de zeeuw Dinsdag 3 Juni 1313. tweede blad. No. 205. inoezonden stukken. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Aan de Burgerij van Goes. Deo 17 April 11. heeft d3 Raad uwer „emeente beraadslaagd en besloten ter ,jke van de aanvrage door de heeren j A. van Heel, W. Kakebeeke en H. A. Hinken gedaan in verband met de voor genomen oprichting eener coöperatieve suikerfabriek te uwent. Hoewel velen utrer zullen meenen dat op de aanvrage vunstig werd beschikt, is het besluit ,»n nwen gemeenteraad in werkelijk- held aldus, dat het comité voor de op richting eener coöperatieve suikerfabriek, namens wien de aanvrage was gedaan, ilch niet gerechtigd acht, tot het vooi- stel aan zfln lastgevers om verder op de zaak in te gaan. Ook het plegen van nader overleg, teneinde alsnog wijzi gingen' ln de voorwaarden te verkrijgen, komt aan het comité niet meer gewen acht voor, na de dusverre opgedane ervarin gen. Dus komt de suikerfabriek wel niet In Goes. Evenwel heeft het comité gemeend, dat openlQk rekenschap gegeven moest worden van zjjn handelingen en bedoe lingen. Want anders zal er ruimte big ven voor misverstand en verkeerden uitleg van hetgeen het comité wilde tn deed. In uwe gemeente immers worden niet, zooals elders gebruikelijk is, de in den gemeenteraad te behandelen stukken (aanvrage, advies van b. en W., enz.) vooraf gepubliceerd in een «Gemeente blad* of eenige, anders geheet3n, offi- cieele uitgave. De burgerij boort er niet veel meer van dau in de raadsvergad j- ring uit de besprekingen 1-liJkt. Toch Is zij de voornaamste belang hebbende bij de richtige behandeling der gemeentezaken en behoorde zjj gelegen heid te hebben om die behandeling vol ledig te kunnen volgen, aan de hand der stukken. Niet voldoende ls, dat de Goesche couranten daaruit een en ander vertellen. Die onvoldoendheid ls immers Juist nu ten duidelijkste gebleken. Om dat een dier couranten in een ernstig stuk gewezen had op eenige fouten en leemten in het voorstel van B. en W z\Jn over haar van de tafel van het Dag. fiestuur woorden gesproken die oei, die den spreker en zJJn opvatting van de publieke zaak keu merken, maar overigens best onbesproken blijven. Slechts dit. Ook in Zeeland is, of men vil of niet, de tgd voorbij dat het stads bestuur een «onderonsje" was en „de gekken hadden te prijzen, wat de heeren w|Jzen". loeu het comité te rade was geworden, dat «ene mededeeling aan de Goesche burgerij, omtrent deze voor haar toch wel belangrijke aangelegenheid, ge- wenscht was, heb ik verzocht die taak op mg te mogen nemen en ik heb ge zegd waarom ik dat vroeg. Verschil lende ingezetenen, voornameigk uit den middenstand, die met de gevallen be slissing niet tevreden waren, hebben m|) gevraagd wat zg konden doen om «one betere te krijgen. Het antwoord op deze vraag wilde ik in het openbaar hun geven. Dat antwoord zal zgn een raad. Wie dien raad niet wil aanvaarden, legge hem maar naast zich neer. Doch ter zake. Ge aanvrage van 13 Juli 1912 is door den Gemeenteraad gesteld in handen »nn B. en W. voor prae-advies. Dit col- lege heeft daarop een en ander maal met het comité gesproken en briefwls- sellng gevoerd. Ik zal van die samen werking zoo aanstonds een voorbeeld gever. Nu dit. Het comité heeft op ver bek van B. en W. in een schrgven van 1 februari 1913 nog eens omschreven wat het tegen de ingebrachte bezwaren had aan te voeren, wat het wilde en wat daarvan de beteekents zou zgn voor Goes. Dit schrgven volgt hier. Uitdiuk- k0l(Jk zp er op gewezen dat dit en nie s ander» aoor het comité als zgn wenschen «a meeningen wordt erkend. Elke voor stelling als zoude het comité iets andera beoogen, wordt bg dezen terug gewezen. Betjjkschrgven| dan luidde als vrijt Goes, 1 Febr. 1913. