No 35 1913
Dinsdag 8 Juli.
27e Jaargang
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Uit de Pers.
DE ONVERGETELIJKE.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p1.25
Enkele nummers0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.—, iedere regel
meer 10 cent.
araasjB-aassE
jgjp» De opgaaf van den spoordienst
komt In dit nommer voor op de gebrul-
kelljke plaats.
8 Juli 1913.
Er waait een gloeiend heete sammo-
con door liet land. Alle rechtsche man
nen van beteekenis moeten uit Kamer
en Staten, zelfs uit gemeenteraden ge
weerd.
Van Vlissingen tot Groningen waait
deze wind; en bijna overal gelukt de
poging, en hebben de verbonden libera
len en sociaal-democraten succes.
Te Amsterdam werden van de enkele
rechtsche mannen die de Raad nog telt,
de thans aftredenden voor een deel uit
geworpen. Te Rotterdam dreigt gevaar
dat de hoogst bekwame wethouder mr.
de Jong zijn zetel moet ruimen. Te Vlis
singen kon dr. Merckens slechts met de
volstrekte meerderheid zijn zetel behou
den.
Te Middelburg wordt een veteraan als
De Rijcke ernstig bedreigd, en een ver-
sche kracht als Vertregt onmogelijk ge
maakt, alvorens sijn talenten te kunnen
toonen.
En dit alles niettegenstaande in meer
dan eene gemeente de aftredende man
van rechts om zijn groote bruikbaarheid
werd verheerlijkt.
Onder anderen in Rotterdam schreef
het vrijzinnige Rotterdamsche Weekblad
het onderstaande van den aftredenden
antirevolutionairen wethouder
„De eerlijkheid gebiedt zelfs te erken
nen, dat de heer De Jong zich buiten
gewoon vlug in de technische détails van
zijn departement heeft ingewerkt en in
dat opzicht een der beste wethouders is
geweest, die aan het hoofd dezer afdee-
ling heeft gestaan".
Waarom in Rotterdam ander bewind f
De vraag rijst wellicht bij menigeen,
waarom moet het tegenwoordig bewind,
onder welks leiding Rotterdam zich zoo
krachtig ontwikkelt weg.
Het antwoord daarop door sommigen
gegeven werd niet lang geleden ontwik
keld in De Sort.
Dit gure stukje werd door de Neder
ig' eruit overgenomen
„Rotterdam, zegt de schrijver, is
zoetjes aan Rotterdam niet meer. Een
der eigenaardige en zeer in zwang zijnde
en geliefde gebruiken is met de muziek-
28
FEUILLETON.
wandelingen op Zondagmorgen verdwe
nen, gelijk al zooveel „Rotterdamsch"
is afgeschaft en opgedoekt.
Waar is de Zandstraat, eens wereld
beroemd en berucht? Weg, d'r komt
een stadhuis, waar eenmaal de Belze
Marieën heerscheressen waren op haar
gebied.
Waar is de Boerensteiger, wat is er
kuisch als 't Roode Huis (een berucht
bordeel) van nu
Nee, 't eigenaardige raakt van de stad
'af...
Straks brengt wellicht een van de
rechtzinnige vroede heeren, die nergens
'f idiote van inzien, 'n motie in stem
ming tot demping van de Maas en
dan verbreekt geen lustig havenbedrijf
de melancholie meer van Rotterdam.
Succes voor de vreugde-haters".
Nu weet ge 't, kiezersRotterd.
De geschiedenis van een Korenschepper.
(Een oud artikeltje.)
In,De Alblasserwaard en Vijf heer onlan
den van 6 Maart 1908 verscheen een ar
tikeltje, onder het opschrift, dat we hier
boven plaatsten. Een artikeltje, dat we
thans nog in herinnering brengen, om te
bewijzen, dat in antirevolutionaire krin
gen niet anders dan een roode springvloed
verwacht werd bij de verkiezingen der
eerstvolgende jaren.
In dat artikeltje lezen we
Een man stond graan te scheppen.
Met grooten ijver weerde hij zich
om zijn wagen vol te krijgen.
Doch dit duurde lang.
Het zweet gutste hem van het ge
laat en de wagen kwam maar niet
vol. 't Graan viel erin gelijk water-
droppels op een gloeiende plaat
Onder den wagen zat 'n man. 'n
Man in werk bloes, pet scheef, 'met
slimme oogjes, grinnekend van pret.
Hij zat daar en hield een zak op
hij hield den zak wijd open, met beide
armen ver uitgestrekt.
En in dien zak stroomde graan.
De honderden korrels werden tot
vele duizenden, zoodat de zak zwol en
bol ging staan en staks tot den krop
toe vol kwam.
