hr?^* «J iman No. 215 1913 Zaterdag' 14 Juni. Jaargang NIEÜWSBLAD VOOR ZEELAND. N. •liman. HISTORISCH Ij. plaziee. GHRISTELIJK- hSE!ffis>| •komen. tot 5 uur. C. M. N00RDH0EK. DE ONVERGETELIJKE. Uit de Pers. U a,„ VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN WISSENKERKE. Gelijk recht voor sommigen. INGEZONDEN STUKKEN. flat Punten 41. ug aandacht L4 z|jn deze drie rtwaaj 'ning derK0nfj!®Vooi ?ratie Gods di f1 in de vrlje anhn fs"el fling van het Kit11' Kiesrecht voJ01 Ihet zich aan den B<? J fctmne daarin vo05?l pntenis, dat alle i? .1 ook zö niet regeeSJ Mcht, maaralle ,1 eft: door«ö?ea lid Is^hd de r-" n bare school en ïttift| Vet te kunnen vai ll 102 $!/00rgestJ 1 192 hat mogelliif m buders - indienJ,l .ttelük beduidend aan! 'OU op rQkskostenl keuze, vanhunkeurf [re, heizij Hervormd! phersch of Neutraal ten nu ook de Christe-I mogelijk wordt. 1 puteen ander kies (niching. in hetK J voel moois. lmmeJ ;'-amg spreekt uit. J Irdiging niet mag on. uachen geld of g0(l antiëu die zijn i0TOJ It het kiesrecht g?0tl( maar een plicht er ;te komen b[] de (Ker sen die ons zijn toe. het kiesrecht niet in- 'idu is, maar voort-1 |m rustende verplich-1 im een dusgenaamd noch ter wille van |ngen,het recht i Szinaleven, dat ond», aden de primordiaal j [erd9kring is, m komen zal aand ^venwel het mooiste I ar stellen. Nu zullen |it rechtsche kabinet partijen met min- ier behoeven te t heeft de school Span verdeeld. 0 indien op dit terrein rorden gesloten, en |rde in dit jubeljaar itiooale onathanke. konden ineenslaan in meerdere brood- i [t op een herstem- raarscbijnljjk niet j |te stemming ma; zan Rechts thuis- In dus ter stembus leht op het district GOES [vaardigde farteeuw met eere H. Centrale, V. OEVEBÏÏ' hebben candidaat en voortzetting Jven. |vereeniging 7oorz. Secr. U IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel meer 10 cent. De Zeeww steunt voor den gemeente- aad de candidatuur van 14 Juni 1913. De uitslag. De uitslag in Zeeland is, gezien de schrikkelijke propaganda der vrijzinnigen en de geestdriftige aanvallen der S. D. A. P., ons niet tegengevallen. Er was reden om te vreezen, dat niet alle aftredenden terstond zouden herko zen wordenen dat de poging om nieuwe zetels te winnen niet bij eerste stem ming zou kunnen geschieden. Daarom verbaast het ons niet, dat Middelburg niet in eenen omging, ge lijk 't den liberalen niet verbaasd zal hebben, dat hun candidaten niet terstond Blaagden. Dat Goes drie van de vier zetels voorloopig behoudt geeft stof tot danken. Dat Hulst niet terstond den bekwa men, populairen gedeputeerde, mr. P. Dieleman, herkoos is spijtig voor de leiders der verkiezingen, die nu weer opnieuw aan 't werk moeten, Maar de kans blijft groot dat mr. Dieleman er bij de herstemming wel met een mooie meerderheid komt. Dat Dekker, Mulder en Wondergem er reeds bij eerste stemming kwamen, is een tegenslag voor de vrijzinnige werkers in 't district Goes doch tevens een voldoening voor de propagandisten der drie rechtsche provinciën. Groote lof komt toe aan de jonge, ijverige helpers van de R. K. propa- gandaclub voor hun krachtigen steun, en aan de trouwe hulp door Chr. his- torisclien en R. K. verleend. Wij zijn dankbaar voor de aanvanke lijk behaalde zege, doch voegen er bij niet voldaan. In Tholen werd jhr. De Casembroot herkozen, doch wij mogen zeggen met het vooruitzicht dat dit de laatste maal zal zijn. Indien Tholen eindelijk eens tot meer algemeene, krachtige or ganisatie en ordening der krachten komt, kan het met Brinkman over zes jaren best slagen. In Goes moet van nu af voor