No. 113 1913 Woensdag 12 Februari 27e Jaargang. NIEUWSBLAD T VOOR ZEELAND CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. 8.J, Ba JONGE-VERWEST, te Goes F» l\ D'HUIf, te Aiïdclelbi rg. PRIJS DER ADVERTENTIËN „ta" jmlisliek „co kaar pliileo". Uit de Pers. De Grondwetsherziening. Staten-Generaal. EERSTE KAMER. TWEEDE KAMER. Binnenland. IEUEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per irie maanden franco p. p.1.25 Enkele nummers. 0.05 lüëi ITGAYE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, Iedere regel meer 10 cent Familieberichten van 1—10 regele 1.—iedere regel nu er 10 cent. ivsreisss^T-;*. (Spreuken 18 17.) In de Goesche Courant vaD 11 Febr. komt in ietwat onbeholpen Nederlandsch een hoofdartikel voor, dat op enkele pun ten eenige tegenspraak onzerzijds noodig heeft. Het artikel begint met de eigen aardige opmerking: Een zware en een zeer (zeer) verant woordelijke taak is opgelegd aan hen, die aan het hoofd van een volk staan. Want wie daartoe geroepen zijn weteD, dat van hen wordt verwacht een hand having van rechten en vrijheden, een onpartijdig oordeel in alle voorkomen de geschillen, een scherpen (scherpe) blik in de toekomst om met vaste en krachtige hand aan het stuurrad het schip van staat die richting te kunnen geven, waarin welvaart en ontwikke ling het zedelijk en maatschappelijk peil van het volk zullen verhoogen. Uit dit draaikolkje van blik en stuur rad en richting en zedelijk peil aan het hoofd van een volk in alle voorkomende geschillen komt dan een conclusie te voorschijn welke de lezer begrijpt het dadelijk al 1 niet gunstig is voor onze tegenwoordige .regeering". Bedoeld is natuurlijk het ministerie. Aan „haar" dankt »het Nederlandache volk geen toename (toeneming) van zijn economi- schen toestand" en geen „sociale wet die ingreep waar spoedige en afdoende verbetering noodzakelijk was". En wat nog erger is „nu meer en meer het tijdstip nadert, waarop zij rekenschap van haar daden zal moeten geven, tracht z(j, op hoog bevel van haar politieken advi seur, in weinige dagen nog iets te be reiken van datgene, waartoe z9 in een veeljarig regeeringstijdperk onmachtig of onwillig is gebleken*. Men ziet wel, aan klinkende woorden geen gebrek, doch waarbij de billijkheid wel ietwat uit het oog is verloren. Wanneer de geachte opsteller van dit requisitoir eens in zijn gedachten terug gaat naar hetgeen door dit kabinet is ingediend en onder zijn beleid is tot stand gebracht, dan zal hem blijken dat de arbeid van de verschillende ministers nu niet zoo heelemaal blanco was als by z|jn lezers wil doen gelooven. Mooie sociale wetsontwerpen liggen maanden lang in het bureau der Tweede Kamer te wachten; andere zijn al sinds langen tijd in behandeling; en meer dan één wetsontwerp dat in hooge mate den naam sociaal verdient vond bereids den weg naar het Staatsblad. Indien dan ook de heeren van Links de natie niet reeds bijna een jaar zoo gruwelijk verveeld hadden met hunne obstructie, zou men al heel wat verder geweest zijn. Dit weet A uit De Goesche Courant ook weldoch natuurlijk! het is niet in zijnljjn om dit te erkennen. Doch bezien wjj zijn artikel verder. Eenigszins gezwollen klinkt het nu „Nu dag aan dag de vloed van afkeuring, ongeduld en ontevredenheid hooger en hoo- gersteeg en het dobberend staatsscheepje, zwak en onbetrouwbaar, door de golven van verontwaardiging en teleurstelling verzwolgen dreigde te worden, nu grepen de opvarenden naar het eenige redmiddel hen (hun) overgebleven, nu strekten z(j de handen uit naar de hen(hun) op het laatste oogenblik toegeworpen reddingsboei, de boei met het opschriftvóór of tegen den Christus". Vooral dat beeld van die opvarenden grijpende naar een „boei met het op schrift" is pakkend. Wel begrijpt de lezer wat de schrijver bedoelt, maar te bewijzen zal dezen toch moeilijk vallen, dat dit kabinet want daar komt het toch op aangesluimerd heeft, en, om met A. i1) De cursiveeringen bier en daar zijn van ons. Red. de Zeeuw. te sprekeD, „opmerkzaam geworden op het naderend gevaar van den komenden stembusstrijd" z(jn heil zoekt in het ge roep van „voor of tegen den Christus". Het zal hem moeilijk vallen zijn beschul diging waar te maken tegenover een Colijn, een Talma, een Heemskerk, een Regout van Justitie, een Regout van Wa terstaat, als zouden deze stoere werkers thans, onbeholpen als de stijl van een Goesche-Courant artikel, zich begeven tot een reddingsboei met een leuze. Verder heet het in de Goesche: „Er wordt thans niet meer gevraagd zyt ge bekwaam te regeeren kent ge de nooden van het volk; weet ge hoe die het best en bet vlugst gelenigd kunnen worden maar men vraagt slechts: gaat gjj ter kerkzoo ja, naar welke; legt gij den bijbel uit zooals wij dat doenin één woord, zij gij een „Christen" En met dit „Christen" zijn wordt dan bedoeld een deeienvan de opvatting van het evangelie in den geest van een der tegenwoordige rechtsche partijen.® En dan „O, het is een handig gevonden leuze, die scheiding tusscben «Christenen* en ongeloovigen, tusschen kerkelijken en heidenen, het was een vernuftig man, die op de gedachte kwam, zijn zinkendt(n) geestverwanten deze red dingsboei toe te werpen. Maar het grijpen daarvan was een daad van egoïsme sn volksbedrog. Want met die leuze, vóór of tegen den Christus, wordt het eenzijdig ontwikkelde deel der bevolking in kloosterscholen en bijzondere inrichtingen groot gebracht om den tuin geleid en in den ko menden verkiezingsstrijd wordt hen (hun) slechts de keuze gelaten tusschen •Christenen" en ongeloovigen, tus schen God's (Gods) kinderen en de paganisten der maatschappij." Zou deze schrijver niet beseffen dat hij door het plaatsen van aanhalingsteekens om het woord Christen zijn eigenge maakte tegenstellingChristenen en ge- loovigen te niet doet Zou hij kunnen gelooven dat zijn staatkundige tegen stander niet strijdt om „macht en aan zien* gelijk hij elders decreteert, maar om de natie te winnen voor diens ideaal de erkenning van den Naam Gods in het staatsrecht? Zou hij ons ook maar één regel druks uit de miljoenen van den „vernuftig(en) man" willen geven om te bewijzen dat deze in den stembusstrijd of daarbuiten ook zelfs maar gedacht heeft aan een scheiding tusschen ker kelijken en heidenen Of ook maar één enkele maai geschreven of gesproken heeft van „de paganisten der maat schappij" W(j schenken hem gaarne alle overige valsche voorstellingen uit zijn stuk door ons gereleveerd of verzwegen.. Wij gun nen hem gaarne het genoegen der ver onderstelling dat uit onze gelederen velen, „teleurgesteld door de regeering hunner keuze" zullen komen tot zijn Christen dom, maar waar hij de door hem „Christenen" gescholdenen zoo logenach- tige leuzen en tegenstellingen verwijt, mogen ook zelfs die „teleurgestelden" van zijn „handel in Christus'geest" dien h|j zichzelf toeschrijft verwachten dat hij zijn beschuldigingen waar maakt, opdat zij zich met vertrouwen scharen onder zijn vanen. De Standaard