No 204 1913 Maandag 2 Juni. 27e Jaargang. looping. NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND eHRISTELIJK- HISTORISCH {rijen. intiën. erpachting. 11 Juni 1913, i Kr, P, DIELEMAN, gd oei Dieowe naaite «ministers drie delburg». Voor mi. 19 Juni 1913, ande rooven oogst )ber 1913 voor het rember 1913 voor gs 10 uur te Nisse SB. Zak 1 19 20 1 09 60 1 16 10 95 50 NSZA.ND. amer- 44 50 42 70 44 50 T8KBRKE 2 29 70 ddags 1 y, uur te erberg van C. w JLLB. 'g 69 10 RB. arthoek 1 86 - 70 20 1 37 60 ?en moeten bij de 'oordig zijn en de jzing voldaan wor- ngen te bekomen open, stuks, eerste ïh, grootendeels ïrenen- en Den een klein ge- af f2, f2,25 per nü vraatzucht der T, Amsterdam. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIE^ POStk»B helft do maand Msi briefkaarten, We]k' 11 van de geadres. worden uitgereid e. senders wordt aanbe- de brieven en brief! >n, opdat deze bij 0n! ïen kunnen worden 'ERING. untrent taat nstens. den Notaris W, ïen verzoeke van ïstuur te Goes, de Blaeij, vau H. A. c. 1 08 - H. a. c. 1 - H. A. C. H. A. C. H. A. c. otaris te Vliatingen, verzoeke van zijne uur, in het Café 1ACKÉ, op den hoek en de De Ruiitur- baar, contant, ie uitgelost uit den liggen aan de eerste ingen lagen voor de ver- ur en op den dag n ten kantore van [oniDgsweg 23. haffen de Heeren te Vliaatngen, de IOOT &HONDIUS rnoemde Notaris. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.—, iedere regel meer 10 cent. Voor de Statenverkiezingen beveelt De mede ten dringendste aan in Vllssingen HOUTERMAN, aftr. 'BERCKENS, aftr. Middelburg. if. A. DE RIJCKE. Jt, STRU?E. 1, J, VAN VOORTHUIJSEN, aftr. Goes I A. 8. J. DEKKER, aftr. D, MULDER, aftr. H, HOORDIJKE, aftr. I, W0NDERGEM, aftr. Zier ik zee. A. TIMMERMAN Cz. Th o Ie n 8. BRINKMAN. De arbeiders zullen door een meer beschermende handelspolitiek in mate worden gebaat. De zal uitgebreider, de chronische werkloosheid dientengevolge 'minder wordende loonstandaard zal Tegen een altoos betrekkelijk I nadeel als de mogelijke prjjssty- van een enkel artikel, wegen deze voordeelen zeker wel ruimschoots Ja, het wordt daardoor verre over- trofler. dwaas is de tegenwerping, dat men toch niet alle arbeiders, lagere amb tenaren, enz. kan beschermen", dat de werklieden in de bescherm den gebaat zullen worden. Hangt Net alles in de maatschappij samen P Is de verhooging van de productieve hecht van een volk niet de bron van welvaart De salarissen van amb tenaren, onderwijzers, arbeiders in pu- Mieken dienst, worden niet vastgesteld 'oor alle t(jden. Zjj atjjgen naarmate de welvaart in een land toeneemt, maar meestal staan bij onveranderde welvaart. Zfln de salarissen van onder wijzers, ambtenaren, etc. in hoog-ont- wikkelde industrielanden niet belangrijk eooger dan ten onzent? Zjjn daar ook de loonen van arbeidexs in de z.'g.n. mde" bedreven, als metse- J»rs enz., niet beduidend hooger dan in ederland Het antwoord moet bevesti gd luiden. Men informeere maar eens 1 bet naburige Duitschland I Hebben voorts ambtenaren, onder wlj- 'is, werklieden in «onbeschermde» be- geen kinderen, waarvoor zQ straks ®en geschikt emplooi moeten zoeken P zullen zU dan in een land met een zakenleven, met een krachtige nduatrie niet gemakkelijker een passen- werkkring voor hun zonen vinden P het niet allerbedroevendst in Neder- rdi dat voor de mi ste betrekking mnderden sollicitanten zich aanmelden W niet elke burger, hij zij onderwij- ambtenaar, winkelier of kleine onder