Donderdag 19 Juni.
27e Jaargang
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
Heeren
uodeibu^ 1No 219 1913
ef Etiquette'
iwerkK
GHRISTELiJK-
HISTORISCH
:oqp
sen Vaars,
Ons Vaderlijk Erfdeel.
DE ONVERGETELIJKE.
:hts fl,~
Twee Loop-
i&ier,
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
)oek voor Dames
eener Vrouw.
.J Jongeling.
Meisje zich het be-1
ninde voor immer j
iieidesverklaringen
•lefde van een Man
nenkort zijn Vet
fa ,7 HetHu:
fc Geluk. - K]ee.
erhoud in Q6Z6l.
aen I
ek voor Heeren
aken. Houding
Kleeding. Aan
Hoe men met
naakt. Waardoor
Ie aan zich binden
ren. Huwelijks-
z.
■ken over Etiquette
ndheid voor slechts
slechts f 1,—
D. BOLLE, Bazaar
eken te Rotterdam,
st van Postwissel)
waarop vermeld:
f No. 2", of „Eti-
I's Eigengemaakte;
;ult tevreden zijn. j
„Pe Zon."
iat„ Middelburg.
1Q03P
i
uteiande.
ni
reg2 kniezw. i
O, Boekh D'HUIJ,
DEKKER Lz. te
:002s
voor een
zeer geschikt voor
L. BARENDSEN,
Veersche weg,
l-agd
Dijk. Adres: D.
d d e 1 b u r g.
reet in Den Hem!
1
Zonder goede ga*
h aan te melden-
[dresseerenMevr.
[plein No. 19,
I 3,43 c) 6.35 d)
410 c) 7,05
[5 a) 6,05
|iS 6.35 d) h)
arit®? na W- vertrek
a. N<raw» t*.»!60
oruselen e» NeU'eI1
|n« ten hoog®*8 5'
wachten-
jan 10,45 uit Neu^i 1
1 tot en met 31 A8?'
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p1.25
Enkele nummers0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.—, iedere regel
meer 10 cent.
BERICHT.
Zü, 3ie zich thans op ons blad abon-
neeren, ontvangen de tot 1 Juli a. s.
verschijnende nummers gratis.
Prov. Staten.
(Herstemming 27 Juni.)
„De Zeeuw" beveelt ten dringendste
aan de navolgende candidaten
Middelburg.
W. A. DE RIJCKE.
H. R. STRUVE.
L. J. VAN VOORTHUIJSEN, aftr.
Goes.
M. NOORDIJKE, aftr.
Hulst.
Mr. P. DIELEMAN, aftr.
C. YSEBAERT.
VJi i s s i n g e n.
(Stemming 23 Juni.)
C. BOONE.
Mr. P. DIELEMAN.
P. MERCKENS, aftr.
„Handhaven wij het erfdeel onzer Va
deren I"
Dat was het gevleugeld woord van een
der Makkabeër-helden.
En met dat woord stemt elk goed
patriot in.
Dat kan en dat mag niet anders. Zoo
lang er nog maar één vonk vaderlands
liefde in uw hart gloort is het vaderlijk
erfdeel u dierbaar.
Bescherm o God, bewaar den grond,
Waarop ons adem gaat
De plek waar onze wieg eens stond,
Wellicht ons sterfuur slaat.
Dat is ons vaderlijk erfdeel, het land
onzer Vaderen
Maar er is nog een ander vaderlijk
erfdeel, een geestelijk goed, even dierbaar
nis onze onafhankelijkheid het geeste
lijk erfdeel Gods Woord en tradities
van ons volk.
Als Neêrlands onafhankelijkheid wordt
bedreigd, trekken we allen naar de gren-
zen, met man en macht, één van hart
één van zin, met geestdrift en helden
moed.
Godlofdaar is thans geen vreeze voor.
Maar wel is er iets anders dat ons den
schrik om het hart doet slaan.
Men wil ons niet onze onafhankelijk
heid, maar het andere, het geestelijke
erfdeel onzer vaderen ontrooven.
Reeds meer dan een eeuw is men
daarmede bezig.
