148 1913
Woensdag' 26 Maart.
Of
SBLAD
VOOR ZEELAND.
f
I
27e Jaargang
GHRISTELIJK-
HISTORISCH
I burg.
ngstier.
>aard,
IBINET
>op,
Paard,
luüR
ivator,
Jen, te
tap,
er
tbode,
leid
stbode.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Christelijke Onderwijzers
naar de Oost.
Binnenland.
lij de Gr.
Mzoon
igd
met prijs
Middel-
senmaal ia
i. ver-
Toosland.
Eerman,
sreg.
Pz,
lm u ide n.
©kerke,
■d
I
P,
„Pauwen-
Ij.LOÜWS
lag beschik-
Grijps-
erij behulp-
ide ploegea
k ir. onder
;kantoor te
lR, Kr ui-
een Gerei,
luit man en
te nemen,
ind. Salaris
DOUW,
lamheid, en
Is. Mevrouw
traat 115,
1AN, Land-
MEER te
pi of eerder
gezin, 1 Mei
i
leurwaarder
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p1.25
Enkele nummers0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel
meer 10 cent.
trweiat, Goes.
Zij, die zich met 1 April a.s. op ons
blad abonneeren, ontvangen de nog in
Maart verschijnende nummers gratis.
Ophouden van abonnementen kan
alleen bij het eindigen van het kwar
taal geschieden.
Op verzoek nemen we 't volgende
Ingez. Stuk over uit De Standaard:
Christelijke onderwijzers'aan eene
„neutrale school".
Mijnheer de Eedacteur!
Tot de|kwesti«n, die in den laatslen
t(jd op den voorgrond driDgen, behoort
ook die „van de werkzaamheid van
Christelijke onderwijzers aan degouver-
nementsschool in Oost-Indië. De heer A.
A. L. Rutgers heeft daarover een en
andermaal geschreven, en wel in Onze
Vacatures van 28 November 1912 en De
Macedoniër van Jan. 1913. Hjj dringt er op
aan, dat Christelijke onderwijzers een
plaats zullen zoeken in de (openbare)
gouvernementsschool, om zoodoende het
Christelijk element te versterken, en
mede te werken tot de kerstening van
Indië.
Van redactiewege werd het laatstge
noemde artikel van een onderschrift
voorzien, waarin o.a. gezegd werd „het
komt mIj voor, dat dè kwestie niet zoo
eenvoudig is, als het velen onderwijzers
toeschijnt." Ik zou deze verklaring op
de volgende wijze willen aanvullen „en
ook niet zoo eenvoudig, als het den heer
Rutgers toescbjjnt."
Wat toch is het geval P
Op, den voorgrond stellen we, dat ver
sterking van het Christelijk element in
Indië eene zaak is, die door ieder Chris
ten behoort te worden toegejuicht, en
dat daarom ook werkzaamheid var Chris
telijke ondei wijzers aan de gouverne-
mentsschool onvoorwaardelijk moet wor
den aanbevolen, indien zij geoorloofd is
volgens, en vereenigbaar is met het
Christelijk beginsel.
Schijnbaar mag het nu van aanmati
ging getuigen, indien men zich ten deze
een opinie veroorlooft, afwijkende van
iemand, die de Indische toestanden uit
eigen ervaring kent. Dit is echter slechts
schfnbaar. Immers de kwestie wordt
niet louter beheerscht door de Indische
toestanden de. werkzaamheid van Chris
telijke onderwijzers aan de Gouverne-
mentsschool wordt mede bepaald door
de verplichting tot neutraliteit, zooals
die in Artikel 22 van het Reglementen
in Artikel 35 lid 2 der Schoolwet woor
delijk gelijk Is voorgeschreven voor Oost-
Inaië en voor het moederland.
Hiermede wordt de kwestie dus een
onderdeel van het algemeanere vraag
punt. „Mag een Christelijk onderwijzer
in zijn onderwijs de verplichting op zich
nemen tot neutraliteit?" of, zooals ik
in 1904 de vraag formuleerde: „Is er
voor een Christelijk onderwijzer plaats
aan een „neutrale" onderwijsinrichting?»
En ïwaar dit eene vraag is van algemeens
strekking, die eerst in abstracto moet
worden beantwoord, doet het er by de
bespreking niet aan toe of af, of men
in het moederland of in de koloniën
woont, op Java of in Groningen.
