No. 109 1913
Vrijdag 7 Februari
27e Jaargang
ÖhRSSTEüJK-
historisch
VOOR ZEELAND
Ad verten tiën
EID
iet Wetboek
m Vaars,
Werkpaard,
irsknecht
ling of aanlwnie
iienstbode
Staten-Generaal.
idelburg
1UARI
ie koop,
een Hand-
Ekomende Knecht
estkapelle.
pt, Pastorie Oost-
mstbode
1913'
aci n aaawgcggM
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
?>Jj dit nummer
behoort sen Byblad.
TWEEDE KAMER.
F. IA D'HUij, te Middelbi rg.
Goes
PRIJS DER ADVERTENTSËN
RECLAMES.
Niets geheimzinnigs.
lieve
leniging (n
te Gees.
worden dringend
,KJES ter verge.
:houding en bil-
ite
Maandag
•en.
dien avond niet
ld.
In worden als ge-
fT BESTUUR.
licht ieder zaken-
}n. Wilt ge uwe
snvoudig en doel-
fit dan nog heden
HELP", door W.
)0st na ontvangst
Issel of postzegels
Heerengracht 103,
MESIE, Grijps-
lo o p
irageidt
ie afkomst,
urvaste Steenfa-
Ieveer by Rotter-
J. DE VISSER
Ted. A. BREEL,
jaar oud, bij M.
\aartsdy)k.
[rid
lURLOO,
erk, bij Zierikzee.
lei
jESTDORP, Voor-
lei door huwelijk
ligd, bij Wed. J.
f ekerke,W esthoek.
lei
BUCK,
|Mei
L em 1 Mei a. s.
k Aanbiedingen
lij den heer P. J*
\erneuxen.
Mei a. s.
MEEUWSE,
celier, Nieutodorp
Ier tegenwoordig0
)EDBLOED, Arse-
[ngen.
ii)00 t
-ZIERIKZEB.
op werkdagen 7,30
iddags 2 uuren op
Irgens 7,30.
dagelijks, uitgezon-
uiddags om 2,15op
en op andere werJ:
om 7,30 's morgens-
nge-Vervrest, Goes-
1E1 IEREN WERKDAG DES AVONDS,
prp per irie maanden franco p.
Enkele nummers. r
25
B 0.0"
JËifS ËSSB
SH «r».w---.—7- «ma.-'-.».
7 Fébr. 1913.
De vrjj liberalen in het district Gronin
gen hebben zich bereid verklaard een
vrijzinnig democraat te steunen, maar op
voorwaard^, dat de candidaat zij dr. Bos.
De vrijzinnig democraten steldeD voor om
aan de geestverwanten voor te leggen een
tweetalmaar dit weigerden de vry libe
ralen, met het gevolg, dat dr. Bos de can
didaat werd der vrij liberalen of liever van
de vrijzinnig democraten.
Voor dr. Bos ii deze afwikkeling der
quaestie eeen eere. Allicht toch verdenkt
men hem nu wel van vrij liberale allures.
Nu, dat hij niet meer zoo objectief
tegenover den Schoolstrijd en de Chr.
school staat als bjjvoorb8eld toen by nog
omgaog had met dr. Kuyper en anderen,
om dat te zien behoeft men niet heel
scherp van gezicht te wezen.
Roodhuljzen's gloriedag I Ja, dat mag
met recht gezegd worden. Wanneer men
even de bladen van allerlei richting in
kijkt en het oordeel over de ongelukkige
motie leest, weet men al genoeg. De
motie werd niet zeer gelukkig loegelicht
en de afgevaardigde van Dtn Briel, die
altijd onder verdenking van politieke
slimmigheid staat, had de indieniDg ook
misschien liever aan een ander moeten
overlaten. Ziedaar de uitspraak van Hot
Handelsblad. De redactie dier motie, al
dus Het Vaderland, waarbij een bepaalde
organisatie genoemd werd, terwijl juist
over deze hael wat getwist was, had mis
schien gelukkiger kunnen zijn, de toelich
ting door den heer Roodhujjzen by de in
diening gegeven, omvangrijkeren dieper.
De bom is verkeerd gesprongen, zegt de
Nieuwe Courant. Het ware beter geweest
haar maar achterwege te laten. Men kan
nog last klagen van de schei ven.
