No, 207 1913 Donderdag 5 Juni. 27e Jaargang NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND CHRISTELIJK- HISTORISCH li arbeiders to liel nieuwe Tariei. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN V 1EDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.—, iedere regel meer 10 cent. II. Het ontwerp-Kolkman laat voorts'den invoer vrij van eerste levensbehoeften, die in Duitschlandbelast worden. Niets is daarom minder juist dan de bewering, dat het aanhangige wetsvoorstel vooral „een aanslag op de, zakken"der minder bedeelden" is. Geheel vrij blijft de" in voer van brood, beschuit, granen, meel, bloem, rijst, ongebrande koffie, vee, versche, gezouten en gedroogde visch, eieren, erwten, boonen en andere peul vruchten, versche groenten, aardappelen, reuzel, potkaas, steenkolen, cokes,'^bri ketten, naaimachines, breimachines, enz. Vrij wordt de invoer van tot dusver belaste artikelen als sinaasappelen en citroenen. Niet verhoogd wordt het recht op ingevoerdjrund of kalfsvleesch, worst, kaas (bij een engros-prijs van niet meer dan f30,krenten, vijgen (mits in colli's, en bevattende meer dan 10 K.G.) Koek- en banketbakkerswerkthee geraffineerd' zout, (niet verpakt voor den verkoop in het klein); azijn; vruchten siropen; limonade-gazeusetabak (in rollen en bladen), enz, enz. Tal van ar tikelen, bijv. margarine, boter, die om de een.of andere^,reden in de lijst van belaste; producten zijn opgenomen, wor den niet voor verbruik ingevoerd. Eenige prijsverhooging valt hier absoluut niet te duchten. Telkens wordt met de belangen jler minder gegoeden rekening gehouden. Zoo bijv. bij de heffing van een recht op druiven, dat gedurende de maanden van 15 Augustus tot 14 October belang rijke lager zal zijn dan in andere tijden van het jaar. Het zalft in die maanden van f10,tot op f2,50 per 100 K.G. Waarom deze regeling Omdat in dat tijdsverloop de goedkoope druiven wor den ingevoerd, die ook door de breede volkskringen wel worden genuttigd. Bij tal van andere posten is eenzelfde diffe- rentieering gevolgd. De luxe-artikelen worden tamelijk zwaar getroffen, de min dere soorten laag belast. Men schermt met het nieuwe recht van f 3,per stuk op „paarden voor de slachtbank". Ver geten wordt echter, dat het recht op paardevleesch (versch, bevroren of gezou ten,) thans belast met f 6,per 100 K.G. wordt verlaagd tot f3,Men zal dus straks wel meer paardevleesch gaan in voeren eri minder levende slachtpaarden. Hoe nren ook over dit recht, gegeven 'net oog op den accijns moge denken, bet nadeel voor den verbruiker is wel uiterst gering. Gerookte visch f 5.per 100 K.G. Vaar hebben wij hier te lande geen uitstekende rookerijen? Moet dit in het buitenland geschieden Immers neen Schildpadden, kreeften en oesters, f25,— de 100 K.G. De arbeiders eten deze weeldespijs niet! Tegen dit recht kan men wel moeilijk bezwaar maken! Maar het oude recht op ingevoerd varkensvleesch en spek wordt hersteld, uu Amerika een met ons land gesloten tractaat opzegde. In de laatste jaren was •ut recht f 1,de 100 K.G. Thans wordt Het weer op f 1,25 gebracht. Laat ons Maar eens aannemen, dat nu ook de prijs weer met een kwartje de 100 K.G. wordt verhoogd. Dat is dan een nadeel voor den consument, evenals het recht van '3,cle 100 K.G. op ingevoerd vet. Het recht op goedkoop aardewerk Wordt van 5 op 6 pet. gebracht. Van lucifers, thans belast met 5 pet, zal voortaan f 5,de 100 K.G. worden ge heven. Zeep komt van fl,op f2, 100 K.G. op f2,en f4,de 100 H G. Luxe-zeepen worden zwaarder ge troffen. Van deze rechten is ongetwijfeld uitbreiding der binnenlandsche nijver heid te wachten. Hetzelfde kan gezegd van de rechten up klompen (10 pet. der waarde) meu belen (van 5 gebracht op 12 pet.)zooi en riemleder, (de z.g.n. weltings blijven vrij); schoenen (van 5 op 12 pet.); manufacturen van 5 op 10 (pet.klee- dingstukken (van 5 op 12 pet.hoeden (van 5 op 12 pct.).