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Ooes. Antwoord; op schrgven var 23 Sept. 1912, to. 685—36. In het in hoofde dezes aangehaald schrgven werd door uw college de wersch Kenbaar gemaakt om een rapport te ontvangen, waarin op goede gronden en afdoende wgze, de verschillende bezwa ren werden weierlegd, die bg uw college waren ingebiacht tegen voldoening aan ons verzoek van 24 Juli 1912. Aan uw schrgven gevolg gevende, hebben wg «e eer het volgende onder de aandacht 'e brengen. De ingebrachte bezwaren betreffen alle verontreiniging van water en lucht. voor zoover betreft de aanvankeigk toor den voorzitter van het bestuur der visschergen op de Schelde en de Zeeuw- sche stroomen, en, onder diens voor lichting, door Z.Ex. den Minister van Financiën gevreesde verontreiniging van de Oosterschelde of van de Zandkreek deze bezwaren kunnen worden be schouwd als te zgn vervallen nu door uw college is ontvangen het, dooroi.s uitgelokt, nader schrgven van voornoem den Minister en het daarbg overgelegd rapport van dec bacterioloog bg het bestuur der visschergen op de Schelde en de Zeeuwsche stroomen. De inspecteur van de volksgezondheid, Jhr. G. de Graeff, vreest verontreiniging van het water der haven van Goes ea dientengevolge lachtbederf, wanneer het water onzer fabriek zou worden geloosd op die haven. Bigkbaar heeft genoemde inspecteur dit bezwaar ingebracht in de meening dat ook door onze fabriek, ge- ïgk door alle ot althans de meeste, an dere suikerfabrieken in Nederland, sterk verontreinigd afvalwater in groote hoe veelheden zou worden geloosd. Dit zal evenwel niet het geval zgn. Geigk uw college reeds uit het rapport van boven genoemde bacterioloog der visschergen is gebleken, zal onze fabriek niet meer dan enkele honderden M* per etmaal, dus slechts enkele M8 per uur, loozen. De door meergenoemden bacterioloog geschatte hoeveelheid achten wg wel waarschgnigk. Eene meer nauwkeurige opgave vau die hoeveelheid zal evenwel pas bg eene eventueels latere Hinder wet-aanvrage kunnen worden gedaan tevoren immers moeten alsdan de plan nen voor de fabriek tot ln onderdooien zgn uitgewerkt, wat niet kan geschieden vóórdat is beslist over de plaats van vestiging. Zooals uw college bekend is, zal nagenoeg alle water voor het bedrgf van de waterleiding betrokken moeten worden; derhalve brengt het geldeigk belang der onderneming reeds mede dat de grootst mogeigke zuinigheid, wat betreft waterverbruik, wordt nagestreefd. Geheel zou dwalen wie het, alzoo iu geringe hoeveelheid, uit onze fabriekte loozen water dan althans nog naar zgn aard geigk zou meenen te moeten stellen met het afvalwater van vele andere suikerfabrieken. Wg verwgzen in deze naar: lo. hetgeen ln het meergenoemde amb- teigke rapport van den bacterioloog van het Visschergbestuur is medegedeeld over aard en gesteldheid van het water dei fabriek te Schaffst&dt, die ook is inge richt naar het door ons toe te passen Hyross-Rak systeem, met terugname van spoel- en waschwater; 2o. naar de als bgiage I hiernevens gaande analyse, verricht aan het Rgks- landbouwproefstation te Goes, van een monster water, dat door ons werd op gevangen uit den afloop der fabriek te Schaffstait; So. naar bg gaande officieele Pruisische berichten (bgiage II en III), waaruit bigkt meer in het bgzonder op blz. 21 van bgiage III dat, volgens voortgezette waarnemingen eener alleszins deskun dige en betrouwbare Pruisische Staats commissie, deze soort fabrieken in het geheel geen afvalwater produceeren, dat kunstmatige reiniging behoeft. Opge merkt zg daarbg dat de fabriek te Schaff- stJMt loost op een zeer kleine, allerminst snelstroomende beek. Wanneer geene hinderigke waterver ontreiniging ontstaat, kan er ook geen stankontwikkeling komen, want andere stinkende gassen of dampen worden in een suikerfabriek niet voortgebracht. Aizoo is door ons voldaan aan Uw in den aanhef dezes aangsbaald verzoek en aangetoond dat de gevaren, welke Uwe adviseurs duchten, niet zgn te vreezen. Thans evenwel verzoeken wg eene kleine wgziging. te mogen brengen in onze aanvrage van 27 Juli 1912. Door ons zou, wanneer het nog komt tot den bouw der fabriek in Uwe