No 186 1913 Zaterdag 10 Mei. 27e Jaargang NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND CHRISTELIJK- HISTORISCH EERSTE BL D, VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN INGEZONDEN STUKKEN. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel meer 10 cent. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Met het oog op het Pinksterfeest verschijnt „De Zeeuw" Maandag niet. 10 Mei 1913. «Naar wij met genoegen uit De Stan daard vernemen, heeft althans ééi vrij zinnig b'ad. De N. Bott Crt. het optreden van den gouverneur-generaal van,Nid.-Indiê tegen de Indische partij toegejuicht. BQ gouvernements besluit van 4 Maart jl, ia namelijk aan deze te Bandoeng opgerichte partij de goedkeuring harer statuten, en mitsdien haar erkenning als rechtspersoon geweigerd, op grond dat bedoelde vereeniging is van s aat- kundigen aard ea de openbare orde ba- dreigt, zoodat zij volgens artikel 3 van het regeeringsreglement verboden is. jjjEen vrijzinnig dagblad in Indië, het Nieuws van den Dag" juicht de wei gering toe, en merkt op dat de beslis sing der Regeering wel niemand zal verwonderen en voegt er aan toe: In aanmerking nemende het doel dat de heer Douwes Dekker beoogde zou toe lating zijner vereeniging een dwaasheid zijn geweest." iDtusschen heeft deze vereeniging reeds veel schade gedaan aan de belangen der Indo's. Men z-gt dat de heer Douwes Dekker nu naar Nederland komt. Alles w(jst er op dat den gouverneur Id-nburg dank toekomt voor zijn be leidvol optreden. Voor bestendiging van de rust in Neierlandsch Indië, althans voor de minst onzekere kans er op is beste odi- ging van de tegenwoordige Kamermeer derheid en het R chtsche Kabine', en daardoor ook van den gouverneur ge neraal menschelijk-irwijsgtsproken nood zakelijk. Dit geldt ook voor een andere hoogst belangrijke zaak: de Zmding. Het Eerste-Kamerlid Van Deventer, een hoogst bekwaam man, doch fanatiek vrijzinnig, en ver v^n vriendelijk jegens de Zending gestemd, heeft van zijn hoo- gen zetel in de Eerste Kamer het on- bewimpe'd uitgesproken dat de Zending alleen mag geduld in de Buitenbezittin gen, waar het Heidendom heerscht, dat wil zeggen onob r kannibalen en koppen snellers; en wanneer zij dit mindere werk zal hebben verricht, mag ztj volgens inzicht van deze o Staatsman, gedoodverfd als minister van koloniën in het vrij zinnig kabinet wannee: straks onver hoopt links wint, in stilte henengaan. Op de fondamenten door de Zending gelegd zal de Vrijzinnigheid wel voort bouwen. En wat dit beteekent heeft ons het geëxerceer van het modernisme met he neutrale school iD het moederland geleerd. Voor de Minahassa met name zou dat eea ramp zijn. En te meer zou het op treden van een dergelijk der Zending ongezind minister schade doen, omdat tnr. v. Deventer den Zendingsscholen e0Q kwaad hart tosdraagt, en het gouver- nementsonderwijs ver boven het Zea- oingsschoolonderwijs heeft verheerlijkt. Welk een bevoorrechtingEn dat ter- wtU het Gouvernement hooge salarissen gooit, en de Zendingsscholen niet meer dan vijftien ii twintig gulden kunnen garandeeren. Een toestand als jarenlang in ons land bestaan heeft. Daarbij vindt mr. v. Deventer de Zen ding op Java nutteloos en overbodig. De Christelijke Zending mag niet tegen do Mohamedaansche beschaving ingaan I Eu aan zulk een minister zouden Practisch gesproken zij die uit de Cnr. Historische, Unie liepen, nog liever de landsbelangen toevertrouwen dan aan een antirevolutionair, als den tegen- woordigen minister van koloniën en den gouverneur Idenburg P Het is haast niet te denken. Da. v. Hoogenhuijze ten- mirste heeft al verklaard het ongeloof niet aan 't roer te willen brengen. Verzuime men toch niet alle vrienden die uit nevenoorzaken onze actie voor het tegenwoordig Kabinet tegenwerken, of er zich aan onttrekken, op de treurige gevolgen welke uit dit hun treurige doen en laten kunnen voortvloeien 1 Niet het minst voor de Zending, en voor onze Koloniën 1 W(j wezen reeds vroeger op den slech ten geest onder het personeel van onze Marineen op da maatregelen door on zen tegenwooi digen minister van marine (a. i.) Coljjn daartegen uitgevaardigd. Er zijn gevallen van sabotage en in subordinatie voorgekomen, welke