Op genoemde vraag is bet antwoord
in den weg der historie ontstaan, maar
toch is het zeer verklaarbaar, dat z(j
telkens opnieuw wordt gesteld. De drang
van hei Christelijk hart leidt daartoe,
hetzU die zich in Gereformeerde kringen
openbaart als een streven naar Evan
gelisatie- en Zendingsarbeid, of dat men
in Hervormde kringen spreekt van Chris-
Daniseering der openbare instellingen,
telkens stuit men ten deze op het gebod
der neutraliteit.
Het Bestuur van den Klokkenberg
meende indertijd eene oplossing gevon
den ta hebben, door de onderwijzers iD
de openbare school werkzaam te doen
zijn als „zwijgende getuigen< Nader
hand kwam de- zaak nog al eens aan
de orde. Zoo in 1903 in betrekking tot
de openbare normaallessen. Schrijver
dezes gaf destijds een brochure in het
licht met den titel „Is er vooreen Chris
telijk onderwijzer plaats aan eene „neu
trale" onderwijsinrichting (uitgegeven
bij Höveker en Wormser), eene vraag,
die hy met een volmondig neen beant
woordde. Op de 'vergadering van den
Schoolraad in 1904 werd met zoo goed
als algemeens stemmen uitgesproken
dat bedoelde werkzaamheid onvereenig-
baar werd geacht met het Christeiyk
beginsel en zulks na ampele bespreking
men zie het Verslag.
Alles hangt m.i. af van de interpre
tatie van bedoeld wetteiyk voorschiift,
en nu komt het me vcor, dat de heer
Rutgers zich hiervan wat al te gemak-
kejyk afmaakt.
Groen van Prinsterer vroeg na 1868
strikte handhaving der neutraliteit op
de openbare school, en de houding van
ons Christenvolk, ook die onzer Christe-
lyke onderwyzers, is daarmee in over
eenstemming geweest. Laten we nu niet
zeggen»maar neutraliteit is onmoge-
iyk want van die onmogelijkheid moet
de openbare school dan zelve maar het
gewilde slacht: fier worden. Eeriyke uit
voering der Wet is toch wel het minste,
wat men eischen mag, en de Wet zegt
nog altyd, dat het kan. We gaan hier
niet verder op in, maar verwijzen naar
bovengenoemde brochure, bl. 15 e.v.
Maar nu wil do heer Rutgers (die zich
van het neutraliteitsbezwaar wel wat
luchtigjes afmaak') onder het Wetsarti
kel een andere interpretatie schuiven.
Hy zegt (zie De Macedonië „Met die
eerbiediging van anderer gevoelens, kan
uiteenzetting van eigen stanpunt zeer
wel samengaan. Mits thetisch, niet po
lemisch."
Ik ben zco vrij op te merken, dat dit
een geheel nieuwe opvatting der neutra-
liteitsbepaliDg is.
Maar voor wie moet deze opvattiEg
gelder. Alleen voo' onderwijzers van
Christeiyke begirselen, of ook voor on-
geloovig9
Natuuriyk voor allen. Heeft dan de
heer Rutgers zich de draagwijdte dezer
opvatting wel ingedacht?
Zullen dan de openbare onderwyzers
wetteiyk het recht hebben, tegenover de
kinderen het Darwinisme, de leer van
den klasseratrjjd, ja allerlei ongeloods-
theorieën, „thetisch" te verkondigen, en
is dit dan nog altyd neutraal Is dit dan
nog altyd eerbiediging van anderer gods
dienstige begrippeL
Naar myn bescheiden meening, en ik
meen, dat dit ook de heèrschende opinie
is in or ze kringen, zouden zulke onder
wyzers hunne positie in de openbare
school eenvoudig m'sbruiken vooronge-
loofspropaganda, en zulks in flagranten
stryd met Art. 33 der Wet en Art. 22
van het Reglement.
Ik kan het dan ook niet anders inzien
of het advies van den heer Rutgers staat
lynrecht tegenover waf het Program dei-
Antirevolutionaire party w6D8Cbt (Zie
Art. 12): „dat de Staat voorkome, dat
de overheidsscholen tot propaganda van
godsdienstige of tegen den godsdienst
gekeerde begrippen misbruikt worden."
