Mo. 175 1913
Zaterdag 26 April.
27e Jaargang
male's
joedel,
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
en Miertjes,
rs
(Uil
!ID
1
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Baby-Truitjes,
8E
8E"
8E"
Kinder-
irtikelen:
VERHULST,
i 1913,
esenteeren te
één uur, op
>ren
n Erf,
te Veere,
p
1
urg.
ten Heere,
cht
[ELISSE Cz.,
8,~
8C
i twee uur
abinet, Kast-
ren, Kachels,
Spekstaander,
Jzer-, Koper-,
neer.
n verkoopdag
0 tot des na-
morgen van
sijn verkrjjg-
genoemden
Ponny,
irders of kin-
lig, of afzon-
te krijgen,
vraagd een
Paard, leef-
JAN MINK,
:necht
-
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
Uit de Pers.
De Praeses.
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
IQ
Kt
ÏOTTERDAM.
diddelb. r. Rott.
8,-
8|—
8,-
8r—
sï—-
8-
8i—
8j—
8»—
8-
8,"
8r
8.-
8,-
s7-
8-
8p
8,—
8r
8»-"
V*
8,-
8.-
.IS, Ritthem.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p1.25
Enkele nummers0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
26 'April 1913.
De Coalitie.
De Coalitie is bekrachtigd.
De Driebond bestendigd.
Niets zou noodlottiger geweest zijn,
dan wanneer het op dit oogeüblik tot
een scheiding ware gekomen.
O zeker, ook in ons isolement zouden
w(J onvermoeid en met dezelfden vurigen
geest bezield ons hooge doel blijven
najagen. Doch wij mogen de macht van
den vijand niet geringschatten. En voor
al nu hst ontwerp tot Grondwetsher
ziening met zoo hoogst gewichtige voor
stellen op behandeling en afdoening
wacht, moet alles noodwendig op haren
en snaren gezet worden, opdat althans
iets bereikt worde.
In de gegeven omstandigheden wordt
ons in den vorm van den driebond een
middel aangeboden, dat wij by den
komenden strijd hebben te aanvaarden,
of wij souden blijk geven den ernst der
tijden niet te beseffen.
Gold het hier niet de voor onze natie
allerhoogste belangen, we zouden gerust
eiken band kunDen mijden en het weer
eens zonder coalitie wagon.
Maar mocht dat nu P Neen, de grond
wetsherziening stelt te hooge eischen,
en het gaat hier om te hooge belangen,
dan dat men daarvoor geen open oog zou
hebben.
De gedachte aan een hernieuwde
coalitie leefde dan ook re8ds geruimen
tfjd in de harten der bondgenooten, en
toen zij den 24en April hunne wapen
schouwingen gingen houden, was het
minder met de vraag: Al dan niet in
coalitie op de lippen, dan wel met het
ernstig voornemen, om den Driebond te
bestendigen. En zoo is dan geschied,
wat zoozeer begeerd werd. Anti-revolu
tionairen, Christelijk-Sistorischen en
Room8Cb-Katholi9ken trekken nu, zonder
hun zelfstandigheid jdaarbjj in te boeten
en in het meest volstrekte onderlinge
vertrouwen, tezamen op, om te trachten
datgene te bereiken, wat een Staat tot
een waarachtig vrijzinnige stempelt.
We behoeven hier niet in herhaling te
treden omtrent hetgeen de regeering
voorstelt. Men denke slechts aan den
schoolstrijd, die gedurende tientallen van
jaren met vr arm te en velerlei opofieriDg
is gestreden, en die nu staat voleindigt
te worden. Dank zy Hem, Die ons man
nen schonk als Groen van Prinsterer en
Mackay, Kuyper en Heemskerk. Met Gods
hulp stonden zjj pal in den strijd, dat
ééne heilige beginsel voor oogen.
E En nu is nog alle hulp van Hem, Die
ons zekerlijk zal helpen. Doch te Zijner
tijd.
