No 234 1913 Maandag 7 Juli. 27e Jaargang NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND CHRISTELIJK- HISTORISCH DE ONVERGETELIJKE. Uit de Pers. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p1.25 Enkele nummers„0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.—, iedere regel meer 10 cent. 7 Juli 1913. Rechts heeft zich niet te verwijten dat het aan uitsluitingszucht lijdt. Toen Rechts in Zeeland meerderheid werd in je Staten hield het twee plaatsen open voor linksche gedeputeerden. En nu, in Zuid Holland, drijft de rechtsche meer derheid de edelmoedigheid zoo ver dat lij voor een griffier der Staten haar stem uitbrengt op een liberaal no. 1 der voor dracht De Monchy en eene mede aanbevolen hoogst bekwamen Katholiek - mr. v. Groenendael griffier der Staten van Overijsel voorbijgaat. Gedepu teerde Staten, in meerderheid rechts, hadden hem no. 3 op de voordracht Later zal deze benoeming wel op twee manieren tegen Rechts worden uitge speeld. Maar de vrijzinnigheid, de ware, de echte vrijzinnigheid bij rechts schijnt ons hier wel wat te ver gedreven Hoe meer men links aan uitsluiting doet, terwijl men rechts toch ook nog zoo onnoozel is de baantjes aan links te vergeven, hoe meer kans er is dat ons advies „breken over heel de linie" ten «lotte gehoor vindt. Wat hebben de auto's weer gesnord door onze straten. Zou het geen tijd worden dat onze rechtsche kiesvereenigingen breken met dezen vorm van kiezersomkooperij En ligt het niet op den weg onzer mannen om zich niet weer te laten can- didaat stellen, wanneer niet van te voren vaststaat dat de auto's zullen uitblijven en uiterst voorzichtig zal worden geleefd met de uitkeering van zoogenaamde verletgelden. Hier dreigt bederf! Wat is de vijandschap die in kleine plaatsen als bijv. Goes tegen de rechtsche mannen, die de onbeschaamdheid had den zich tegen de mannen van het den kend deel te doen candidaat stellen, zich openbaart, vergeleken bij den haat waarmee in. Amsterdam al wat concen tratie en openbaar onderwijzer, gemeen teambtenaar en sociaal-democraat heet, saamspant tegen den antirevolutionairen wethouder van onderwijzer, den hoogst bekwamen mr. S. de Vries! Deze heer treedt wel niet als raadslid af, maar de enkele liberalen die op hem gestemd hebben voor wethouder, moeten 27 FEUILLETON. Vri) naar het Duitsch van D. Speckmann. (Geautoriseerde vertaling. Nadruk verboden.) -lof- Verder gewaagde hij van de vreugde en de genoegdoening, welke die arbeid verschaft en verzekerde hij geen teleur stelling te kennen, strijdende in den naam Zijns Heeren. Zijn oogen schitterden en de woorden vloeiden hen van de lippen. Meer dan eens had ik willen zeggen «Merkwaardige dweeper 1". Doch ik hield deze woorden maar voor mij. Waarom zouden de jonge mannen niet het recht hebben jong te zijn En waarom zouden ®J niet den sehoonen droom mogen droomen, dat het juist hun gegeven is, den kranken tijdgeest te genezen Het leven brengt vroeg genoeg ontnuchtering daartoe heeft men de genadige wijsheid wan ons ouderen niet noodig. Men ont boet zoo vaak jongelui, die op hun twintigsten jaar reeds oud en moe zijn daarom mag men blij zijn, dat men ook eens een dertigjarige vindt, die nog J°ug is. De jonge dominé hield dus een lange geestdriftige preek voor mij. Toen hij uit den Raad geworpen worden. En naar het zich laat aanzien zal dit ook wel gelukken. Wel heeft mr. de Vries verklaard als wethouder van onderwijs te willen af treden wanneer er een liberaal in staat en gezind blijkt het niet zoo gemakke lijke baantje over te nemen; doch hier mee zijn de demagogen die op 't'oogen- blik hunne meerderheid voelen, niet tevreden. De liberalen die op De Vries gestemd hebben moeten er uit; en de clericalen van zelf ook. Het is één groote drijfjacht op man nen van rechts; en in Amsterdam is dit te minder verstaanbaar, dewijl er geen enkele grief van anticlericale zijde tegen hem kan worden volgehouden. Zelfs Het Handelsblad, een alleszins betrouwbare clericalenvreter, moet dit erkennen. Ziehier wat het blad ziph ge noodzaakt ziet mede te deelen: Om elk wantrouwen in de onpartijdig heid van dat onderzoek weg te nemen, willen