ster, ons te vertellen, hoe moeilijk het om voor zfln kinderen een geschikt Y o°ite viuden Wordt niet menig- b13 gebrek aan beter de zoon of outer opgeleid voor eigen vak, dat meer dan overvuld is, maar een '"d'g gekozen wordt, omdat men geen ziet het kind geplaatst te krijgen B» oen betere branche P Is da abnormale hnt ?'ng 11161 te ande 'an den Idealen F telbandel en van da locale ambaebts- I r1Tfln niet grootendeels daaraan toe schrijven P Ware er meer vraag naar nachten, bestond er meer ge kheid om in nieuwe bedrijven een 4,8 te vinden, dan zou dit voor den ÉWbben ml<^8nstail<i gunstige gevolgen J?-" nioet dan ook wel heel weinig fcvÜ om te kunnen bewereD, dat pcüt8 betrekkelijk .weinigen" van de nijverheidsbescherming eenig voordeel zullen genieten. Het algemeen belang zal daardoor juist in hooge mate worden bevorderd. Ook niet het minst het belang van den handeldrljvenden middenstand. De winkelzaken kunnen alleen bloeien, wan neer het groote publiek de noodige koopkracht bezit. Komt de nieuwe Tariefwet tot stand, worden verschillende artikelen, die tot dusver weiden ingevoerd, straks meer en meer in ons eigen land vervaardigd, dan geeft dit meer werk en hoogere verdiensten voor ondernemers en arbei ders. Die menschen kunnen dus meer koopen. Een winkelier bemerkt het spoedig aan zijn omzet, of de nijverheid in de plaats zljDer inwoning al dan niet bloeit. Van werkloosheid of slapte in de be drijven ondervindt ook hij onmiddellijk de nadeelige gevolgen. Hoe hooger de industrieele ontwikke ling eener natie, hoe hooger de jaar wedden, salarissen en loonen. En van die algemeene verhooging van den levensstandaard profiteert aanstonds de winkelier. Méér welvaart beteekent voor hem een ruimeren omzet, zelfs van weelde-artikelen. Thans gaan vele tienduizenden Ne- derlandsche arbeiders zich tijdelijk of duurzaam in het buitenland vestigen. Zou het voor de winkeliers in menige plaats niet reeds een groot voordeel zijn, indien dank zij de uitbreiding van onze nijverheid deze arbeiders ln hun eigen land hun verdiensten konden ver teeren P Tal van nijverheidstakken kunnen hier tot grooten bloei komen. Ons volk is voor nljverheidsarbeid uitnemend ge schikt. De ligging van ons land is gun stig. Grondstoffen kunnen op goedkoops wijze worden aangevoerd. Wij hebben een hoogstaanden handelsstand, een uit breid koloniaal bezit. Maar toch kwam onze nijverheid nog Diet tot breede ont wikkeling. Elke vergelijking, b$jv met het naburige .beschermde* Duitschland, valt ln ons nadeel uit. En onze kolo niën èa ons eigen land worden over stroomd met allerlei buitenlandsche pro ducten, die minstens evengoed door onze nijverheid vervaardigd zouden kunnen worden. Volgens de belasting-statistiek komen hier jaarlijks meer dan 4000 personen uit het buitenland, die in onze bedrijfsbelasting worden aangeslagen. Dat zijn dus buitenlandsche handels reizigers, agenten, enz., die hier voor hun waren afz9t vinden. Natuurlijk is dit cijfer veel te laag. Honderden, ja wellicht duizenden, komen zonder groote koffers en weten veelal de wet te ontdui ken. Al deze personen ver koopen hier voor millioenen guldens. In het geheel worden hier te lande voor plm. 250 millioen guldens bewerkte artikelen van het buitenland ingevoerd. Dit geld gaat bet land uit. Al bleef hiervan maar honderd millioen gulden ln het land, hoe zou daardoor reeds de arbeidsgele genheid vermeerderen, en de koopkracht van velen versterkt worden. Hoe zou