Hoe zou ook eene dergelijke propaganda
samen kunnen gaan met eerbiedigfng
der godsdienstige begrippen van anders
denkenden, die, uit nood of om welke
reden ook, hunne kinderen aan bedoelde
onderwyzers toevertrouwen
Maar de heer Rutgers schyut alleen
te zien op de onderwyzers van Christe
lijke beginselen, en wil voor hen het
privelegie van „vrye uiteenzetting hun
ner beginselen.» Een gedachten gang, die
ons alleen verklaarbaar schijnt voor wie
op hei; standpunt van oen gnpiivelegiëer-
de Kerk en School staat.
Wat hy verder nog z°gt, volgt uit het
hierboven genoemde.
„De wet eischt niet, dat een onder
wyzer tegen zyn geweten ingaat, indipn
hy slechts niet doet, wet strydig is met
den eerbied, verschuldigdenz.
'tKan zyn, dat we te goeder trouw
dwalen. Maar zoolang we daarvan niet
overtuigd worden, plaatsen we hier on-
middoTyk onze beschouwing naastEen
Chr. onderwyzer, die niets doet, wat
strydig isenz., die dus neutraal
onderwys zal geven, gaat tegen zijn ge
weten in.
Want by is gedoemd, de neutraliteit
in acht te nemen tegenover de centrale
punten van zyne levensbeschpuwing. In
de praktyk van zyn schoolleven wordt
door hem de leer der Schrift, ja God
zelve, ingedeeld by de onverschillige
dingen», die verzwegen kunnen worden.
Waar de heer Rutgers dan ook vraagt
„zal het geen groot verschil maken, of
een Christeiyk onderwyzer van de Her
vorming vertelt of over God spreekt, of
dat een ongeloovige dit doet, ook al wordt
door beiden de neutraliteit betracht P"
daar antwoorden we: zeker. De onge
loovige doet het uit onverschilligheid
alzoo, de Christen onzes inziens met een
beichuldigd geweten.
Gaat de redeneering van den heer Rut
gers op, dat uiteenzetting van eigen
standpunt (mits thetisch, niet polemisch)
op de openbare school mogeljjk is, dan
vraag ik: heeft dan de oprichting van
ons duizendtal christeiyke scholeD, heeft
dan de gansche schoolstrijd plaats gehad
om het twyfelachtige voordeel, dat we
nu ook polemisch voor de kinderen mogen
optreden GiDg het niet veeleer om het
„Leer den jongen de eerste beginselen
Dat is toch thetisch. Maar dit had dan
wel op de openbare school gekund, als
de neutraliteitsopvatting van den heer
Rutgers de ware ie.
Nog ééne opmerking.
In hoeverre de school neutraal moet
zjjn, hangt af van de plaatselijke om
standigheden. Het plaatseiyk milieu
kan van dien aard zyn, dat Christelijk
onderwijs op de openbare school moge-
ïyk is. Niet op die gevallen hadden we
het oog. We schreven alleen overneu-
trale scholen. En dan wil het onsvoor-
komen, dat niet in opheffing der neu
traliteit het heil moet worden gezocht,
maar veel meer in het overdragen der
school aan de rechthebbenden (5e con-
slusie, Unierapport), voor welke recht
hebbenden in Indië de Zending kon op
treden
Met dank voor de plaatsing.
T. VAN DER KOOIJ.
Wildervank, 1 Pebr. 1913.
De redactie van De Standaard teekent
hierby aan
Voor ons heeft 't nooit een voorwerp
van twyfel uitgemaakt. Wie den Christus
belydt als zyn Heere en Koning, moet
zich niet verbinden, aan wat school ook,
I waar hy als onderwyzer niet geheel vry
j is, om de kinderen tot zyn Heiland te
roepen.
i
Bond van Christen Socialisten.
Deze Bond vergaderde Paaschmaan-
dag onder voorzitterschap van Daan v.
d. Zee. Er ontstond al dadelijk geschil,
toen uitkwam dat de Bond (of liever het
blad „Opwaarts") elf honderd gulden
schuld heeft, hetgeen de afdeeling
Leeuwarden toeschreef aan de onverant-
woordeiyke houding van het bondsbe-
stuur. Leeuwarden stelde voor dat het
hoofdbestuur zich ook thans verantwoor
delijk zal stellen voor den toestand, en
de bondsvergadering afziet van de behan
deling van deze agenda voor de morgen
vergadering.