Noor- dijke, in Middelburg mr. v. Voorhuijsen, m Hulst mr. Dieleman en Ysebaert worden gewerkt, tot aan den middag van den 23en. feuilleton. Vrij naar het Duitsch van D. Speckmann. (Geautoriseerde vertaling. Nadruk verboden.) „Groote gedachten herhaalde mevrouw Klara half vragend. „Ik be grijp het, dat een Goethe eens zoo schreef, laar Ludwig Richter Ludwig Richter en groote gedachten? Een rein hart, o zeker, Maar groote gedachten Zij schudde het hoofd. „Hij wil er slechts bescheiden om bid- aen', bracht de dokter in het midden, terwijl hij lachte. "Ij1 ernst!" zeide zij, „deze vraag boe zemt mij veel belang in. Mogen wij een man als Ludwig Richter groot noemen jl®! was haar tegenpartij aan te zien, at hij slechts ongaarne op deze vraag ging. Doch het kon wel niet anders, Ai onhoffftlijk schijnen. „Als slechts die menschen groot zijn, m ontdekkingen en uitvindingen doen, i oe cultuur belangrijk omhoogvoeren, an behoort Richter zeker niet onder de n'°+v!i' ^ar waarom zouden wij ook et hem groot noemen, die nog heden ïzenden en honderdduizenden door zijn jne, eenvoudige, echte kunst de oogen Pent en hen uit den dagelijkschen sleur En dan moet van nu af geijverd, dat in Middelburg De Rijcke en Struve boven hun vrijzinnige tegencandidaten blijven, zoodat zij met v. Voorthuijsen mogun ge kozen worden. Wij houden goeden moed, al mogen wij niet verhelen, dat de vrijzinnigen, en vooral de S.D.A.P., dank zij hunne stille propaganda in Januari en hun krachtig optreden thans, een groote schrede hebben j vooruitgezet op den weg naar een linksche meerderheid in Zeelands Staten. Gewaakt en opgepast De liberalen, schoon vrijzinnig gehee- ten, zitten onder de lak of loopen aan den leiband van het' machtige corps openbare onderwijzers. Hoe dansen de liberale candidaten in de groote steden vooral naar het pijpen jdezer heeren I In kiesvergaderingen waar candidaten ge steld moeten worden voor gemeenteraden moeten de liefhebbers in gloeiende be woordingen van hun liefde voor de open bare onderwijzers en derzei ver beurs ge tuigenis afleggen. De bond van (openbare) onderwijzers, onder socialistisch bewind, is de groote roervink, voor wien de libe rale autoriteiten beven. Men kan dit zelfs in kleine plaatsen opmerken. Het libe ralisme zit onder de plak van den rooden onderwijzer. Deze heeft het, bij monde van den bekenden Ossendorp, onder toe juiching van heel de bent, aan de recht sche meerderheid bereids beteekend, dat haar laatste uur naderende is, dat zij me't haar laatste verschooning loopt, en, door hun toedoen, straks door een vrijzinnige meerderheid zal worden vervangen. Natuurlijk moet van een dergelijke hulp de vrucht zijn dat de traktementen weer wat naar boven gaan, en de schat kist weer eenige miljoenen 's jaars meer zal laten. Terecht schreef een onzer bladen de Nieuwe Provinciale dezer dagen de roode onderwijzers hebben de con centratie aan den ketting. Maar nu heeft de „slaaf" het ge waagd even aan dien ketting te rammelen. In Den Haag namelijk heeft de vrij zinnige gemeenteraad, onder protest na tuurlijk van de sociaaldemocraten en een paar tegen hen opbiedende niet-socialen, afkeuring uitgesproken over een revolu tionaire uitdrukking in de Schoolbode. Onder de officieele mededeelingen in dit blad van de openbare onderwijzers stond o.a. dit advies te lezen opheft en begeestert. „En wiens echte vroomheid ons het hart verwarmt en ons geloof versterkt", ging de dominé voort. „En wie zou ons ons vaderland, ons volk en onze kunst zoo doen kennen en liefhebhen als de meest vaderlandslieven de kunstenaars, die wij hebben I" voegde