daarhoor de middenstand gebaat worden Door het heffen van hoogere invoer rechten op bewerkte artikelen wordt onze eigen productieve kracht vermeer derd. Nieuwe industrietakken kunnen zich hier vestigen, mits men de gele genheid geve tot meer looneDde produc tie. Zonder eenige bescherming is het vooral voor jonge industrieën niet mo gelijk, om tegen de gevestigde buiten landsche fabrieken te concurreeren. Te moeilijker is dit, omdat schier alle lan den, behalve Engeland, den invoer van onze Dij verheidsproducten door hooge invoerrechten belemmeren. Al die Sta ten hebben in| hun regeeringsbeleid het oog mede gevestigd op hun midden- stand; alle Staten zorgen er voor, dat de arbeid en daarmede de welvaart in het land toeneemt. Zjj verhoogen de koopkracht en bevorderen daarmede den bloei van de ambachtsbedrijven en van den winkelstand. In ons regeerings beleid werd daarop tot dusver te weinig of liever in het geheel niet gelet. Is de industrie, dank zfi den steun van de eigen markt, krachtig geworden, dan is export mogelijk. Een fl Lke nij verheid kan uitvoeren. In het .protec tionistische" Duitschland hebben zich dan ook alle nijverheidstakken tot export- iudustrien weten te ontwikkelen. Wordt door ons eigen volk meer de voorkeur gegeven aan inlandsche fabri katen, dan kunnen hier tal van indus trieën komen. Het verbruik is niet zoo gering. Vooral niet, wanneer het levens peil der groote massa al meer wordt verhoogd. Méér industrie beteekent meer wel vaart, grootere koopkracht van het publiek, ruimere verdiensten voor win kelier en ambachtsondernemer. Er is tusschen de belangen der Neder- landsche industrie en die van den han- deldrfl venden middenstand in zfjn ge heel, geen strijd maar harmonie. De Tariefwet zal ook voor laatstgenoemde groep menig voordeel afwerpen. Worde ook vooral op het volgende gelet. Het is wfj wezen er reeds op een onloochenbaar feit, dat onze locale wln- kelhandel zich abnormaal uitbreidt. De oorzaak werd ook reeds door ons ge noemd. Er is hier gebrek aan werkge legenheid, aan behoorlijk loonenden ar beid Velen gaan thans uit nood een winkeltje opzetten. Naarmate de nationale industrie zich meer ontwikkelt, zal de aanleiding om een »zaakje" te beginnen voor velen verminderen. Bedenke de de gelijke middenstander wel, dat iedere werklooze, die petroleum of andere arti kelen gaat venten, iedere vrouw, die een winkeltje gaat oprichten, ten einde het inkomen van haar man eeD weinig te vermeerderen en al dergelijke zaakjes meer, toch ieder voor zich een deel van den totalen omzet opeischen, en t9 zamen zelfs zeer veel. Hoe overvuld de detailhandel van vele plaatsen is tot schade van win kelstand en consument valt wel uit de cijfers der Beroepstelling af te leiden. 1c steden als Hengelo en Enschede vindt men één in den handel werkzaam persoon op dx 54 en 42 inwoners. Maar ln de meeste andere steden Zwolle, Zutphen, Den Haag, etc. 1 op de 20 a 24 inwoners. Het is een feit, dat de concurrentie in den detailhandel het grootst is in de steden met betrekkelijk weinig nijverheid. In De Tijdspiegel van Juni 1910 werd reeds in een artikel: Het «rijke en wel varende" Nederland? gewezen op de buitengewoon groote toename van he; aantal hoofden van ondernemingen en arbeiders in deze bedrijven. Uit de Be roepstellingen van 1889 en 1899 blijkt, dat in tien jaar tflds het aantal bakkers met 25 °/o en het aantal slagers met 35 °lo vermeerderde. Het aantal personen, werkzaam in den handel van voedings- en genotmiddelen, steeg in lOjaren van 61618 tot 84840 personen. Dat is ruim 37 °/o, terwijl de bevolking slechts met 13 °/o toenam. Hoe overvuld vele be drijven hier te lande zijn, werd in De Tijdspiegel ook aangetoond door een ver gelijking van de Nederlandsche en de Duitscbe cijfers. Uit de Beroepstellingen in beide Staten viel bijv af te leiden, dat hier naar verhouding! 