wel op oorlogsschepen van onze naburen ook kunnen voorkomeD, doch blijkens mede- deelicg van kenners onzer toestanden niet in verband staan mf t de kwaal die op onz9 vloot is vastgesteld, deze namelijk dat naast en boven het wettige gezag zich een ander volstrekt onwettig gezag heeft gevestigd, hetwelk van de mindere schepelingen absolute gehoorzaamheid vordert en daarbij zoo goed als zeker is, door de groote meerderheid gehoorzaamd te wurden, ook als die bevelen lijnrecht tegen die der wettige overheid zouden ingaan. Dit onwettige gezag, (aldus De Tijd) hetwelk veel meer dan drie vierden van het lagere marine-personeel onder zijn IJzeren heerschersroede deed bukken, is dat der socialistische Bonden en Ver- eonigingen, meer bepaaldelijk het gezag van den «Bond voor mindePMarine-per- soneel", waarbij tegenwoordig meer dan 90 percent onzer oorlogs matrozen, 60 percent der mariniers en 40 percent der stokers zijn aangesloten, terwijl onder de laatste ttoee categories i de propaganda krachtig wordt voortgezet. Officieel or gaan van deze vereeniging is het onder de schepelingen algemeen verspreide CorrespoDdentie-blad, niet-offlciëel or gaan het door en door socialistisch blad Het Anker, hetwelk, niettegenstaande het op de vloot verboden werd, zeker niet minder dan het vorige gelezen wordt. Wel raadt dit orgaan sabotage en actief verzet af, doch alleen omdat het niet helpt-, doch daarnaast voert het een geniepige bestrijding van het gezag en prikkelt het tot passief verzet, zoolang er geen straf op kan komen. Deze Bond is nagenoeg geheel socia listisch. Dit bleek reeds in 1903 toen de Amsterdamsche afdeelicg van den Matrozenbond tijdens de misdadige woe ling of wel het anarchis'ich avontuur der socialisten onder Troelstra, Oade- geest, c. s. een motie aannam waarbij als zijnde zehen arbeiderskinderen, zich solidair verklaarde met de arbeiders en by een mogelijk gewelddadig op treden daarmede rekening (zou) houden.* Ook ia den strijd tegen hec nacht passagieren is het revolutionaire karak ter van den Matrozenbond duidelijk aan het licht getreden. Uitnemend is dan ook de maatregel van minister Oolijn om alle revolutio naire elementen van de vloot te verwij deren en daardoor mogelijk te maken dat ook Chris'enouders hunne zonen »op het schip" kunnen doen. Ook in het belang van onze vloot, en van onze Jantjes, en daardoor in bet landsbelang, dat bij een Cnristel(jken geest ln leger en vloot bevorderd wordt, is het gewenscht dat de vrijzinnigheid straks er niet in slaagt ons Hechtsche ministerie van zyn plaats te dringen. Ook in dat opzicht zouden wij met een linksch ministerie en een vrijzinnig minister van marine onder de zweep van Hugenhohz o zoo gesjochten zijn. Het zal den lezers, die hun kerk lief hebben, nu wel duidelijk zijn, dat de traneD door vrijzinnige heeren geschreid over de Ned. Herv. Kerk, die in gevaar zou zij-., niets anders dan krokodillentranen geweest zijn. |Sij de Grondwetsherziening blijft artikel 171, het traktementeDartikel, ongerept. In de antirevolutionaire Kamerclub zitten voor de helft onvervalschte vrienden (leden) der Herv. Kerk; en het moderamen der party bestaat uit enkel Hervormden. Bovendien is door dit kabinet herhaal- de'yk bewys geleverd, dat het de belangen dier Kerk in het oog houdt. Let by voorbeeld op Ede. Ede werd voor enkele j Aren een groote garnizoensplaats en de vele Hervormde milicieris, die tydeiyk ODder 't opzicht van den Edeschen kerkeraad kwamen, konden door den éénen predikant onmo- ïyk naar behooren worden bearbeid. Daarom moest een tweede predikant worden beroepen. Doch dat kostte veel geld. Ea dat geld was niet te vinden. Tot nu onlangs minister Colijn, terecht begrypende dat het hier evengoed gold het belaDg van het Leger als van de Kerk door het verleenen van een ruime sub sidie den Kerkeraad in staat stelde, een tweeden predikant te beroepen. Op zichzelf een kleinigheid. Maar toch wel waard genoemd te worden. Om velerlei redenen is het noodig dat de minister van oorlog straks als zoo danig kunne aanblijven, hetgeen alleen het geval zal zyn zoo Rechts wint. Maar vooral ook met het oog op de geesteiyke belangen onzer soldaten is dit zoo wenscheiyk. Kiezers, ook gy