No. 144 1913
Donderdag 20 Maart.
27e Jaargang
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Buitenlancfsch Overzicht.
Uit de Pers.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed, S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
Zij, die zich met 1 April a.s op ons
blad abonneeren, ontvangen de nog in
Maart verschijnende nummers gratis.
Ophouden van abonnementen kan
alleen bij het eindigen van het kwar
taal geschieden.
Griekenland.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
De Balkan-Oorlog.
Engeland.
Staatshoofden in de laatste halve eeuw
vermoord.
Cool-Colijn,
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p1.25
Enkele nummers0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
20 Maart 1913.
^Indisch geld.
Nu róg mooier!
Ziehier, waarmede de Javapost van 14
Februari j.l. ons komt verrassen
Kieschll Het door de vrijzinnigen
uit geheel Nederlandsch-lDdiö bijeen
gescharreld verkiezingsgeld schijnt hen
nog niet te bevredigen. Zelfs de zoo laf
aanvaarde steun der Chineezen maakte
de zaak niet gezond. Een nieuw middel
is bedacht, om meer geld voor de link-
sche verkiezingen bijeen te krijgen.
Luidens „De School" van 8 deZer wordt
aan alle hoofden der openbare scholen
een circulaire gezonden, om hen en
door hunne bemiddeling de overige col-
1 >ga's uit te noodigen iets bij te dragen
voor de verkiezingen van den radicaal
Tb. M. Ketelaar en den sociaal-demo
craat K. ter Laan. Zij, die de circulaire
ontvangen de hoofden dus worden
zelfs verzocht voor een goede circulatie
en inning der gelden te zorgen.
Vraag: al is die zelfde methode hier
en daar gevolgd, toen het vrijzinnige
comitee bijeen zijn geld wist te krijgen,
is het een legale, laat staan een gepaste
weg, om de Indische Ambtenaren (zoo
noemen de Indische Onderwijzers zich
tocb) van hoogeren rang bjj hun onder
geschikten van lageren rang tot poli
tieke doeleinden te laten colleeteeren
Vooral nog als zulks gebeurt zooals
't feitelijk gebeurt tijdens de school
tijden, les- of ontspanningsuren en in
de schoollokalen zelf, terwijl eindelijk
de schooljongen zoo noodig alslooper
dienst doet.
In welken anderen tak van dienst zag
men ooit zóó iets gebeuren Zien de
vrijzinnige openbare onderwijzers het
onkiesche dezer politieke bedelarij
niet in
Twee dingen trekken hier de aandacht.
In de eerste plaats doet het ons voor de
zooveelste maal zieD, tot welke practijken
de openbare onderwijzers zich leenen,
zich niet ontziende de openbare, dus
„neutrale" school tot bereiking van hun
doel te gebruiken. In de tweede plaats
ziet men nu eens welke kostelijke
middelen d8 concentratie ten dienste
staan in haar strijd tegen de coalitie.
Zal het een overwinning met eere zijn,
wanneer links straks wint?
Alom is met verontwaardiging kennis
genom en v an den afgchu wel jj ken konin gs-
moord te Saloniki.
De N. R. C. weet daaromtrent nog de
volgende bijzonderheden te verhalen
De moordenaar had zich op de kruising
van twee straten verdekt opgesteld, Toen
de Koning dien hoek omsloeg, vuurde
de moordenaar van vlakbij op hem. De
adjudant des Konings wilde zjjn revolver
trekken, doch de moordenaar vuurde
tegelijkertijd ook op hem. Dat schot
ketste. Twee Kietensiscbe soldaten gre
pen daarop den moordenaar, die zich
niet verzette, vast. De Koning was ineen
gezakt, zonder een woord te spreken en
stierf, terwijl hjj naar het ziekenhuis
Theogeneia werd gebracht.
De moordenaar herhaalt slechts dat
btj alleen voor de rechtbank opheldering
zal geven over zjjn beweegredenen. Hjj
is vermoedelijk ontoerekenbaar, maakt
althans den indruk vrijwel verstompt te
zijn.
In Athene heerseht groote droefenis.