Er heerscht nog al eenstemmigheid by
de vrijzinnige pers, zou men zeggen. We
staan niet langer stil bij de aanleiding
tot de motie, deze zal nog vaak genoeg
ter sprake kcmeD, doch een en ander
wilde laten zien, dat de heer Roodhuizen
met z'n motie een raar figuur maakte.
Hi moet in niet bizonder-plezierige
stemming zin thuis gekomen. Dat is
Staan wi nu nader stil bi het ant
woord van den heer De Visser, ter ver
dediging van zin amendementen. Da
heer De Visser had zich gevleid met een
zakelike bespreking, en daarom betreur
de hi het, dat de politiek in deze zaak
was gemengd. Hi releveerde nu de maat
schappelijke krachten, voor de bevorde
ring van het particulier initiatief.
De regeling van de risico-overdracht
bi de Invaliditeitswet is moeilikerdan
bi de OrigevalleDwet. Spr. sloot zich dan
op de strengste wize aan bi het ontwerp
van den minister. En de critiek van den
heer Treub richtte zich dan ook uitdruk-
kelik tegen de artikelen van het ont
werp, welke reeds zin aangenomen.
Juist om vereenigingen aJs de Land
bouw- en Tuinbouw-Onderlinge niet uit
te sluiten, heeft de afgevaardigde voor
Leiden zin redactie aldus gekozen. Dar-
geiyke vereenigingen wilde hi in de zaak
betrekken en in de gelegenheid stellen
waarborgsommen te storten.
Door het amendement-Treub zouden
luist de bestaande fondsen verdwijnen,
die de heer de Visser uit piëteit wil be
houden, als een belooning en bekro
ning voor die werkgevers, die onverplicht
zoo goed voor hun arbeiders hebben ge
zorgd. Daarom kon spreker de bezwaren
van den heer Treub en van den Minister
®aar niet begripen. De regeling van
den heer Treub sluit, met haar minimum-
Stens van 600 arbeiders, zelfs de meeste
"Staande fondsen buiten. De tweeslach-
ITGAYE DER FIRMA'S
Wsd. S„ jj, Dk JONGE-VERWES T, te
EN
ganaaaaaMKSiaaH sümeesü&Z 2 wum
tigheid, die dit stelsel meebrengt, en die
in de Ongevall nwet een buitengewone
paperasserie meebrengt, acht spr. in het
stelsel van zijn amendementen voorko
men. De werkgevers keeren zich niet te
gen de verhoogde lasten in geld, maar
wel tegen den omslag, die ook het stel-
sel-Treub weer zal vermeerderen.
De wijziging, door de Regeering aan
gegeven, is niet een schfj aconcessie, maar
een belooniBg voor hetgeen reeds voor
dezen door de werkgevers is gedaan, ten
faveure der arbeiders. Spr. bracht daar
voor der Regeering hulde, maar hij
wenschte toch twee vragen te stellen,
n.l. Ie of het advies van deD heerXluy-
ver zoo afdoende is, dat geheel de orga
nisatie der wet in de war wordt gebracht,
ja of neen, en 2e. of de Minister niet
van oordeel is, dat bet stelsel der vrije
ontwikkeling, zooals dat aanvankelijk
door den Minister is aanvaard, niet ver
dient er een eerlijke proef tot verdere
ontwikkeling mee te nemen, en of de
Minister daartoe beroid if, zonder dus nu
sprekers voorstel onaannemelijk te ver
klaren
ZIJ, die de amendementen van den
heer de Visser met vreugde begroet
hebben, trekken een bedenkelijk gezicht
Da deze vragen. Zal de ht-er de Visser
ze handhaveD Men verwacht van minis
ter Talma een antwoord, dat niet in
goede aarde zal vallen. Ten onrechte
vreest men echter dat de afgevaardigde
voor Leiden overstag zal gaan, wfll hij
te veel aan de coalitie zit vastgeklonken.
Immers de heer de Visser heeft toch
zonder schroom alles gezegd, wat hem
voor den mond kwam, en precies dat
gene voorgesteld, wat hjj zelf voor zijn
rekening kon nemen.
De verdere replieken openden geen
nieuwe gezichtspunten, dus laten wij
die voor 'c oogenblik varen. Het voor
naamste van den dag van gisteren was
de rede van den heer Da Visser, die dan
ook de grootste belangstelling gaande
maakte.
De Kamer heeft nog heel wat voor 't
mes en belooft nog velerlei verrassingen.