Dan schoof de koren-melker zijn zak
op zijde en hield een nieuwen zak op,
Vrij naar het Duitsch van
D. Speckmann.
(Geautoriseerde vertaling. Nadruk verboden.)
)o(—
De eerste, bij wie ik binnentrad, werd
uoor mijn komst zoo van streek gebracht,
dat zij opgewonden in-de kamer heen en
weer drentelde, steeds weer de koffiepot
°p het fornuis greep en ondanks mijn
vriendelijke weigering telkens het ver
zoek herhaalde, of ik niet een kopje
zou nemen.
Nu, het kamertje zag er helder uit, en
het vrouwtje zelf ook, van top tot teen
zindelijk. Ik liet mij dus overhalen. En
Zlet, dadelijk werd de oude rustig. Zij
nam ook een kopje koffie, kwam naast
nuj zitten en begon te vertellen. Doch,
en dat verrastte mij blijde en deed mij
ontroeren, niet van ha r eigen zorg en
ohende, maar van haar zieke vriendin
daarnaast In haar gebrek.
Ik ging dus spoedig naar deze toe. Zij
ng te bed, en ik moest dezelfde geschie-
nis nogmaals aanhooren, nu op meer
dagenden toon en met meer liefdevolle
z?rgvuldigheid verhaald. Ziekten, opera-
les> ongelukken, bevallingen, niets ver-
nirnde zij te vertellen. Mijn opstaan en
banken hielpen niet; ze ontdeed een
been voorzichtig van de omwindsels en
er hielp niet aan of ik moest het zien.
Door een onopgemerkte handigheid ont
kwam ik er aan het ook te betasten.
Het spreekt vanzelf, dat mij dit even
eens aangeboden werd.
Ik kan volstrekt niet zeggen, dat deze
eerste bezoeken mij de ervaringen ge
bracht hebben, die de jonge idealist mij
opgelepeld had. Maar ik raakte gewoon
aan de nieuwe omgeving en kreeg lang
zamerhand een inzicht in voor mij ge
heel vreemde toestanden en verhoudingen.
En tenslotte is elke diepere blik in het
leven van een ander een voorrecht, ook
al is het een arm leven, zooals van deze
oude vrouwtjes.
Ik scheidde van haar met de aangename
gedachte toch eenige troost achtergelaten
te hebben. Ik kon dien dag juist nog
één bezoek afleggen.
Ik kwam midden in een troepje kin
deren terecht, die met elkander aan het
ravotten waren. Een ongeveer dertien
jarig meisje kwam naar mij toe; zij
groette mij behoorlijk en op mijn vraag
naar haar ouders bracht zij mij door een
openstaande deur in een aangrenzende
slaapkamer. Daarbinnen trof ik een
kraamvrouw aan, die juist haar pasge
borene de horst gaf. Nu, twee moeders
hebben elkander natuurlijk gauw gevon
den. Dan is de toenadering spoedig ver
kregen, ook wel zonder een kopje slappe
zittende onder den wagen.
En het koren stroomde ook in dien
zak.
Want in dien wagen was een plank
losgeraakt, die het graan doorliet.
En de eerste man schepte graan.
En hoe meer hij schepte hoe meer
de korrels stroomden in de zakken
van den man onder den wagen.
'n Stembusverhaal.
'n Stembus-gelijkenis, als ge wilt.
Waar heel veel leering in zit.
Voor wie niet ziende blind en hoo-
rende doof zijn wil.
De man, die graan schept, dat is de
liberalist. De vrijzinnige als men zegt.
Hij schept graan.
Hij schept al zestig jaar graan
En nog is zijn wagen niet vol.
Want die komt niet voldie komt
in de 20e eeuw niet vol, die komt
woit voll
Die wagen is zelfs wel voller ge
weest, dan hij nu is.
Onder den wagen zit de korenmelker.
Dat is de socialist.
Hij houdt den zak op en grinnikt
van pret, want het gaat hem naar den
zin.
En hoe harder de schepper het graan
in den wagen werpt, hoe ruimer de
melker het in zijn zak ziet stroomen.
De volle zakken schuift hij tusschen
de wielen door. En een ander brengt
die in de schuur. Zak na zak zonder
ophouden.
De liberale schepper werktwerkt
aldoor
En de socialistische melker houdt den
zak op, zak na zak
De les Wie koren uitdraagt voor den
liberalen wagen, stort het in den socialis-
tischen zak.
Wie in 1908 nog mocht getwijfeld
hebben of deze stembus-gelijkenis de
werkelijkheid weergaf, zal nu in 1913 er
wel van overtuigd zijn.
De liberale schepper heeft de socialistische
zahlcen vol, mud-vol doen worden.
En hij blijft maar scheppen.