wij er bij voegen dat het geschied is door een medewerker, die in zijn par ticuliere leven met de principieele oppo sitie tegen den wethouder van onderwijs meegelawaaid heeft. Hij is bij verschil lende onderwijzers geweest, bij personen die, naar hij weten kon, tot de vrijzin nige groepen behoorden. Maar zij hebben geen feitelijke grieven geuit. Wel natuur lijk „oen tegenstander van het openbaar onderwijs kan geen goed wethouder van onderwijs zijn" en zoo meer. Maar feite lijke klachten werden niet geuit.) Ja, toch. Die scholenbouw. Mogen wij echter dezen inzender er aan herinneren, dat die scholenbouw-geschiedenis in den Raad besproken is En daar heeft wet houder De Vries zóó duidelijk aange toond, dat door den wethouder alles gedaan was, wat gedaan moest en kon worden, dat de door en door principieele en waarachtige vrienden van de openbare school geen critiek meer konden oefenen en wel zwijgen moesten. Nu kan men hetzelfde verwijt wel eenige maanden later herhalen, en in drie woorden is het niet weerlegd, en het zal wellicht velen hoofdschuddend doen zeggen „zulk een vijand van het openbaar onder wijs toch" maar onze overtuiging dat een liberaal of vrijzinnig-democraat niet beter voor den scholenbouw gezorgd zou hebben, wordt daardoor niet gewijzigd. Vermelden wij dat één vooraanstaand politiseerend onderwijzer onzen enquê teur antwoordde„Natuurlijk zijn er geen feiten te noemen, hij wordt te veel op Amen gezegd had, mocht hij, ondanks mijn lachen, gerust aannemen, dat zijn woorden indruk op mij gemaakt hadden. Toen nam hij een vel papier uit z'n zak. Bovenaan stond mijn naam, daarop volgde een groote open ruimte, en daar onder een rij namen met de hijbehoo- rende adressen. Dat waren de bewoners van het armste gedeelte der stad, het zoogenaamde Walachije. Hij deed alsof hij mijn naam tusschen duim en wijsvinger nam en dien over de witte kloof schuivende, boven de namen van die armen en'.ellendigen liet staan, terwijl zijn liefdevol oog erop bleef rusten. Hij verzocht mij met nadruk in de weken voor Kerstmis, waarin de ge noemde klove voor den Christen allicht iets nauwer is, dapper aan het werk te gaan, om toenadering te verkrijgen, leed te verzachten, smart te lenigen, honger te stillen en troost te verspreiden. Ook de hulp van de andere dames van onze vereeniging, voor zoover zij daartoe geneigd waren, zou gaarne worden aan vaard. Voor haar had hij weer andere naamlijstjes. Als ik een man geweest was, zou ik waarschijnlijk als een ontdekkingsreizi ger in het Noordpoolijs of in de vlakten van Tibet zijn Omgekomen. Ontdek kingsreizen hebben steeds een bijzondere bekoring voor mij gehad. Daarom trok de vingers gekeken." Het blad, dat er een van zijn lawaai- redacteurs op uit heeft gestuurd, is, nadat deze platzak thuiskwam, tot de bevinding gekomen, dat het niet mee kon doen aan den opzetmen zal heden zien of zijn invloed groot genoeg zal zijn om de mede door hem zelf bij de Kamer- en Staten-stemmingen opgewekte booze geesten te bezweren. Het liberalisme heeft drakentanden gezaaid. Van de gevolgen zal het zelf wel den grootsten last hebben. Ook Amsterdam zal 't leeren. Poes en muis. Terecht wordt de houding van de soci aal democraten, Troelstra vooral, jegens de vrijzinnige concentratie en haar woordvoerster de Nieuwe Rott. Courant geschetst als die van een kat die speelt met de muis. Het Volk (Troelstra) schrijft Maar over dat treden in het mini sterie, o brani-schrijver der N. Rott. Ct., zijn wij nog niet uitgepraat. Wij verdenken u, dat gij, indien wij ons op uw oproep daartoe berëid verklaar den, zelf het meest met ons antwoord verlegen zoudt zijn. Om niet te spreken van uw concentratie zelve, die 10 vrij liberalen en zeker óók in hare grootste fraktie verscheidene leden telt, die er hartelijk voor zouden bedanken, de bezittende klasse en de koningin met een stelletje roode republikeinsche ministers op te schepen. Want als de vrijzinnigen, om het algemeen kiesrecht uit te voeren, een gemengd vrijzinnig-socialistisch mini sterie willen vormen, zijn zij er met één minister niet af. Wie ons hebben wil, krijgt ons niet óf geheel. Wij vormen éénderde der linker zijde; wij blijven dus óf buiten het ministerie, If buiten het ministerie, óf als wij er eenmaal ingaan, eischen wij ons volle deel, dat is 3 portefeuilles. Heeft de kranige deurwaarder der N. Rott. Crt. die met zijne sommatie ons al bij voorbaat in verzuim stelt, die drie portefeuilles altemet in den zak? En zoo ja, welke portefeuilles Als men voor het alge meen kiesrecht een soc.