1913 Woensdag 18 Juni. 27e Jaargang NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH ~dë onvergetelijkeT Voorheen en Thans. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN 11 feuilleton. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. •V Prijs per drie maanden franco p.p1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 110 regels 1.—, iedere regel meer 10 cent. fflBEaraS3eBE3BSSS«aEffll BERICHT. Zjj, die 'zich thans op ons blad abpn- neeren, ontvangen de tot 1 Juli a. s. verschijnende nummers gratis. Prov. Staten. (Herstemming 27 Juni.) „De Zeeuw" beveelt ten dringendste aan de navolgende candidaten Middelburg. W. A. DE RIJCKE. H. R. STRUVE. L. J. VAN VOORTHUIJSEN, aftr. Goes. M. NOORDIJKE, aftr. Hulst. Mr. P. DIELEMAN, aftr. C. YSEBAERT. V&I i s s i n g e n. (Stemming 23 Juni.) C. BOONE. Mr. P. DIELEMAN. P. MERCKENS, aftr. 't Was in het jaar 1601. Een jaar te voren had de Prinsenvlag gewapperd op het Vlaamsche strand, waar Maurits den slag bij Nieuwpoort won en thans woei diezelfde vlag, heel aan 't ander eind van den aardbolin de Molukken, bij het eiland Ternate. Daar lag de vloot van Jacob van Neck. Een kloek Amsterdammer uit de 17e eeuw. Een der baanbrekers voor ons gezag in Oost-Indië. De sultan van Ternate was onze vriend. Hij had reeds bij een vorige gelegenheid met de onzen een tractaat gesloten en beloofd, in vrede en vriendschap met de Nederlanders te zullen handeldrijven. Dat wekte den toorn der Porugeezen. Zij dreigden hem te zullen straffen voor zijn afval en 't was net bijtijds, dat Van Neck met de Hollandsche sche pen verscheen, die dan ook enkele weken later op de Portugeesche vloot een schitterende overwinning behaalden. Thans is echter alles stil aan boord. 't Is Zondag en er wordt godsdienst oefening gehouden. Al het scheepsvolk had zich om Van Jeck verzameld, die het gebed deed en de preek lezen zou. Alleen de provoost stond op het dek, om toe te zien, dat Vrij naar het Duitsch van D. Speckmann. (Geautoriseerde vertaling. Nadruk verboden.) -)o(- Bij deze oude bullen is ook een ver weten aanteekenboekje, in slap en ge scheurd wasdoek gebonden, zooals men ze in een boekwinkel voor een paar eenten kan koopen. Sla ik dit boekje epen, en ontcijfer ik de met onvaste 1 l me^ .nHerslechtst potlood en op s echt papier geschreven letters, half 'ergaan door den tijd, dan lees ik daar en °a' P0110' kaas, 1 '/a ons koffie, z"> daarnaast, op dien gescheurden all *ZBn.. Prijzen opgeteekend. En i e Tndzijden zijn door dezelfde onze- gitX" gekwiteerd„Ontvangen, Bri- jjPH koekje is de eenige kostbaarheid, v„„ ,e onvergetelijke, van wie ik U laten Tertellen wil, mij heeft nage- Zij Reet dus Brigitta. Haar familie- i1( .m Weet ik niet meer. Het staat te en, of ik dien wel ooit geweten heb. onzeP n diversiteit, aan welke ik na had ^ing mijn studie voortzette, 1K gedurende een college een buur- geen vreemd volk diet schip'beklom. Onverwachts komt nu de sultan van Ternate aan boord. Hij, de heiden, weet van geen Zondag of predikatie af, maar zooveel merkt hij dadelijk wel, dat die Hollanders bezig zijn hun God te eeren en hun Godsdienst uit te oefenen. En wat doet de heiden? Onmiddellijk geeft hij zijn gevolg be vel, de grootste stilte in acht te nemen. En als liij den provoost in 't oog krijgt zoo vertelt Van Neck zelf in zijn reis verhaal dan zendt hij hem naar bene den bij zijn maats en zelf houdt de vorst met den stok van Justitie in de hand, de wacht op het schip, tot de gebeden en de preek en de dankzegging geheel uit waren, anderhalf uur lang. Zelf was de man een heiden. Maar hij vond het zeer natuurlijk, dat de Hollanders hun God dienden ook, al kwam de sultan zelf aan bpord, i$i*Voor dien godsdienst had hij eerbied. Het was drie eeuwen', later. In Nederland was Re Zendingsijver ont waakt en richtte zich ook op het eiland Java. Dr. Scheurer, thans de afgevaardigde voor Sneekwas naar Djocja getogen en had er het „Petronella-hospitaal" ge opend. He Heere gaf er een geopende deur. Aan den vorst van Djocjacarta had dr. Scheurer eerbiedig maar oprecht te ken nen gegeven, dat hij in zijn hospitaal óók het christendom wilde prediken aan de Mohamedanen. De Vorst vond dat zeer natuurlijk. 