No. 147 1913 Dinsdag 25 Maart. NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. 27e jaargang CHRISTELIJK- HISTORISCH Binnenland. Uit lie Provincie. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN 1rr IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p1.25 Enkele nummers-0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN o van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10'cent. Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.—, iedere regel meer 10 cent. Zij, die zich met 1 April a.s. op ons blad abonneeren, ontvangen de nog in Maart verschijnende nummers gratis. ^Ophouden van abonnementen kan alleen bij het eindigen van het kwar taal geschieden. 25 Maart 1913. Kiezerslijsten, let op! Vanaf heden liggen overal de kiezers lijsten ter inzage. De kiezers, dé bestu ren der Kiesvereenigingen, en verdere belanghebbenden kunnen derhalve nu gaan zien. Let dan goed opof gy zelf er op staat, als dat moetof de namen van uw geestverwanten, zoo die er recht op hebben, er op staan, of er ook een naam (of namen) op staan van personen die geen recht hebben om op de kiezers lijst te staan. Dit onderzoek kunt gjj instellen van nu af tot 15 April a.s. Het beste is even wel dadelijk te gaan kjjken. En zoo g|j ten gevolge van uw onderzoek iets te reclameeren hebt, terstond op ongezegeld papier aan Burgemeester en Wethouders daarvan kennis te geven, met verzoek om de door u aangegeven naam (namen) die op de kiezerslijst behooren, en die g|j er niet op vindt, alenog er op te plaatsenof de namen van hen die er volgens u niet op behooren, en er wel op staan, van de kiezerslijst te willen schrappen. Daar het, vooral in onze dorpen, b|j de aanstaande gemeenteraadsverkiezin gen, en in menig district ook b|j de Ka mer en Statenverkiezingen, op één stem metje kan aankomen, is het plicht en roeping, vooral dit jaar, goede aandacht te schenken aan de Kiezerslijsten. Een uitnemend boekje voor de ver kiezingen ter verspreiding aangeboden, is b|j Kirchner te Amsterdam verschenen, van een bekend journalist. Het geschriftje is getiteld Christenen in de Politiek", en kost 10 cent. B|j 400 exemplaren 2Va cent. Onze kiesvereenigingen bestellen er een en raadplegen dan omtrent de ver spreiding. Het is een populair geschriftje dat gelezen zal worden. ^Wanneer de vrijzinnigen het straks by de stembus winnen, dan kan dat voor de vrye school en voor het ouderrscht niet anders dan schadeiyk zyn. De heer De Klerk zei het in de Tweede Kamer zoo leuk weg: „wij" dat zyn de vryzinnigen, naar by meent„wij* subsidieeren uwe scholen, dus „w|J" zullen u zeggen wat g|j er doen en laten zult". De heeren van .Volksonderwijs" niet te verwarreu met .Christelijk Volks onderwijs" waar dr. de Visser de ziel van is zeggen het nog duidelijker. Toen dr. Colanbrander in De Gids ge schreven had.laten de rechter kinder tjes hun ABC leeren met den cate chismus er b|j, schreef Volksonderwijs aWy, Volkiïonderwys-mannen, zouden dr. C. ook deze laatste woorden niet graag nazeggen. Het is ons niet onver schillig, hoe een groot deel van onze Nederlandsche volkskinderen hun eerste beginselen leereD, en, uit een paedago- gisch oogpunt, zullen wy ons tegen dat dogmatisch onderwys, als uit den booze, biyven verzetten". Voorstanders der vrye school, hoort en onthoudt dit. Deze heeren van Volks onderwijs weten beter wat uw kind be hoeft dan gy zij zullen het u desnoods laten