Dinsdag 1 Juli. 27e Jaargang NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No 29 1913 CHRISTELIJK- HISTORISCH DE ONVERGETELIJKE. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN 00* De opgaaf van den spoordienst komt In dit nommer voor op de gebrui kelijke plaats. V IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel meer 10 cent. Met eere ontslagen. Wanneer straks H. M. de Koningin naar constitutioneel gebruik aan dit rechtsche Kabinet eervol ontslag ver leent, dan zal de traditioneele „dankbe tuiging voor de vele en belangrijke diensten den lande bewezen" geen ijdele klank of niets zeggende gemeenplaats, maar zuivere waarheid zijn. Al was het alleen maar met het oog op hetgeen dit kabinet heeft tot stand gebracht in het belang der werklieden en in dat belang nog ,doen wilde. Op dit gebied was tot hiertoe zijn werk zonder voorbeeld in de parlementaire geschiedenis van ons land. Laten wij nog eens de lijst geven: a) Reorganisatie der Arbeidsinspectie b) Nieuwe Arbeidswet; c) Nieuwe Armenwet; d) Twee ontwerpen Bakkerswet; e) Radenwet; f) Ziektewet; g) Invaliditeitswet; h) Ontwerp-Landarbeiderwet i) Ontwerp-wijziging en aanvulling Ongevallenwet j) Steenhouwerswet k) Ontwerp Stuwadoorswet; 1) Verbetering Woningwet; m) Ontwerp Beroepsziekteverzekering; n) Pensioneering gemeentelijke ambte naren o) Kindertoeslag onderwijzers; p) Ontwerp Veiligheidswet bouwvak ken; q) Tal van Koninkl. besluiten in zake Arbeidswet enz. Bijna het alphabet vol. Inderdaad een reuzenwerk. Waarbij het geschetter der socialisten wel kwajongens werk lijkt! Laat een opvolgend kabinet dit alles maar eens verbeteren. En nu zwijgen wij nog van hetgeen Leger en Vloot en onze Indiën aan dit kabinet dank weten. O Aan hoeveel kiezers hing het Volgens de Pers van Links staat het nu 45 Rechts tegen 55 Links. Vraag u nu af, hoeveel kiezers an dersom hadden moeten stemmen dan ze deden, om het gelijk te maken, zoodat het 50 tegen 50 stond. FEUILLETON. Vrij naar het Duitsch van D. Speckmann. (Geautoriseerde vertaling. Nadruk verboden.) )o(— Reeds hadden wij geruimen tijd aan den oever van het schuimende beekje doorgebracht. Beiden zwegen stil. Plotseling hoorde ik aan mijn zijde een halfonderdrukt gesnik. Verschrikt keek ik op. Haar mooie oogen stonden vol tranen. „Waarom schreit ge?" Zij antwoordde niet. Ik trok haar naar mij toe en legde ffly'n arm broederlijk vertrouwelijk om haar heen. „Waarom schreit ge Toe, zeg het mij." En eindelijk kreeg ik antwoord. Hoe het woordelijk luidde weet ik niet ®eer; en in dit geval wil ik mij geen dichterlijke vrijheden veroorloven. Daar voor is deze zaak te kiesch. Doch ik weet wel, dat er in voorkwam het woord sterven Voorwaar een vreemde toon bij al de levenslust, die in de j onge harten heerschte. Het meisje dacht eensklaps, te midden uarer vreugde, aan de sombere woorden, me haar dokter voor enkele dagen ge broken had. Dit zou bereikt zijn geweest, zoo in Amersfoort 158, in Zwolle 15, in Ridder kerk 38, in Leiden 47 en in Gorinchem 148 kiezers, die - nu Links gingen, op Rechts hadden gestemd. Dan toch zou den 5 districten minder naar Links zijn gegaan en vijf districten meer bij ons zijn gebleven. Men had dan 50 tegen 50 gekregen. Telt men nu de aantallen van deze vijf districten bijeen, dan komt men op een totaal van 406 stemmen. Met 400 stemmen over heel 't land ware alzoo de aanval van Links geheel mislukt. En zegt men nu„Ja, maar met 50 leden was toch het Kabinet niet gered geweest," goed, voeg er dan Amsterdam VIII bij, dat met het anders stemmen van 172 kiezers aan ons ware gebleven, dan blijkt toch in elk geval,'dat Rechts zqu gewonnen hebben en het Kabinet gered zou zijn geweest, indien 578 stem men over heel 't land, die nu Links gingen, zich voor Rechts hadden ver klaard. En wat beteekent nu een cijfer van 578 kiezers op een totaal aantal van tusschen de 700.000 en 