Het lot van de amendementen Da Visser
en Treub is in 't geheel nog niet zeker
en de motie-Roodhuyzen voorspelt nog
veel geharrewar, tenzij hij die tijdig
intrekt.
Avondvergadering.
In de avondvergadering was de Marine-
begiooting weer aan de orde. Ret ont
breekt onzen afgevaardigden niet aan de
noodige afwisseling, 't Is echtar twijfel
achtig of dit wel een aan te bevelen on
derbreking is. De omstandigheden zijn
nu eenmaal niet anders. Men weet, er
moet gewoekerd worden met den tijd.
Da rede van den heer Hugenholtz (3. d.
a. p.) was weer echt socialistisch. «Als
een prijsvraag werd uitgeschreven, aldus
de heer Marchant, om de organisatie van
het marinepersoneel voor goed te fnuiken
zou de rede van den heer Hugenholtz
voor een gouden medaille in aanmerking
komen." Want een organisatie door hem
verdedigd staande op het standpunt
van den klassenstrijd is onduldbaar.
Wat deze heer ons voorzet is even on
logisch als revolutionair.
De begrootiDg is na lange beraadsla
gingen het was intusschen half twee
geworden z. b. s. aangenomen, dus
zullen wij er niet veel meer ovér Z8ggen
na de schitterende rede van den heer
Colijn. Ook de dupliek kenmerkte zich
door kloeke overtuiging; „met vastbe
radenheid, zegt de N. R. C., ontvouwde
bij zijn toekomstplannen."
Na 9'/a uur zagen de hoeren elkander
weer.
TOLSTOI.
Gisterenavond had in de Bogardzaal ie
Middelburg de derde winterlezing plaats.
Als spreker trad op dr. de Hartog van
Haarlem met het onderwerp /Tolstoi".
Een groot man, aldus spreker, wordt
geboren uit het hart van zijn volk, uit
het hart der menschheid, uit het hart
der wereld. Ieder groot man rijst daarom
als uit den afgrond der geboorte om
hoog, als een zeer steike eikeboom. Zoo
ook Tolstoi. Hij is 690 oermensch, d.wz.
in hem krijgt de menschheid stem, in
hem spreekt het hart der aarde. Wie
hem wil verstaan, moet de menschheid
begrijpen, die moet weten, hoe deze man
werd uitgedragen uit een verscheurde
natie, die nog in de geboorte is. Het
Russische volk ligt nog in de angsten
der geboorte begrepen. Van deze angsten
spreekt de kunstenaar, de profeet Tolstoi.
Tolstoi, geboren uit een volk, dat stikt
in bloed, weet ongemeten driften te ont
dekken in eigen boezem. Opgerezen als
uit den chaos van 't hart der mensch
heid, is hij zelf een chaotisch man. Ge
boren uit den hoogsten stand, is hij
geboren als gedetermineerd tot datgene,
wat onmenschelijk heet. Over den per
soon wil spr. niet veel zeggen.
De persoon in kwestie heeft in inner
lijke historie, een hartsgeschiedenis. Van
zjjn uiterlijke geschiedenis is niet veel
te zeggen. Soldaat was hij met de solda
ten, officier met de officieren. Begonnen
als wereldling, heeft hfj eerst de levens-
lusten geproefd. Later breekt de nieuwe
wensch uit, niet onmiddellijk. In zyn
eerste werk, de „Kozakken" teekent hfj
nog het beeld van den natuurlijken
mensch, de natuurdrift en de geestdrift.
We hooren hem hierin kreunen onder
het juk van zfjn eigen begeerte. In zelf
verloochening verstaat bij een hooger
geluk te vinden. De oorlog wordt hem
een gruwel. Op zijn landgoed terugge
trokken, weDscht hfj nu te zegenen. De
tfjd van het dwepen met de natuur komt
nu op. Hfj kiest den Natuurmensch en
niet den Cultuurmensch. De natuur
mensch is de Paradijsmensch. De cultuur
mensch is de verdorvena, de slechte. De
stad, waar de cultuurmensch huist, is
dan ook de pestbuil der natie. Daar
dwaalt de reine maagd rond, tot ze komt
in het huis van ontucht.
Zoo tracht Tolstoi in zijn jonge leven
een school te stichten voor vrfje men-
schen, zonder dwang.