't Christendom is immers de godsdienst van het Nederlandsche volk 't is dus te begrijpen, dat een Nederlander zijn eigen godsdienst zooveel mogelijk verbreiden wil. De Vorst hielp zelfs dr. Scheurer voort. Hij schonk hem grond voor zijn hos pitaal en uit den Kraton kwamen pa- tienten van allerlei rang, om zich in dat christelijke hospitaal te laten verplegen. Toen was 't eens op een Zaterdagavond. Daar kreeg dr. Scheurer onverwachts bericht, dat zijn hospitaal de hooge eer hebben zou, den volgenden dag door den Kroonprins met zijn gevolg te worden bezocht Maar die dag was de dag des Heeren. En omiddellijk liet dr. Scheurer den man, die mij door zijn kalmte en beza digdheid aantrok. Hij was iemand van hetzelfde type als onze vriend Herman. Op zekeren dag, toen een groote vloed van geleerdheid van den katheder ons overviel, en hij het ongeluk had zijn pen te breken, kon ik hem van diénst zijn. Van dien tijd af groetten wij elkan der. en wisselden wij vóór en na de colleges soms eenige woorden met elkaar. Tot een nadere kennismaking kwam het niet. De schooltijd liep ten einde. Vóór het begin van een der laatste colleges ver telde ik mijn buurman zoo terloops, dat ik het met m'n onbeleefde en slordige hospita niet langer uithouden kon en vóór den winter nog andere kamers wou zoeken. Doordat de professor binnen kwam, moesten wij ons gesprek afbreken. Onder de les kwam het mij voor, dat m'n genoemde huurman mij herhaalde lijk en nauwlettend aankeek. Toen wij na het college onze schriften en schrijf gereedschappen opborgen, zeide hij tot me„Misschien weet ik 'n goede kamer voor u. Komt U vanmiddag bij me. op de koffie, b.v. tegen 'n uur of drie Ik nam de uitnoodiging gaarne aan en ging op den bepaalden tijd naar hem toe. Het huis, waarin ik hem aantrof onder scheidde zich zeer gunstig van de ge wone studentenkasten, evenredig aan Kroonprins dit mededeelen! De Zondag is de dag, dien wij vieren en heiligen en beleefd werd de Kroonprins verzocht, een Anderen dag te willen kiezen. Wat antwoordde deze mohamedaansche prins Dat hij met genoegen Maandag komen zou En als blijk van tevredenheid gaf hij het hospitaal een vorstelijk geschenk. Die mohamedaansche prins vond het zeer natuurlijk, dat een Hollander, een christen, voor zijn christelijken godsdienst pal staat. Er voor ijvert. Propaganda maakt. Den Vrijdag niet onderhoudt, maar den Zondag wèl Heiden en mohamedaan hebben eer bied voor den Nederlander, die te allen tijde durft toonen, een getrouw dienaar te zijn van zijn Koning en Zaligmaker, Jezus Christus. Het is nu 't jaar 1913. Een storm is opgestoken tegen de christelijke zending in onze Oost. Die storm woedt in Indië onder de Europea nen en in ons land onder de vrijzinnigen van alle gading. Het is een stembusstorm. Onze christelijke Regeering moet ver dwijnen Idenburg, de kloeke belijder moet onmogelijk worden gemaakt en een vrijzinnig bewind moet Indië weer re- geeren op de oude manier. Welke was die manier In Atjeh heeft de vrijzinnige regeering van het christelijk Nederland op 's lands kosten een Mohamedaansche tempel gebouwd. Over de waterwerken in de Solo-vallei liet diezelfde regeering een mohame- daansch priester den zegen van Allah af- smeeken. Locomotieven op Java werden op Mo hamedaansche wijze gewijd en geheiligd. Zóó deed onze vrijzinnige regeering. En toen dr. Scheurer in Djocja op een voudige wijze aan zijn patiënten wat wilde voorlezen uit den Bijbel, toen waren het niet de pangerangs en rijksgrooten, maar het was de resident van Djocjaniet dus de Mohamedaan, maar de vertegenwoor diger van het Christelijk Nederland, die het niet hebben wou. Jarenlang mocht