-dem. minister noodig heeft, dan dient men dezen de portefeuille van binnenlandsche zaken te geven. Vinden de heeren Beaufort c.s. het zoo'n gerust idee, dat het ge zag over de kommissarissen der konin gin en de burgemeesters in handenis de tocht naar het Walachije mij ook wel aan. Om kort te gaan, ik schreef een alge- meene vergadering van leden onzer ver eeniging uit en het gelukte mij en mijn jeugdigen adviseur de vereeniging in nieuwe banen te leiden. Buiten mij, werd aan zes of zeven dames nog een lijstje uitgereikt, zooals ik er een gekregen had, met de verplichting de daarop aangeteekende personen te be zoeken. De andere dames, die er geen lust in hadden of wier bezigheden het niet toelieten, stortten elk een bijdrage in de kas der vereeniging. Kort voor het feest zouden wij „huisbezoeksters", zooals wij ons noemden, bij elkander komen, om elkander onze ervaringen mede te deelen, en de rest zou vanzelf volgen. Het was een nevelachtige December avond, toen ik in een ouden mantel ge huld met Kerstmis wilde ik het ding weggeven de straat op ging en mij langs groote omwegen naar het Walachije begaf. Op de wandelingen met mijn man was ik wel eens door deze buurt ge komen en in dit labyrint van nauwe en vuile steegjes was mij dan een huivering door de leden gegaan. Nu, bij het zwakke schijnsel van enkele weinige straatlan tarens hadden ze bijna iets weemoedigs. Of wellicht was het ook de Kerstetem- van een sociaal-demokraat En welke twee andere portefeuilles had de dap pere scribent van de N. Rott. Crt. onze partij toegedacht Moet Van Kol minister van koloniën worden en Scha per van Arbeid of heeft hij misschien op Ter Laan het oog geslagen voor Oorlog en op Hugenholtz voor Marine Altemaal vragen, die zullen moeten beantwoord zijn, voor dat onze Partij verplicht kan worden zich uit te laten over de vraag, in het artikel der N. Rott. Crt. opgeworpen. Wat zien we nu Nauwelijks is de stembus gesloten, of de groote en zeer vrijzinnige Nieuwe Rott. Courant neemt een artikel op uit de Java-bode met het veelzeggend opschrift „Er komt kentering Uit dat artikel lichten we deze vol zinnen „AlS een inlander doet, gelijk hij vroeger ook deed, dan zijn er nu nog altijd velen, die achter den onwillige het spook van den Sarikat Islam zien op rijzen. Dan grijpen zij naar de pen en schrij ven aan hun krant over de toenemende brutaliteit van den inlander, over zijn groeiende weerspannigheidzij schilde ren, naarmate hun opstel vordert met steeds levendiger kleuren, zoodat van zelf het schrikbeeld van den gewapenden opstand voor hun geest oprijst. Dat noemen zij waarschuwen. Tot voor kort deden vele dagbladen ijverig met deze inzenders mede. Van rechts en links verzamelen zij de ver halen, waaruit zij bewijzen smeedden voor de booze bedoelingen van Sarikat Islam. Als waren zij belanghebbenden bij den verkoop van wapens, wonden zij hun lezers op, en steeds eindigden zij met vragen alsWaar blijft de re geering Wat deed de regeering Weet de regeering wel wat er omgaat? Waar om neemt zij geen maatregelen? Gelukkig is er in de laatste dagen een kentering gekomen. Een deel van het publiek is nog even zenuwachtig en even overdreven als te voren, maar in de bladen heerscht een kalmere toon. Wel wordt niet ronduit erkend, dat men zich te zenuwachtig heeft gemaakt, dat de regeering waakte en werkte, maar dc vragen bleven achterwege en de om mekeer werd gedemonstreerd in rustiger beschouwing." Waarom neemt de N. R. C. thans zulk ming, die ze mij zoo deed toeschijnen. Weldra zou ik ervaren hoe diep de klove was, die het leven in deze wereld van het mijne scheidde. In een slordige vuile kroeg, met on bedekte ramen, zaten enkele arbeiders met een glas brandewijn voor zich. Voor een van de