Uit den eersten tijd, waarin, hy van
natuurdrift in geestdrift ontvlamt, dag-
teekent de schets: „Drie dooden". Hierin
schetst Tolstoï het sterven van een boom,
het sterven van den natuurmensch en
het sterven van den cultuurmensch. De
boom sterft smarteloos, de natuurmensch
gelaten, de cultuurmensch in angst.
Deze kleine schets is de getuigenis, dat
het natuurleven schoon en heerlijk is
en rustig voortvaart in leven en sterven.
Een man, die de natuur verheerlijkt,
heeft haat aan den oorlog. Voor zulk een
is de oorlog als een pestwalm, die over
de velden waait. In een zfjn er hoofdwer
ken, //Oorlog en Vrede", teekent hfj den
oorlog, als in bloed geverfd. Voor hem
is hfj afschuwelijk, al wordt het veld ook
gesierd met vaderlandsche vlaggen, met
het roode kruis en liefdezusters. Als
baardelooze jongen stak hy den trot-
schen kop omhoog, om heftig te bestrij
den, wat hem mishaagde. Op zijn 60ste
jaar ongeveer kwam in zfjn ziel wat
nieuws openbaar, hfj kwam tot vertwij
ling. Hfj zag de smarten der aarde, de
verdrukking en ellende van zjjn volk.
Toen ontdekte hij, dat in de hut een
sterkte en een rust was, die een rfjk
man niet kent.
Toen begreep hfj, dat het geloof de
wereld overwint. Die eeDvoudigeD, ze
hadden geen theori°, geen philosophie,
geen theologie zelfs, ze hadden enkel een
hart, dat rustte in God.
Oneindig uit den Oneindige, dat is
Geloof. Nu poogt Tolstoï orthodox te
worden. Hij sluit zich aan bjj de Ortho-
dox-Grieksche kerk. Hfj tracht geloovig
te worden. Onrustig in zfjn hart, boog
hfj voor den Oneindige, doch zieDde de
verschillende secten en gebreken, kon
hfj het in de kerk niet uithouden. Kennis
van 1—5 regels 50 cent, iedere regei meer 10 cent
Familieberichten van 1—10 regels I.—, iedere reguS
nu er 10 cent
en geloof, hoe zal ik ze vereenigen?
Hoe zal ik verstaan, wat waarheid is?
Die zal kennis hebben, die het leven
vindt in God.
Als Tolstoï Ps. 119 heeft ontdekt, wil
hfj de wet volbrengen, niet uit zichzelf,
maar met behulp van den Geest Gods.
Tolstoï spreekt zijn eigen Evangelie uit.
Hij heeft een bijbel op zjjn eigen hand.
Wat hem niet bevalt, dat slaat hjj ovér.
HU heeft van die lievelingsplekjes, ter
wijl de rest voor hem niet bestaat. De
vier Evangeliën vlecht hy samen daarby
voegt hy een uittreksel uit den lsten
brief van Johannes.
In deze hoofstukken is waarheid, een
voud en liefde besloten. Tolstoi noemt
zijn evangelie vanzelf sprekend, waarop
ieder waarachtig mensch ja en amen
moet zeggen. Hy noemt allen zonen Gods.
Het woord van Christus in de Bergrede is
Tolstoi's lievelingswoord. Het is hier, dat
de bergen der eeuwige liefde smelten.
Tolstoi noemt vyf gebodeD, die geschre
ven moeten zyn op de tafelen des harten
niemand leed doen, kwaad wekt kwaad,
geen overspel bedry ven, niet wederstaan,
niet verdrukken.
Na de pauze gaat spr. over tot een waar-
deerende kritiek op het streven van dezen
grooten man. Heeft hy Tolstoi zooeven
vaak verheeriy kt, hy wenscht even beslist
zyn kritiek ta laten hooren. Spr. staat fel
tegenover het naturalisme. Eerst wil hy
een lied zingen op dezen held, die schreef,
omdat hy schrijven moest, die groot is,
omdat hy is, wat hy zegt. Waar Toistoi
spreekt, wordt de mensch binnenst-buiten
gekeerd. Hy wil zyn een vredestichter
der volkeren.
Waarom moet de Christen nu Tolstoi
weerstaan Spr. wil trachten aan te dui
den, by veel wat we waardeeren, dat we
moetan zyn tegenstanders.