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel
meer 10 cent.
Groepen der bevolking staan voor het
paleis en in de straten.
Ook in Saloniki heerseht droefheid en
verslagenheid en man vindt het afschu
welijk, dat de daad juist door een Griek
is bedreven.
De procureur des konings heeft een
onderzoek ingesteld, hetwelk heeft aange
toond, dat de moordenaar niet goed wijs
is,van aalmoezen leeft en door zjjn familie
is verstooten. H|j verklaarde zenuwlijder
te zijn en te weten, dat h|j spoedig zou
sterven. In zijn zakken vond men zijn
levensbeschrijving met een brief, waarin
h|j daarvoor plaatsing verzocht. Wee den
journalist, die deze levensbeschrijving
niet wil plaatsen, want de moordenaar zal
hem vervloeken. Althans dit verklaarde
de man. Omtrent den aanslag zeide hjj,
dat hjj voor kort een verzoekschrift tot
den koning had gericht, om hem geld te
vragen en dat h|j wrok koesterde, w(jl dit
verzoek niet is ingewilligd.
Moge in Saloniki en Athene de rouw
algemeen zijn, in heel Griekenland
heerseht groote droefenis. De dagbla
den zijn gisterenochtend alle met bree-
den rouwrand verschenen en bevat
ten lange waardeerende artikelen over
den vorst. Zjj prijzen z|jn wijsheid en
populariteit en kenschetsen den moord
als een nationalen ramp. De droefheid
des volks is thans even groot als de
vreugde b|j de roemrijke overwinningen
in dezen oorlog.
Door de geheele wereld gaat een schok
op het vernemen van dezen slag, die een
eind maakte aan het zoo welbesteede
leven van een energiek en humaan vorst.
Eenstemmig laakt ook de gansche bui-
tenlandscha pers dit snoode gruwelstuk.
In verscheidene parlementen en minis
terraden is reeds sympathie betuigd met
de Grieksche regeering of besloten tot
het richten van condoleanties aan het
Grieksche hof en andere hoveD, ver
maagschapt met het Grieksche.
Koning Konstantjjn, die nu geroepen
is het bewind te aanvaarden, heeft een
boodschap tot hst leger gericht, waarin
hij o.a. zegt: „Een lage aanslag tegen
het leven van den Koning berooft ons
van ons staatshoofd op een zeer hache
lijk oogenblik voor de geheele Grieksche
natie. Ik wordt thans door de voorzienig
heid geroepen mijn onvergetelijken vader
op te volgen. Ik deel deze tiding mede
aan het leger, waaraan ik mijn geheele
leven heb gewijd, waarmede ik door
rampspoedige en voorspoedige oorlogen
vast ben verbonden. Ik zal steeds al
mijn zorgen blijven wijden aan leger en
vloot, wier roemrijke daden het vader
land hebben vergroot en nieuwen luister
geschonken."
Groote verwachtingen koestert men
van dezen nieuwen vorst. Men vertrouwt,
dat bjj met vaste hand de regeering zal
waarnemen en zich geheel zal geven
voor den bloei van het rjjk der Hellenen,
dat hem sinds lang lief is geworden.
Kroonprins thans Koning Kon-
stantijn, de oudste zoon van KoniDg
George, verwijlde als opperbevelhebber
van het leger in het veertien dagen ge
leden veroverde Janina, toen hem de
tflding van den moord op z|jn vader be
reikte. Hij is 44 jaar oud geboren 2
Augustus 1868 en gehuwd met Prinses
Sofie van Pruisen, zuster van der> Duit-
schen Keizer. HQ is de opperbevelhebber
van het Grieksche leger, dat zoo geluk
kig den Balkanveldtocht heeft gevoerd
en thans reeds wordt hij door de be
volking als een halfgod vereerd en maakt
men vergelijkingen tusschen dezen twin-
tigste-eeu wschen Konstantijn en dien van
zestien eeuwen geleden, die zijn naam
aan Konstantinopel gaf. In de Kamer
is zelfs het denkbeeld geopperd, om hem
den btfnaam van „den overwinnaar" te
geven. ,Hjj is ijlings naar Saloniki ge
keerd op het vernemen van de doodmare
zijns vaders.
