178 1913
Woensdag 30 April.
27e Jaargang
laas.
iaas.
iknechls
t I
NIEÜW8BLAD
VOOR ZEELAND
GHRISTELIJK-
HISTORISCH
(meid
delburg
dster
LN FRAAS-
age.
2 7
10,-
12,-
1,-
12,-
12,-
12,-
1-
12,-
12,-
12,-
12,-
12,-
9,30
8l"
sT-
87-
sT-
8r"
«7-
7r
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Het Zilveren Jubileum
van den Geref. iongelingsbond.
3 van middel-
izakelijk voor
gelegen in de
ordt gevraagd
opgave van
ageren werk-
g van getuig-
Jwacht onder
bureau van
scboolbouw,
|ij n s p 1 a a t.
LN SLUIJS,
iet October
1RD,
|1 i s k e r k e
IHELDS".
im.
17 9,-
18 9,30
1910,—
|010,—
[l 6,-
8 8
U 8,30
6,—
16 9,30
17 8,30
8 8,30
19 8,30
'jlO,-
9-
11,-
11,80
ae* datum is
esde getal it
tit
tlTTERDAV.
idelb. v. Rott.
8,-
8,-
7~
8r~
8,—-
8,-
*8.-
5,35 d)
7,05
d)h)
rat vertrek
i m.8,50
I on Neuzen
hoogste 16
uit Neuzen
iet 31 Aug.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p1.25
Enkele nummers0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel
meer 10 cent.
mammmBOBSSsasBaaaEBam
BERICHT.
Morgen, Hemelvaartsdag, verschijnt
De Zeeuw niet.
Op den verjaardag van Prinses Juliana,
1909 30 APRIL 1913.
Schoone bloemeD, rjjk aan kleuren,
Zoete geuren
Spreidt gy over 'tlandschap heen!
Lieve Lente, gij komt geven
't Nieuwe leven.
't Al verblijdt zich, groot en kleen
En bQ al dien rijken zegen
Lacht ons tegen
'tAllerliefste Koningskind:
Die Oranjebloem vol leven,
Ons gegeven
En door ons om 't teerst bemind.
Dat Zfl leve, tiere, groeie,
Lieflijk bloeie,
Als een sieraad van Haar Hof
God de Heer bljjv' Haar bewaren
Voor gevaren,
Och, dat Haar nooit onheil trofl'
Nog leven we met onze gedachten
als het ware geheel in hetgeen we te
Utrecht op de bezielende Deputatenver-
gsdering gezien en gehoord hebben of
we moeten met onze lezers onzen blik
richten naar het vorstelijk 's-Gravenhage,
waar de „aangroeiende" Deputatenverga-
dering thans haar zilveren feest viert.
Onze lezers weten reeds wat we bedoe
len, we denken aan de feestvergaderin-
gen van den Nederlandschen Bond van
Jongelingsvereenigingen op Gereformeer
den grondslag, die op heden, op Hemel
vaartsdag en op a.s. Vrijdag al ji.bilee-
rende het fee9t viert ter herdenking van
zijn 26-jarig bestaan.
Ons vaderland is rijk aan Jongelings-
vereenigingen en aan JongelirgsbondeD,
welker arbeid we natuurlijk zeer op pijjs
stellen en hoogelljk waardeeren. In dit
verband denken we ook met dank aan
God aan den zegen, ons Christelijk
Nederland geschonken in het Neder-
landsch Jongelingsverbond, dat thans aan
de boorden van den Amstel zijn diaman
ten jubileum viert.
Maar de Gereformeerde Jongelingsbond
staat ons als antirevolutionair dagblad
uiteraard het naast.
Want de JongeJiDgsvereenigingen by
dezen Bond aangesloten, onderscheiden
zich juist vau andere Jongelingsvereeni
gingen in die zaken, die ons krachtens
ons psginsel het meest-sympathiekzijn.
We hebben alle Jongelingsvereenigin
gen lief, omdat zij van onze jongelir gen
degeiyke Christenen en trouwe Vader
landers makeD.