Alle koelheid en lauwheid onzerzijds
zi; nu aan kant gezet 1 Men ontwake
toch bij zoo ernstige roepstemmen I Ja,
wie kan thans nog een gesloten oor
hebben, terwijl van alle zy den in allerlei
gedaante een vijand opdaagt, die tot den
strijd prikkelt
We leven in een veel-bewogen tjjd,
vooral wat onze binnenlandsche politiek
betieft. Het is als 't 'ware tot een crisis
gekomen, die echter vroeg of laat met
gunstig gevolg verloopt. Wrnt dat aan
ons de overwinning is, dat is de over
tuiging van de dienstkm chten des groo-
ten Meesters, die niet in eigen kracht
staan.
Dit doe ons echter niet stil by de
pakken neerzitten. Juist nu wordt iets
vaD ons gevraagd. Een zwaro plicht
wordt ons op de schouders gelegd men
late nu ook zien, dat men de persoon
lijke dure roeping verstaat.
L' Union fait la force.
Eendracht maakt macht.
Vooral in deze veel-bawogen oogen-
blikken heersche er ongestoorde éón-
dracht.
In zeker opzicht is de coalitie het
beeld van die eendracht. Ze behoett geen
overgave, ineensmelting of fusie te zyn
dit is zo ook niet doch het gaat
slechts om een eendrachtelijk optrekken
naar de stembus.
Ieder bevoegde neme aan dien tocht deel.
'tls een zedelijke elsch.
legen de verkiezingen.
Ook Adam, de bekende briefschrijver
in de Jongelingsbode, w|jdde een hartig
woordje aan sommige verkiezingsprac-
t fjken.
De coalitie,aldus schreef h|j vóór de ver
gaderingen der drie Christelijke partijen,
„De coalitie schijnt bestendigd te
zullen worden, en nu plotseling,
hoe meer de dag der drie partijen na
dert, hos heftiger wordt alles wat
dissident, wat afwijkend is van de lei
dende gedachte der rechterzijde, door
linksche organen opgezocht, geflik
flooid en aangevuurd. Het liberalisme
is plotseling blakende van y ver voor
de belangen der N Hervormde Kerk,
het Protestantisme waakt op b|j fak
kellicht, en sticht bonden bjj half-do-
zjjnen, en wie, gemotiveerd of onge
motiveerd, z|jn stem verheffen durft
tegen den bond van antirevolutionai
ren, chr. historischen en roomschen,
die wordt als redder des vaderlands
op het voetstuk der weldenkendheid
gezet. Zoo wordt een eenvoudig predi
kant, geiykel|jk naast een plattelands
barbier, beroemd in de geschiedenis
des vaderlands onder het jaartal 1913.
Hun wijsheid wordt geprezen in al de
organen van de vrijzinnigheid, en het
Handelsblad stuurt zelfs speciale ver
slaggevers naar de districten, waar
tusschen antirevolutionairen en chris-
telljk-historischen te stoken valt. En
o domheid en jjdelheid te zamen, hoe
bindt g|j dan de geïnterviewden den
blinddoek voorl Want, nietwaar?het
overkomt u niet iederen dag, te wor
den opgezocht en tonggeschraapt door
een vertegenwoordiger van hetgroote
HandelsbladO, helpt toch ditmaal
de vrijzinnige vrienden in de Kamer,
na dezen moogt gjj dan weêr in uw
districtsvergetelheid terugzakken
Men onderscheide iD deze troebele tij
den wel degeljjk sch|jn en werkelijkheid.
Laat u niet door den schijn vangen,
opdat niet later de werkelijkheid des te
droeviger voor u staat.
i Onder dit opschrift schrijft „Politicus"
j iD de Oprechte Haarlemsche Courant het
volgende:
I Nu 't toch inderdaad gaat naar het
j einde van 't laatste, vierde jaar der
j loopende „parlementaire periode" nu
I is 't toch wel het oogeDblik om even
stil te staan b|j hetgeen de man, die
gedurende het vierde jaar, in 1912—'13,
- het presidium in het Lagerhuis voerde,
i heeft gepraesteerd. B|j het voorzltter-
schap van Jorkheer Mr. O. van Nispen
j tot Sevenaer. En ik aarzel niet, hier neer
i te schrijven, dat dio leidiDg, die opvat-
ting van z|jne zoo,° uiterst zware taak,
eene „openbaring" is geweest.