Zoo dat de socialistische melker, schier
zakken te kort komt
Voor één zak heeft hij twee mud graan.
En als de liberale schepper er eindelijk
erg in krijgt, dat zijn wagen caduc is,
dan stopt hij het gatniet. Aan
den vrijzinnigen wagen daar is geen
repareeren meer aan
koffie, en dan denkt men niet aan al de
lotgevallen, die men beleefde. Voor een
moeder is het heden immers zoo rijk,
dat het verleden vergeten wordten in
haar armen heeft zij een stuk veelbelo
vende toekomst.
Toen ik de vrouw wat nauwlettender
aanzag, kwam het mij voor, dat ik haar
al eens vroeger moest hebben ontmoet,
wanneer £n waar dan ook.
Eindelijk vroeg ik haar, of zij zich her
innerde mij al eens eerder gezien te
hebben.
Toen zij beschaamd en verlegen haar
oogen neersloeg, stond mij plotseling die
hatelijke scene op het vorige kerstfeest
weer voor den geest. Welzeker, die arme
bleeke viouw lag daar nu voor mij de
zelfde, die door dien brutalen kerel weg
gehaald werd uit den kring der feestvie
renden.
Er was geen twijfel mogelijk.
Ik heh in al die jaren veel geleerd en
ook veel leeren vergeven. Maar ik voel
absoluut geen medelijden met die ellen
dige schurken, die het leven van zulke
arme, zwakke schepsels nog vergiftigen
en vernietigen. Als het aan mij lag, dan
zou ik ze allen op een schip laden en ze in
het diepst der zee verdrinken
Mijn man roept daar „O wee maar
heb je dan nog medelijden met zulke
onmenschelijke individuen 1
Ik kon geen troostwoorden vinden voor
Dan schept hij het graan rechtstreeks in
de socialistische zakken.
Waarom ook niet?
Om-'t-even of het eerst komt in den
liberalen wagen of direct in de socialis
tische zakken't komt al in de anti-
clericale schuur. Rotterdammer.
Goesche Vrijzinnigheid op zjjn smalst.
In de rubriek Verkiezingsvaria willen
we onzen lezers het van humor tintelen
de starretje uit de Nieuwe Zeeuwsche
Courant over de heldendaden der Goesche
liberale Propagandisten niet onthouden.
„Het woord „vrijzinnig" duidt, zoo
men alleen op den klank afgaat, iets
breeds, iets royaals, iets flinks aan.
„Vrijzinnige" actie behoort dus die
zelfde kwaliteiten, als iets haar geheel
eigen te vertoonen.
Eilacie, 't is hier ook al weer mee
als met alles: namaak, surrogaat, geen
echte waar.
De propagandisten der rechtsche par
tijen te Goes waren van zins om op
verschillende perceelen, waarvoor de
eigenaars permissie hadden verleend, en
op de stadsaanplakborden, waarvoor was
betaald, aanplakbiljetten te hechten met
de namen der rechtsche candidaten voor
den gemeenteraad. Maar dat mocht niet
Wat dachten die rechtschen welAlleen
liberalen zijn baas op straat, op het
stadhuis, in de provincie, in de Kamer,
de rest der bevolking kan „zalilen und
Maul halten", wat in goed Hollandsch
wil -eggen: belasting betalen en zwijgen.
Fluks trok in den 'nacht van Zaterdag
op Zondag een vrijzinnige cohorte door
de straten van Goes om de opgeplakte
biljetten te vèrminken. Een heldenstuk,
waardig in de annalen der Goesche vrij
zinnige verkiezingsactie met gulden let
teren te worden geboekstaafd!
Doch de ïechtsche propagandisten
lieten niet af. Zij hadden een paar min
deren van de vernielingscohorte op
heeterdaad betrapt en aan de politie
gesignaleerd en trokken Zondagnacht er
weer op uit met nieuwen voorraad bil
jetten men kent in Goes zijn Pappen
heimers en had er met 't drukken op
gerekend om die op dezelfde percee
len, waarvoor uitdrukkelijk verlof was
bekomen, op te plakken.
En ziet, toen geschiedde het nooit
gehoorde liberale heldenstuk, waarbij
de wapenfeiten van een Leonidas, een
Roelandt, een De Ruyter, een Napoleon
„e tutti quanti" in het niet verzinken:
op de ladder die de rechtsche propagan
disten voor hun werk hadden gereed
gezet, had de hoofdman van de vrijzin
nige vernielingsbende plaats genomen,
geflankeerd door een paar zijner onder-
hoorigen, beslist weigerend om op te
staan en den ladder af te geven. In zijn
verbeelding 'zag zeker deze Don Quichotte
de ladder voor een Malakoftoren aan en
zichzelven voor een maarschalk Mac-
Mahon, de onsterfelijke woorden preve
lend: „j'y suis, j'y reste", „ik ben er en
ik blijf er". Het duurde althans gerui-
men tijd voor men hem aan zijn verstand
kon brengen, dat hij over de ladder niets
te zeggen en ruim baan te maken had.
