No. 189 1913
Donderdag 15 Mei.
27e Jaargang.
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
pp* De opgaaf van den spoordienst
komt In dit nommer voor op de gebrul-
kelijke plaats.
Ware en valsche vrijheid.
DeFransche socialist Ferdinand Buis
°oo, heeft er zijn verwondering over uit
gesproken, dat de leer van Csilv|jn, die
zoo absoluut de menschel|jke vrijheid
ontkend heeft, zooveel martelaars voor
08 vrgheid heeft verwekt. Waar z|j wor-
61 heeft geschoten, werden vrije mannen,
vr|je volken geboren.
Uit de Pers.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p1.25
Enkele nummers0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel
meer 10 cent.
De openingrede van den heer P. Ooster-
lee op de Dinsdag te Breda gehouden
algemeece vergaderiDg der Vereeniging
v»n Christelijke Onderwijzers, enz. ver
dient in ruimer kring verbreid te wor
den. Deze voorzitter van genoemde ver
eeniging dan sprak aldus
Hartelijk heet ik u welkom in de
oudste Residentie der Oranjes. Gaat het
u als mU, dan rijzen in uw hart herin
neringen op aan lang vervlogen dagen.
Verbannen w|j ze ziet„Zie niet om,
maar zie vooruit, al wat achter is, ver
geten*, zong een hoogleeraar, die mis
schien wat al te druk professie deed van
z|Ju antipathieën. Volgens hem liggen
„vrijheid, heil en leven in het grauw
verleden niet."
Wijzer mond heeft ons geboden, „dat
w|j onzen kinderen bekend zouden ma
ken de wonderen, die de Heere gedaan
heeft, opdat de navolgende geslachten
die weteD zouden en zjj hun hoop op
God zouden stellen." Om te kunnen leven
iu de toekomst, moet men geleefd heb
ben uit het verleden. Uit dat verleden
klinkt de waarschuwing ons tegen, ons
te hoeden voor een wortelloos radicalis
me, terstond opgaand, omdat het geen
diepte van aarde heeft, terstond verdor
rend, als de zon zich verheft* Een ge
slacht groeit op, dat onder jde leuze:
„Vooruitgang", allen band met. het ver
leden verbreekt. Dat is een nationaal
gevaar. Een volk, dat z(Jn historie niet
kent, dat uit zijn historie geen kracht
put, is een verloren volk. Dezelfde be
ginselen, die in het verleden het groot
gemaakt hebben, moeten de sterkte zijn
van het heden. Uit dat verleden stroomt
de bezieling ons toe, die ons triomfeeren
doet in onzen strjjd. In de arena des
levens zien de gekroonden neder op ons,
die nog worstelen.
Voor wiens geestesoog verrijst uit hun
midden niet de gestalte van den Vader
des Vaderlands, strijder en martelaar
voor de heilige zaak der Christelijke
vrijheid, en nog altjjd ons heenwijzead
naar de bron zij uer krachtden Potentaat
der potentaten, met wlen hij een vast
verbond had gemaakt.
Met de hooge Vrouwe, die de draagster
is der nobelste tradities van het Huis vau
Oranje en die wjj liefhebben niet alleen
om harer Vaderen wil, gevoelen we welk
een verheffende gedachte het is, te weten,
dat het levend geloof in Christus ons het
recht geeft, ons geesteszonen te noemen
dier hoogvereerde mannen en vrouwen,
die het geheim hebben gekend der hel
denkracht, ontspruitend uit een onwrik
baar vertrouwen op God.
Zij hebben ons het voorbeeld nagelaten
van een leven, aan den Heere en Zijne
zaak toegewijd, en de herinnering aan
hen zet zich om in de bede, dat elke ziel,
die in Christus haar Heiland heeft ge
vonden, versterkt mocht worden in het
geloof, dat troost geeft in leven en ster
ven, en dat w(j allen steeds meer vurige
getuigen mochten worden van den Heere.
Dat te z|jn is onze roeping, ook in
den str|jd onzer dagen, met andere wa
penen gevoerd, maar eveneens worste-
hng tueschen tweeërlei levensbeschou
wing.