Men had van den nog jongeD maD,
die betrekkelijk kort geleden behoorde
tot de parlements-figureD, die zich voor-
alsnog ietwat op den achtergrond had
den te houden, met het oog op hunne
jeugd, huu eigenlijk pas-beginnende par
lementaire carrière, wèl den indruk
dat hier door Nijmegen een zéér-kundig
ook eeD zeer krachtig man naar het
Lagerhuis was afgevaardigd.
Reeds een tiental jaren geleden;
toen Jhr. O. van Nispen nog moest wor
den gerekend tot de katholieke nieuwe
lingen inade Kamer, kreeg men nu en dan
wanneer h|j het woord nam den
sterken indruk van iets-buitengewoons
aan intellect en aan w|jze van optre-
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel
meer 10 cent.
denO, zeer bescheiden, zeker. Maar
tevens met dat vaste, dat energieke, dat
kranig-krachtige, hetwelk den „aanko
mende regent" kenmerkt.
In een „tempo", sneller dan men 't
misschien ooit heeft beleefd, is de heer
O. van Nispen gestegen tot „speaker"
van het Nederlandsche Parlement.
Toen er sprake van was, een katholiek
tot voorzitter der Tweede Kamer voor te
dragen aan de XrooD, waren er, die tegen
zulk een voornemen mopperden, prut
telden. Men berustte. Omdat er niemand
was, in staat (rat besefte men) om de
tagk der leiding in dit Rechtsche Par
lement te vervullenNiemand anders
dan do vice-PresideDt O. van Nispen.
Nu ligt eene zitting achter ons behou
dens enkele dagen. En ieder geeft toe,
dat de heer Van Nispen z|jne taak ver
vuld heeft op eene manier, die hem op
één l(jn stelt met de allerbeste met de
voortreffelijkste praesides, die de Tweede
Kamer ooit heeft bezeten. Die hem in
één adem en dat zegt heel wat!
mag doen noemen met een J. G. Gleich-
man
De schertsende ironische toon, waar
mee Gleichman soms wonderen wist te
bereiken, deze is den heer Van Nispen
vreemd. Dat is waar. Maar onmiddellijk
voeg ik hierby, dat de Kamer, welke
Gleichman had te beheerschen en het
parlement van nu niet te vergeiyken
kunnen zyn.
Toen de tegenwoordige /speaker" zich
rekenschap gaf in de eenzame over
peinzingen van wat hem te wachten
stond van de door hem te vervullen
functie, zal hy ten aanzien der strikte
onpartijdigheid, welke hy had te betoo-
nen weinig moeite met zichzelf hebben
gehad.
Deze moreel superieure maD, had zich
slechts te geven, zooals hy is Vol
gens de inspraak van zyn zeer streng,
maar ook zeer nobel, hoog-eeriyk gemoed.
Weet ge, met de leiding van ons Lager
huis is thans belast iemand, die „gentle
man* mag worden genoemd en geöerd is
in den waarachtigen, hoogen zin van bet
begrip.
Ik zeg dit zonder klelnachting voor
een der voorgangers van Jhr. O. van
Nispen. Ook Graaf van Bylandt, ook
Mr. Röell, ook de nobele Mackay, om
de lyst nu niet verder uit te breiden
ze waren, ze zyn immers „gentlemen".
Maar de combinatie van adeldom der
ziel, des gemoeds, en kracht en tact van
optreden, ze is eene zeldzaamheid.
De heer O. van Nispen tot Sev8naer
is naar het uiteriyk nog een jonge, slanke
figuur. En op zyn smal, bleek gelaat kan
men soms zeker wanneer er een
glimlach over zyn trekken giydt, ont
waren iets haast vrouweiyks van vrien-
deiyie zachte hoffelykheid.
'tKan gebeuren, dat men dezen voor
zitter enkele oogenblikken, nadat hy een
ietwat brutaal of lichteiyk-reculcitrant
afgevaardigde „op zyn nummer" heeft
gezit met dienzelfden gedeputeerde in
gesprek ziet, zóó vriendelijk zóó voor
komend en allerminzaamst dat 't den
schyn heeft alsof praeses eigeniyk spyt
heeft, over zyn bruusk wezen van zoo
even. Wie dit vermoedt, zal intusschen
dwalen. By den heer O. van Nispen is
plicht, is handhaving van gezag, bin
nen de grenzen zyner bevoegdheid en
geen streepje daarbuiten zóó sterk
ontwikkeld dat elke andere overweging
daarvoor terugwykt. Zonder aanzien des
persoons in den letteriyken zin des
woords handhaaft praeses O. van Nis
pen zyn gezag.