de professor er aan toe. „En, Klara, herinner je maar zijn kin derportretten Slechts oogen, hart en hand van een groot kunstenaar kunnen dat lieve kleine goedje zoo zien en uit beelden", zeide mevrouw Elisabeth met warmte. „Wij hebben thuis", alzoo mengde mevrouw Emilie zich in het gesprek, „z'n „Bruidstoet in de Lente", we hebben er een prachtige lijst om, want 't is nog een huwelijksgeschenk. Een mooier schil derij hebben wij in ons heele huis niet En we hebben toch veel mooie schilde rijen Niet waar, lieve man „Zeker, Emilie". „Ik had niet kunnen denken", merkte mevrouw Klare hartelijk lachende op, „dat Ludwig Richter thans nog zulke warme vrienden had". „II ziet", riep de professor uit, wien het het gesprek bijzonder interesseerde, „de man evenals zijn kunst, is door en'door echt. Wat echt is, dat blijftBoven dien valt het mij juist in, dat Richter zelf eens zich over deze vraag heeft uitgelaten. Mag ik het boek eens even hebben Ik „Wijst uwe collega's niet-aangeslotenen op hun natuurlijke vijanden de hoofden der scholen en haalt ze uit het N. O. G." Deze zinsnede lokte op de vergadering der schoolcommissie protest uit van de zijde van een lid dier commissie, den heer De Booy. Hij wilde, dat de school commissie zou opkomen tegen zulk schrijven. Maar de commissie wilde, of beter gezegd durfde zich niet uitspreken. Alsof dit de weg was om de juiste verhoudingen te herstellingen. De gemeentebesturen moeten, in de groote steden althans, de hoofden tegen de onderwijzers in bescherming gaan nemen, waar vroeger wel eens het om gekeerde 't geval was. De Ned. schrijft Gelijk recht voor allen, is van ouds steeds de schoone leuze geweest van alle vrijzinnige pharseologen. Wij hebben in den schoolstrijd moeten ervaren wat deze spreuk' in de practijk der vrijzinnigheid, beteekent Wil men een proefje dat de oude vrijzinnige opvattingen op dat punt, die over ons volk zoo nameloos wee hebben gebracht, nog onveranderd gebleven zijn Lees dan wat mr. Kappeyne van de Coppello, onverdraagzame zoon, een on verdraagzaam vader ten volle waardig, volgens het Handelsblad in een verkie zingsmeeting in district IV te Amster dam ten beste gegeven heeft „In een verkiezingsblaadje leest spreker een artikel „Het nadert". Daarin wordt gewezen op de Statenverkiezing. Naar aanleiding daarvan zegt spreker, dat 36 pet. van de leden der Eerste Kamer uit katholieken bestaat. Dit is een kenschet send verschijnsel. Spr. zou er niets op tegen hebben als een of meer sociaal democraten in de Eerste Kamer kwamen en Spr. mag dit zeggen, omdat in het concentratie program als desideratum evenredige vertegenwoordiging staat geschreven". 36 pet. der Eerste Kamerzetels... dat is immers juist (neen, nog iets minder dan) het getal dat de Roomsch-Katho- lieken bij evenredige vertegenwoordiging zou toevallen? Maar dat vindt de heer Kappeyne van de Coppello een „ken schetsend" verschijnsel.hetgeen zoo- zal 't wel vindenEen oogenblikje ge duld Hier heb ik 't al„Kwam mijn kunst niet onder de leliën en rozen op den I top van den Parnass, dan bloeide zij toch op hetzelfde pad langs de wegen en de hellingen, langs de hagen en in de weiden, en de reizigers verheugden zich daarover, toen zij aan den weg uitrustten, de kinde- I ren maakten er ruikers en kransen van, en de eenzame natuurvriend verkwikte zich aan de lichte kleuren en haar geuren, die als een gebed ten hemel stegen. Zoo heeft het God behaagd, en mij is op tevoren onbekende en ongezochte wegen, meer ten deel gevallen, dan mijn stoutste wen- schen hadden kunnen droomen. Soli Deo GloriaGod alleen zij de eer 