Hij had zich over nog iets anders
nnen verbazen. De zonen van Rous
seau zQn opgetreden met de belofte aan
00 menschbeid te zullen, schenken, vrij
heid, gelijkheid en broederschap en de
geschiedenis van ons Christelijk onder
wijs laat zich samenvatten in dit woord
worsteling om stap voor stap het be
loofde te ontwringen aan hen, voor wie
de wijsheid naar Rousseau het einde van
alle tegenspraak is op paedagogisch
gebied.
Scheen het niet, of Goethes woord in
een uitgave voor Nederlandsch gebruik
luidde: »Was dir von unsren Vatein
versprochen ist, erwirb es, um es zu
besitzen
Vrijheid om scholen te stichten. De
verlichte potentaatjes in de stedelijke
besturen Den Haag en Nijmegen
kunnen het getuigen achtten het een
ongehoorde aanmatiging, een school te
begeeren, die z|j onnoodig vondeD, een
school te verwerpen, die z|j patroniseer
den. En in wiens ooren klinkt de echo
niet na van het overmoedige woord
„Dan moeten de minderheden maar
onderdrukt worden, z|j hebben in onze
maatschappij geen recht van bestaan."
En ook heden ten dage bestaat er nog
altijd een reactionaire cötexie, in eigen
oog partij van den vooruitgang, voor wie
de verplichte absoluut neutrale school
het ideaal is, dat ze zoekt te verwezen
lijken. Het w|jlen Prof. Gunning ben ik
overtuigd, „dat het clericalisme dan het
meest onnederlandsch, het hatelijkst is,
als achter den edelen naam van vrijzin
nigheid het den meest bepaalden staats-
dwang veibergt».
Het woord van den Zwijger»G|j wilt
ons vernietigen, en w|j willen niet ver
nietigd z|jn«, heeft ook nu zijn actuali
teit nog niet verloren. Strijdend voor het
goed recht onzer scholen, verdedigen w|j
de vrijheid van allen.
De tweede belofte was die van gelijk
heid. Tot heden is het ons niet mogen
gelukken, één steekhoudend argument
te vinden, voor het geloof, dat een be
paalde paedagogische richting in ons
land bevoorrecht moet worden. Wie het
particulier initiatief hooghouden, wie
protectionisme verderfelijk achten, moe
sten zich niet enkel geestverwanten
noemen, moesten zich ook geestverwan
ten batoonen van een Thorbecke, die
meende, „dat de Staat zich moest be
palen tot het vermeerderen der gelegen
heid om onderwijs te ontvangen, zonder
voogdij over de leer", van een Ptjnacker
Hord|jk, die in 1883 als Minister van
Binnenlandsche Zaken verklaarde, dat
de vr|je schoolregel, de openbare aan
vulling, ook z|jn ideaal was".
Als men eens wat minder eencarica-
tuur van eigen beginsel te zien had
gegeven, zou geheel ons volk thans weten,
dat ware liberaliteit bestaat in het be
geeren der vrijheid met evenveel ernst
voor den tegenstander als voor zich
zeiven, en dat men zeker is van de
macht der waarheid over de consciën-
tiën, de eenige, die men gebruiken wil.
Strijdend voor het goed recht onzer
scholeD, komen w|j op voor die liberali
teit, die gelijke behandeling van allen
eischt.
De derde belofte was die van broeder
schap. Als menschen, prat op hun beza
digdheid, ons brandmerken als „Christe
lljke subsidiejagers, die voor hun parti
culiere instellingen nooit genoeg uit de
Staatskas kunnen grissen", als ze de
goedgeloovige schare vertellen, dat „onze
politieke sectescholen den gewetens
dwang aandurveD, en dat w|j de gezind
ten tegen elkaar ophitsen", geloof ik
niet, dat het, „was sich liebt, neckt sich«,
a'les verklaart. En toch, onze vrijheid
hebben we ten deele reeds veroverd, de
gelijkheid komt ook eD de broederschap
zal volgen. In de geestelijke wereld be
staat overwinnen in winnen, en niet in
het laten gelden van het recht van den
sterkste.