in datzelfde Djocja het Evangelie niet gepredikt worden. En nu pas, onder Idenburg, is eindelijk ook deze deur voor de Zending geopend. D&t is de vrijheid in Indië ons financiëel draagvermogen. Weliswaar waren de meubelen wat ouderwetsch, doch het was duidelijk te zien, dat ze eens tot een rijkere huishouding behoor den. In plaats van de ijselijke olieverf schilderijtjes, waren de wanden versierd met een paar mooie kopergravures. Men kwam in de kleine, maar vriendelijke en heldere kamer onwillekeurig in een behagelijke stemming Nauwelijks had ik op de canapé plaats genomen, of schuin tegenover mij werd een zwaar gordijn geruischloos opzijde geschoven en een krom oud vrouwtje kwam op haar vilten pantoffeltjes bin nengegleden. Haar gezichtje was gerim peld en verschrompeld, als een appel van het vorige jaar, die nog in een hoekje van den kelder gevonden wordt, wanneer de nieuwe oogst ondergebracht wordt. Zij groette haast onverstaanbaar, dekte de tafel en verdween weer even stil, als ze gekomen was. „Ge hebt een beminnelijke kostjuf- frouw," zeide ik schertsend, toen het gor dijn weder achter de wonderlijke ver schijning dichtgeschoven was. Doch hetzelfde oogenblik had ik deze woorden weer gaarne teruggenomen, want mijn gastheer beantwoordde ze niet met een lach, doch zag mij bevreemdend en mis noegd aan, en het eerste halve kopje koffie, hoe lekker ze ook was, gebruikten wij onder een koud zwijgen. Moet die vrijzinnigheid 't weer winnen? Ieder weet wat ons dan te wachten staat De vrijzinigen, in Indië en Nederland, maken een gróót geweld tegen waf 'we kunnen noemen den Idenburg-Koers. De heer Lokman heeft het zoo naar waarheid in de Kamer gezegd Gouver neur-Generaal Idenburg is „fijn" en dat kunnen de vrijzinnigen niet dulden. Hij gaat geregeld naar de kérk. Hij zit aan met dominees en zende lingen. Hij eischt een ingetogen levenswandel. Weg met dien „fijnen" Idenburg is nu de leus Verbeeld ueen gouverneur-generaal van onze Oost, die aan een Bond van christelijke „jonchelingen"opzijn landdag een telegram van gelukwensch zendt Die man, opperlandvoogd iji de Oost. De „Öost", die het liberalisme immers in eeuwigdurende erfpacht had Weg daarmee is de leus. Wat zullen wij dan doen Wat anders dan staan, als een man, om het chjristelijk regeerbeleid in onze Oost te behouden. Wakker dan, en waaktO. C. Provinciale Staten van Zeeland. Slot. In verband met het vorige voorstel stellen Ged. Staten voor 'n geheel nieuwen steiger te Hoedekenskerke te maken, waarvan de kosten worden geraamd op f33,000. Ged. Staten stellen voor de bepaling der plaats, waar die steiger zal komen aan hen over te laten. Ged. Staten doen aanjde Provinciale Staten 'mededeeling van de uitvoering van het besluit genomen in de najaars zitting ten opzichte van de verbinding tusschen Noord- en Zuid-Beveland en van de onderhandelingen, die gevoerd zijn met de beide veerschippers, die gaarne genegen bleken, den veerdienst met een motorboot voor eigen rekening te exploiteeren en zich bereid verklaar den ieder een pacht van f 450 per jaar te betalen. De winst uit het bedrijf wordt geschat op f2855, hiervan zou eerst 4 pet. aan de, pachters komen als rente van f14000, ^zijnde benoodigd voor de aanschaffing van een bootvan het restant zou hun 30 en de Provincie 70 pet. toekomen. Noodig is echter het herstel van de steigers te Kortgene en Wolphaartsdijk, Toen ik over de reden van mijn bezoek begon te praten, zeide hij, dat hij plot seling besloten was aan het einde van het leerjaar van Universiteit te verwis selen, zoodat z'n kamer open zou komen. Hij liet mij toen ook de aangrenzende slaapkamer zien, waarin een heerlijk ledikant stond met opvallend fijn lin nengoed. De huurprijs, die hij noemde, was, een en ander in aanmerking ge nomen, zoo laag, dat ik mij dadelijk verheugd bereid verklaarde, zijn opvol ger te worden. Doch lachende zeide hij: „Ja, dat geloof ik graag; maar zoo ge makkelijk