800.000? Zoo staat het naar de rekening van de Linksche Pers. Niet voor ons natuurlijk, daar èn in Ommen èn in Ede de gekozene voor verreweg het grooter deel door kiezers gekozen, die anders steeds Rechts gingen. Voor ons staat het derhalve niet 45 tegen 55, maar 43 tegen 55 plus 2 Wil den. Dan zouden dus 8 districten, die ons nu ontvielen, bij de Coalitie moeten gebleven zijn. We hadden er reeds 6, en moeten er alzoo nog 2 bijnemen, om een volkomen zuivere rekening op te maken. Hiervoor komen dan op Utrecht II met 189 en Middelburg met 208 kiezers, die andersom hadden moeten stemmen. Het stond op 578. Voeg hier nu 189 208 397, bij, dan krijgt ge een totaal van 975 kiezers, die nu Links stemden, maar, hadden ze Rechts ge stemd, aan het Kabinet een meerderheid van 51 zetels hadden bezorgd. Een kleine meerderheid, maar in elk geval een meerderheid. Hieruit blijkt alzoo, dat zelfs bij onze zeer strikte berekening de uitslag om gekeerd zou zijn uitgevallen, indien op de zevenhonderdduizend kiezers door heel 't land 975 hun stem anders hadden „Rust, rust", had hij haar gezegd, „elke opwinding kan u schaden". Maar op haar besliste en moedige vraag, wat zij scheelde, had hij een ontwijkend antwoord gegeven. Haar wangen zouden het u niet verra den hebben, doch zij wist het wel, wat haar ouders zooveel zorg baarde. Zij wist wel, wat zij haar verzwegen. Zij wist wel, dat zij met droeven blik nage staard werd, toen zij de ouderlijke woning verliet, om op het rustige landgoed enkele weken te verpoozen. Om hersteld terug te komen? Ach, wie had zich niet die ijdele hoop durven vleien Waren niet verscheidene harer familieleden aan dezelfde kwaal gestorven Levenslust en zelfbeheersching wekten die groote opgewektheid in haar. Doch, toen zij te midden van de heerlijkste van Gods zegeningen, plotseling aan den dood herinnerd werd, was het.haar toch te machtig geworden. Een traan welde" op en een droeve trek verduisterde haar aanvallig gelaat. Doch maar een oogenblik. Want zij wist dat haar Heiland haar wachtte. Toen de tranen weggeveegd waren, ging zij mij in allen eenvoud, maar uit innige overtuiging, van haar Zaligmaker ver tellen. O ja, zij wilde nog gaarne wat blijven. God had haar reeds zooveel zegeningen uitgebracht. We leiden hier niet uit af, dat de uitslag niet beslissend was, want in 1909 stond jhet te onzen gunste niet veel anders. Maar wel leidt dit zich telkens her halende feit tot de conclusie, dat op dit oogenblik, bij de' bestaande districts- verdeeling, het lot van het land, hoe men de zaak ook wende of keere, telkens weer blijkt van nog geen duizend kie zers af te hangen. Daar nu de districtsindeeling ten fa veure van Links tegen ons in billijk heid te kort schiet, valt hieruit geen andere conclusie te trekken, dan dat bij een steekhoudende indeeling van de districten, de meerderheid in de Tweede Kamer onafgebroken Rechts zou zijn. Veel, veel meer toch dan die kleine duizend stemmen zouden ons ten [goede Komen, 'zoo de liberale districtsverdeeling ons niet te kort deed. Het stond in 1909 leelijker voor Links, dan thans voor ons. Nu zou een vlak tegenovergestelde uitkomst verkregen zijn met 975 anders- gaande kiezers, terwijl dit aantal in 1909, ten gunste van Links, 1705 had moeten geweest zijn. Maar al scheelt dit een 800 stemmen, toch blijkt ook zoo, wat uiterst gering getal kiezers het is, dat, over heel 't land genomen, ten slotte de beslissing in handen heeft. Standaard. Valsehheden. Ter meerdere eere en glorie van de vrijzinnigheid en hare handlangers legt de „Nederlander" nog een serie linksche valsehheden als volgt vast 1. Bericht in de „N. R. Ct.", dat de predikaten der classis Tiel zouden be sloten hebben den coalitie-candidaat niet te steunen. Door predikanten uit die Classis onmiddellijk weersproken. 2. De aanbeveling-Moojen in Goes met een verklaring van het Hoofdbestuur van den Bond van Protestantsche kiezers. Nog onopgehelderd. 