En overwinnen zullen we. De teeke
nen des t|jds z|jn gunstig. De dagen der
Moleschotts, der Büchners, derHaeckels
z|jn geteld. Het bewustzijn ontwaakt,
dat er iu het kind nog iets anders slui
mert dan het abstracte intellect, dat het
nog iets beters noodig heeft dan heldere
voorstellingen, juiste begrippen, logische
gevolgtrekkingen, dat het ook een hart
heeft met gevoelens, die belijning, met
aspiraties, die haar voorwerp zoeken, een
hart, dat geen rust vindt, voor het rust
vindt in God. Wie de geestelijke armoede
erkend hebben van het intellectueels
fanatisme, de wetenschappelijke afgoderij
uit de periode die achter ons ligt, vra
gen voor hun kinderen een school op
Christelijk paedagogischen grondslag,
omdat ze tot de overtuiging z|jn geko
men, dat hat toetreden der Christelijke
atmosfeer alom en alt|jd de rechte lucht
eu levensadem voor waarachtige bescha
ving geweest isdie de harmonie is van
den mensch met zich zeiven, mèt z|jne
omgeviDg, met z|jnen God.
Overwinnen zullen we, omdat ten
slotte de vaders en moeders, zich niet
langer onmondig gevoelende, zullen
eischen, dat de Staat, dat Is in de prak
tijk de heerschappij van het grootste of
van het roerigste aantal, afzie van alle
geestelijke voogdij. In de toekomst zal
over Staatspaedagogiek en Staatsregeling
éénzelfde oordeel geveld worden. Wie
nu reactionairen heeten, zullen dan als
de mannen van den vooruitgang worden
beschouwd.
Hoeverre z|j ook in de wijze, waarop z|j
hebben gestreden, gebleven mogen zijn
beneden het Christelijk ideaal, hun strijd
was een strijd voor de vrijheid, niet alleen
van zich zelve, maar voor de vrijheid van
allen, was een opkomen niet alleen voor
eigen recht maar ook van het recht van
wie nu tegenover hen staan. Het laatste
woord zal niet z|jn aan dwang en aan on
recht en daarom zal de toekomst zijn aan
de paedagogisch vr|je school. We mogen
niet rusten, zoolang iD de opvoeding aan.
het Christelijk beginsel niet dezelfde be
handeling van Overheidswege ten deel
valt als aan het humanitairen. W|j wei
geren, ons den weg te laten voorschrijven
door een wetenschappelijke paedagogiek*
aan wetenschap en paedagogiek in gelijke
mate vreemd, die ons bewijzen wil, hoe
verstand-verstompend ons godsdienst
onderwijs werkt. Vooroordeelen moeten
niet voor argumenten willen doorgaan en
onverdraagzaamheid moet niet het woord
willen voeren in naam der ontwikkeling.
Dezelfde verdraagzaamheid, die in het
godsdienstige het gemeengoed is gewor
den van allen, die eigen overtuiging waar
lijk liefhebben, moet ten slotte eens allen
kenmerken, die in de opvoeding geen pro
fessie doen van eigen onfeilbaarheid. Dan
zal geen andere concurrentie worden ge
kend dan deze,wie de meest harmonische,
de meest alle behoeften bevredigende vor
ming zal geven aan de kinderen van ons
volk.
Dat doel na te jagen is de Inspanning
waard van al onze krachten. Dat we ons
dan opmaken en bouwen en God van den
hemel zal het ons doen gelukken. Door
dringt er u van„'t Is Godes zaak waar
voor gij strijdt", niet de uwe. H|j moet
heerschen, w|j mogen dienen. Laten wy
niets willen z|jn dan Z|jn instrument,
eenvoudig en onwraakbaar, b|j Z|jn werk
in onze dagen, een opvoeding, „waarin
alles Gode subject z|j".
15 Mei 1913.
Het is bij de verwerping van het stem
bus voorstel der socialisten raar geloopen.
Zaterdag was de stemming 21 tegen 29.