schrijft o. a. De Grondwetsherziening, gelijk ze nu wordt voorgesteld, is een politieke ge beurtenis van eerste orde. Ze staat in gewicht, en vermoedelijke gevolgen, met die van 1848 geheel op één lijn. Gold het toen de heroïeke po ging, om ons uit het destijds heerschende conservatieve gedoe op ruimer en vrijer paden over te leiden, thans wordt niet minder forsche poging gewaagd, om wat ons toen, conform het liberalistische for mulier, werd opgedrongen, om te zetten in een meer echt Nederlandsche rege- lin g conform onze Christelij ke begin selen Reeds toen de eerste maal deze nu ondernomen Revisie in de Tweede Kamer aan de orde kwam, is er van Antirevo lutionaire zijde op gewezen, dat wat men nu ondernam, hiertoe noodwendig leiden moest. Yan een bloot formeele revisie, zonder meer, kon thans geen sprake meer zijn. Die was toevertrouwd aan Heemskerk Senior, en door deze tot een gelukkig einde gebracht, maar de nu aan. het bewind zijnde Heemskerk nam tegenover 1848 een geheel andere posi tie iD, en van de Kamermeerderheid die in 1909 optrad, kon en moest geheel hetzelfde betuigd, en wel in beide Kamers. Dit is toen wel opgevat, als bedoelde men onzerzijds reactie om terug te gaan tot achter 1848 en prijs te geven de volksrechten die in 1848, onder de toen malige beweging in heel Europa, einde lijk dan toch ook hier herwonnen waren maar zoo averechtsehe voorstelling kon alleen opkomen bij journalisten, die uit de jaren hunner jeugd de herinnering aan wat de Geuzen bestonden, hadden laten glippen. Op de twee hoofdpunten, waarover het bij de Revisie loopt, komt dit met onvertroebelde klaarheid uit in art. 80 en in art. 192, by Kiesrecht en Onder wijs. Naar echt Nederlandschen eisch wordt nu het Gezinsleven als eerste organische formatiekern van het volksleven op den voorgrond geschoven voorts geen klasse in de maatschappij tot machteloosheid gedoemd; maar heel het volk tot een spreken voor zijn rechten en vrijheden opgeroepen, onder geen ander beding dan dat wie stemmen zal, tegenover welk gezag ook zelfstandig zij. Ook aan het afweren van de steeds talrijker onder allerlei vorm voorkomende bedeelden wordt een einde gemaakt, en althans in Christus Kerk het werk der broederliefde niet langer, gelijk in de JiDgo-taal van het Liberalisme, als «bedeeling" gedis crediteerd. Echt Nederlandsch, en echt Christelijk tevens. Gisteravond is de Eerste Kamer bijeen gekomen. Mr. W. J. van Weideren baron Rengers presideerde, bij verhindering door lichte ongesteldheid van den heer Schimmelpenninck. Voorgelezen werd een schrijven vat mevr. de wed. Regout, waarin deze het overlijden van haar echtgenoot, den minister van justitie mededeelt, waarop de voorzitter onder aller instemming een warm woord van hulde wfjdde aan de nagedachtenis van mr. E. R H. Regout. Ingekomen bleek o.a. een brief, waarbij de heer Havelaar ver klaart ontslag te nemen als lid der Kamer. Hoewel de heer Havelaar hersteld is van de ziekte, die hem in den jongsten tijd verhinderde de kamerzittingen bij te wo nen, meant by met het oog op zyn ge zondheidstoestand en toegenomen hard- hoorendheid zyn mandaat niet meer naar behooren te kunnen vervullen. Hedenmorgen werd de rest van de be grooting in de afdeelingen behandeld. Vrydagmorgen om 11 uur begint de Kamer met de openbare behandeling der StaatsbegrootiDg. Op verzoek van de re geering zal de beraadslaging Zaterdag en zoo noodig Maandag worden voort gezet. Het was niet ondienstig, dat de heer Goeman Borgesius