voelen. Laten wy het ons voor gezegd houden Nog niet opgehelderd. De Qoesche Courant van 20 Februari ji. Kaf esn beschryving van de door haar .zoogenaamde „christelijke* propagandis ten, een teekening - onze lezers herin neren het zich die niet heel gunstig vodir de geteekenden mocht uitvallen. Zy zyn de farizeers die wel vertellen hoe men ook op politiek gebied de ge boden Gods moet naleven, doch zeiven zedeiyk laag staan, zóó dat de vtyzinnige dat is dan natuuriyk niet de farizeer er vies van is. Ja, zegt de Qoesche, die-Christeiyke propagandisten, die zyn het nu voor wie het woord geschreven is dat zy van guiten z|jn als de gepleis terde graven, van'binnen vol ver rotting en doodsbeenderenEn nog meer van dat moois. Nu hebben wy, aannemende dat de schryver zich in zyn teekening niet ver gist had, gevraagd zyn beschuldigingen te willen bewyzen. Tot nog toe echter bleef hy in gebreke. Welnu, laten wy dan onze vraag van 7 Maart nog eens mogen herhaler, met nu nog een tweede vraag er by om ons een paar van die witgepleisterden te wil len noemen. Want, heusch, wy kunnen maar niet begrypen wie de Qoesche Cou rant bedoeld heeft. Wy hebben onze gedachten al eens laten gaan Huizinga, Smeenk, ds. Vun- derink, Dam, dr. Beumer, mr. de Wilde, ds. v. d. Kamp, mr. Reymer, doch deze allen kennen w|j als hoogst fatsoenlijke lieden, zelfs by tegenstanders in achting. Wy vragen derhalve aan de Qoesche hebt gy die allen op 't oog, of anderen, en zoo ja wie? Noem maar twee namen en bewys hetgeen gy zegt, en wy zullen u geiyk geven. Zoo niet dan moeten wy uw ge- schryf wel voor laster houden. Oudste vorsten van Europa. Frans Jozef I, keizer van Oostenryk, geb. 1830. Troonsbestyging 1848. Johan H, vorst van Lichtenstein, geb. 1840. Troonsbestyging 1858. Nicolaas I, vorst van Montenegro, geb. 1841. Troonsbestyging 1860. Karei I, koning van Rumenië, geb. 1839. Troonsbestyging 1866. George II, hertog van Saksen-Meinin- gen, geb. 1826. Troonsbestyging 1866. Carl Gunther, vorst van Schwarzburg Sondershausen, geb. 1830. Troonsbesty ging 1880. Alphonsus XIII, koning van SpaBje, geb. 1886. Troonsbestyging 1886 (regen tes koningin-weduwe Maria Christina). Otto I, koning van Beyeren, geb. 1848. Troonsbestyging 1886. Ferdinand, vorst van Bulgarye, geb. 1861. Troonsbestyging 1887. Wilhelm II, keizer van Duitschland, geb. 1859. Troonsbestyging 1888. Imperialisme en Socialisme. De Duit- soc.-dem. Karl Liebknecht, lid van den Ryksdag, heeft Donderdag te Amster dam een rede gehouden over Imperia lisme en Socialisme. Spr. verklaarde, naar de „N. Ct." me dedeelt, eerst het woord imperialisme. Het beteekent feiteiyk „keizersheer- schappü" en is eigeniyk van uit Enge land afkomstig, toen het Britsche Ryk met zyn uitgebreide koloniën een tol verbond ten gunste van den vryhandel had aangegaan. Toen is hét woord imperialisme po pulair geworden. De koloniale politiek is een vraagstuk dat met het imperialisme ten np.uwste samenhangt. Het imperialisme streeft het verkrygen van afzet- en beschermingsgebieden na, welke door het militarisme beschermd dienen te worden, dat aldus den samen hang met het moederland waarborgt. Het imperialisme kent dus een eco nomische- en militaire zyde. In den breede ging spreker na, hoe de koloniale politiek de oorspronkeiyke accumulatie vofmt, welke accumulatie door bet huidige kapitalisme wordt voort gezet. In den loop van zyn betoog merkte