Er was een lid te weinig om een besluit
te kunnen nemen. Van de socialisten
zeiven, nog wel de voorstellers, ontbra
ken er vier. Van links stemde tegen de
heer v. Karnebeek; van rechts stemden
voorv. Vliet, v. Twist en Henkemans
overigens was het een party stemming.
Woensdag waren er tien leden meer
en stemden er van ieder evenveel voor
en tegen dus 26 tegen 34derhalve was
't voorstel verworpen. Thans ontbraken
vyf sociaal democraten!
Biykbaar heeft by de tegenstemmers
het bezwaar voorgezeten dat toch by de
aanstaande Juni-campagne het'voorstel
nóg geen wet kon zyn en derhalve niet
zou kunnen uitgevoerd worden. Ook
was het minder wenscheiyk voor alle
gemeenten deze wet te doen gelden.
Verlating van het stemmingsuur, of
anders (in de zomermaanden) vervroe
ging biytt evenwel noodig', met het oog
op onze kooplieden.
Wy hebben in ons no. van Dinsdag jl.
een vergissing begaan die hersteld moet.
De heer mr. P. Dieleman heeft niet be
dankt voor de candidatuur in 't district
Hulst. Integendeel by heeft ook die can
didatuur aanvaard. Hy is derhalve can-
didaat in twee districten. De lezer die
't staatje der candidaten bewaart, zal
derhalve onze foutieve toevoeging wel
willen verschrappen.
Hulst en Vlissingen zullen derhalve
wedy veren om de eer dit bekwame lid
van Gedeputeerde Staten voor dat college
te behouden.
Een kwajongensstreek.
Dezer dagen beschreef een Haagsche
oude opschepper in Het Volk een door
hem verricht heldenstuks Hy had name
ly k een veertigtal jaren geleden
een paar vrienden geholpen om in den
toren van de St. Jacobskerk te sluipen
en op deszelfs top de roode vlag te
planten.
Dit heldenstuk nu werd door Het Volk
een paar dagen daarna gestempeld als
een kwajongensstreek!
Wij lezen tenminste in Het 7oIfc van
13 MëiEen kwajongensstreek. Uit de
Indische bladen blykt dat het byschen
van de roode vlag op de »Hertog Hen
drik» het werk is geweest van twee
jongens".
Welnu, wanneer het hyschen van de
roode vlag op de „Hertog Hendrik" door
Het Volk aldus betiteld wordt, dan is ook
het heldenstuk van haar geestverwanten
op den Sint Jacobstoren te Den Haag,
hoe ook in haar kolommen door een der
bedryvers zeiven verheeriykt, een kwa
jongensstreek geweest.
Het is Het Volk die 't zegt.
Het blad klaagt in hetzelfde nommer
dat de „klerikale blaadjes* >zonder
onderzoek alle anti-socialistisch vuil
met de r.oodige schimpsaus aan hun
lezers opdisschen".
Wy voor ons kennen ons aan derge-
ïyke misdryven niet schuldig.
Wat wy hier opdisschen, distilleerden
wy uit de eigen kolommen van :ïet Volk,
en kan derhalve niet „vuil" wezeD.
Gelooft het toch niet, lezersdat straks
de liberalen b|j de stemmingen voor de
Hamer tegen de socialisten zoo hard
zullen optrekken, of dat zy by de her
stemmingen niet met hen samen zullen
doen tegen ons.
Gelooft het toch niet.
Laat het leuke liberaal-socialistische
Praneker u ontnuchteren, zoo het nog
noodig ware.
Och, dat Roodhuyzen te Amsterdam
in een openbaar twistgesprek met Troel
stra uitsluitend het kabinet aanvalt;
Herman Snyders te Muntendam, waar
Sannes aanwezig is voor debat „byna
heel zyn rede richtte tegen de ehriste-
ïyke regeeringspolitiek" De Muralt in
Oostburg onverdiende pluimpjes (2) deelt
aan de sociaal democraten; ongeveer
alle concentratie candidaten in vryzinni-
ge meetings de sociaal democraten links
laten liggen, bewyst al e9n beetje hoe
ze altegaar voelen de socialisten straks
noodig te zullen hebben. Maar 't is toch
nog minder comedieachtig dan hetgeen
men in Franeker ziet gebeuren.