vensters stond een schamel gekleede vrouw. Ze wilde blijkbaar naar binnen gaan, doch de moed ontbrak haar. Ik sprak de vrouw op deelnemenden toon aan. Uit de diepe oogkassen greinsde mij de jammerlijkste ellende der mensch- heid' toe, en haar mond, die sinds lang het lachen verleerd had, krijschte „Daar zit ie nou, die zuiplap. Hij ver drinkt daar zijn weekgelden intusschen liggen daar zes kinderen om brood te schreien Plotseling overviel haar de moed der vertwijfeling en zij drong het huis bin nen. Het ijselijke tooneel, dat zich daarna in de gelagkamer afspeelde, totdat de arme vrouw schreiende de straat op vloog met de hand tegen de wang ge drukt, zal ik u besparen. Het liefst was ik maar dadelijk teruggekeerd. De klove, die daar voor mij gaapte, was te diep. Doch zie, toen ik een hoek omsloeg, werd daar eensklaps een bruggetje ge slagen. Een kleine jongen stond daar voor een winkeltje en drukte zich den een stuk uit de Java-bode wel over, ter wijl vroegere tegenspraak uit rechtsche bladen er niet in gevonden werd? Lezers, de verkiezingen zijn voorbij. Het doel is bereikt Dat noemt men vrijzin lige verkiezings manieren. Luctor et Emergo. Wat „Het Volk" eischt. „Het Volk" zegt het volgende te ver langen Indien er mocht optreden wat in het gewone spraakgebruik heet een zaken kabinet, een regeering, wier eenig doel is, te zorgen, dat de belastinggelden binnen komen, en weer worden uitgegeven, die nieuwe burgemeesters benoemt, waar oude zijn uitgevallen, de Zuiderzee gaat droogmaken en zich wijdt aan de be- vaarbaarmaking van de Maas, dan kan zij op den steun van de sociaaldemo- kratie niet rekenen. Dan dient zoo'n kabinet door zijn program zelf zich aan als een zaakwaarnemer van de bezittende klasse, als een college, dat blind is voor het belangrijkste feit, dat in den jongsten tijd in Nederland heeft plaats gehad de politieke rijpwording van de verdrukte en rechtlooze massa. Dat groote bescha vingsverschijnsel, door onzepariij gewekt, en tot steeds sterker leven gebracht het moet worden erkend in onze staats regeling. De arbeider moet uit zijn poli tieke minderwaardigheid worden verlost, ook bij de wet. Wie poogt daaraan te ontkomen, poogt de vreedzame ontwik keling der arbeidersklasse te verstoren, hij is onze vijand Wij eischen, als logisch gevolg van onzen jarenlangen kiesrechtstrijd, als logisch gevolg van deze verkiezingscam pagne, een kiesrecht-ministerie Men vergete niet, hoe de groep, die thans de aangewezene is om de vorming van een kabinet op zich te nemen, de vrijzinnige concentratie, wat haar kies rechtprogram betreft, in zekeren zin onze leerling is. Uit onzen kiesrecht- strijd, in en buiten de Kamer, is de vrijzinnig-democratische partij geboren: haar stichters zich scheidden van de Liberale Unie af, toen deze weigerde, naar aanleiding van Troelstra's motie in de Kamer, het Algemeen Kiesrecht op haar stembusprogram te brengen. Dat is dertien jaar geleden. Sedert beraadde zich de Unie, en na eerst nog a——t— neus plat tegen den spiegelruitzijn hongerige oogen waren onafgebroken op de uitgestalde lekkernijen gevestigd. Ik bleef staan kijken naar het kereltje, dat dadelijk waardoor weet ik niet, kin deren vinden immers zoo gauw een deurtje een plaatsje in mijn hart stal. Toen de knaap zich omkeerde en mij met zijn groote verdrietige oogen aankeek, greep ik zijn hand en drukte er een klein geldstuk in, daarbij op de uitstalling en de ,winkeldeur wijzende. Met starren blik zag hij mij eerst aan, daarna keek hij vol verwondering in zijn hand. Een jubelende kreet, en hij was den bakkerswinkel al binnengesneld. Ik was nu aan den indruk van dat hatelijk too neel ontkomen. Daar voor mij zag ik een brug en ik had weer voldoende goeden moed, om langs bouwvallige trappen en door gangen, waarin allerlei vermengde geuren mij toestroomden, een paar oude vrouwen, die daar naast el kander moesten wonen, te gaan opzoeken. Mijn jeugdige adviseur had mij n.l. ver zocht eerst deze menschen te gaan be zoeken, aangezien ik bij haar het meeste succes zou hebben. Wat dit betrof, had ik kan ook niet te klagen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1