Sinds 1789. Dé Fransche Revolutie
heeft dat rooverswerk ingeluid. En ze
kwamen tot over de grenzen van ons
vaderland, die Bijbelroovers. Grooten-
deels is toen hun toeleg gelukt.
Ons volk blikte niet meer op naar het
Kruis, maar danste om den vrijheids
boom.
Maar, HalelujahGod redde Neder
land. Eerst van zijn nationalen onder
gang. En later door het Reveil, uit zijn
geestelijk verval.
De Geest des Heeren doorwaaide onzen
vaderlandschen hof en er kwam leven
in de dorre doodsbeenderen.
De Bijbel, langen tijd een gesloten
boek voor ons volk geweest, werd weer
ijverig onderzocht en door trouwe her
ders en leeraars werden onze Vaderen
weer geleid in de grazige weiden van Gods
Woord.
Toen verwekte de Heere mannen als
Groen van Prinsterer en Da Costa, de
helden van het Reveil, die er ons volk
niet alleen op we'zen, dat we in leven en
sterven Jezus' eigendom moeten zijn,
maar dat wij ook op Staatkundig terrein
voor de eere van onzen Hemelkoning
moeten strijden.
Groen gaf het wachtwoord„Tegen
de Revolutie, het Evangelie
En Da Costa zong het er bij ons volk
in
Zij zullen het niet hebben,
Ons oude Nederland
Het bleef bij al ellenden,
Gods en der Vaad'ren pand.
Zij zullen het niet hebben,
De goden van den tijd,
Niet om hun erf te
Heeft God het ons bevrijd.
En sinds het jaar 1848, dat Da Costa
dezen strijdzang inzette, is er wat om
het vaderlijk erfdeel gestreden moeten
j worden
'i God zegende ons in dien strijd .en
heeft voor de Christelijke Staatkunde in
ons vaderland ruimte gemaakt.
Maar zonder strijd blijft die ruimte ons
niet gegund. Telkens moet de wacht bij
het vaderlijk erfdeel worden betrokken.
Inzonderheid in de zomermaand van dit
jaar.
Vrij naar het Duitsch van
D. Speckmann.
(Geautoriseerde vertaling. Nadruk verboden.)
-)o(-
Zij behoefde geen loon meer te hebben,
jütegendeel, zij wilde gaarne kostgeld
etalen, als zij maar in het huis mocht
Mijven.
Haar meesteres was toch ontroerd na
f0?..^dubbelzinnig bewijs van aanhan-
jkheid aan haar familie en haar huis
n zij wist er tenslotte raad op.
Zij verhuurde twee kamers van de
1 'ptaande eerste verdieping aan een
dent, en belastte Brigitta, die een
agrenzend kamertje zou krijgen, met
d ®ior8 v°or een en ander, terwijl zij,
1 me zeGj met het jongere perso-
el naar boven zou trekken.
Sn ®risitta haar plicht vervult",
f> ..,n o studievriend lachend voort,
1' U niet verraden. Dat zult ge
nL» genoeg zelf ondervinden, wan-
i) 1 geluk hebt, in de familie der
'vat7an> °Pgenomen te worden. Een
jp mn voorgangers heeft namelijk
df.7 sP°tnaam bedacht, 't Is nogal 'n
zich 016 U1^yinding, doch die naam heeft
dP_ nü eenmaal ingeburgerd. Daar aan
Het 7a 1 ge (n heele rij „Briganten".
18 n.l. gebruik, dat men Brigitta eeli
portret schenkt, dat zij dan als een blij
vend aandenken in de Brigantenkamer
bewaart. Vind je niet, dat alle heeren er
recht tevreden uitzien
Nu, daarop kon ik bevestigend ant
woorden. Ik kreeg ontzaglijk veel lust
in dit gezin opgenomen te worden en ik
vroeg, welke pogingen ik daartoe had
aan te wenden.
„De wijze van opvolging", aldus werd
mij verklaard", wordt hier door de al
oude traditie bepaald. De tegenwoor
dige huurder recommandeert een opvol
ger, Brigitta kiest, en de dame boven
beslist."