40 °/0 meer bakkers, 14 °/0 meer slagers, 74 °/o meer schilders en 23 °/o meer timmerlieden zijn dan in Duitschland. Dit alles valt slechts te verblarer uit onze nog betrekkelijk geringe industri eele ontwikkeling. Bij onze Oosterburen is de toestand beter. Déar Is in de groote nijverheid meer loonenden arbeid te vinden. (Wordt vervolgd.) 2 Juni 1913. De Middelburgache Courant bevat som wijlen allerzondelingste overwlnnings- berichten uit Goes. Had zij niet onbe grensd vertrouwen ln de waarheidsliefde van haar in het bericht uit 's Graven polder genoemden correspondent, dan zouden wij geneigd zijn ie vragenmaar collega, gelooft u dat nu toch werkelijk Zoo vertelt 't bericht dat met de spre kers in debat ging de heer De Vriend maar «deze had weinig plezier van zijn optredenhij werd tot op zijn hemd uit gekleed door de sprekers, wat hun trou wens weinig moeite kostte". Ziedaar het verslag vaD het debat. W(J zullen den heer De Vriend maar niet aanraden dit bericht te weerleggen He Midd. Crt. zou er toch niets vange- looven. Maar nogmaals herhalen wij onzen raad: gaat toch nooit met die heeren in debat; ook al gelukt het u hen te ver slaan, in de vrijzinnige pers zou menu wel voorstelen als tot op het hemd uit gekleed. Eu bovendien wat halen ze uit, die steekspelen 1 In Goes hebben wfl voor de Provin ciale Staten een moeien dag gehad bij de herstemming in 1910. Daar traden af twee liberalen en twee mannen van rechts. Onzerzijds waren vier mannen van rechts candidaat ge steld. Het scheelde slechts eDkele stemmen, of wij hadden alle vier onze candl- daten er in gekregen. Wel werden onze afcredenden herkozen, doch onze nieuwe candldaten moesten nog eens terugko men. Het ging dan ook om twee liberale zetels. En ziet, wij wonnen die. Kakebeeke en Elenbaas legden het af tegen v. Oeveren en Vogelaar. Zij 1918 even mooi als 1910. Dat wil zeggen dat wjj er op hopen dat alle vier onze aftredenden want nu treden er vier minnen van Rechts af bij eerste stemming worden her kozen. 94 Districten 49 candidaten. De S D.A.P. zit dik in haar candidaten. Veel meer dan de antirevolutionaire partij. Van rechts zijn verschillende personen in meer dan één district can didaat gesteldhetwelk altijd van invloed is op het stemmenciJfer. Ook al een omstandigheid die ons dringt om aan te sturen op een even redig kiesstelsel. Het aantal kiezers in ons land zal ditmaal wel niet ver van het miljoen zijn. Juist zooals de vader der Kieswet, minister Van Houten, indertijd voorspeld heeft. Wat het getal aangaat heeft deze minister het nog niet zoo verkeerd voor gehad met zijn „menscheliJkerwiJs vol- maakte*. Ia Amsterdam alleen zijn er nu reeds i meer dan 87 duizend I De Bond van Protestaetsche Kiezers heeft haar candidaten gesteld. Een men gelmoesje van vrij Liberale, unie-liberale, vrjj zin Dig democratische, dissidente chr. historischen, ex-christen-democraten en -aD tirevolutionairen. Ds. Lieftinck, ex cbr democraat ging voor in 't gebed; en toen werden ze aangewezen Dirk de Klerk, Kohnetamm en De Beaufort, naast Reuchenius en