^ï^^ Mr. Van Best, lid der Tweede Kamer voor Eindhoven, heeft aan de^hand van een door den heer Ilelsdingen) gepubli ceerd; _arbeiders-budget van f 16,per weekj voorgerekend, dat het nieuwe tarief voor l een arbeidersgezin, bestaande uit man,) vrouw en drie kinderen, hoogstens neer 'zou kunnen komen op een meerdere uitgave van f2,66 peiyjaar. De heer Van Best nam hierbij aan, dat de prijs van a velCjj artikelen met het volle recht zal verhoogd worden Natuurlijk (zal dit in werkelijkheid niet het geval, zijn. (Het gevolg van nij verheidsbescherming, is niet zelden, dat de prijs van een artikel na korten tijd daalt. De heer Jannink heeft dit iif het jaar 1904 in zijn jfprae-advies voor de Vereeniging voor de\Staathuishoudkunde en de Statistiek met een beroep op zijn practische ervaring, op duidelijke wijze aangetoond. Hij schreef „De grondslag der waarheid, dat be scherming niet duur maakt, is gelegen in het feit, dat het een regel is dat hoe verder producent en consument jvan elkander verwijderd zijn, de winst des te grooter, hoe dichter bij elkander, de winst des te kleiner wordt, die vanjde consumenten van afgewerkte artikelen gevorderd kan worden. „Het buitenlandsche goed moet niet alleen dikwijls door drie of vier tusschen- handen gaan, voor dit de consumenten bereikt, npiar het is mede een hoofd factor dat dientengevolge de fabrieksprijs een diep geheim blijft, waardoor cle winst dikwijs ongelimiteerd is". „Wordt tengevolge van beschermende rechten daarentegen een artikel in het binnenland vervaardigd (en gebruikt) zoo duurt het niet lang, of de fabrikanten zien elkander de kunsthaf, het artikel wordt spoedig aan alle winkeliers, groot en klein, aangeboden en kan per slot, door de onderlinge concurrentie der fa brikanten, met eene kleine winst verkocht. „De grossisten worden dientengevolge nog niet overbodig, dat zien wij aan de kolossale grossistenzakken, die zich b.v. te Berlijn en Elberfeld, dus in het be schermde Duitschland, met succes hand haven. „Doch, hoe het zij, de consument komt in het bezit van het gewenschte met een niet te groote opslag op den fabrieksprijs dit laatste is hoofdzaak, immers het hoofdpunt in het geschil en, zonderling vooral, tevens de hartewensch der theoretische vrijhandelaars. „Omdat de winst die op buitenland sche goederen genomen kan worden, nu eenmaal zooveel hooger is dan op gelijke artikelen in het binnenland vervaardigd, geeft dit èn grossisten èn winkeliers aanleiding,^ om zoo lang mogelijk de vervanginglvan het buitenlandsch door het binnenlandsch fabrikaat tegen te gaan. „Om hen als het ware tot binnen- landschen aankoop te dwingen, is het noodig den invoer te belasten, teneinde die voorliefde voor den buitenlandschen, ten koste van den nationalen arbeid, onmogelijk of ten minste, bezwarend te maken. Door dat middel tevens de binnenlandsche productie aanmoedigen de om zoodoende de consumenten in de gelegenheid te stellen, van de goedkoope detailprijzen, die de verkoop van bin nenlandsche