by de behandeling van de Invaliditeitswet eens stilstond by der socialisten bezwaar tegen risico-over dracht. En heeft hjj "niet prachtig het onbenullige bezwaar in het licht gesteld Als hoofdreden, waarom de heer Troel stra tegen de risico-overdracht is, aldus de heer Goeman Borgesius, moet ge noemd worden, dat de aanspraken van de arbeiders op bun uitkeering door de risico-overdracht worden verzwakt. Maar by de Ongevallenwet dan? De Ityksbank betaalt toch zeker onder alle omstandig- digheden volkomen zelfstandig de rente I De klacht van arbeiders, dat zy van particuliere maatschappyen niet genoeg gekregen hebben beteekent natuuriyk niets- Onder duizenden, die een uitkee ring krygen, zyn natuuriyk ontevredenen en het zal wel voorkomen, dat onder de duizenden beslissingen onjuiste voorko men. Bovendien kan de arbeider nog in beroep gaan by den Raad van Beroep of by den Centralen Raad van Beroep. Welke waarborgen wil men nu nog meer? Laat men het eens zeggen! Wie niet gelooft, dat de heer Goeman overtuigend sprak, is de plank mis. Troelstra moet nu- en dan wel gedacht hebben, dat de man toch eigeniyk geiyk bad! Yan de motie-Borgesius, in ons num mer van gisteren opgenomen, heeft de lezer reeds kennis kunnen nemen. De De voorsteller wil een objectief onderzoek naar de resultaten van de risico-over dracht. De heer Nolens (r.-k.) was bang, dat de slechte risico's by de Ryksbank zou den komen en de financieele basis van het ontwerp verzwakt zou worden. Ook voor de regeeiingswyziging voelde spre ker niet veel, doch hy beloofde zich niet te zullen verzetten, waaneer de groep van personen en instellingen, onder risico-overdracht vallende, niet zoo groot zal zyn, dat hst van invloed wordt op het geheele ontwerp. Minister Talma dupliceerde en beantwoordde in de eerste plaats d9n heer Patjjn. Hy betwistte o. a., dat het door dezen afgevaardigde gestelde Rotterdamsche voorbeeld typeerend is voor de verhouding van de ryksbank tot de risico-overdracht. De minister besprak daarop de kwestie van de uitbreiding van de ongevallenverzekering tot den land bouw en enkele opmerkingen van de heeren Tydeman en Patyn. Hy bestreed krachtig het amendement-Treub. Van zelfbeheer zal in het stelsel van dezen afgevaardigde niets terecht komen. Hij vreest ook voor selectie en ongeregelde premie-betaling en wyst op nog andere fouten. Ook hec amendement-De Visser vond spr. bedenkelijk om verschillende redenen. De amendementen achtte hy zoo niet onaannemeiyk, dan toch onver- antwoordeiyir. Neen, zegt de Kameroverzichtschry ver van de N. R. O., het woord „onaanneme iyk" hehben wy uit 's minister mond niat vernomen. Maar wel bleek ook dit maal uit elk zyner volzinnen, dat de aannemi g van de (het beginsel der risico overdracht huldigende) amendementen- Treub of van het verwante voorstel-de Visser den minister allerminst aange naam zou zyn- De heer de Visser heeft nader zyn amendement verdedigd, kort, bondig en kernachtig. Hy schynt de zaak nog niet verloren te achtenhy poogde n.l. de kansen nog wat te verbeteren door een aanvulling. Trouwens zyn zaak is op't oogenblik starker dan die van den heer Treub, waar eerstgenoemde ongeiwyfeld op vele vryzinnige stemmen kan rekenen. Het gisteren door den heer de Visser en 9 andere leden der rechterzyde in de Kamerzitting ingediende amendement strekt om in te voegen een nieuw artikel 34d, luidende als volgt: 1. In elke wetenschappelyke balans der Bank moet rekenschap worden ge- j geven of er, zoo ja