v. d. Laar; Mackay, Bichon en Schim- melpenninck, naast TidemaD den papen vreter; welke allen uitdrukkelijk ver klaren het Protestantsch karakter der natie en de rechten der Hervormde Kerk onverkort te willen handhaven". Een tweedrachiig gezelschap van onder ééa hoed gevangen anti-clericalen 1 De groepen v. Hoogenhuyze en v. d. Laar zijn door de vrijzinnigheid bij monde van Het Vaderland en andere bladen opgevorderd als hulptroepen. Niettegenstaande v. Hoogenhuyze ver klaard heeft het ongeloof niet op den troon te willen helpen. Maar ds. v. Hoogenhuyze heeft nog Iets anders gezegd. H(J is voor elke partij dieaan ods volk den Bijbel niet ontneemt; bevordert dat .Rome" niet oppermachtig wordtzorgt dat de Ned. Herv. kerk niet van haar plaats gedron gen wordt. Nu zou men zoo zeggende antirevo lutionairen willen den Bijbel almeer onder het volk brengendoor hunne be lijdenis weerstaan zij, voorzoover zij als gereformeerden de handhaving er van voorstaan, dat „Rome" datisdeR. K. Kerk oppermachtig wordten ook voor bestendiging der positie van de Herv. Kerk zijn zij niet minder gezind, krach tens artikel 20 van hun program, en blij kens de Grondwetsrevisie, waarbij artikel 171 ongewijzigd blijft. Dit zouden wQ willen zeggen, zoo het nog noodig was. Maar o principieele vrijzinnigheid toch! Hel Vaderland is ons al voor geweest met de verzekering dat ook liDks daarvoor is. Het blad schrijft: Zelfs gelooven wij, dat slechts wei nig vrijzinnigen niet zullen kunnen onderschrijven de drie desiderata, waarin Ds. v. H. ln zijn antwoord aan prof. K. als het ware het stembus program van zijne groep uitspreekt. „Aan ous volk God en den Bijbel te ontnemen", welk waarlijk vrijzinnige zou het willen? «Dat Rome niet oppermachtig wor de» wie ter linkerzijde wenscht iets anders? „Dat de Ned. Herv. Kerk niet gedrongen worde van de plaats die zij inneemt", wie die het concentratie program onderschrijft, zou er bezwaar tegen hebben? Komaan, zelf malen deze heeren niet veel om den Bijbel, dat wespennest vol fabelen, zooals een hunner grooten dat Boek genoemd heeft; de Herv. Kerk, velen hunner voelen er niets voor, zijn er niet eens lid meer van, en vertreden de belijdenis dier kerk; en wat de opper- j machtigheid van „Rome" aangaat, och, i als 't er op aankomt, valt een «RoomBche* toch altijd nog beter b{j hen in den smaak dan een «Calvinist". Maar - Juni is ln 't zicht. De Eerste Kamer gaat dezer dagen de Radenwet en Invaliditeitswet afhan delen, en ook de Ziektewet komt aan de orde. Reeds op 17 Maart sprak De Stan daard de hoop uit, dat zij zich «thans* daartoe zou opmaken. Grooten haast heeft zij derhalve niet gemaakt. In dit licht gezien is de klacht van het liberale lid v. d. Feltz, dat hij het nog nooit zoo druk heeft gehad, en het voorstel van zijn geestverwant Rengers om nog wat uit te stellen, wel ietwat belachelijk. Gelukkig dat de rechtsche meerder heid inzag welke gewichtige belangen er op het spel staan, en daarom het voorstel-Rengers verwierp. Nu komt er kans dat alle driedever- zekeringsontwerpen nog vóór de Juni- verkiezingen in het Staatsblad komen. Aan den voorzitter der Eerste Kamer komt hulde toe voor zfln krachtig op treden. i Erkenning. Onlangs meldden wij, hoe een officier, in pen ingezonden stuk in het Handels blad, de militaire belangen van ons volk veiliger achtte bij de rechtsche politiek dan bij de linksche. Thans is het weder een officier, die

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1