1" „Kinderen," riep de dokter, „deze man kan schrijven 1 Aan deze kleine proeve merkt men reeds, dat hij gevoel voor de muziek van onze taal bezit." „Is het soms een zeer godsdienstig boek Hiermede wendde de burgemees ter zich, eenigszins wantrouwend, tot den professor. „Ja zeker," gaf deze hem ten antwoord, „er komen vele gedachten in voor, die uit het vrome gemoed van Richter zijn opgeweld. Doch ook zijn vroomheid is echt, evenals zijn kunst en zijn gansche per soonlijkheid. Ze geeft warmte aan het boek, diepe innerlijkheid, die onze ziel met dankbaarheid vervult." De dokter was overeind gesprongen. veel zeggen wil alsmenschen, let op de schrikbarende toename van den Room- schen „invloed". Daarentegen: dat er meer socialisten in de Eerste Kamer komen.uitstekendhet concentratie program stelt immers evenredige ver tegenwoordiging als desideratum? Voor de Roomschen geldt echter de billijkheid van de evenredige vertegen woordiging volgens de wijsbegeerte der concentratie niet. Dat zijn out-laws, Die staan buiten het gemeene recht. Typisch nietwaar, hoe de tyrannische gezindheid der vrijzinnigheid zelfs door den mantel der evenredige vertegenwoor diging niet bedekt wordt. (Wij merken De Nederl. op datKap- peijne geen zonen heeft nagelaten. Hij is ongetrouwd gestorven. Red. Zeeuw.) Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Mijnheer de Redacteur. De vorige week is door den Bond van Ned. Ond. afd. Middelburg, Vlissingen en Goes een courantje verspreid getiteld „De Openbare School". Toevallig kwam deze courant ook in mijn handen en daarin las ik enkele dingen, die weer voor de zooveelste maal een treffend bewijs leveren, op welke wijze men van die zijde des oningewijde iets tracht wijs te maken, vooral in deze dagen. Het lust ons niet op den ganschen inhoud in te gaan, doch naar aanleiding van 't artikel „De Wet Kuyper en haar gevolgen" wenschte ik toch 't een en ander te zeggen, omdat daarin zulke enormiteiten verkondigd worden, dat men zich niet kan voorstellen, hoe men schen die zich, vooral in deze dagen uitgeven, voor de leiders der toekom stige leden der Maatschappij zoo iets durven neerschrijven. Het artikel begint met te spreken over de kleine schooltjes, en dat het oprich ten van verschillende sectescholen en schooltjes nu eerst recht beginnen zou en dat dit het rijk verbazend veel zou kosten. De voorstanders van het bijzon der onderwijs meenden echter, dat het met die verbrokkeling èn versnippering zoo'n vaart niet loopen zou en lieten niet na die meening bespottelijk te maken. De geschiedenis heeft echter de voor standers van het openbaar onderwijs heelemaal in het gelijk gesteld. M. de R. mag ik met een eenvou- „Er zijn genoeg woorden over gewis seld!" riep hij uit, „het staat vast, dat dit boek en geen ander het eerst wordt gelezen! Hebben allen hun koffie al uit gedronken GoedDan niet lang ge draald, voorwaarts, marschMet vader Richter het bosch in In het hoogopgaande woud, vol zo mergeuren en doorstraald met heerlijk zonnelicht spreidt zich een glanzend groen kleed van boschbessen uit. Mevrouw Elisabeth heeft op verzoek van den dokter voor vandaag de taak op zich genomen. Zij leest met haar zachte, warme, bezielde stem, wat Ludwig Rich ter van vader en moeder vertelt; en van grootvader en grootmoeder Muller van hun winkeltje, dat „geheimzinnige plekje vol heerlijkheid" met de stroop kan, welker zoete inhoud sierlijke slin gers op het daar onder gehouden brood draaienvan hun tuin, dien verrukke- lijken tuin vol geurende rozenstruiken De toehoorders kunnen zich spoedig in deze heerlijke omgeving