artikelen tot gevolg heeft, te laten profiteeren". Dit betoog schijnt ons zeer juist. Men meent nog maar al te dikwijls, dat de binnenlandsche industrie slechts dan profijt zal hebben van de „bescherming", indien het haar gelukt de prijzen per eenheid te verhoogen. Dit is echter een dwaling. De industrie is ook reeds aan zienlijk gebaat, indien door vermin dering van den invoer uit het buitenland haar omzet grooter wordt. Per stuk of per Meter of per kilogram behoeft dan niet meer berekend te worden en toch hoogere winst. Men vergete niet, dat de meeste fabrikanten ook zonder evenredige verhooging van hun onkosten nog wel meer kunnen produceeren. Het is een niet te loochenen feit, dat de enkele nijverheidstakken, die onder de thans geldende Tariefwet reeds tame lijk beschermd worden, wezenlijk geen dure producten leveren. Wij wijzen op bier, verduurzaamde levensmiddelen, koek, banket, suiker- en pasteibakkers- werk, sigaren. De „bescherming" heeft al deze artikelen waarlijk niet „duur" gemaakt. De concurrentie tusschen de „beschermde" fabrikanten verhindert het opdrijven der prijzen. Worden de rechten op buitenlandsche fabrikaten straks van 5 op 6 of 10 en 12 pCt. gebracht, wat zal er dan ge beuren Zal de binnenlandsche fabrikant in het laatste geval zijn prijs met 7 pCt. verhoogen Geldt het artikelen, die nu reeds hier in concurrentie met het bui tenland worden vervaardigd, dan zal hij zeker zoo dwaas niet zijn. Nu de kans schoon wordt, zal de Hollandsche fabri kant natuurlijk den buitenlandschen concurrent er uit trachten te werken. Maar om dit met eenig succes te kunnen doen, moet hij zijn oude prijzen hand haven of er althans zeer weinig opleggen. Hij kan aldus handelen, omdat door meerdere productie de algemeene onkos ten van zijn bedrijf over een grooteren omzet worden omgeslagen. Daarin zit voor hem reeds een niet onbelangrijke bate. Hij moet zoo handelen, omdat anders het Damocles-zwaard het over stelpen van de binnenlandsche markt door de buitenlandsche overproductie, vooral bij het naderen van een laag conjunctuur-tijdperk, bover zijn hoofd blijft hangen. Wordt de buitenlandsche invoer moei lijker, de voortbrenging in het eigen land loonender, dan zullen nieuwe fa brieken verrijzen, en bestaande onder nemingen zich uitbreiden. Vermeerde ring van werkgelegenheid dusMaar tevens meer concurrentie tusschen de binnenlandsche fabrikanten. Een middel tegen prijsstijgingVoeg daarbij, dat het voor de tusschenhand minder noo dig is, om hooge winsten per eenheid te berekenen, en ge gevoelt, dat de uit breiding van onze nationale nijverheid te verkrijgen is, zonder een belangrijk en duurzaam offer te vragen van den verbruiker. De winkelier ziet zich dan immers voor een mogelijk lagere winst per eenheid op bepaalde artikelen ruim schoots schadeloos gesteld door de ver meerderde koopkracht der breede arbei dersbevolking, die in de nijverheid meer loonenden arbeid vinden kan. Hij kan meer omzetten. Hooge detailprijzen zijn dan minder noodzakelijk. Bovendien is het voor hem een onvermengd voordeel, dat er meer arbeidsgelegenheid komt en velen niet in den localen winkelhandel een toevluchtsoord behoeven tè zoeken. Ook na de Tariefsherziening zullen echter verschillende artikelen nog al wordt dit langzamerhand minder uit het buitenland betrokken moeten wor den. De industrie zal zich slechts ge leidelijk bij den nieuwen toestand kun nen passen. Tijdelijke prijsverhooging van