(1) H e t V o 1 k van 13 Mei.
O Ingcz. stuk Breskenscho Crt. 3 Mei.
Voor de Tweede Kamer is daar Candi
da at de sociaal democratische aftredende,
en tegencandidaat een vryziunigebeide
partyen staau heftig tegen elkander
over. De indruk is gevestigd dat het
meenens is. Maar diezelfde party eu halen
nu voor de Statenverkiezingen de vol
gende grap uit. zy doen reeds by eerste
stemming samende vryzinnigen wer
pen twee van hun vyf eigen candidaten
over boord, en stellen daarvoor in de
plaats twee sociaal democraten; en de
sociaal democraten stelden naast deze
twee de overige drie vryzinnigen ten
einde reeds by eerste stemming aan
links, dat wil hier zeggen aan de liberaal-
sccialistische coalitie de overwinning te
verzekeren. En hunne organen komen
daar rond voor uit. De vryzinnigen
zeggenliever een sociaal democraat
dan een antirevolutionair; liever een
vaderlandlooze dan een vaderlandlieven
de, liever een hater dan een liefhebber
onzer Vorstin en van ons Vorstenhuis
liever een zeer grove dan een fijne t
Dus voor de Tweede Kamer bestookt
dé vryziunige den sociaal democraat om
dezen er uit te krijgenvoor de Eerste
Kamer spant hy met hem saam om hem
er in te brengen.
Het Eriesch Volktblad erkent dit open
lijk. Na er op gewezen te hebben dat
indien Franeker omgaat, ook Friesland
voor de Eerste Kamer rechts kiest, zegt
dit blad „cZa< dit kortweg een ramp zou
zyn*. En «dan ia voor langen tijd de
kans verkeken een sociaal democraat naar
de Eerste Kamer af te vaardigen'. Ja,
nog erger, wanneer Franeker omgaat
„krygen de „clericalen" hun vereischte
twee darden in dt Eerste Kamer voor de
Grondwetsherziening noodig."
Van daar dit stembusgekonkel by de
Statenverkiezing, terwyi men b|j de Ka
merverkiezing tegelijk elkaar in 't haar
vliegt.
Zoo immer, dan geldt hier: twee joden
weten wat een bril kost.
De Conspiratie.
Wy hebben op politiek gebied nu al
Coalitie eu de Concentratie. Sr is nog
iets anders bijgekomen, zegt de Stan
daard: Da Conspiratie. Een samenzwe
ring, een complot tegen de coalitie. Het
woord is niet te scherp.
Wat we nn weer kregen, noemt zich
Nationale Bond van Protestantsche kie
zers in Nederland.
Eerste kenmerk van Conspiratie is,
dat er in de „Fakkel" en in de „N. Rott.
Crt.", die bericht van de geboorte gaven,
de naam noch van vader noch van moe
der by staat. Er z|jn wel onderteeke
naars, maar ze werden niet genoemd.
Het kind3ke treedt anoniem de wereld
in.
Tweede merk van Conspiratiegeest is,
dat het gedrocht9iyke Bondje erKerke-
ïyk uitziet, en toch puur politiek is.
Immers zal men althans één eigen can-
didaat voor de Twaede Kamer stellen.
Een derde karaktertrek is bet puur
misleidende iu den naam-
Prosestantsch heet 't schepseltje, maar
feiteiyk treedt het tegen de Antirevolut.
party op en onder den eenen Protestant-
schen naam smokkelde men allerlei per
sonen van diverse pluimage in.
Ook al is er geen spiertje van 'tChris-
teiyke geloof meer trekkende, toch kan
en mag men uit antipapisme meedoen.
Het beet nu alles op haren en snaren
te worden gezet voor de bestaande „Ned.
Herv. Kerk", niet omdat ze den ChriBtus
beiydt, maar omdat ze de Liberalen uit
den brand kan helpen.
Onweersproken biyft dan ook deze be
rekening staan.
In de Hervormde Kerk 2.500.000 Ne
derlanders.
Daar nu in 1909 ruim 280.000 stem-