verplaatsen. En eenmaal binnen zijnde, vindt de een hier, de ander daar een deurtje, dat hen in hun eigen land der verbeelding binnen leidt. En als Ludwig Richter zwijgt, dan wellen allerlei herinneringen op, eerst flauw en schuchter, doch steeds leven diger, en bij het vertellen met liefde en warmte geschilderd. Dankbaarheid, wee- dig statistiekje eens laten zien hoe „heele maal die voorstanders in 't gelijk ge steld zijn". Aantal scholen voor gewoon L. O. mét minder dan 40 leerlingen. Openb. Scholen. Bijz. Sch. 1 Jan. 1904 209 6.5 °/0 81 5.1 °/0 1905 207 6.3 72 4.4 1906 203 6.2 61 3.6 1907 206 6.3 66 3.7 1908 218 6.6 63 3.3 1909 214 6.5 54 2.7 1910 236 7.1 52 2.5 1911 248 7.5 48 2.3 Conclusie Het aantal kleine schooltjes is prb- centsgewijze bij het Openb. Onderwijs 3 m. zoo groot als bij het Bijzonder Onderwijs. Het aantal kleine scholen is bij het Bijz. Ond. sedert 1905 niet toe genomen doch juist tot de helft geredu ceerd, niettegenstaande het aantal sterk vermeerderde. Nog een conclusie Van het totaal aantal scholen in 1908 4159 waren 271 „kleine" d.i. 6.5 pCt. In 1911 van 5363 waren 296 „kleine" d.i. 5,5 Het totale aantal is dus niet toe maar afnemende. Ik kan niet begrijpen, M. d. R., hoe men met deze cijfers voor zich nog durft te spreken van „heelemaal in 't gelijk gesteld." Nog grooter echter is de leugen in 't bewuste artikel, waar met vet gedrukte letters te lezen staat: „De Schoolver- eeniging krijgt bijna haar gebouw van den Staat cadeau", en dat komt dan door het bewuste „Bouwwetteke." Och, waarde Bondsleden, als "dat waar was, zouden we heusch zoo hard niet behoeven te strijden, want dan was er tenminste weer een schromelijke ongerechtigheid minder en waren we al een Hinken stap nader tot gelijkstelling. Hoe is dan de waarheid? Ik zal een voorbeeld nemen uit een onzer groote steden. Stel een school van 475529 leerlingen. Deze krijgt vergoed per jaar van het Rijk f 2008 (zoo deze n.l. behoort tot de le en 2e klas Person. Belasting, anders f 1506). In Utrecht heeft men zulk een school gezet voor plm. f 40000. Een openbare van dezelfde grootte aan de Timorkade in diezelfde stad maar f 88000 d.i. f 48000 meer. 't Schoolbestuur in U. krijgt dus c.a. 5 pCt. van de bouwkosten per jaar. En dan beweert 't bewuste artikel, dat er 62 'h pCt. vergoed wordt. Op'toogen- blik wordt dus alleen de rente van 't moed, blijmoedigheid, humor, en alles wat een vroolijke en rijke jeugd mee brengt, ontmoeten elkander daar onder het hooge geboomte, uit hun tent ge lokt door de van dit boek uitstralende warmte. Van dezen middag af was Ludwig Richter-hun dagelij ksche begeleider, en de verrijking van hoofd en hart door dit gezelschap werd steeds met groote vreugde door de vrienden genoten. Zij werden gesterkt in het gevoel hun ner saamhoorigheid, zij. luisterden naar den hartslag van hun volk en voelden zich meer en meer bekwaam voor de taak, die hun straks weder zou wachten, waar zij het op prijs leerden stellen een bescheiden aandeel in den strijd tot zedelijke verheffing van hun land en volk te hebben. De vier vrienden herdachten ook nog den tijd, dien zij tezamen in de kleine universiteitsstad hadden doorgebracht, en spraken van hun vroegere idealen en droomen, ontgoochelingen en beperking en, die het latere leven met zich brachten en over datgene, dat nog tot op den hui- digen dag overgebleven was uit die vroolijke, onbezorgde dagen. En op den terugweg weerklonken de met de kracht der overtuiging uitgejubelde studenten liederen door de hooge hallen van het woud. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1