Eerst toen de politie hem de keus liet
tusschen opmarcheeren of „den bak in"
droop de vrijzinnige hopman met zijn
luitenants af.
Ziedaar, lezer, het jongste heldenfeit
der Goesche Vrijzinnigheid.
Toch moet men den „held" van
't stuk niet te hard vallen, 't Is begrij
pelijk voor iemand, die zoo pas van de
ladder der parlementaire waardigheid
door de kiezers van Franeker was afge
smeten, dat het gezicht van dit nuttig
instrument weemoedige herinneringen
bij hem opwekte en hij op de sporten van
een heusche ladder althans de genoeg
doening wilde smaken, welke men hem
op die andere, leidende naar de groene
fauteuils der Tweede Kamer, niet had
gegund."
De middelen ontbraken.
Onder dit opschrift lezen wij in de
„Vrije Westfries" het volgende:
In een der beschouwingen over den
uitslag der gehouden verkiezingen trof
ons dit zinnetje:
„De middelen ontbraken om in het
eerste district van de residentie bij de
herstemming eenige actie te voeren."
Met pijnlijke verbazing hebben wij van
deze sobere mededeeling kennis genomen
en als onwillekeurig kwam bij ons de
vraag opis dat niet een bedroevend ver
schijnsel en een bittere aanklacht tegen
onze organisatie?
O, zeker, wij weten het wel, er wordt
van ons op allerlei gebied veel gevraagd
véél meer dan van de vrijzinnigen en
hunne bondgenooten, de socialisten.
Wij verzamelen onze duizenden om ze
f te zenden naar Indië voor de verbreiding
I van het evangelie, terwijl de vrijzinnigen
hunne beurs dichthouden en van de In-
dit slachtoffer. Er ontstond een pijnlijke
stilte. Het was, alsof de vrouw iets op
haar hart had. Maar ik begreep zeer goed,
waarom zij bleef zwijgen. Slechts'in de
wildste vertwijfeling hoort men de jam
merende klaagtonen van de vrouw. Dan
schreeuwt zij het uit, evenals die arme
vrouw voor de kroeg, waarvan ik u zoo
even verhaalde.
Anders zijn de vrouwen heldinnen in
het dragen van leed en de grootste marte
laressen der wereld. Daar valt niet mee te
spotten.
Wie durft een vrouw zwak noemen
In het dragen van leed wint zij het
ongetwijfeld van den man, die slechts een
beetje kiespijn noodig heeft om de heele
wereld in rep en roer te brengen. Ik moet
nog den eersten man ontmoeten, die ge
leerd heeft te lijden zonder klagen. De
heeren willen het niet weten. Dat is reeds
lang bekend.
Tenslotte werd het stilzwijgen toch al
te pijnlijk en ik begon met een van haar
beklagenswaardigste kinderen te praten.
Ik dacht, dat dit de moeder goed moest
doen.
Doch zij maakte met de hand een af
werende beweging en deed alsof zij iets
wilde zeggen. Juist op dit oogenblik wer
den zware stappen op de trap vernomen.
De schrik stond óp haar gelaat.
Maar, wat was dat
Was dat niet de schrik van blijde ver
wachting
O, die vrouwen. Haar liefde verdraagt
alles en vergeeft alles.
Het is mijn vaste regel geworden om
van menschen en zaken weinig of niets te
verwachten. Na de vele teleurstellingen
heb ik langzamerhand dezen regel aange
nomen. Toch heeft mij dit menige aange
name verrassing geschonken. Bijvoor
beeld, van deze weken op de heide had ik
mij, eerlijk gezegd, niet-veel voorgesteld.
Ik was bijna bang vanu. En hoe geheel
anders is het nu gegaan.
Zoo verging het mij toen ook.
Mijn hart klopte angstig ik dacht nu
den leeuw in zijn hol te ontmoeten. Doch
kijk, hij die daar binnenkwam, was geen
wild dier, geen duivel in menschenge-
daante, geen verwoester van het leven
zijner vrouw.
Niets van dien aard.
Zoo iemand brengt van zijn weekloon
geen voorraden in huis, die hij nauwelijks
kan dragen.
Zoo iemand wordt niet door de kinde
met groot gejuich begroet en kan onmo
gelijk zoo'n lieve schare om zich heen
zien. Slechts bloemen en kinderen, die
veel, veel zon gehad hebben, kunnen zoo
lachen als deze kinderen.
(Wordt vervolgd.)