„Zoudt U mij kunnen aanbevelen?"
vroeg ik eenigszins onzeker.
„Eigenlijk", zeide hij, „had ik een
ander op het oog. Maar dat schijnt me
toch niet den rechten man toe. Of gij
die zijt In 't begin, toen ge wilde schert
sen, heb ik 'n oogenblik getwijfeld. Wij
kunnen n.l. lang niet ieder als een „Bri-
gant" gebruiken. Bijvoorbeeld geen men-
schen met een onverschillig karakter.
Een „Brigant" pleegt veel mede te nemen
uit dit huis, voor hoofd en hart beide.
Hij moet leering trekken uit hetgeen
hij hier ondervindt. Verder moet hij
fijngevoelig en bescheiden zijn. Degelijk
heid is natuurlijk een eerste vereischte.
•„O wee", riep ik.
„Nu", antwoordde hij lachend, „met
U wil ik het wagen. Nu moet nog de ver
kiezing plaats hebben".
„Brigittariep hij luid, 'met teeder-
Wie geen vreemdeling is in het Staat
kundig leven van ons volk, weet, dat
de golven der politiek thans hooger
rijzen dan ooit te voren is aanschouwd.
Het geestelijk erfdeel onzer Vaderen
wordt nog zwaarder dan anders bedreigd.
Voor langen tijd zal worden beslist of
in 's lands wetgeving rekening zal wor
den gehouden met Gods Woord en met
de tradities van ons volk.
Met Gods Woord, het onfeilbare Woord
des Heeren, onzen leefregel voor geloof
en wandel, ook op Staatkundig terrein.
Met de tradities van ons volk, met de
Christelijke grondslagen van onze samen
leving, met de liefde van ons volk voor
ons vorstenhuis en vaderland, met den
eerbied voor het gezag en voor de heilig
heid van het huwelijk, met den ijver
van het Christelijk Onderwijs en met de
trouw aan 's Heeren ordinantiën.
Handhaven wij het erfdeel onzer Va
deren
Handhaven onder biddend opzien
Handhaven in 's Heeren kracht
Handhaven om Gods wil 1
Boven de zangen der revolutie klinken
onze liederen des geloofs. Boven de
Marseillaise en de Internationale davere
het Wilhelmus.
Met mannenmoed en mannentrouw den
strijd doorworsteld.
Met ootmoed voor God Almachtig
Met heldenmoed tegen de mannen van
ongeloof en revolutie
Dan handhaven we het erfdeel onzer
Vaderen I Dan zijn we handhavers bij de
gratie Gods
19 Juni 1913.
Herinnering.
Maandag 23 Juni stemming voor de
Staten in het Statendistrict Vlissingen.
Dinsdag 24 Juni Candidaatstelling in
alle gemeenten van Zeeland voor de
gemeenteraden.
Woensdag 25 Juni. Herstemming in
het Kamerdistrict Middelburg voor een
lid der Tweede Kamer.
Vrjjdag 27 Juni. Herstemming in de
Statendistricten Middelburg, Oostburg en
Goes voor de Staten.
Ds. v. Hoogenhuijze vertelt in De
Nederlander dat in 't district Goes op
zijn verzoek niet gewerkt zou worden
vanwege den Nationalen Bond vanPro-
testantsche kiezers voor Moojen.
heid in de stem.
Het gordijn opende zich, er verscheen
een groot presenteerblad en bijna daar
achter Verborgen, het kleine oudje.
Ik sprong op van de canapé en reikte
haar de hand. Misschien heb ik ook
mijn naam gemompeld en een lichte
buiging gemaakt.
„Nu Brigitta, nu moet u mijnheer
eens goed aankijken," zeide de „Brigant"
lachende.
Als Duitsch staatsburger, die carrière
gemaakt heeft, ben ik dikwijls en gron
dig geëxamineerd geworden. Nu, het
onderzoek, dat de kleine grijze oogjes,
diep verscholen in het gerimpelde ge
laat, instelde, duurde niet lang. Toch
was het niet minder grondig... Overigens
stelde ik de vragen. „Hoe maakt uhet?