tot welk bedrag, s schade geleden is door de Bank tenge volge van de bepaling, dat de arbeiders, bedoeld in art. 84a, niet verzekerings- plichtig zyn. 2. By algemeenen maatregel van be stuur kunnen voorschriften worden ge geven betreffende de wy ze van berekening der schade; 8. De bedoelde schade zal geen invloed mogen uitoefenen op het bedrag der pre- miën of der renten, doch wordt door het ryk vergoed. De medeonderteekenaars zyn de heeren Middelberg, van Veen, van Lynden van Sandenburg, Schimmelpenninck, de Geer, Snoeck Hankemans, van de Velde, d8 Monté ver Loren en van Lennep. Voorts heeft de heer de Visser ver schillende wyzigingen in zyn risico-over dracht-amendementen in aansluiting aan de vyfde Nota van wyziging der regee ring en met het oog op de wenscheiyk- heid om duideiyk te doen uitkomen, dat de ontwikkeling van fondsen van bepaal de werkgevers gezameniyk, onder de werking van het amendement, mogeUJk is. Tevens is rekening gehouden met de opmerking van den heer de Savornin Lobman, dat het wenschelijk zou zyn de verwyzing naar artikel 33 der wet aldus aan te vullen, dat aan de regeering de vryheid wordt gelaten nadere eischen te stellen. De N. R. C. schryftH. M. de Koningin zal vanmiddag tegen vieren de leden van de Eerste Kamer en coips in gehoor ont vangen. Volgens de N. Haarl. Crt. zullen de Christeiyk Historische Unie en de R. K. Kiesvereeniging te Haarlem dr. De Visser de candidatuur voor de Tweede Kamer aanbieden. Met de anti-revolutionaire party heeft men nog geen overeenstem ming verkregen. Het Ministerie-Heemskerk. Heden is het jaren geleden dat het Kabinet- Heemskerk optrad: het eerste lustrum dus. De terugblik op die 5 jaren - aldus de Ned. biedt velerlei herinnering, maar allermeest wel die aan de vele persoons wisselingen, welke ons Ministerie, door allerlei oorzaak, had door te maken. Om te beginnen by het Departement, dat nog zoo pas zyn Chef door den dood verloor; aan Justitie maakte de heer Nelissen plaats voor den heer Regout, en deze stierf den 17dea Januari j.l. aan het hoofd van het departement van Marine stond de heer Wentholt, tot 7 Mei j.l. toeD hy ontslag nam sindsdien is het Departement zonder vasten chef, en wacht het de samensmelting met Oorlog. De portefeuille van Oorlog was achtereenvolgens in handen van drie ministers, generaal Sabron, generaal Oool en majoor Coiyr). Waterstaat kwam vacant door het overly den van mr. Be vers, die werd opgevolgd door mr. L, H. W. Regout. En aan Koloniën ging aan den tegenwoordigen minister De Waal Maleiyt de heer Idenburg vooraf, die sedert benoemd werd tot Gouv,-Generaal van Nederl. Oost-Iudië. Met twee minis- ters-ad-interim gedenkt het Kabinet z'n 5 jarig bestaanMin. Heemskerk, die Justitie, en Min. Coiyn, die Marine onder zyn hoede nam. Alleen de Ministers Heemskerk, Kolkman, de Marees van Swinderen en Talma hebben de 5 jaren volgemaakt. Onze gelukwensch bevat de welgemeende bede, dat .ook het tweede lustrum moge bereikt worden. De Rechtsche partijen. Het Hand. blad meent te weten, dat er tusschen de hoofdbesturen van de drie rechtsche partyeD nog steeds geen accoord voor de Kamerverkiezingen is getroffen. „Wel moet tusschen Christeïyk-Historische Unie en de R.-K. Staatsparty het accoord gereed zyn, maar de Christeïyk-Histo rische Unie en de antirevolutionaire par ty zyn nog niet tot overeenstemming gekomen." De Ned. schryft naar aanlei ding hiervanDe onjuistheid van dit

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1