spr. o.a. op, dat door het Balkanconflict zoowel in de Triple Entente als in den Driebond factoren naar voren gebracht zyn, welke de uiteen valling van elk dezer beide mogendheden-groepen ten gevolge kunnen hebben. Het karakter daarvan wordt echter door de kapitalistische expansiepolitiek bepaald. Uitvoerig ging spr. vervolgens na, hoe de tegenstellingen tusschen de kapita listische gioepen niet de beteekenis heb ben van tegenstellingen tusschen de volkeren. By een oorlog ondervindt het proletariaat niets dan nadeel. Bovendien brengt de imperialistische politiek zoowel flnancieele als oorspro 3 kelyke lasten voor de arbeiders met zich. In scherpe bewoordingen kwam hy er tegen op dat het 100-jarig herdenkingsfeest van 1818 ln Duitschland als een by uitstek na tionaal feest wordt gevierd om onder het Duitsche volk een oorlogsstemming te weeg te brengen, ten einde de ver meerdering der persoonlyke en flnan cieele lasten in verband met de te ne men militaire maatregelen gemakkelyker doorgevoerd te krygen. Tegenover alle oorlogsgedoe en kapitalistische expansie politiek dient de verheldering der in zichten en ontwikkeling van het prole tariaat gesteld te worden. Daaraan moet de sociaal-democratie arbeiden. Dan zal het internationale proletariaat in staat zyn oorlogen te verhinderen. Van de gelegenheid tot debat maakte o.a. gebruik de heer J. A. Fortuyn, die er op wees hoe eens Bebel gezegd heeft, ter verdediging van zyn land naar de grens te zullen optrekken, wanneer de Russen zich daar mochten vertoonen. Dit geschiedde zonder protest. Hetzelfde geschiedde ten onzent. Schaper verklaar de naar de grenzen te zullen gaan om zyn vaderland tegen Duitschland te ver dedigen. (Een stem: "Oude kost!" Rumoer.) De heer FortuynOude kost, best, maar die oude kost is het best. Men heeft Schaper niet tot de orde geroepen. En onlangs is in de Kamer hetzelfde gebeurd. (Een stem: „Volkomen juist Rumoer). De heer FortuynZoo zyn de manieren van de Hollandsche sociaal democraten Het vrye Woord beletten l Maar spr. zal hat zich niet laten ontnemen. Nadat het rumoer is bedaard, vervolgt spr.Wat Schaper in de Kamer gezegd heeft, heeft zich voor eenige weken her haald. Toen is door Hugenholtz in de Kamer g>zegd, dat het van de marine een nobel werk is om het vaderland te verdedigen. (Een stem: «Dat moet je op het congres zeggen 1") De heer Fortuyn: Hoe kunnen de Duitscbe party genooten zich nu met volle kracht by de internationale sociaal-de mocratie aansluiten, als zy den broeder moord verdedigen P (Een stem Volko men juist!») De heer Woudhuizen protesteert tegen de onhebbelijkheid van den heer Fortuyn om niet met den heer Liebknecht in het Duitscb te debatteeren, maar in het Hollandsch. De heer Liebknecht, de sprekers beant woordend, zegt, dat wat de heer Fortuyn heeft gezegd, op een misverstand berust. De sociaal-democratie van geen enkel land ter wereld kan bedoelen het land in handen van vyanden te bréngen. Wanneer de Russen komen aan de gren zen van Duitschland, wanneer de Pruisen de Hollandsche grenzen oversteken, be hoeft noch het Dultsche, noch het Hol landsche volk de deuren open te maken. Elk volk heeft het recht en den plicht zich weerbaar te maken, voor zooverre zyn verdedigingskracht dit noodzakeiyk maakt. Die verdedigiugsvorm is echter niet het imperialisme en het militairisme, maar het volksleger, zoodanig dat het volk zelf de wapenen in handen