnig-democratische fractie. Meer en meer is men hem gaan beschouwen zoo als hij is, iemand met wie rekening valt te houden op wien men staat kan maken, voor wiens ideeën en meeningen men open oog dient te hebben. Dr. Bos is dus de nieuwe Kabinetsfor mateur en zal indien hij er in slaagt zijn opdracht, om een Kabinet uit de geheele linkerzijde samen te stellen, te volvoeren, ongetwijfeld de portefeuille van Binnen- landsche zaken op zich nemen. Laagstaande Openbare-School-practij- ken te Melissant. In de Rott. komt het volgende ingezonden stuk voor: Het is bekend dat te Melissant nogal eens „geknoeid" wordt, zoowel door ambtenaren als door het Gemeentebe stuur. In het vorige jaar verhoogde de Raad het traktement van het hoofd der school, zonder eenig verdedigbaar argument van f 1200 tot f 1400, met de onuitgesproken bedoeling om het subsidie niet te ver liezen, dat volgens artikel 53 der Onder wijswet aan noodlijdende gemeenten wordt toegekend. (Melissant verkeert noodig geworden, sedert de katten en de spinnen verhuisd waren. Het was wel een sympathieke kerel. Hij had iets zachts en droomerigs over zich. Gelukkig niet te veel, want slaapkoppen kan ik niet uitstaan. Werkelijk, mijn zusterlijke gevoelens waren wakker geschud en ik was vol vriendschappelijke belangstelling voor mijn "nieuwen buurman, mijn landgenoot met z'n zachte oogen. Telkens als ik op mijn kamer kwam, trad ik naar het venster en keek ik naar den overkant. Maar, o weeMijn buur man bleef weg en liet zich niet meer zien. Hoogstens kon ik vermoeden, dat van de donkere schaduw op den achtergrond een stuk aan hem behoorde. Een paar dagen later echter zag ik hem in het venster liggen, en ik sloop naar het mijne toe, om hem goeden dag te zeggen. Doch ongelukkigerwijs viel mijn deur door den tocht wat hard in het slot, en weg was hij. Langzamerhand werd het mij duidelijk, dat ik zelf er de schuld van was, dat hij telkens voor mij wegvluchtte. Waarom had ik hem ook niet behoorlijk terugge groet Och, wij kennen de wereld wel een wei nig, en daarom zouden wij het ons niet n.b. in zóó noodlijdenden toestand, dat er geen schuld bestaatDe eenige grond, welke wij overigens voor deze salaris- verhooging kunnen vinden is misschien gelegen in het feit dat het hoofd der openbare school voorzitter is der liberale kiesvereeniging. Ook kan de oorzaak liggen in de wijze, waarop dat schoolhoofd zijne plichten vervult, doch dit is door voorstanders van Christelijk onderwijs moeilijk te beoordeelen. Misschien kan het volgende „offici- eele" feit bij deze beoordeeling dienst doen. Eenige dagen geleden deelde de Minis ter van Binnenlandsche Zaken door tus- schenkomst van Gedeputeerde Staten aan het Gemeentebestuur van Melissant mede, dat het niet gewenscht is, „leer lingen van 16 jaren oud op 15 Januari mede te tellendat daarom aangedron gen werd op spoedige afvoering van de leerlingenlijst van deze jongelui en dat de gewraakte handelwijze over dit jaar nog niet van invloed zou zijn op de Rijksuitkeeringen, die Melissant krach tens de Lager Onderwijswet ontvangt. De bewuste jongelui bezochten de normaalschool te Middelhamis en nu waren ze nog zoo aan de openbare school te Melissant „gehecht", dat het hoofd ze als leerlingen op 15 Januari telde en zoodoende 't aantal juist boven de 145 wist te houden. Men deelde ons mede, dat te Melissant ook wel eens een gezonde leerling „ziek" gemeld wordt, om het schoolgeld voor ouders, die „Christelijke-School-neigin- gen" vertoonen, niet al te zeer te laten drukken. Voorts vernam ik, dat vanwege het algemeen armbestuur aan een vrouwtje was medegedeeldZoo moedertje, het is maar goed, dat ge uw kinderen niet naar de Christelijke School gezonden hebt anders had ge a.s. winter niets van de winterbedeeling gekregen Zoo wordt nu de natie aan de school „gehecht". Zoo „azen" menschen, die ons streelen met den naam van subsidievreters of struikroovers als roofvogels op de open bare kassen. En dat in het vooruitzicht op een „paganistisch" Ministerie. (Over het spelen met leerlingen op en van de lijst, en met onderwijzers die al jaren overcompleet zijn, op de open bare school, alles om maar het buiten gewoon subsidie te mogen behouden, zouden wij allicht ook een enkel tref fend staaltje kunnen meedeelen. Dat komt wel. Red. Zeeuw.) aangetrokken hebben, maar het moest dezen armen jongen, die juist uit een dorp in een vreemde stad kwam en daar nu met z'n welgemeenden groet blijft zitten, ongetwijfeld pijnlijk aandoen. En 'twas zeer onhartelijk en slecht van mij geweest. Als hij zich nog maar eens wilde laten zien en aan het venster bleef staan. Dan zou hij uit mijn groet ontwaren, welk een zusterlijk en moederlijk hart zoo dichtbij voor hem klopte. Doch hij kwam niet. Ik had gedacht, dat er nu op de boven verdiepingen wat meer leven zou komen, maar het was nog niet veel beter dan vroeger. Ik was natuurlijk zeer teleurge steld. Een dag of acht waren zoo voorbijge gaan, toen op zekeren avond eindelijk een levensteeken van den overkant werd ver nomen. Geen woord, en geen blik, maar muziektonen. De klanken van een viool. Hij had de gordijnen neergelaten en het venster gesloten, terwijl ieder verstandig mensch met dat prachtige weer de ramen opende. Ofschoon het auditorium openlijk uit gesloten was, beschouwde ik het spel toch als een burengroet voor mij bestemd. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1