gemeente, niet langer worden pigsgesteld op eene ver gunning tot loozing van het fabrieks water op de haven. Uw college gelieve dus dit deel van ons verzoek als onge daan te beschouwen het verder buiten behandeling te laten en daarvan bg Uw praeadvies aan den gemeenteraad mede deeling te doen. Ten dienende tgde, bg de vergunnings aanvrage ingevolge de Hinderwet, zullen door ons naar behoo- ren de noodlge gegevens worden verstrekt over da wjjze van loozing, die wg alsdan in toepassing zouden wenschen te bren gen? Nu kan daarvan nog slechts wor den gezegd dat wg het water, op doel matige wgze, zouden brengen op den Wilhelminapolder, omdat het tenslotte, langs de uitwateringssluis van dezen polder naar de Zandkreek afvloeie. Wat omtrent de doelmatigheid van afvoer in deze richting wordt gezegd, ln zgn rap port, door den bacterioloog der vissche rgen is ook onze meening. Mocht noch tans het bestuur, dat geroepen zou wor den eene Hinderwet-aanvrage te beoor- deelen, meenen, in afwgking van de door ons voorgebrachte deskundigen, dat eeni- gerlei zuivering van het fabriekswater, anders dan door ons zal worden voor gesteld, vóór de loozing noodig zal zgn, dan heeft immers dat bestuur de be voegdheid bg het verleenen dier Hinder wet-vergunning voorwaarden op te leg gen. Aan ons staat dan de beslissing of deze voorwaarden aannemeigk zgn. Uwerzgds is ook, in eene voor eenigen tgd gehouden bespreking met enkelen onzer, verzocht eene opgave te mogen ontvangen van de scheepvaartbeweging, die van de vestiging eener suikerfabriek, als da door ons beoogde, het gevolg zal zgn Aan de hand van de ons, door onzen technischen adviseur, verstrekte gege vens, bieden wg Uw college hierbg de volgende beschouwingen ter zake aan. Onze fabriek zal vermoedeigk berekend worden op de verwerking van 100.060.000 K.G. per campagne. Het is echter moge- ïgk dat volle belasting der fabriek niet reeds in het eerste j»ar zou worden ver kregen. Derhalve zouden, voorzichtig heidshalve, de hierna aangegeven cgfers voor de eerste, stel, vier jaren, met 25 °/o te verminderen zgn. De plaats van vestiging onzer fabriek zal van grooten invloed kunnen zgn, wat betreft het deel der bieten datperscbip aangevoerd zou worden. Een tweede factor van groote beteekenis is daarbg de woonplaats onzer leden, die immers tegeigk onze bietenleveranciers zgn. Overwegende waar die leden wonen en wat voor hen de beste laadgelegen- held is, mag worden gerekend dat, in elk geval, wel minstens 50 °/o der bieten per schip naar de fabriek zal worden vervoerd, alzoo 50.000.000 Kg. stellende het tarra op 10°/», dan bedraagt het gewicht daarvan 5.000.000 Kg. Verder moet voor het worden aangevoerd en wel het best per schip: steenkolen 7.000 000 Kg. kalksteen 5.000.000 Kg. cokes 500.000 Kg. Totale aanvoer per schip 67.600.000 Kg. Afgevoerd moet wordeD, weder het best per schip, minstens 150000zaksuiker 15.000.000 Kg. de helft van 5.800.000 Kg. gewonnen drooge pulp 2.900.000 Kg, Totale afvoer per schip 17.900.000 Kg. Het totale vervoer per schip kan al zoo worden berekend op 85.400.000 KG. Van de plaats van vestigen der fabriek, zal tot zekere hoogte afhankeigk zgn, welke Schepen voor het vervoer gebe zigd kunnen worden. Voor Goes bg- voorbeeld zouden dit slechts kunnen zgn schepen van ongeveer 200 ton laad vermogen. Alsdan zouden in het geheel ongeveer 425 schepen per jaar aan de fabriek komen. Opgemerkt zg daarbg dat de drooge pulp, die in onze fabriek bereid zal worden, een artikel is dat niet, als gebruikeigk met de natte pulp, da- deigk en voor een groot deel aan de leveranciers der bieten, wordt verkocht. Drooge pulp is een handelsartikel dat over het geheele jaar, voor zoover de voorraad strekt, naar buiten de provin cie en buitenslands wordt afgeleverd. Voor het vervoer zullen slechts bg uit zondering de binnen gekomen bieten- schepen gebruikt kunnen worden. Het zal uw college duideigk zgn dat het bestaan van haven- of sasrechten, ter