'tls gebeurd dat de heer DeSavornin
Lohman iets zei, hetwelk inbreuk dreig
de te maken op de praerogatieven van
den leider
Pats 1 zei de Kamer en de prae
ses zette den heer Lohman op zyn
nummer.
Iets, wat onder graaf van Bylandt
niet licht zou gebeurd zyn. De heer
Roodhuyzen meent „in alle beschei
denheid" dat praeses ongeiyk
heeft Met superieur-pientere slag
vaardigheid vraagt do voorzitter den
vermaarden staatsman uit Brielle aan
welk artikel van het Reglement van
Orde de afgevaardigde zyn critiek ont
leent Waarop 'sheeren Roodhuy-
zen's toch-al van nature blozende wan
tten nog rooder worden Ed de heer
R. zwygt.
Deze praeses zal terwyi de heer
Duys een van zyn redevoeringen staat
af t& ratelen met electrlsche snelheid
zitten luisteren, luisteren. In gespan
nen aandacht. Hy, praeses, laat héél
wat langs zyn kant gaan. Zoodat som
migen zich over zyn lankmoedigheid
verbazen. Plots: daar patst, daar
bonkt de hamer. En de spreker poogt
vruchteloos er-tusschen door te praten.
PatsPats 1
Hhlt
,j Geen woord. Geen syllabe meer.
Met het taaie vasthouden van een
foxterrier.
Hélt!
Geen woord meer vóórdat de zaak tot
klaarheid is gebracht.
Hélt!
Ik, voorzitter, ben nu aan het woord.
En de „geachte spreker" onderwerpt
zich.
Laat het Troelstra, Duys, Lohman,
ADkerman wie ook wezen.
Do praeses heeft iets te beweren.
En de man die aan 't woord is, heeft
te zwygen.
Na de goedmoedige, maar zoo uiterst
zwakke weifelende, wankelmoedige,
slappe houding van den nobelen Van By
landt steekt dit superieur-krachtige en
subliem-rechtvaardige van jhr. O. van
Nispen af als wonderbaar schril contrast.
Men verbaast zich er soms over, dat
deze uiterst hoffeiyke man van de
zachte gelaatstrekken, den bemlnneiy-
ken glimlach de vriendeiyk-jeugdige
manieren, plots kan zyn als een tyran-
niek, op hoogen en bevelenden toon de
vergadsring beheerschende leider.
Maar nóóit, wanneer jhr. O. van
Nispen zich aldus //metamorphoseert",
zal iemand kunnen beweren, dat 'c, in
welke richting ook «overdreven" of „aan
matigend* was.
Deze voorzitter weet zelfstandig te zyn,
in mooie krachtsontplooiing, ook wyi hy
volkomen op de hoogte is van wat het
Reglement van Orde hem toestaat. De
adviezen en wenken van den begaafden
en ervaren griffier heeft hy evenmin
noodig als een Gleichman.
En dit beseft de vergadering hy
gaat aan niemands leiband. Hy weet uit
eigen oogen te zien. O verdry ft nooit ofte
nimmer. Onderscheidt zich door yzeren
zelfbedwang. Volgt elke zinsnede van
elke rede, die wordt uitgesproken. Weet
met v»ondere slagvaardigheid in
te grypen juist waar het moet en doet
het nooit waar het onnoodig is of gemist
kan worden.
Het lot van de Ziektewet was na de
behandeling in eerste lezing niet meer
twyfelachtig en wy hebben dan ook
reeds onze hulde gebracht aan onzen
bekwamen minister van Landbouw,
Ny verheid en Handel, den heer Talma,
voor zyn doorwrochten arbeid, zyn nooit
genoeg te waardeeren y ver en toewijding.
Zooals men weet is het ontwerp met 58
tegen 22 stemmen goedgekeurd.