enkele artikelen is mogelijk. Maar zelfs al ware de berekening van Mr. van Best te laag, al moest 2 maal f2,66 per jaar of 10 ets. per week betaald worden is de uitbreiding van de industrie, het ontstaan van nieuwe arbeidsgelegenheden, met als gevolg betere toestanden voor onze arbei dende bevolking, niet een, toch altoos betrekkelijk zeer klein, offer dubbel waard Moet onze welvaartspolitiek niet allereerst hierop gericht zijn, dat onze groeiende bevolking in eigen vaderland werk en brood kan vinden Door minder loonsverlies het droeve gevolg van werkloosheid door een kleine loons- verhooging, is immers reeds het nadeel der prijsstijging meer dan vergoed Treft bovendien de ^"prijsverhooging vooral weeldeartikelen* Of artikelen, die niet da gelijks worden, gebruikt, dan zal het tijdelijke offer niet eens gevoeld worden. Of men voor een stuk speelgoed voor •z'n kinderen, voor een nieuw meubel, een nieuw pak, e. d. tijdelijk al iets meer moet bétalen, maakt zooveel niet uit. Hier is immers êenige aanpassing moge lijk voor den man met bescheiden mid delen. En voor den rijkere levert die tij delijke prijsverhooging zeker geen be zwaren op. 5 Juni 1913. De eerste cijfers achter het jaartal ge ven aan het aantal leerlingen der Open bare School, de^tweede cijfers dat der Bijzondere School. •Jan. i 1890 454.926 188.052 1891 457.509 195.509 1892 458.739 20 .363 1893 466.910 205.378 1894 473.951:209.578 1985 477.101: 213.365 1896 483.898 217.934 1 1897 487.774 220.880 1 1898 495.054 224.361 15 1899 503.731 226.957 15 1900 508.276 231.534 15 1901 519.1361235.857 15 1902 550.838'251.152 15 1903 559.841 259.982 15 1904 562.620 268.969 15 1905 566.464 278.631 B15 1906 567.764 289.371 1-5 1907 564.445 302.305 15 1908 563.187 316.088 15 1909 563.483 328.208 15 1910 562.824 341.319 15 1911 563.047'353.547 Uit! dit staatje blijkt, dat met ieder jaar de liefde des volks voor de bijzon dere school in meerdere mate toeneemt dan] (die voor de openbare school; en het 'dan ook geen schande of aanma- tingj is bij deze verkiezingen de stemmen der (kiezers te vragen voor een bewind dat de rechtsgelijkheid tusschen open- barejen bijzondere school in de Grond wet vastlegt, waardoor aan alle ouders de vrijheid van keuze eener school naar hunne godsdienstige opvatting op alle plaatsen waar dat noodig blijkt verze kerd is. Men lette toch wel op deze cijfers, en op het verschil van opklimming. In 22 jaar klom door de toeneming der be volking, het aantal leerlingen op de openbare scholen met rond 108.000, ojj de bijzondere scholen met 165.500 en sedert 1906 is de bevolking der open bare scholen zelfs numeriek verminderd. Het was allang bekend doch nu be vestigen het al weer de cijfers dat de openbare school niet meer is de school waaraan de natie gehecht is. Arbeiders het la/nd uit. Er is verband tusschen den Vrijhandel en de Landverhuizingdit valt niet te loochenen. Er gaan nu eenmaal duizenden arbei ders van ons naar Duitschland om dat er bij ons geen werk is. En vroeger, toen Duitschland, evenals wij nu, voor vrijhan del was, ging het juist andersom. Toen kwamen de Duitschers naar ons land om er brood te verdienen, wijl er niet genoeg zaam werk en brood voor hen was in hun vaderland. De ouderen onder ons bewaren nog de heugenis van die Westfaalsche en Hanno- versche hannekemaaiers, die zoodra de oogst onder ons was afgeloopen, weer naar hun(land(terug togen. Nu (echter Duitschland tegen den Vrij handel