plaatse van vestiging onzer fabriek en, zoo ja, tot welk bedrag die rechten worden geheven, van invloed zal zgn bij onze overwegingen en besluiten be treffende de te kiezen plaats. In verband met ons verzoek van 27 Juli 1912, voor zoover betreft eene bil- ïgke regeling der sasgelden, zouden wg uw college in overweging willen geven het daarheen te leiden dat ons het uit zicht werd geopend op eene regeling dezer materie, waarbg onze onderneming niet meer zou behoeven te betalen dan het bedrag dat noodig zal zgn om rente en aflossing te betalen van de gelden, die opgenomen zouden moeten worden voor de uitgaven, verbonden aan de ver anderingen en verbeteringen der haven, welke noodig zuilen zgn. Wg zgn daar bg indachtig dat bg vestiging eener suikerfabriek in uwe gemeente een deel der thans van uitgaande bietenschepen ontvangen sasgelden niet meer zou worden gebeurd en dat ook deze in komstenderving mede in de berekening opgenomen zou moeten worden. Wg vestigen er uwe aandacht op dat het geen aldus aan sasrechten bespaard zou worden zeer waarschgnigk niet zal kun nen worden gebruikt voor hoogere winst- deelenhet zal wel noodzakeigk big ken om voor de binnenkomende en uitgaande schepen sleepboothulp beschikbaar te stellen, teneinde ernstige klachten en hoogere prgsvorderingen van de zgde der schepen te voorkomen. Het zg ons vergund aan het boven staande iets toe te voegen over de in directe voordeelen, die van de vestiging eener fabriek, als de door ons beoogde, voor eene gemeente het gevolg zullen zgn. Om dan eerst nog te big ven bg de seheepvaartbeweging, de schepen zullen elk gemiddeld 4 dagen ter plaatsemoe- ten verbigven. Niet alleen echter voor deze dagen zal de schipper de dageigk- scbe behoeften voor zgn gezin ter plaatse koopen, maar ook voor die óagaD, welke hg behoeft om naar eene volgende plaats te komen, waar goede winkelgelegenheid is. Z9er vaak zullen de schepen weder gaan naar een der kleine haventjes of aanlegplaatsen aan de kusten van Zuid Beveland, |Noord-Beveland, Schouwen of Tnolen, waar nagenoeg niets te krg- gen is, zoodat alles beter wordt mede genomen. Maar juist in den bietentgd, hun oogsttgd, geigk zg plegen te zeggen, voorzien de schippers zich ook van an dere dan dageigksche behoeften. Als ter plaatje, waar zgjbun geld beuren, goede winkels zgn, wordt heel,,wat ingekocht, aan winterprovisie, kleeding, schoeisel, enz. De inkomsten, die, eventueel de neringdoenden in Goes door de oprichting der fabriek zouden trekken, zullen niet gering geacht kunnen worden. Want niet alleen de schipperg geeft verkeer. Daartoe dragen ook bg de tal- rgke werklieden die tgdens de campagne ter plaatse verbigven en geld verteren; alsook de vele personen die overigens in verband met de fabriek korter of langer ter plaatse vertoeven. Maar meest van al zullen daartoe bgdragen de ge zinnen der ongeveer 70 personen, die in vasten, goed bezoldigden dienst aan de fabriek verbonden zullen zgn. Deze personen zullen allen van den aanvang af belastingplichtigen zgn. Het zou ons voornemen zgn voor zoover noodig zou bigken door bevordering van nieuwbouw in de behoefte aan woningen voor deze gemeente te voorzien. Mocht uw college nog meerdere ge gevens van ons willen ontvangen, dan zgn wg tot de verstrekking, zooveel in ons vermogen is bereid. Wg vleien ons echter dat uw sollege, in het bezit van dit schrgven, thans in staat zal zgn den gemeenteraad van Goes van prae advies te dienen op onze aanvrage van 27 Juli 1912, gewgzlgd alsboven is aan gegeven en die dus ter voorkoming van misverstand moge dit worden her haald nu luidt: dat de gemeenteraad van Goes zich in beginsel bereid zal verklaren, ten be hoeve van den bouw eener coöperatieve suiker fabriek a. tot den verkoop van de gronden, reeds door ons genoemd, en dit tegen den ook reeds door ons genoemden prjjs b. tot het verleenen van de noodige vergunning voor tramaanleg en tot af stand van de daarbg benoodigde