Kroonprins wordt thans Prins George,
geboren 19 Juli 1890.
Eindelijk valt er merkbare beweging
te constateeren bij Tsjataldzja. Een offi
cieel telegram uit Konstantinopel aan
de N. R. 0. meldt, dat het Turksche leger
over 't geheele front tot den aanval is
overgegaan.
De troepen van den rechtervleugel zijn
er in geslaagd tot Soiraskeui, Kalifakeui
en Akalan door te dringen. Een verbit
terd gevecht werd met de infanterie van
den vijand aangegaan, die zich achter
versterkingen bevond. Het gevecht duur
de tot het vallen van den avond. De
Turksche troepen joegen den vijand op
de vlucht en bezetten z|jn stellingen. De
troepen van het centrum verjoegen den
vijand van de hoogten van Foendaliki,
die zich uitstrekken ten Westen van
Jeudzjikeui en ten Zuiden van Akalan.
Ben afdeeling die naar Indzjikeui door
drong, slaagde er in zich te versterken
op ongeveer H/a K.M. ten Oosten van dat
dorp, terwijl een andere afdeeling de
hoogten ten Zuiden bezette. De afdeelin-
gen van Tsjakilkeui en van Sughoenkeui
werkten samen met een afdeeling van
het centrum od droDgen door tot Ka-
dikeui.
De zeer bloedige slag eindigde in het
voordeel der Turken, die den vijand over
de geheele linie versloegen en te Kadi-
keui de stellingen bezetten.
Dit is het eenige, wat de bladen geven
over dit hevige gevecht. We kunnen dus
geen vergelijking maken met berichten
uit Bulgaarsche bron en zullen het daar
om maar nemen voor wat het is.
In Albanië is het ook lang niet rustig
Skoetari vormt wel het middelpunt van
de schermutselingen.
De laatste dagen heeft de stad enorm
te lijden gehad. In de Christenwijk zijn
behalve het Oostenr|jk-Hongaarsch con
sulaat ?n het ltaliaansehe nonnenkloos
ter ook het katholieke weeshuis, het
Franziskaansche klooster, het Jezuïten-
college en tal van particuliere huizen
door granaten getroffen en gedeeltelijk
vernield.
Op de gezantenconferentie schijnt hard
gewerkt te zijn. De vredesvoorwaarden
z|jn reeds uitgewerkt, en In Konstanti
nopel moet men reeds met het resul
taat bekend zijn od, wat meer zegt,
men acht de voorwaarden niet onaan
nemelijk. Meer is vooralsnog niet be
kend. Men schijnt echter op den goeden
weg te z|jn.'
Dit stelle ons gerust.
„De luchtvaart is een b|J uitstek kie-
sche zaak."
Aldus minister Seely gisteren, bjj de
verdediging van de legerbegrooting.
Ja, vooral in Engeland vat men de
zaak zeker niet te licht op. Wanneer
iemand meent in de nachtelijke uren
een vliegtuig te zien of te hooren, dan
is den anderen morgen gansch Engeland
in rep en roer, zonder dat men zich ook
maar een oogenblik afvraagt, of soms
da verbeelding den opmerker parten
gespeeld heeft.
Minister Seely heeft het Lagerhuis
verkwikt met een ernstigeluehtvaartrede.
H|j zeide dat er buitengewoon groot mis
verstand heerseht over den toestand der
militaire luchtvaart in Engeland, 0. a.
hieraan te wijten, dat het den officieren-
vliegers niet vergund is hun verrichtin
gen openbaar te maken. Deze, hoe belang
rijk zjj ook waren, zijn derhalve niet
bekend geworden, en dat gaf aanleiding
tot de meening dat er niets gedaan werd.
Engeland heeft nu 101 vliegtuigen en
zal er op 31 Mei 148 hebben.
Seely wekte opzien door de mededee-
ling dat in den loop van dit jaar een
vliegtuig-type was tot stand gebracht dat
verre alle vliegtuigen, die by eenige
natie in gebruik zijn, overtreft. Dit vlieg
tuig kan snel of langzaam vliegen, zoowel
acht als veertig mijl per uur afleggen.