gaat dat niet. Uw aanvrage moet in drie instanties onderzocht en goedgekeurd worden." „In drie instanties?" herhaalde ik verwonderd en niet weinig nieuwsgierig. „Ja. In de eerste plaats natuurlijk mijn bescheiden woord; verder de toe stemming van het oude meisje, dat ons zooeven de koffie bracht. Brigitta heet ze; en tenslotte die van de eigenares van dit huis, een oude professorsdochter, die op de eerste verdieping woont." Ik verzocht om nadere opheldering en vernam toen ongeveer het volgende: Brigitta had een halve eeuw in dit huis bij een professorsfamilie gediend, van welke nog slechts een alleenstaande dame was overgebleven. Toen de ouder dom zijn gebreken meebracht, moest deze dame eindelijk een jongere dienst- het "maken van middenbruggen en stei gertjes. Al deze werken samen zouden f9580 kosten. Ged. Staten stellen voor in dezen geest te besluiten. Vervolgens stellen Ged. Staten voor grenzen vast te stellen der werken tot zeewering en oeververdediging van de calamiteuzen Moggershilpolder het adres van de Nederlandsche ver- eeniging tot afschaffing van alcohol houdende dranken, om het gebruik van die dranken op Provinciale werken te verbieden naar hun college te verwijzen te verhoogen het renteloos voorschot van wegsverbetering aan den polder St. Jansteen en dit te brengen van ten hoogste f 9285 op f 11085aan de ge meente Serooskerke, (Walcheren) een renteloos voorschot van ten hoogste f14000 te verleenen voor wegsverbete ring af te wijzen het verzoek van den A. N. W. B. om het beginsel prijs te geven, dat niet voor de tweede maal een rente loos voorschot wordt verleend tot ver betering van een weg, waarvoor reeds eenmaal een renteloos voorschot is ver leend. Van de gemeenteraden van Breskens, Domburg, Aardenburg en Aagtekerke en de besturen van den Polder Walche ren en den Anna Jacobapolder waren adressen van adhaesie ingekomen, met dit laatste verzoek. Ged. Staten stellen voor een wijziging tej brengen in de voorwaarden van den wagendienst TholenSt. Maartensdijk, waardoor het mogelijk is die subsidie uit te betalen. Vervolgens om f70 subsidie te ver leenen aan E. Weemaes te Clinge voor de jaren 1913, '15 en '16 voor den wagen- dienst HulstNieuw-Namen, en f200 aan J. J. Jeronimus te Wissenkerke voor zijn wagendienst WissenkerkeKortgeensche veer. Volgens het desbetreffende verzoek stellen Ged. Staten de termijn van in exploitatie komen van een stoomtram weg BrouwershavenBurgh andermaal te wijzigen en thans te bepalen op 1 October 1914. Vervolgens wordt vastgesteld de ver koop van een sloot langs den weg Oost burgZuidzande en van grond aan den weg BuitenlustGroede. In verband met het gebrek aan plaats in het krankzinnigegesticht Vrederust te Bergen-op-Zoom, stellen Ged. Staten bode hebben. Aan den avond van den dag, waarop het vijftigjarig dienstjubi- leum van Brigitta gevierd werd 't was in een ontspanningsoord, bij koffie en koek trachtte zij haar oude dienst bode met mooie woorden het vrije en zorgelooze leventje in het stedelijke oudevrouwenhuis uit te schilderen, en zij gaf haar den vriendelijken raad zich daar in te koopen. De helft van haar opgespaarde centjes zouden daartoe reeds voldoende zijn. Eerst begreep de oude haar meesteres in 't geheel niet. Toen het haar tenslotte eenigermate duidelijk werd, was zij als versteend. De daarop volgende dagen verrichtte zij haar gewonen arbeid slechts werktuiglijk, eten en drinken raakte zij nauwelijks aan. Nadat de dame de oude ziel eenigen tijd had laten begaan, om haar aan de gedachte te doen ger wennen, kwam zij op de zaak terug. Doch Brigitta vertelde snikkend van wijlen den geheimraad en van mevrouw zaliger gedachtenis en hoeveel vreugde en droefheid zij hier in dit huis reeds had meegemaakt. Smeekend verzocht zij haar toch niet te verstooten en in het gebed tot God, droeg zij in alle eenvoudigheid, hare belangen aan Hem op. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1