heeft. Heeft de volksweer op een beter doorgevoerde wyze dan in Zwitserland plaats, dan zal dat beteekenen een krachtsontwikkeling van het volk tegen de kapitalistische klasse. Dan zal't volksleger niet zyn een vyand van het volk, maar een volksbe vestiging. (Applaus). Pater Hendricks verzoekt in De lijd aan de redactie van Van Dale's Woor denboek om by den nu aangekondigden herdruk te doen vervallen de bateiyke zinsnede by „doel" in verband met de »leer" der Jezuieten. Eet Eandelsblad wy st op een uitspraak van deu Jezuiet Bussnbaumaan hem wien het doel wettig is zy n de middelen daartoe ook wettig", wat later verkort werd in den volksmond tot «het doel heiligt de middelen". Hier is het dus niet een Jezuiet die deze „leer" of «zinspreuk" uitvond, maar de volksmond. Voor dergelyke duffe jour nalistiek zegt genoemde pater acht zelfs Boissevain zich niet te hoog. De Tweede Kamer is byeengeroepen tegen 1 April a.s. H. M. de Koningin zond den 26sten December aan de Nederlandsche ambu lance te Tsjorloe een telegrafischen Nieuwjaarswensch. Deze kwam aldaar aan op 6 Maart I Ned. De nieuwe traktementsregeling voor de onderofficieren zal ingaan 1 April. Teneinde geleideiyk te komen tot een maandeiyksche uitbetaling, zal schryft de Avp. gedurende de eerste 3 maan den de uitbetaling geschieden om de 14 dagen, terwyi van 1 Juli tot 31 December de uitbetaling om de 3 weken zal ge schieden. Vanaf 1 Januari 1914 zal de uitbetaling maandelykscb plaats hebben. Van Houten's oordeel. Men weet, dat de liberale pers en ook in de Kamer is het beweerd heeft gezegd, dat de uitvoering van art. 357 van de Invaliditeitswet, en dat nog wel op een vervroegd tydatip,feiteiyk invoe ring van staatspensioen beteekende. De heer Van Houten zegt van deze meening „Er is een zekere meening by de Pers, die met dit toevoegsel de Staatspensio- neering haar intrede heett gedaan. Ik kan die meening niet beamen, reeds wyi de werking van dit art. een afloopende is. Als de daar bedoelde menschen van 70 jaar of ouder dood zyn, is de zaak afgeloopen en worden de renten krach tens andere artikelen verleend, als deze dan in werkiDg zyn getreden, wat na tuuriyk quaestieus blyft, daar hiervoor een Koninkiyk Besluit moet worden ge nomen ter verantwoording van het mi nisterie dat er zal z|jn als alles is voor bereid". Verslag van de Prov. Bondsverga dering vanwege de Prov. Commissie van het Ned. Jong. Verbond in Zeeland op Mcandag 24 Maart 1918 te Middelburg. Onder begunstiging van schoon weder trokken de leden van de afdeelingen van het Ned. Jong. Verbond op naar den provincialen Bondsdag te Middelburg, die geleid werd door den weled. heer L, G. James, van Sluis, Te 10 uur wa ren de eilandbewoners in hun verschil lende kleederdrachten tegenwoordig. De voorzitter las Matth. 28 en opende met gebed. Hy riep den aanwezigen een woord van welkom toe naar aanleiding van Goloss. 3 23 en bracht hulde aan de Walchersche gastviouw die de Prov. Commissie de eer aandeed haar binnen hare veste te nooden. Ook werd in de openingsrede wyien de heer W. J. J. Koole herdacht, die met |jver en liefde de Jongelingschap steunde. Heeriyk klonk daarop het bondslied door de zaal. De secretaris, de heer J. A. Flink, bracht verslag uit over het afgeloopen jaar. Hy deelde mede, dat, hoewel er geen reden tot klagen zyn, er toch vele gemeenten zyn, waar de vlag van ons N. J. V. niet wappert, terwyi op ver