Deze motie werd met 124 tegen 58
siemmen verworpen. Een groot aantal
afgevaardigden en leden verlieten hierop
de zaal, doch kwamen, op een enkele
na, later weer terug.
Daarna, werd behandeld een voorstel
van het Bondsbestuur. Nameiyk om by
de aanstaande verkiezingen voor deTwee-
de Kamer in een drietal districten eigen
candidaten te stellen en in de overige
districten te steunen de candidaten der
S. D. A. Pen by herstemming tusschen
„lurgeriyke" candidaten alleen te steu
nen candidaten die zyn voor onverzwakt
algemeen mannen- en vrouwenkiesrecht.
De afdeelingen Groningen, Haarlem en
Leeuwarden en het lid HooyeDga stel
den daarentegen voor herroeping van
bet Apeldoomsche besluit (om zelfstan
dig deel te nemen aan de verkiezingen)
en te bepalen dat het doel van den bond
voortaaD zou zyn propaganda te voeren
voor het socialisme overal waar de S.
D. A. P. door Ohristelyke vooroordeelen
bemoeiiykt wordt.
De voorzitter zeide dat het Bondsbe
stuur by aanneming van dit voorstel zou
aftreden.
Het lid Menno Huizinga stelde voor
in contact te treden met de 8. D. A. P.
om waar meer kans is voor een chr.
socialist, gezamedyk voor dezen op te
trekken, en in andere districten den
candidaat der S.DA.P. te steunen.
Rotterdam stelde voor in 1913 niet
deel te nemen aan de verkiezingen, wel
later by tusschentjjdsche verkiezingen.
Het voorstel-Groningen werd met 107
tegen 34 stemmen verworpen. Hierop
verlieten velen op vry geruchtmakende
wyze de zaal. De scheuring in den bond
is daardoor een feit geworden.
Het voorstel Huizinga werd aangeno
men met 78 stemmen, 39 stemmen wa
ren in blanco uitgebracht. Het voorstel
Rotterdam, aldus geamendeerd, werd
hierop met algemeene stemmen aapge-
noman. Een buitenkansje voor de chr.
socialisten by het geconstateerd tekort
De heer Koornstra (Agur) de propa
gandist van den Bond, bracht verslag
uit, doch daar de bond tegen de S.D A P.
optreedt, hetgeen hy afkeurt, verklaarde
hy ontslag te nemen als bondslid en
propagandist.
Herkozen werd als bondsvoorzitter
Daan v. d. Zee. Gekozen inplaats van
L. den Broeder tot bonds secretaris Mevr.
Tr. Kruyt HogerzeiJ. Vooits werden ge
kozen in het hoofdbestuur, ds. B. de
Ligt te Nunen en L den Broeder (met
den laatste was o.a. aanbevolen ds. A.
R. de Jong te Veehei).
Voor het orgaan Opwaarts werden ga-
kozen Jobanne Gronius (mevr. Tr. Kruyt-
Hogerzeil te Zeisf), Marten Klryn (M.
Kok te Rotterdam en H. J. Nieman te
Den Haag).
Ten slotte werden de bondsbeginselen
vastgesteld geiyk zy waren voorgesteld
door het bestuur en geamendeerd door
ds. B. de Ligt, luidende:
(1) De Bond van Christen Socialisten
is de gemeenschap van hen, die
(2) des zins en willens te leven uit het
beginsel der eeuwige Goddelyke Liefde,
geiyk dit ten volle in Jezus Christus
openbaar is;
(3) en alzoo tot vervulling gedreven
vaD het eene groote gebod van dezen
heilige Gods: Gy zult liefhebben den
Heere Uwen God met geheel uw hart en
met geheel uwe ziel en met geheel uw
verstand en uwen naaste als uzelven.
(Matt. 22 37, 39).