Hoe oud is u reeds Hebt u nog familie
betrekkingen Het ging haar goed, ze
was <(73 jaar oud, en van haar familie
leefden nog slechts de kleinkinderen
van een zuster.
Onderwijl had zij het koffiegerij op
genomen, ze vond het jammer, dat we
niet meer gegeten hadden, en verdween
toen.
Toen de deur zich achter haar ge
sloten had, zeide mijn gastheer: „Ik
feliciteer u, u zijt gekozen."
„Heeft ze u dat gezegd?" vroeg ik
verwonderd.
Hij lachte listiglijk. „Gezegd Als men
drie jaar met elkander heeft omgegaan,
dan behoeft men elkander niet alles
De Nederlander berichtte zelfs dat er
vanwege dien Bond niet voor Moojen
geijverd is.
Wij weerspraken dit en zonden aan de
redactie van De Nederlander een exem
plaar van het overal in 't district ver
spreide pamflet „de Koninklijke Weg"
waaronder met groote, vette letter de
aanbeveling voor Moojen stond afge
drukt.
De Nederlander heeft hiervan maar
geen melding gemaakt. Zij heeft 't be
drog blijkbaar met den mantel der liefde
willen bedekken.
Doch wat blijkt nu?
Ds. v. Hoogenhuijze schrijft in De Ned.
van heden dat de man die in weerwil j
van een absoluut verbod toch de adver
tentie van genoemden Bond in de
Goesche Courant ter aanbeveling voor
Moojen plaatste de heer A. C. Boluijt
is geweest.
Wij gelooven meer zullen wij er
nu niet van zeggen dat de nederlaag
der vrijzinnigen in Goes en Hontenisse
voor een goed deel voor rekening komt
van de Siemelinks en Boluijts, aan wier
handen men de leiding van deze ver
kiezingen niet had behooren toe te ver
trouwen.
Overigens blijft het zij met leed
wezen geconstateerd ds. v. Hoogen
huijze mede aansprakelijk voor dezen
loop der zaken, zoolang hij met de
Quasten en andere anticlericalen in bond
blijft optreden, gelijk hij tot hiertoe
deed.
Hij had dienen te begrijpen dat zijn
zwakke stem het wilde krijgsgeschreeuw
zijner ongeloovige, moderne, doopsge
zinde bondgenooten toch niet overstem
men kon, ook al riep hij nog zoo hard
dat zij er maar op los zouden slaan
.doch Lohman zouden sparen.
Geen stemmenruil, maar zuivering van
de politieke atmosfeer.
Het Handelsblad vrijt nu al om de
stemmen der socialisten nadat het ter
andere zijde heeft vastgesteld dat de
rechtsche partijen wel op de socialisten
zullen gaan. Wel een bewijs hoe aan het
redactie-bureau van dat blad hoop en
vrees op den wagen zit. Het blad rekent
uit hoeveel de vrijzinnigen nog winnen
kunnen, indien de socialisten maar hel
pen willen. En wat Enschedé aan
meer in woorden te zeggen."
Daarna gingen wij naar de eerste ver
dieping, om de zaak in hoogste instantie
te doen beslissen. Ik werd daar door een
aan het hart lijdende dame ontvangen.
Zij had een zeer beschaafd uiterlijk, en
aan haar, zoowel als aan de heele om
geving was het te zien, dat zij uit een
geslacht van geleerden stamde. Zij keek
mij aan door haar lorgnet en hield,
ondanks de inspanning, die het haar
kostte, een lange redevoering te hou
den over de degelijke en kalme huur-
ders, die zij gehad had, en verklaarde
zich tenslotte bereid, de beide kamers
voor een maand aan mij te verhuren.