Maar de Bond van ds. Vonkenberg, als
ons zoo eens mogen uitdrukken, sluit
v il *?el1 meest aan bjj ons Calvinistisch
volkskarakter en voedt onze Jongeling-*
schap op in Antirevolutionairen geest en
111 Cbrrstelp Hiatorischen zin.
By dezen Bond staat niet het Evan
geliserend karakter op den voorgrond,
noch worden de vereenigingen opgericht
'atand gehouden om te werken in
net belang van een van de Protestant-
sche Kerken van Nederland.
Ons wenkt het beeld der vad'ran
Dat kloek en vroom geslacht
Met heldenmoed in de a'dren
Dat Spanje te onder bracht.
Dat is het juist wat deze vereenigingen
kenmerkt. Ze willen elkander onder-
wyzen en opbouwen op zulk een wyze,
dat zy straks in staat zullen zyn om
ais mannen welbewust en kloek te strij
den voor die beginselen, welke ons volk
eenmaal in den wedstrijd der natiéa
deed zegevieren.
En daarom zingen de jongelingen ook
verder in hun Bondslied
Wö willen ook zoo wezen,
Hun zonen, niet ontaard,
Wy, heden als voor dezen,
Den naam van Holland waard.
Er is nog iets, waardoor het vereeni-
gingsleven dezer jongelingen zich sterk
kenmerkt.
Ze willen hun vereeniging maken tot
een universiteit voor het leven.
By het woord „universiteit* denken
we onmiddeliyk aan de Vrije Universi
teit te Amsterdam.
Welnu, wat deze hoogeschool voor
onze studearende jongelingschap is, dat
is de Gereformeerde Jongelingsvereeni-
ging voor onze jongelingen, die zich
willen bekwamen en wapenen tot den
strijd des levens.
Ds Calvinistische levens- en wereld
beschouwing, die heel de aarde en alle
terreinen des levens opeischt voor de
eere van onzen God, bezielt ook dit
vereenigingsleven, om onder de jonge
mannen werkzaam te zijn tot het doen
kennen der Gereformeerde beginselen
voor Kerk, Staat en Maatschappij, tot
het vragen naar de eeuwige beginselen
van Gods Woord, voor het gansche,
volle, ryke menschenleven.
En nu is het juist de onvergankelyke
eere van den Gereformeerden Jonge
lingsbond dat hjj het vereenigingsleven
der Gereformeerde jongelingen in deze
richting heeft geleid en bestuurd.
Door deze l9iding zijn onze jongelin
gen er toe gekomen om met de behan
deling van de vaderlandsche geschiade-
nis ook aan de bespreking der anti-re
volutionaire beginselen en van de sociale
vraagstukken van onzen tijd een ruime
plaats op den rooster van werkzaam
heden toe kennen.
Ook op vele vereenigingen, die niet
by dezen Bond zijn aangesloten, worden
in de laatste jaren dergeiyke onderwer
pen behandeld, maar dat <8 mede een
vrucht van de actie van den Bond. De
zuigkracht dezer organisatie is zoo sterk,
dat door heel de Jongelingsbeweging in
ons vaderland een kentering is te be
speuren, om het vereenigingsleven meer
op nationale leest te schoeien.
09 Gereformeerde Jongelingsbond heeft
er een open oog voor gehad wat be
paald de roeping van de Nederlandsche
Jongelingsvereenigingen is. Vandaar dat
deze organisatie zich in haar l8ven en
streven meer tot de aangesloten vereeni
gingen dan tot de jongelingen richtte.
Het is ook geen Jongelingsverbond maar
een Bond van vereenigingen. Niet de
jongelingen maar de vereenigingen
zijn lid van den Bond. Eu het is
alleen maar kortheidshalve als we spre
ken van den „Gereformeerden Jonge
lingsbond*, want deeigeniyke naam, die
zyn principieel en organisatorisch ka
rakter zoo juist uitdrukt is: Nederland-
sche Bond van Jongelingsvereenigingen
op Gereformeerden grondslag.
Dat deze Bond zich meer tot het ver
eenigingsleven zelve bepaald, is ju'st zfln
kracht geweest.
Nu kon „de reformatie der Jongelings-
vereeniging ter hand worden genomen*
en werd het vereenigingsleven in deze
richting geleid, dat de jongelingen, straks
man geworden zjjnde, zeiven een refor-
niatorischen invloed Van zich konden
doen uitgaan, door hun arbeid en stryd
in eiken levenskring, waarin God hen
riep.