3. Het manifest van de Alg. Prot. Ver. eeniging, valschelijk voorzien van de na men der predikanten ds. Lindenborn te Rotterdam, ds. Schreuder te Arnhem,-ds. Douwes te Keppel, en van den heer G. D. Bom HGzn. te Amsterdam. 4. Bericht in de vrijzinnige pers als zouden de predikanten der Herv. Kerk geschonken en zou haar altijd terzijde blijven staan. In die zekerheid zou zij met vreugde nog een zware taak op zich genomen hebben. Doch waarom zou zij niet gewillig het hoofd buigen, als haar Hemelsche Vader haar tot Zich riep „Ja, Heere, ik kom Eerst toen aanschouwde ik haar in haar volle schoonheid. Dat gelaat vergeet ik nimmer. Haar oogen schitterden weer in vollen glans en straalden warmte en liefde uit. Op het geheele gelaat lag een stille glans, en kalme blijdschap. De schertsende vroolijkheid van dien morgen keerde niet meer terug. Er was iets voor in de plaats getreden, dat oneindig veel schoo ner en heerlijker was. Het is moeilijk te zeggen, welken in druk deze dingen op mijn kinderlijk gemoed maakten. Droefheid en blijd schap hadden om beurten de overhand. Het kwam mij onbegrijpelijk voor, dat zoo'n lieflijk schepsel haar toestand kennende toch nog opgeruimd kon zijn, en, ofschoon ik nog niet diep voelde, kon ik een smartelijk gevoel niet onder drukken bij de gedachte aan haar ver scheiden. Anderzijds moest ik onwillekeurig in haar eehten blijdschap deelen. Veel, onnoemelijk veel, heb ik bij die gelegenheid geleerd. Dingen, die mij f in de Classis Kampen hebben besloten „met bijna eenparige stemmen" (let op de vileine formuleering) om den Coalitie- candidaat niet te steunen tegenge sproken door ds. P. Zandt, Herv. pred. te IJselmuiden en de rechtzinnige pre dikanten te Kampen. Er zal nog wel meer zijn, maar deze valsehheden naast die welke in het district Apeldoorn gecolporteerd zijn kunnen alvast worden vastgelegd. Uit verschillende bladen hopen wij er in de eerste dagen nog meerdere op te diepen. Wie ze niet lezen wil, sla ze over doch wie ze wel lezen wil, knippe ze uit, en beware ze, om ze bij de eerst volgende Kamerverkiezing, in 1917 (of vroeger gelijk te denken is) bij het huis bezoek of in den scheerwinkel den vrij zinnigen of socialen praatjesmakers te kunnen voorhouden. De Hoeksche Waard meldt dat op 18 Juni, den Waterloo-dag te Zierikzee des avonds tusschen 9 en 10 uur bij het bespelen van het carillon door den klok kenist ook het Patijn-lied is ten gehoore gegeven. Wat dit scheldlied met de herinnering aan 1815 te maken heeft, vraagt het blad. En dan protesteert de redactie tegen „zulke lage handelingen". Och, wij zouden zeggen, laat Zierikzee nu verder maar rusten. De vrijzinnigheid is daar vuil, en wie vuil is dat hij nog vuil worde. Overigens zijn wij het met den schrij ver eens dat te Zierikzee „alle man van rechts" behoort te weigeren mee te doen aan de Onafhankelijkheidsfeesten „nu de liberalen zich hebben verkocht aan de socialisten". Een advies dat niet alleen geldt voor Zierikzee. Maar dan met een kleine wijzigingWel meedoen, maar onder de leuzegeen man en geen centGeen man van ons in de comité'sgeen cent van ons in de feestkas Niet versaagd. De Staten van Zeeland zijn op het doode punt gekomen. Op Vlissingen was alle hoop nog ge vestigd". Doch ook Vlissingen heeft die hoop beschaamd gemaakthet koos zich drie vrijzinnige leden in de plaats van de drie aftredende anti-revolutionairen. Thans, reeds in de zitting van heden, vroeger duister waren duidt het mijn naïef jongenshart niet ten kwade zoowel op stoffelijk als geestelijk gebied, werden mij nu helder. De sprookjes gestalten, waaraan men slechts zelden door de werkelijkheid herinnerd wordt, maakten plaats voor reëele levensvragen, waarvoor mijn overigens ontvankelijk gemoed tot nu toe gesloten was gebleven. En in mijn avondgebedje was een ge heel andere toon te beluisteren, dan