koos, en het Tarief voor Invoer rechten vaststelde, is het blaadje juist omgekeerd nu is er in Duitschland werk en brood, en komen derhalve de Duitsche arbeiders niet meer naar hier maar gaan onze arbeiders naar Duitschland om een hooger loon te verdienen. |»iWel een bewijs dat Tarief loon èn daar door brood geeft, en Vrijhandel verminde ring van werk en welvaart kan brengen. Maar nu zegt men dat gaat niet op want ook uit Oostenrijk en Italië, waar geen vrijhandel is komen vele arbeiders in Duitschland werken. Deze tegenwerping gaat evenwel niet op. I Men moetdit naar verhouding nemen de cijfers laten spreken. En wat ziet men dan Dat uit Oostenrijk 13 en uit Italië 3, maar uit Nederland 25 personen op de duizend naar Duitschland gaanen dat niettegenstaande onze grens langs Duitschland zooveel(,kleiner is. ::~7~ Socialisten-bestrijding.' De liberalen stellen zich soms'aan, alsof zij met kracht tegen de ^sociaal democraten .willen strijden. Hoe groot deze hun kracht 4s heeft de heer Roodhuyzen ons getoond. Deze heer had geschreven, dat de openbare school liefde voor vaderland en vorsten huis moet aankweeken. Hij werd daar over op een openbare vergadering aan gevallen door een openbaar onderwijzer, met het gevolg dat de heer Roodhuyzen, de socialistenbestrijder, onder groot ge joel van de socialisten in de vergadering zijne woorden introk, maar een oorge tuige in Groningen meldt, met de ver ontschuldiging er bij dat een mensch niet onfeilbaar is. Hij noemde het derhalve een feil dat hij aankweeking van liefde tot het Vor stenhuis aanbeval. Welk woord komt altijd zoo dit waar is u in de gedachte bij het lezen van dit verhaal Het woord hoeft niet zoo leelijk te wezen als dat hetwelk hij zelf dezer dagen uitsprak bij het (lezen van een, onverdiend gebleken, afstraffing van den Kamercandidaat Moojen door de Goesche Courant. Maar een woord past bij zulk optreden. In „Nieuwe Banen" schreef dr. De Hartog in een opstel over „het spiritisme" onder meer over een sterk staaltje van „telepathie" of „waarneming in de verte" dat uit dr. De Hartog''s eigen omgeving hem onlangs werd medegedeeld. Als volgt De moeder eener dochter, die na een langdurig verblijf in Engeland naar haar ouderlijk huis in Duitschland terug keerde, droomde in den nacht voorden dag, waarop de thuiskomst harer dochter plaatsvond, dat deze op een station, een paar uren verwijderd, een Engelsch- man aantrof die geen weg wist en zich in het Duitsch niet uit kon drukken. Op de vraag van haar dochter (zoo droomde de moeder verder), wat hij wilde, antwoordde hij, dat hij gaarne wat soda water zou drinken. Nadat hij door het meisje op weg was geholpen, nam hij afscheid en gaf haar zijn naamkaartje, 's Morgens aan het ontbijt, voordat de bewuste reizigster thuis was gekomen, vertelde de droomster een en ander en noemde den naam van den Engelsch- man, dien zij op het kaartje gelezen had. Toen men aan het station kwam, vroeg men schertsend„Hoe gaat het met mijnheer Spencer" (dat was de naam, dien de moeder 's nachts in haar droom op het kaartje gelezen had). Met ver bazing antwoordde de dochter„Hoe komen jullie daar nu aan?" En het bleek, dat een en ander zich juist had toegedragen, zooals er 's nachts was ge droomd. Een drietal geschriften liggen te wach ten op oïize aankondiging. Wij volstaan voorloopig met de aandacht te vestigen op „de Christelijk-Sociale beweging van

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1