En zoo is het te verstaan, dat er van
dezen Bond een kracht is uitgegaan, die
niet in cyfers en woorden is uit te
drukken.
Wel kan gezegd worden, dat als ge
met dank aan God er in roemt, dat thans
op schier elk gabied der Christelijke
actie een opwaking is te bespeuren, met
het Christeiyk Onderwijs en de Christe-
ïyke Pers is ook het vereenigingsleven
van den Gereformeerden Jongelingsbond
een middel in 'sHeeren hand geweest
om dit heeriyk resultaat t9 verkrijgen.
De Vr|je Universiteit schonk ons leids
lieden op elk levensterrein, de Christe
lijke school hield de ontkerstening der
natie tegen en door onze Christelijke
Pers werden onze mannen onderlegd en
bezield, maar de Jongellngsvereeniging
heeft in schier elke stad en elk dorp
van ons vaderland voor de Christelijke
actie plaatselyke leiders gekweekt, die
thans een eere zijn in den Raad der
Kerk, in het bestuur van „Nederland en
Oranje" of „Patrimonium*, ja, menig
antirevolutionair Raads- of Statenlid wil
thans nog met dankbaarheid getuigen,
dat h|j z|jn opleiding heeft ontvangen
op de 3 on gelingsvereeniging.
Die opleiding is dikwijls zoo uitne
mend, zoo principieel en zoo practisch,
dat het ons meer dan eens is gebleken
vergeef het ons, dat we't neerschrij
ven dat een jongeman van de Jonge
llngsvereeniging 't op eer vergadering in
het trekken der ïynen, in het formuleeren
zijner principes en in het uiteenzetten, be
streden, verdedigen of organiseeren van
een zaak meer doorzicht toonde te bezitten
dan een theoloog, jurist of literator, die
een uitmuntende academische opleiding
had ontvangen. Niet ten onrechte noem
den we de Gereformeerde Jongelings-
verfeniging een universiteit voor het leven.
We stryden thans voor de vierde maal
voor het behoud van ons christeiyk
ministerie. In dezen sti|jd heeft de Ge
reformeerde Jongelingsbond telkens door
de soldaten en veldcornetten van zyn
recrutenscholen ern belangrijk aandeel
in deze worsteling gehad.
En als straks wat God geve de
vr|je school in onze vaderlandsche con
stitutie de plaats der eere zal ontvangen,
zal het ook voor den Gereformeerden
Jongelingsbond een schoone dag zyn,
een dag waarop ons christeiyk Neder
land de vruchten plukt van een moei-
zamen arbeid, waaraan ook de Bond
dapper heeft meegewerkt.
Voor onze christeiyke onderwyzers is
het uiteraard ook een reden om verheugd
te zyn, als zy aan het zilveren jubileum
van dezen Bond gedenken.
Is het niet juist het aanbiddeiyk be
stel des Heeren, om den arbeid van het
christeiyk onderwys door de Jongelings-
vereenigiDg te doen gedyen. Hoo dik-
wyis draagt het goede zaad, dat door
de Christeiyke School gestrooid werd,
in het vereenigingsleven van den jonge
man heeriyke vruchten.
En de ouders, die in hun jongelingen
zoo gaarne bondelingen zien, is voor
hen het vereenigingsleven hunner zonen
niet een moedgevend verschynsel 7
Luister maar, hos ze in hun Bonds
lied jubelend beiyden
Het leven'ons geschonken
Nog vol, nog ryk en schoon,
Nog met den glans verblonken
Van jonkheids bloemenkroon,
zy aan Gods dienst geheiligd,
In arbeid, vreugd en stryd
En door zyn vrees beveiligd
Voor d'afval van den tyd.
Kunt ge het u niet indenken lezer,
waarom we met zoovele woorden stil
staan by het zilveren jubileum van den
Gereformeerden Jongelingsbond? Want
is hy niet alleen de hope des vaderlands,
maar ook de hope onzer party
Viert dan blyde feest, o, jongelingen, in
de stad aan de zee, en doet uw jubelzan
gen ten hemel stygen tei eere van Hem,
Die uw Bond in het aanzyn riep, hem
deed groeien en bloeien en nu reeds 26
jaar t rt een ryken zegen voor onze Chris-
teiyke actie op elk leveosterreln stelde.