(4) zich echter bevinden in een maat-
schappy, gegrond op het kapitalistisch
stelsel, waarvan het individualistisch,
atomistisch levensbeginsel „ieder voor
zich* in onverzoeniyken stryd is met
het beginsel huns levens, dat „allen voor
allen* steltwaarin een ziel- en karakter
bedervende oeconomische concurrentie
kameraadschappeiy ke samenwerking van
allen ten dienste van allen meer en meer
onmogelpk maakt;
(5) leven onder een stelsel van voort
brenging en verdneling der arbeidspro
ducten, dat gebaseerd is op particulier
bezit van de voortbrengingsmiddelen der
menschheid, en de duideiyk aan den dag
tredende strekking heeft deze.in de macht
van weinige bevoorrechten t? brengen
en de groote massa der voortbrengers
hiervan te berooven en hierop rechteloos
te maken tengevolge waarvan reeds
thans een bezittende klasse zich meer
en meer verrykt en te vei'ijken tracht
ten koste van een aangroeiende schaio
van niet-bezitters, wier arbeidskr icht zy
zich voor een zoo laag mogelykeu prys
opkooptterwyi zy over het voortbreng
sel van den maatschappeiyien arbeid
in beginsel naar goedduiken van be
schikken
(6) zien, hoe dit alles met zich brei)gt
een werfid van zedelyke en lichameiyke
ellende zoowel by de bezittende klasse
als by de bezi tlooze,onteering van mensch
en menschheid; leidt totODtbindiDgvan
gemeenschapsleven, en het leven der
vrye persooniykheid meèr en meer on-
mogeiyk maakt
(7) en die zich daarom verbonden heb
ben, tot ophtffing van dit kapitalistisch
stelsel, ieder naar zyn kracht, aanleg en
vermogen mede te werken, en te stryden
voor de samenleving, die zich binnen de
huidige maatschappy aireede voorbereidt,
de verwerkeiyking van het socialisme,
dat bedoelt, de voortbrenging en verdee
ling der goederen gemeenschappeiyk te
maken,
(8) opdat het beginsel „allen voor allen»
in maatschappeiyk opzicht kan worden
doorgevoerd en de oeconomircbe voor
waarden geboren worden tot een reli
gieus-bezielde samenleviog,
(9) zy nemen zich voor, hun stiyd op
heilige wyze te voeren, dien beschou
wende niet allereerst als; een belaDgen-
st) yd in dm lageren zin des woords,
doch als een stryd voor Gods zedelyke
wereldorde, tot welke te vestigen en te
handhaven ieder Christen "geroepen is.
Vermelden wy nog dat de tyding van
de scheuring in den Bond van Christen
Socialisten in de vergadering van de S.
D. A. P. gisteren.'meh'Iuide toejuichingen
begroet werden.
Kamerverkiezingen. Volgens de M.C.
heeft de liberale kiesvereeniging van
Haamstede en Burgh mr. R. J. H. Patyn
met algemeene stemmen candidaat ge
steld voor het district Zierikzee.
Eerste Kamer. De leden van de
Eerste Kamer zyn tegen Maandag a.s.
8.30 n.m. ter vergadering byeeDgeroepen.
Jaarwedden onderofficieren. De
Avondpost deelt mede, dat de jaarwed
den van de onderofficieren van alle wa
pens thans als volgt geregeld zyn
Sergeant by aanstelling f450; na 2
jaar dienst als ond.-offl. f500; na 6 jaar
f600; na 9 jaar f650; na 12 jaar f700.
Sergeant-majoor-icstr. by aanstelling
f 700na 12 jaar dienst als ond.-offl. f 800
na 15 jaar f 875na 18 jaar f 950.
Sergeant-majoor-adm. by aanstelling
f750; na 12 jaar dierst als ond.-tffi.
f850; na 15 jaar f925; na 18 jaar f 1000.
Adjudant-onderofficier by aanstelling
f 1000na 15 jaar dienst als ond.cffi.
f 1075na 18 jaar f 1150; ra 24 jaar f i250.
Deze jaarwedden zullen voor alle onder
officieren, by het aangaan van een huwe-
lyk, waartoe 6 jaar dienst als onder
officier wordt vereischt, worden verhoogd
met f200. Voor onderofficieren in Ryks-
woningen gehuisvest, wordt het salaris
verminderd met de huurwaarde van de
woning.
Dezer dagen werd een bericht in
de dagbladen verspreid, als zou aan het
Depart, van Landbouw een regeling in
zake het onderzoek van alcoholvrye
dranken in voorbereiding zyn en met 1
April in weiking treden. Reeds spraken
enkele bladen van een Rykscontióle.
Naar het CeDtr. Bureau van den Voiks-
I bond te Utrecht van zeer betrouwbare
1 zyde vernam, is het bericht, in dleq