schillende plaatsen, waar wel J. V. wor den g-wonden, de vlag niet altyd even fier, maar helaas soms haltstoks waait. Als lid van de Prov. Commissie was ge kozen de heer Caland van Westkapelle. UpDe humoristische penningmeester deelde op de. hem eigen wyze mede,"dat het boekjaar' 1912-1913 sloot met,een batig saldo. Nu volgde het referaat van den weled. heer K. W ielemaker van Biggekerke. Deze sprak overTeekenen des tyds en wat ze ons te zeggen hebben. In zyn inleiding wees by er ons op dat wy als christenen op de teekenen der tyden hebben te letten. In de ge schiedenis die achter ons ligt is het ge- makkeiyk den vinger Gods te zien. Maar moeten we letten op het tegenwoordige, dan wordt de duideiyke lyn der leiding Gods in de geschiedenis, voor ons een stippeliy n, die hoe langer zoo vager wordt, hoe dichter ze ons nadert.' 't Gaat ons als Mozes, die de heeriyk- heid Gods zag, toen Jehova was voorby gegaan. Op welke teekenen moeten we dan letten P Spr. kon er maar enkele noemen, omdat wy als menschen niet alle teeke nen kunnen vatten. In de eerste plaats wees hy er op dat de mensch de krach ten der natuur aan zich dienstbaar maakte en moet maken. Hy doorwoelt de aarde, doorklieft de lucht en als de mensch eenmaal de aarde aan zich onderworpen heeft, wat zyn roeping is dan zal deze bedeeling voorby gaan. Hoe moeten we nu staan tegenover deze onderwerping? Met onverschillig heid, omdat onze wandel toch in de hemelen is of moet zyn P Neen, want onze voeten staan op de aarde, wy moe ten onze aardsche roeping volbrengen en daarom met harteiyke belangstelling die onderwerping gadeslaan en er aan mede werken, maar dit ook tevens met voor zichtigheid doen, opdat de mensch zich niet koning der schepping maken, maar als onderkoning zyn roeping vervulle. Deze tjjd is esn tyd van internationa lisme, een tyd waarin 't vereenigings- leven groeit en bloeit, waarin misschien ook op dit gebied wel torens van Babel worden gebouwd, en waarin toch juist de mensch zjjn kleinheid Diet uit het oog mag verliezen, want de nederige kan alleen door God worden gebruikt om groots dingen te doen. Een tweede teeken des tyds is de vredesbeweging. Vrede door recht wil men. Vrede door recht is de kern van het Christendom, Jammer, dat men dit wil buiten het Chris tendom om. 3e Het Materialisme. Dit Materialisme is niet dood. O neen, zyn doorwerking wordt nu juist nog goed gevoeld in vele kringen der maatschappij, wier ideaal niet hooger reikt dan het klinkend stof, ofschoon het Pantheïsme als 5de teeken ook onze aandacht vraagt. Het gaat juist tegen het materialisme in. Men zoekt wel weer, maar men vindt niet. Waarom niet? Dat is voor een deel onze schuld. Wy worden Diet warm, niet vurig van geest, wy zyn ongevoelig. 4 jaren gele had de groote ramp by Messina plaats, wie denkt er nog aan Wie denkt nog aan de ramp van de Titanic Wie rilt nrg als men de ongeloofstaai dezer dagen hoort en leest? Een ieder keere in tot zichzelf, verlieze zich zelf en aanbidde den Eeuwige. zyn er geen teekenen van opwaking Zeker Gode zy dank Jaren, geleden vroeg een dichterZou de 20ste eeuw nog Paschen vieren 't Jaar 1913 gaf reeds antwoord. De bybel wordt verspreid onder Roomsche en Protestant. '6 Religieuze leven neemt toe, hoewel ook 't ongeloof driest te voorschijn treedt. Actie - overal op 't gebied van in- en uitwendige zen^

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1