Het kan snel gebouwd worden, maar
aangezien de buitenlandsche motoren
beter voldoen can de Engelsche, heeft de
regeering een hoogen prijs gesteld op het
leveren van een uitmuntenden Engel-
scheD motor en daaraan beloften vcor
aanzienlijke leveriDg verbonden.
Nauwkeurige proeven zijn genomen
over de aanvalswaarde van vliegtuigen.
Werktuigkundige vraagstukken z|jn op
gelost en daarbij ls gebleken dat de
moeilijkheid om een schijf in de lucht
te treffen sterk is overdreven. Naar de
meening van het ministerie van oorlog
moet het denkbeeld dat men over slag
velden of landen zonder gevaar kan
vliegeD, worden prijs gegeven. Wat de
nachtelijke aanvallen betreft, „als wij
bij nacht een luchtvaartuig niet kunnen
zien, dan zal het ook heel moeilijk z|jn
van uit een luchtvaartuig een bepaald
doel te zien", meende de minister.
Men ziet dus hoe Engeland tegenover
de luchtvaart staat. Geen vrees meer
voor nachtelijke verkenningen.
Het vaderland kan rustig z|jn.
1860a Prins Danilo van Montenegro.
1865. Lincoln, president der Ver. St.
1881. Tsaar Alexander III.
1891. Gai field, president der .Ver. St.
1894. Carnot, president der Fransche
Republiek.
1896. Nasr ed Dine, Sjah van Peizë.
1897. Borda, president der republiek
Uruguay.
1 898. Keizerin Elisabeth van Oostenrijk.
1899. Henreaux, president der Domisi-
caansche Republiek.
1900. Koning Umberto vau Italië.
1901. Mc Kinley, president der Ver. St.
1903. Koning Milan .en Koningin Draga
van Servië.
1908. Dom Carlos, koning van Portugal,
1913. Madero, pas afgetreden president
van Mfxico.
De Opr. Haarl. Courant trekt weer de
aandacht door een fiksch artikel van Po
liticus, over de heeren Cool en Col|jn
als minister van oorlog. Politicus' be
schouwingen over deze groote persoon
lijkheden getuigen als immer van groote
opmerkingsgave, onpartijdiger! blik en
groote stijlvaardigheid. Geen wonder, dat
aan de pennevruchten van dezen be
kwamen journalist alom groote waarde
wordt toegekend.
Niet ieder, aldus vangt Politicus aan.,
Niet ieder, die over de menschen en
de zaken van het Parlement schrijft, heeft
denzelfden „kijk" op de leden van het
Huis. Behalve de sympathieën en anti
pathieën, welke de pen van ieder »schrjj-
vend mensch* beheerscheD, ziet A. een
figuur vaak anders dan B.zijn de in
drukken verschillend, en daardoor de
conclusiën.
Maar.... er is een grens. En ik bedoel
hiermee te zeggen, dat er beweringen
zijn, welke niemand, van opmerkings
gave voorzien, en de hoogs vergadering
gedurende zekeren tjjd geobserveerd heb
bend bovendien geen vreemdeling in het
Jeruzalem der politieker^ wagen zal.
Waartoe slechts kan komen de gansch-
oningew|jde en schromeljjk-oppervlsk-
kige.
Toch heeft zich het allerwonderlijkst
verschijnsel voorgedaan, dat in een Ne-
darlandsch provinciaal orgaan van al
gemeen-erkende reputatie van ernst en
deugdelijke redactie zulk een oordeel la
uitgesproken, enkele dagen geledencon
clusie gewaagd, dia voor allen die haar
onder de oogen jkregen en die de per
sonen, waar 't hier over gaat kannen,
eenvoudig verbijsterend moet heeten. On
verklaarbaar. Zooals w|j „verstomd zou
den staan* wanneer bijvoorbeeld een
tooneelqpeler van erkend talent en veel
jarige routine op de planken, plotseling
deed, gelijk een krukkigaankomeliDgzon-
der den n iasten aanlegofals een teeke
naar van gevestigde reputatie eensklaps
durfde tentoonstellen een plaat, waar
iemand die nauwelijks het A. B. C.