Langer verklaarde zij, aanvankelijk niet
te verhuren aan een onbekend heer, en
wel met het oog op haar trouwe dienst
bode. Als deze het met een heer soms
moeilijk kon vinden, dan wilde zij zich
het recht voorbehouden dadelijk de
kamer op te zeggen,
j Ik werd dien middag wel wat al te veel
en te grondig onderzocht naar mijn zin,
en ik moest nog al wat verborgen en
openlijke vermaningen aannemen. Doch
het woningvraagstuk was nu toch ge
lukkig opgelost; ik kon alles in de
hoede van de trouwe Brigitta aanbevelen
en met gelukkige toekomstdroomen
voor het volgende leerjaar mijn vacantie
I aanvaarden.
j Drie maanden later, op een regen-en
stormachtigen Novemberavond, kwara
ik weder in de Universiteitsstad aan,
gaat, bedelt 't om de socialistische stem
men bij de herstemming voor de Staten
in ruil belooft het dan de liberale stem
men voor den socialist Albarda tegenover
den antirev. Elhorst.
Wij hopen dat niemand in Nederland
ook maar één stem op een vrijzinnige
zal uitbrengen, ook niet in Hoogezand
waar de liberale candidaat Rink zoo
poeslief was tegen den antirevolutionai
ren debater.
Niet stemmen is stemmen op den
tegencandidaat, dat is waar. Maar tus-
schen een verkiezing „niet-steunen" en
een verkiezing beletten is ook een groot
verschil.
De Nederl., die indertijd het den a. r.
kwalijk nam dat zij door deze taktiek
van niet-stemmen de verkiezing van
Duys in Zaandam hebben bevorderd,
zal hiervan wel eenigszins terugkomen.
Dat blad toch schrijft „dat de rechtsche
partijen het in haar hand hebben niet
zooals het Handelsblad reeds insinueert
door steun aan de socialisten te verlee-
nen, maar eenvoudig door zich van stem
men te onthouden de politieke atmosfeer
te zuiveren, en de ware partijverhouding
namelijk de absolute afhankelijkheid der
Concentratie van de sociaal-democraten
eenerzijds,en van ons, aan te toonen".
De vrijzinnigen zijn terecht blij met
den uitslagal is het ook dat zij slechts
enkele harer Kamerleden dadelijk her
kozen zien.
De Nieuwe Courant jubelt„Vaarwel
dus tarief en christelijke grondwetsher
ziening".
Een vrijzinnige spreker te Amsterdam
zong in een concentratie-vergadering na
den afloop dat de Christelijke Zending
nu van de baan was of liever, zooals
hij zich volgens een verslag in het Hbld.
uitdrukte „de kerstening van Indië is
afgeslagen I"
Het lust ons niet naar al deze jubel
kreten te gaan luisteren.
Zij verraden echter wel dat er van al
die voorspiegelingen o.a. van staatspen-
sioneering en intrekking van de invali
diteitswet al heel weinig gemeend is ge
weest.
De ondergrond van den strijd was af
schuw voor het christelijke. Voorwendsel
waren de Staatspensioneering en "het
Tarief.
l half bevroren en geradbraakt door de
lange tocht in een slecht verwarmde
spoorwegcoupé. Ik zocht een witkiel
voor mijn koffer, doch de laatste werd
juist voor mijn oogen in beslag genomen
door den grooten stroom van muzen
zonen, die vooral op dien avond zeer
talrijk waren. Verdrietig stapte ik voort,
met het plan het zware vrachtje zelf
maar naar de niet ver verwijderde wo
ning te sjouwen, toen een magere oude
vrouwenhand aan mijn linkerzijde plot
seling het handvatsel van mijn koffer
vastgreep.
„Maar Brigitta!" riep ik verrast en
eenigszins verwijtend, terwijl ik haar
hand greep. „Waarom blijf je met dit
weer niet thuis
Tu8schen den omslagdoek, die het heele
mensch omhulde, lachte de twee oogjes
mij bij het schijnsel van de perronlam
pen gelukkig toe. Nu gingen wij samen
op pad en stapten door den storm naar
huis.
Op den hoek van een straat kreeg een
felle rukwind haar te pakken en. ik
stond verbaasd, hoe nietig het drie- en
zeventigjarige menschje reeds geworden
was.
Weldra zat ik in mijn behagelijk
verwarmde kamer op de canapé; in de
haard knapten en knetterden de beuken
blokjes, terwijl Brigitta de tafel dekt».
Wordt timiolgd.)