die u reeds met't oog op uwe kerk tegen dit kabinet voelt op gezweept, denkt daaraan wanneer gy straks ter stembus gaat. De sociaal democraten en de landsver dediging. Niet zoodra hebben de leiders der S. D.A P. in de Kamer iets losgelaten dat maar even op voorgenomen landsver dediging lijkt, of hunne partygenooten zyn er als da kippen by om hun dit kwalijk te nemen. Schaper wilde in de ure des ge vaars naar de grenzen snellenHugenholtz verdedigde de zelfverdediging door de vloot; en nu laatst, by de behandeling van het ontwerp kustverdediging erkende Troelstra de landsverdediging als een plicht. Hy sprak nameiyk ,Er wordt gevraagd: wilt gy het vaderland niet verdedigen? Ja, mijne heerenWanneer daar in de tegen woordige bedeeling (verhoudingen P) een aanslag komt op de onaf hankeiyk- heid van ods land, zult gy ons oproe pen en dan zullen wy aan uw oproe ping gehoor geven De oude idee van dienstweigering past in het Tolstoïa- nisme, staat recht tegenover de sociaal- demokratische opvattingen. Gy we9t, dat ge ook op ons, sociaal-demokraten, kunt rekenen als wy door u worden opgeroepen, om deD plicht te doen, dien wy als burgers van den Neder- landschen Staat onder het tegenwoor dige regime te vervullen hebben. Of wy dat gaarne willen en mooi vinden, het wordt ons niet gevraagdmaar dien plicht zullen wy vervullen. In bescheiden bewoordingen" komt in Het Weekblad prrty genoot dr. v. d. Waerden tegen deze voorstelling op. Hy zegt onder meer: Wy kunnen immers Diet verklareD dat wy »het vaderland" verdedigen willenwy gevoelen het niet als .plicht" als .burgers van de Neder landse Staat" aan de oproep van Coiyn gehoor te geven enz. Onder plicht verstaan wy in de regel dat wy een zedelike plicht hebbendus hier de zedelike plicht als goede burgers van de Staat ons ïyf en leven veil te hebben voor het vaderland in de oogenblikken des gevaars. Er is echter een andere lezing mogeiyk, n.l. dat Troelstra onder plicht iD die woorden verstaat: de door de wet opgelegde zure verplichting die we morrend moeten ondergaan zoolang wy niet sterk genoeg zyn het huidige regiem omver te werpen. Deze opponent vraagt, met het oog op het gebruik dat de tegenstander van dergeiyke uitspraken maakt, opheldering. De S D.A.P. zal op den duur zich ook op dit punt moeten uitspreken. De lei ders zullen er niet ln slagen de kool met de geit te sparen. Misschien staat deze poging wel een weinig in verband met de vetkiezingen. Althans dr. v. d. Waerden maakt den indruk van eeriyker de gevoelens zyner party weer te geven, dan by voorbeeld een socialistisch debater te Zuidzande die in de Bretkensche Courant er tegen opkomt dat men hem verdenkt den indruk te hebben gegeven dat de sociaal democraten geen vaderlandsliefde hebben 1 Wie zoo iets zegt en wie het nogeens vanuit Zierlkzee, zooals de Kamercandi- daat de Muralt in de Bretkensche Courant van 7 dezer, komt bevestigen, toont duideiyk dat er een stembus op zyn brilleglas geschilderd staat. Immers de een beeft zyn mannetjes by de stemming, en de ander diezelfde mannetjes straks by de herstemming noodig (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Geachte Redactie l In uw Dommer van 8 dezer meent u my een terechtwyzing te moeten geven omdat ik my heb onderwonden op Maan dag 5 Mei jl met den heer Roos tede- batteeren in zake de neutrale en de vrye school- Het spyt my dat u daartoe zyt gekomen, naar ik vermoed, door een ver draaid verslag uit de Goesche Courant. Na kan my in den regel een verslag uit dat blad heelemaal geen lor schelen, ik heb daar eenvoudig maling aan, maar nu u, M. d. R., u ook er in mengt, ben ik ter wille van de waarheid wel ver plicht de zaak wat Dader te verklaren. De korte toedracht is deze: De spreker van den avond had be toogd dat de vryzinnigen het de Chr. Hist. Unie steeds als een grief zouden aanrekenen dat zy terwille van de bevoor rechte positie der Herv. Kerk de openbare school hebben prys gegeven, by het aan gaan van het politieke accoord. Het eenige wat door my hierop is gezegd, is, dat ik met genoegen constateerde, uit den mond van een vryzinnige te hooren, dat .ondanks Dr. Kuyper en de Roomschen" en «ondanks het electoraal accoord" de belangeD der Herv. kerk dan