der techniek van het kunstvak meester
is, om van de „inspiratie" te zwijgen,
zich over schamen zou... thans van
den man, die de leiding der departemen
ten van Ocrlog en Marine in zjjn krach
tige hand heeft, den heer Coljjn, werd
in dat wonderlijke stukje gesproken als
van een „Colino", d.w.z. een „C00I-
tje"... Dus: een dwergje, dat de lichte-
lyk-droevige grappigheid verkoopt om
geneiaal Cool, zijn voorganger van de
groene tafel te willen crapenDe
gnoom, het kaboutermannetje dat da
allures van den reus aanneemt. De kik-
vorsch uit de fabel, die zich zit op te
blazeD, in de hoop ten slotte op een os
te gaan gelijken.En dat werd gezegd
van Minister Colijn! Van den kranigen
mar, dis nog pas bjj zijn verdediging
in de Tweede Kamer, van landstorm-
ontwerp en wijziging-Landweer de groote
algemeene bewondering wekte bij Con
centratie en Coalitie. Door het vastbe-
radene van zijn optreden door de solide,
groote] kennis der zaken, waarover '4
ging; door het aangename, sierlijke ge
makkelijke van z|jn voordracht; door
z|jn ijzeren zelfbedwang, zijn groot ge
duld tegenover een vaak prikkelende en
peuterige kritiek door de ridderlijke
hiffeljjkheid jegens den tegenstander;
door de fiksche wijze waarop hjj, op
zeker moment, liet gevoelen dat dezé
bewindsman zich gaarne ter beschikking
stelt voor het serieuse pe riementaire „ge
vecht", maar niet zjjn kracht wenscht
te verspillen aan allerlei pietluttige, door
onnationaal gevoel ter sprake gebrachte
op- en aanmerkingenEr was nie
mand, die een oogenblik zou geweigerd
hebben te erkennen, hoe men thans aan
het hoofd der departementen voor De
fensie iemand heeft, op een l(jn te stellen
met de voortreffeljjkaten, die ooit aan de
groene tafel een zetel mochten inaemen.
En dat misschien zelfs de beweriDg niet
overdreven is, die volhoudt dat een Mi-
Dister van Oorlog als de heer Colijn
met zulk een complex van uitstekende
hoedanigheden begaafdzulk een uit
nemend deskundig leider en tevens zóó
zeer meester van het woord en by machte
om met de Kamer zelf in dezen, onzen
tijd over zaken van defensie saam te wer
ken, vruchteloos zal worden gezocht on
der hen, die sinds het herstel onzer on
afhankelijkheid aan het hoofd van een
der militaire departementen waren ge-
gesteld. Daar waren oDgetwjjfeid man
nen van groote verdiensten onder. Doch
een „omnis homo" als Colijn behoorde
tot de witte raven Ik mesn te mo
gen aannemen, dat de woorden van eer
biedige hulde, die ik hier neerschreef,
door niemand, eenigszins op de hoogte
van den weikeljjken toestand, overdre
ven zullen worden genoemd.
En nu de voorganger van dezen Mi
nister, de heer Ooo1.
Zijn optreden in de Kam9r staat ook
m|j natuurlijk aog scherp en helder voor
den geest. Waarin Minister Cool bjj
zjjn opvolger absoluut niet achterstond,
dat is in de groote achtng, die allen
koesterden (en natuurijjk nog steeds on
verminderd gevoelen) vror 's heeren
Cool's eerlijk nobel karakter; voor zijn
ijver en warme toewjjdieg aan het ambt,
door hem bekleed.
In den kring van hen, die hier tof
oordeelen bevoegd zjjn, van militaire
deskundigen alzoo wordt ook alge
meen geprezen de kennis, de bekwaam
heid vanjlen generaal.
De heer Cool wordt geroemd als een
van onze beste opperofficieren.
Maar tusschen al dit goede en uitste-
- kende van den heer Cool, en, het geni-