vrcuger. Ik wist nu, wat ik den Heere moest vragen en kinderlijk naïef sta melde ik.: „Onze Vader, wilt U ook mij zoo blijde maken?" Het was de laatste dag, dien ik op mijn oom's buiten doorbracht. Den vol genden dag werd ik door mijn moeder afgehaald. Tot groote vreugde van mijn ouders werd geconstateerd, dat ik bij oom vier pond aangekomen was. Toen ik op de bascule stapte, kwam het mij voor, dat het veel meer moest zijn. Doch het grove instrument, waarop gewoonlijk meel zakken gewogen werden, kon alleen vast stellen wat er lichamelijk bijgekomen was niet de aanwinste voor hoofd en hart. Ik heb mijn lieve onvergetelijke nim mer meer ontmoet. Wij hebben elkander ook niet geschreven. Voor een geregelde briefwisseling was ik nog te dom, en staat men voor de verhouding van 21 links tegen 21 rechts, onder welke laat- sten nog de heer van Dalsum, de man van de Volkswilpartij. Wat zal de toekomst baren De eerst volgende dagen zullen het ons zeggen. Moge het onzen rechtschen mannen ge geven worden toch nog hun talenten te kunnen aanwenden in het belang van onze provincie, die hun werkkracht en toewijding noode missen zou. Wij kunnen ons overtuigd houden, dat zij onversaagd hun weg verder gaan,, het groote belang steeds voor oogen. Ook wat de Eerste Kamerverkiezing betreft hebben wij nog niet allen moed verloren. Het is voorzeker nog niet uitge sloten, dat mr. C. Lucasse, die als lid van ons Hoogerhuis aan de beurt van aftreding is, zal gehandhaafd worden. Dus, niet versaagd. Nooit versaagd. Verklaarbaar. Als men nuchter de zaak beziet, dan is (nog afgedacht van de middelen, welke links gebruikte) de nederlaag voor rechts wel verklaarbaar. De vrije school toch was inzet van den strijd. En nu is het een feit, dat verreweg de gsoote meerderheid der kinderen nog op de openbare school gaat. De ouders dier kinderen strijden niet voor de gelijkstelling met zulk een geestdrift als zij, die van de bijz. school gebruik maken. Zou zelfs niet hier of daar zich nog iemand hebben laten ompraten, die voor zijn kinderen van de Chr. school gebruik maakt? Zoo ja, dan is de zege van links nog te meer verklaarbaar. Teleurstelling. Kom 'n keer hier I Nou, wat heb je aan de hand Vijf vingers, maatvijf vingers. Zeg, neem je me er nu tusschen? 'k Zou 't niet graag laten, maar kom ereis hierik moet je wat vertellen. Ah, welIk luister. 't Was 25 Juni. De gewichtige dag der heistemming. O, dan is 't zeker weer herrie geweest Mis maatvan tijd tot tijd een ge dempt gejuich, 's Avonds werd het dood stil. Den volgenden dag lieten de heeren van de concentratie al zoo'n beetje de lip hangen. Zoo'n concentratie-man keek net als 'n boer, die kies pijn heeft. de prentbriefkaarten waren toen nog niet uitgevonden. Ongeveer drie jaar later hoorde ik toevallig, dat zij een jaar geleden ge storven was aan de ziekte, die reeds meer familieleden ten grave gesleept had, en die ook reeds langen tijd haar eigen lichaam bezig was te sloopen. Twee jaar lang had de lieve Martha dus nog mogen arbeiden in den wijngaard haars Heeren. Toen was het genoeg en werd zij weggeroepen. Haar leven was slechts van korten duur geweest, maar rijk, onnoemelijk rijk. Ik herinner mij niet, of de tijding van haar overlijden, afgezien van den eersten schrik, een diepen indruk op mij gemaakt heeft. Kinderen leven nog zoo oppervlakkig, en bij het uur. Ik had intusschen goede vrienden gekregen en ik was zoo zoetjesaan een jongen ge worden. Toch was Martha veel voor mij ge weest, doch eerst later vermocht ik dat alles te waardeeren. Na dien tijd heb ik immer met diepe, dankbare weemoe dige vreugde aan het lieve, vroeg weg genomen meisje, dat enkele zomerdagen met mij gespeeld had, gedacht De zon daalde. Een schoone avond sloot den schitterenden zomerdag. Een koel windje woei door het dal „Kom Elisabeth geef mij de hand..." Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1