De tweede lezing eischte geen lange
discussie's meer. De hoeren Lohman,
Troelstra en Nolens voerden nog het
woord, minder om eenigen invloed op de
stemming uit te oefenen, dan wel om
hun stem en die hunner volgelingen te
motivearen.
De heer Lohman verklaarde, helaas,
persooniyk tegen het ontwerp te zuilen
stemmen, aangezien hy de daarin ver
vatte dwang niet gerechtvaardigd acht.
De heer Troelstra motiveerde de stem
zyner fractie vóór het ontwerp, aange
zien er sedert de indiening verbeteringen
in zyn aangebracht o.a. door de opvoering
van het ziekengeld van 50 tot 70 pet.
van het loon door het doen ingaan van
ziekengeld op den derden dag.
Doordien de aanvulling van het ont
werp in de richting van verplichte zorg
voor geneeskundige hulp mogeiyk is, en
bovendien, omdat de tegenwoordige
politieke omstandigheden geen uitzicht
openen op een betere regeling by ver
werping van dit onderwerp, zou wellicht
een slechter stelsel worden ingevoerd.
Onder deze omstandigheden verklaarde
spreker, dat de soc.-dem. fractie onder
protest, dat 't ontwerp geen meer afdoende
hulp aan den arbeider brengt, toch vóór
't ontwerp te stemmen.
De heer Nolens motiveerde de stem
zyDer geestverwanten vóór het ontwerp.
Het doet ons oprecht leed, dat de heer
Lohman meende zyn stem aan het ont
werp te moeten onthouden. Het ware
ons en ook den minister meer bemoe
digend geweest, zoo de heer Lohman
vóór de wet gestemd had, al ware het
dan ook onder protest.
'tls echter een persooniyk oordeel en
wy zyn overtuigd, dat de heer Lobman
niettemin groote waardeering koestert
óók voor deze sociale wet van minister
Talma.
Eindelooze redevoeringen kreeg men
weder te hooren over de kustverdedi
ging. Nu eens luchtig, dan weerzwaar-
gewichtig. En werkeiyk, er waren
oogenblikken van hooge politiek. Het
gaat by deze zaak om de houding van
een nietig-klein staatje te midden van en
tegenover de toonaangevende groote
mogendheden.
Doch ter zake.
Verderfeiyk is de meening, aldus de
sociaal-democratische hoofdman Troel
stra, dat wy slechts zoo lang onze onaf-
bankeiykheid waard zyn, als wy die
met het zwaard kunnen verdedigen. En
op dit beginsel rustte zyn geheele verdere
betoog.
De rede van dhr. Thomsom (u.l.)was
grootendeels een herhaling van een be
kend artikel van zyD hand, waarin be
toogd weid, dat de handhaving van de
neutraliteit hoofdzakeiyk een kwestie
van legervorming is; dat fortenbouw
niet urgent is en dat de pantservloot
moet vervallen; dat de eenheid van lei
ding aan de kust noodzakeiyk is, zoo
mede een ministerie van landsdefensie;
en dat ook mitrailleur-afdeelingen,
militaire wielryders en verplaatsbaar
geschut noodig zyn.
De heer Duymaar van Twist (a. r.)
pleitte voor het regeeringsontwerp en
wees o. a. op wat in andere landen als
Zwitserland en België aan fortificatiën
besteed wordt. De heer de Savornin Loh
man (c. h.) maakte eenige opmerkingen
naar aanleiding van de rede des heeren
Troelstra en merkteo a. terecht op, dat het
geen miskenning van het recht is, wan
neer men ook rekening houdt met de
macht en dat toch ook in het particuliere
leven niemand er een smaad jegens justi
tie en politie in sal zien, wanneer ieder
's nachts zyn huisdeur behooriyk sluit.
Ten slotte is minister Coiyn nog met
zya rede aangevangen. Hy bepaalde zich
evenwel slechts tot een indeeling van zyn
te houden betoog. Maandag begint de
eigeniyke speech, die zal loopen overde
geschiedenis van het ontwerp, debetee-
kenis van de kustverdediging voor onze
landsdefensie, de keuze der werken, die
het eerst in aanmerking worden gebracht,
de inrichting van die werken, de keuze
van de bewapening en de ingediende
amendementen.