gronden; een en ander als in ons verzoek den 27 Juli 1912 nader aangegeven; c. tot het uitdiepen en verbeteren der haven zooals deze noodig zullen bigken in verband met de vestiging eener zoo belangrgke industrie; d. tot eene herziening der verorde ning op de heffing van sasgelden in dien zin dat de lasten, drukkende op de industrie te Goes zoo gering mogeigk zullen worden; e. tot het geven van vergunning om bedrgfswater aan de haven te ont trekken tot het geven van vergunning om los- en landinrichtingen ten behoeve der fabriek aan te brengen over den open baren weg, onder geen andere voor waarden dan in het belang van de vei ligheid van het verkeer noodig zullen bigken. Het antwoord op dit schrgven nu is het volgende besluit van den gemeente raad van Goes. De Raad, etc. Voorgenomen, een verzoek dato 23 Juli 1912, alsmede een nadere aanvulling daarvan met bgiagen, van dato 1 Febr. 1913, van het ter verkrgging van Ge meentegronden etc. overwegende, dat het verzoek van adressanten aldus is omschreven: dat de Raad zich iu beginsel bereid zal verklaren ten behoeve van den bouw eener Ccöp. Suikerfabriek: a. tot den verkoop der gronden reeds door ons genoemd tot den ook reeds door ons genoemden prgs ff 3500 per Hectare). b. tot het Jverleenen van de noodige vergunningen voor tramaanleg en tot afstand van de daarbg benoodigde gron den een en ander als in ons verzoek van 24 Juli 1912 nader is aangegeven. c. tot het uitdiepen en verbeteren der haven, zooals deze noodig zullen bigken, in verband met de vestiging eener zoo belangrgke industrie te Goes. d. tot eene herziening der verordening op de heffing van Sasgelden in dien zin, dat de lasten drukkende op de industrie zoo gering mogeigk zullen zgn. e. tot het geven van vergunning om bedrgfswater aan de haven te onttrekken. f. tot hetjgeven van vergunning, om los- en laadplaats inrichtingen ten be hoeve der .fabriek aan te brengen over den openbaren weg, onder geen andere voorwaarden dan in het belang van de veiligheid van het verkeer noodig zullen zgn. Gezien het voorstel van B. en W. alsmede het advies van de fioantieele commissie, gelet op de artikelen 137 en 138,194 en 230 der Gemeentewet besluit zich in beginsel bereid te verklaren om eventueel, ouder nadere goedkeuring van Ged. Staten van Zeeland, tot het navolgende te basluiten: a. tot den verkoop der bedoelde gron den aan de Coöp. Yer. zoodra die zal zgn tot stand gekomen, en uitsluitend voor de oprichting van een Suikerfabriek, tegen een prgs van f3500 per Hectare, welk aanbod i a de goedkeuring van het te nemen besluit, een jaar geldende zal zgn, terwgi de koopsom geheel moet worden betaald, zoodra met het werk een aanvang wordt gemaakt, welke aan vang .binnen dat jaar moet geschieden, en waaraan eerst mag worden begonnen wanneer aan het Gemeentebestuur de bewgzen zgn overgelegd dat de beschik king is verkregen, ook over die gedeelten der verlangde terreinen thans door de gemeente op eenigerlei wgze verpacht of in erfpacht uitgegeven. b. tot het verleenen, van de gevraagde vergunning, voor tramaanleg mits tegen betaling vau een nader door 3 deskun digen te bepalen prgs, voor de daarvoor te gebruiken gronden, terwgi vooraf de bewgzen moeten worden overgelegd als bedoeld onder sub a beiteffeude de op eenigerlei wgze afgestane gemeentegron den, en in verband met de bg Raads besluit. van 30 April 1912 verleende tramconcessie aan den heer Huyghebaert, diens verklaring, dat tegen eene verlee- Ding van „de gevraagde vergunning bg hem geen bezwaar bestaat. Van de 3 deskundigen voor de schatting der waar de van den grond, wordt één door ieder der partgen benoemd, terwgi deze 2 deskundigen een 3e benoemen. c. tot het maken van de noodige uit dieping en verbreeding der haven zooals wordt gevraagd, mits de ccöp. ver. a/4 gedeelte van de daarvoor te maken kos ten, voor de uitdieping geraamd op f25000, benevens de totale kosten voor de verbreedlDg, van de haven tegenover de