Er is reden om God te dankon.
Klein, heel klein is de Bond begonnen.
Maar de Heere heeft het zwakke pogen
willen zegenen, zyn kracht in dei jonge
lingen zwakheid willen volbrengen, en du
hulpe van God verkregen hebbende, staat
de Bond daar tot op dezen dag, tot een sie
raad van heel ons Christeiyk Nederland,
als een der machtigste organisaties van
ons land, waarbij zyn aangesloten 605
vereenigingen met 12562 leden.
De Bond nam Diet alleen toe in genade
by God, maar ook in de eere van men-
schen.
Aanvankeiyk waren het alleen ds.
Brummelkamp en wyien prof. Biesterveld,
die den Bond steunden, maar stormender
hand heeft deze organisatie de harten van
honderdduizenden in den lande veroverd,
ook de sympathie van de mannen van
naam en gezag, die wy als onze leiders en
voormannen eeren. Zelts de ministers
zyn op den dag van heden niet achterge
bleven, om dezen Bond hunne gelukwen-
schen aan te bieden.
En wilt ge weten, wat dr. Kuyper van
dezen Jongelingsbond heeft getuigd, reeds
15 jaren geleden „Velen zeggen, nu ik
oud word, dat, als ik sterf, ook myn werk
uit is, maar daartegen is uw beginsel-
trouw en nobele geestdrift een waarborg,
een waarborg waar ik God voor dank*.
En dat de sympathie van onzen
grooten leider nog niet voor dezen Bond
is geweken, bewyst wel het feit, dat de
oude vechtgeneraal morgen in het mid
den van den jubileerenden Jongelings
bond hoopt te zyn, om voor de joDge
Calvinisten de feestrede uit te spreken,
waarin Z.Exc. de feestvierende menigte
er aan zal herinneren, dat der jonge
lingen sieraad hunne kracht is.
Zelfs van de zyde der tegenstanders
wordt deze Bond om zyn doeltreffende
organisatie geroemd. Henri Polak, de
bekende socialist en voorzitter van den
Nederl. Diamantbewerkersbond, stelde
den Bond reeds jaren geleden als een
navolgenswaardig voorbeeld, wat zyn
organisatie betreft.
Zoo is er dus stoffe te over om den
Heere te loven en te pry zen voor Zyn
goedertierenheid. En het deed ons goed,
dat er in deri feestgids zooveel lofzangen
staan afgedrukt om daarmede Godes
Naam te verheeriyken. En nog welda
diger deed het ons aan, toen we onder
deze liederen Psalm 25: 3 niet hebben
gemist, het bekende psalmvers waarin
gebeden wordt om vergeving^ van de
zonde der jonkheid, pleiteDde op het
vaderiyk meedoogen.
Feestvierende jongelingen, gedenkt by
uw feestvieren ook met dankbare waar-
deeriDg aan uw voortreft-riyke Bonds-
leiders, inzonderheid aan het oude drie
manschap: Vonkenberg, De Lange en
Van Oversteeg, en van dit edele drietal
het allereerst en allermeest aan uw
trouwen Bondsvoorzitter, die als gym
nasiast reeds voor den Bond yverde en
die, al zyn zyn haren in den Bond ver-
gryad, nog altyd met jeugdig vuur uw
Bondsvergaderingen leidt en uw Bonds-
leven bestuurt.
Aan den jubileerenden Jongelingsbond
onze harteiyke gelukwenschen.
Aan den even bezielden als bezielen
den Bondsvoorzitter onze warme hulde.
Moge onder s yn kloeke en voortvarende
leiding de Bond een schoone toekomst
tegengaan, ook levenskracht en energie
Ja, God geve dat ds. Vonkenberg met
zyn duizenden jongelingen bet nog me
nigmaal zal mogen getuigen „Met het
jonge groen zyn we joDg, en jubelen
we door Gods genade in iets binnen in
ons, dat niet oud kan worden*.
En als eerlang zy het eerst over
vele tientallen van jaren ook aan
dezen strydbaren held het zwaard des
geestes zjjn stervende hand ontgiydt,
moge in den Gereformeerden Jongelings
bond de geloofskreet weerklinken„Ds.