toch veilig waren by de Cnrist. Hist. Unie. Dhr. Roos antwoordde hierop nog met eenige glossen aan het adres der Chr. Hist. Unie, den heer de Savornin Lohman en Dr. Kuyper. Hiermede ware hetge- heele debat, dat tameiyk onschuldig was, en niet liep over de school, maar meer over de practiche politiek der Chr. Hist. Unie, teneinde geweest, indien niet de heer Siemelink in zyn sluitingswoord de rechtsche beginselen op spottende wyze had onder handen genomen. Voornameiyk de Oud-Geref. en de Ge:ef. moesten het nog al ontgelden. Hy had, zelde hy, 25 jaren gestudeerd, maar het vei schil tusschen Oud-Geref. en Geref. was hy niet te weten kunnen ko men, totdat hem een Geref. barbier te Goes dit geheim had geopenbaard. Om deze pseudo grappenmakery werd- door het vryzinnig publiek, waaronder 6 leden van den gemeenteraad, nog al veel ge- applaudiseerd. Verder meende de heer SiemeÜDk dat de onderlinge verschillen der protestan ten hen zou doen vallen ln de handen der Roomschen, en om dit af te weren, moesten zy zich vereecigeo rondom de openbare school. Ik meende den heer Slemelink er op te mogen wyzen dat, indien men een protestantsche school wenschte, men zich kon verstaan met de heeren de Visser en Kromsigt. Natuuriyk, zeide ik, zal men ook daar de voorwaarde stellen, de Bijbel op de school en wat kan men daar ook op tegen hebben, hy is toch immerB nog altyd voor Jood en Christen het eenige richtsnoer voor het Gods dienstig leven? De heer Siemeliok antwoordde hierop dat het oude testament niet by het Christendom thuis behoorde en het nieu we zoo slecht is vertaald dat men eerst Grieksch moet kennen om daarover te kunneD meepraten. Nogmaals heb ik toen het woord ge vraagd, maar dit werd my door de hoog- geloofde vryzinnigheid geweigerd. Wanneer U M. de R. dus meent uit het verslag der vryzinnige bladen te mogen opmaken dat ze my hebben af gemaakt!*) doe ik u by dezen verstaan dat bet tusschen den heer Roos en my zoover niet is gekomenik ben er nog altyd, en wat den beer Siemelink betreft, die zijn kracht zocht in spotten met de godsdienstige gevoelens van anderen, is dan nu tenminste gedwongen zich in zyn ware gedaante te doen kennen, zoo dat de kiezers van Wolfertsdyk dan nu tenminste kunnen weten met welken spotter zy te doen hebben. U dankende M. de R. voor de toege stane plaatsruimte. Met beleefde groeten, Hoogachtend, SAN. VAN OEVEREN. Dit is door ons nht beweerd. Wij hebben geschreven dat de liveralen dit zoo zoud-n no-men. Rbd. Ierseke, 9 Mei 1918. Mijnheer de Redacteur l Wil my een weinig plaatsruimte toe staan in Uw blad.. By voorbaat mijn dank. In het nummer van 5 Mei II. komt de volgende opmerking veor«Orthodoxe en gereformeerde predikanten worden van den kansel geweerddenk o.a. aan Yerseke, waar de kansel in de Hervormde Kerk geweigerd werd aan ds. Schokking tot het houden van een unierede in het belang van het chr. onderwijs." Deze scheeve voorstelling behoort de worden recht gezet. De zaak is deze. Door het plaatseiyk comité voor de Unie was my n medewerking gevraagd tot het doen hou den van een Unie-rede in Ierseke, waar toe op myn advies dr. H. Schokking van den Haag gevraagd werd. Toen moest eerst nog aan heeren kerkvoogden ver gunning gevraagd worden, daartoe het kerkgebouw der Herv. Gemeente te mo gen gebruiken. En dit verzoek zou stel lig Diet afgewezen zyo, indien niet door een der leden van het comité, nog vóérdat h t verzoek in de vergadering van kerk voogden en notabe'en behandeld was, in een plaatseiyk blad de foutieve mede- deellng gedaan was, dat dr. Schokking zou optreden ln de Herv. Kerk voor de •Gereformeerde» school van Iarseke.Waar door deze publicatie de te houden rede al te zeer een plaatseiyk karakter ver kreeg, is in de vergadering van kerkvoog den en notabelen terecht besloten de inwilliging van het verzoek te veriagen i tot er ten deze meer samenwerking iub- Bchen Gereformeerden en Hervormden verkregen zou zyn. Door deze juiste voor stelling der zaak vervalt althans de aan klacht tegen onze Herv. Kerk, (die in deze dagen nog al de wry f pa al der onder scheidene politici scbynt te zyn), als zou ln haar de kaosel geweigerd worden aan

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1