fabriek gelegen, geraamd op f42000 of f72000 (afhankeigk van het mogen doen storten van grond in de Schelde) :n één keer aan de gemeente zal beta len. De gemeente stelt zich ook niet aansprakeigk voor te lagen waterstand in de baven, door welke oorzaak ook. d. tot een herziening van de verorde ning op de htffing van Sas- en haven gelden in 1914, daarbg rekening hou dende met de onderhoudskosten van de haven en hetgeen daartoe behoort. e. tot het geven van vergunniDg om bedrgfswater aan de baven te onttrekken, voor zoover zulks geen schade aan de haven zal berokkenen; op strafte van ontbinding van het koopcontract met schadevergoeding, wordt verboden om eenigerlei water, afval of andere stoffen in de haven te doen uitloozen. f. tot het geven van vergunning om los- en laadplaats-inrichtingen ten be hoeve der fabriek aan te brengen over den openbaren weg en te bepalen, dat het weggedeelte van den Westhavendgk, loopende langs de fabrieksterreinen, steeds ten genoege van B. en W. moet worden onderhouden en op eerste aan zegging de voorgeschreven verbetering moet worden aangebracht. Q. Hiervan bg extract uit de notulen mededeeling te doen aan adressanten. De Raad voornoemd etc. Ik zal zoo aanstonds bg elk dezer punten eenige aanteekeningen maken. Te voren wensch ik echter een en ander te zeggen van meer algemeenen aard. Zooals uit de mededeelingen is geble ken, die reeds vroeger door B. en W. aan den gemeenteraad werden gedaan, hebben B. en W. gemeend toen het ver zoek van 24 Juli 1912 voor prae-advies iu zgn handen werd gesteld, daarop te moeten vragen advies van den hoofd inspecteur van de volksgezondheid. Deze voldeed ingevolge zgn wetteigke plicht aan het verzoek en legde daarbg over de door hem weder ingewonnen advie zen van de gezondheids-commissie, van een der inspecteurs van de volksgezond heid en van den voorzitter van het be stuur der visschergen op de Schelde en de Zeeuwsche stroomen. Al die advie zen waren, in zwakker of steiker woor den, ongunstig. Door het afvalwater der fabriek zou niet veel minder dan de geheele Zeeuwsche oestercultuur worden vernietigd, gezwegen nog van de ellende, die in Goes zelve zou ontstaan. Eeni gen tgd later kwam nog bg B. en W. in een schrgven van ZE. den Minister van Financiën, die ook al tegen oprich ting der fabriek vrgwel absolute be zwaren maakte, althans wenschte, dat onvervulbare voorwaarden zouden wor den gesteld. Dit ook al wegens de be dreigde oestercultuur. Van al die bezwaren was er geen gegrond, zooals het mg mogeigk is ge worden te bewgzen, door de welwillen de medewerking van ZE. den Minister van Financien. Op mgn verzoek toch heeft deze in December 1912 een onder zgn departement bshoorend ambtenaar naar Duitschland gezonden om aan eene in werking zgnde fabriek, soortgeigk aan die welke te Goes zou worden op gericht, te onderzoeken hoeveel en welk soort afvalwater werd geloosd. Het rapport van dezen ambtenaar was zéér gunstig. Voornoemde minister heeft dan ook daarna geen oogenblik geaarzeld om een tweeden brief te schrgven waarin hg verklaarde geen bezwaren meer te hebben. Voldoende was het opleggen van eenige zeer gemakkeigk na te ko men voorwaarden. Verder had hg de welwillendheid het rapport van den ambtenaar aan B. en W. te doen toe komen. Dit rapport is daarop door B. en W. weder gesteld in handen van den hoofd inspecteur 'van de volksgezondheid met verzoek om nader advies. Erkend moet worden dat B. en W. van Goes niets heb'oen verzuimd vau hetgeen voor een formeelen, zg het ook tevens alle on dernemingsgeest doodenden, ouder wet ch langzamen gang van zaken van heen en weer sturen van stukken, ad vies vragen, inlichtingen vragen, enz., enz. alzoo wordt vereischt. Van hen, die om iets tot stand te brengen, met de bureaucratie wel eens een loopje nemen, moeten B. en W. van Goes nog niets hebben. Dit is natuurigk erg deugdzaam, hoewel ik ze anders uit

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 5