Vonkenberg heeft zyn hamer neergelegd,
maar God is met onsl*
Zoo volge door 'sHeeren gunst op dit
Eigenaardig, dat juist 35 jaar geleden,
op het zilveren feest van het Nederlandsch
Jongelingsverbond Dr. Kuyper met nu wijlen
Prof. Van Oosterzee aldaar ook de feestredenaar
was.
zilveren feest een gouden jubileum en
op dit gouden jubileum een diamanten
gedenkdag, ja een eeuwfeest, aan groote
herinneringen ryk. Zoo biyve de Gere
formeerde Jongelingsbond trouw aan zyn
beginsel, eeuw in eeuw uit, trouw aan
het vSoli Deo Gloria*, tot dat Christus
wederkomt op de wolken des hemels.
i 30 April 1913.
Prinsesje jODg, hoezeehoezee
Haar vierden jaardag, wie viert hem meef
Bergt lei en boeken, haalt strik en viag,
j En laat ze wapp'ren, en lustig klapp'ren
In 't-Lentewindje
Voor 't Koningskindje
j Op haten Vierden Verjaringsdag!
I Deze woorden van Betsy nemen wy,
gewyzigd, over, op dezen heuglijken
feestdag.
Neerlands Hoop en Vreugde is Prinses
Juliana.
Mocht onze Koningin ons z|j het
spadeontvalleD, dan is onze Prinses
de aangewezene voor den Koninkiyken
Troon.
Daarom verzeilen Gaar al haar dagen
de beden van Neerlands volk, dat de
Heere Haar nog tal van jat en spare en
behoede.
Lang leve de Prinses 1
Uit een polemiek tusschen de Qoesche
Courant en Eet Volk, heden in Het Volk
opgenomen, biykt dat de heer v. Santen,
red. van eerstgenoemd blad, ontkent
door de S. D. A. P. geroyeerd te zyn
(althans) „wegens dubbelzinnige houding
en politieke onbetrouwbaarheid", doch
met een afdruk van een officieel stuk
der S. D. A. P. afd. Utrecht I toont Het
folk aan dat de heer van Santen van
Febr. tot 8 Juli 1903 wel degeiyk lid
van deze afdeeling is geweest.
In de notulen toch stond onder me8r:
„Het lid v. Santen is werkzaam als
redacteur aan het nieuwe dagblad
voor Utrecht. Naar aanleiding van een
waarschuwing tegen een gerucht, als
zou Oudegeest zyne medewerking ver-
leenen aan het nieuwe dagblad voor
Utrecht, verscheen in het laatstbe
doeld blad van de hand van het S. D.
A. P.-lid v. Sauten een artikel zoodvuil
en werd daarin op eene zoo verregaande
beleedigende wyze over de S. D. A. P.
geschreven, dat het bestuur in de be
stuursvergadering van 4 Juli besloot
hem mede te deelen, dat op de leden
vergadering van heden voorgesteld zou
worden hem te royeeren."
En verder
„De voorzitter doet verder mededee-
ling, dat Van Santen in Februari lid
is geworden en tot heden toe nog geen
kontributie heeft betaald, niettegen
staande by eenige malen daartoe is
aangemaand.
Met algemeene stemmen wordt tot
royement besloten."
Nog biykt uit bovengenoemde polemiek
dit de Goesche Courant geschreven heeft
„Ware Het Volk een ernstig blad en geen
vuilnisbak" enz.een opmerking
die zeker den lezers van de Goesche
Courant vreemd zal aandoeD. Immers
de Goesche Courant was tot voorkorten
tyd in artikelen, persoverzichten, berich
ten, en moppen een getrouwe Da-
volging, veelal zelfs afdruk van Het
Volkl Dit is ons herhaaldeiyk door
vrijzinnigen, sociaal-democraten en man
nen van rechts die dat blad lezen, in
particulier gesprek 'verzekerd, en ook
door ons zelf herhaaldëiyk opgemerkt.
Een copie van Het Volk, als zoodanig
is de Goesche Courant bekend.
Een copie van een „vuilnisbak"Ligt
in deze qualificeering niet de meest
treffende zelfveroordeeling Het Volk
een vuilnisbak I Maar wat was de
Goesche Courant tot voor eenigen tyd,
nu zeker in haar eigen schatting!
anders F