Om Tolstoi's grondgedachte in den
wortel te raken, moeten we vragen, welke
man voor ons staat Spr. gelooft een
verdeeld maD, die in zyn eigen hart twee
mdchten stryden ziet. Hy vlucht telkens
voor zich zelf, voor de eene zyde van
zyn wezen naar de andere en omgekeerd.
Naar zyn hart is Tolstoi een man, die
uit wil leven, zoowel natuuriyk als gees-
teiyk. Als student reeds noemt hy gedich
ten onnatuur, versmaadt hy een opgelegd
juk. Hy vereenzelvigt vryzinnigheid met
vry van banden te zyn. De vrijheid acht
Toistoi ongebondenheid.
De echte vryzinnigheid wordt echter
daar geboren, waar men rechtzinnig is.
Zoo is vryheid ook geen uit leven, maar
tucht.
De andere zyde van Tolstoi's karakter
is zyn afgetrokken denken Een mensch,
die afgetrokken denkt, is er een, die het
Schriftgeleeröendom verheeriykt.
Voor de tegenstrijdigheid is Toistoi
gevlucht en daarom is hy teruggezonken
in ééne zyde van zyn wezen.
Wat is natuur? De mensch zegt:
„doode stof® en dat verkeerdelyk. Het
woord natuur, afgeleid van 't Latynsche
„natura" beteekent, wat geboren staat
te worpeD. De natuur is de geboorte of
de gaboorteschat van alle leven. Wie de
natuur wil zien, moet bet groote moe
derhart der aarde zien opengaan, moet
zien, hoe de mensch, die uit de moeder
aarde opwaakte, de mensch is van onge
kende Paradijsvreugde. De natuur is
water, waaruit alle leven geboren wordt.
In Genesis 1 tot 3 staat, dat de Geest
Gods broedend over de wateren zweefde,
dat het stof ontwaakte tot mensch, die
in Eden, d. i. „vreugdehof", geplaatst
werd. Zoo biykt de geboorte uit de na
tuur niets anders te zyn dan de geboorte
tot vreugde, 't Is nu de vraag, of het
daarby biyft.
Overal in 't heelal biy kt, dat het daar
by niet biyft. Daar komt een vlammend
zwaard des Geestes, om den wensch uit
te dry ven iD de wy de wildernis. Zoo het
ging met de menschheid, zoo gaat hst
ook met ons. Opdat geboren wordt de
vader, het vuur, de geest, de hemel, moet
gebroken worden met de moeder.
Toistoi heeft recht, als hij zegt, dat
het vrede zal zyD, dan alleen als de vre-
destad uit deu hemel nederdaalt. Zoo
zal het ook zyn, als in het laatste der
dagen de zon verduisterd is en de maan
is veranderd in bloed, dan zal uit den
hooge het Jeruzalem, de stad des Vredes
dalen.
Met Tolstoï verwachten we den wereld
vrede, als Jezus is; gekomen op de wol
ken des hemels.
Aandachtig luisterden we naar het
gespierde woord van dezen machtigen
improvisator. De vele hoorders waren
zeker vol lof over deze gloedvolle rede.
Met gebed en dankzegging werd deze
byeenkomst door dr. Den Hartog ge
opend en gesloten.
Vele vrouwen hebben het verkeerde
idee, dat elke pyn ter hoogte van de heu
pen of in het smalle gedeelte van den rug
„zwakte der vrouw eigen" is en dient te
worden beschouwd als een kwaal, waar
mede vrouwen in het bizonder aangedaan
zyn.
Zulk een geduldig ïyden mag dikwyis
voorkomen, dikwyis is het onnoodig. Nier
zwakte, by vrouwen zoowel als by man
nen, veroorzaakt rugpyn, scherpe steken
by bukken of opstaan, terneerdrukkende
pynen, aanvallen van moedelooshied,
zenuwachtigheid, duizeligheid, hoofdpyn,
urinekwaleD, zwelling der enkels of lede
maten.
Het leven der vrouw maakt haar tot
een gemakkeiyk slachtoffer van nieraan
doeningen. Het dikwyis in gebukte hou-
diog moeten werken, de vorming, de ge
boorte van kinderen en de inspannende
taak van deze te moeten opvoeden, het
keeren der jaren, het leven binnenshuis,
koude, koorts, verstopping, enz. zyn dik
wyis de oorzaak van verzwakking der
nieren.
Begint dan met het gebruik van Pos
ter's Rugpyn Nieren Pillen, die nieuw
leven en kracht aan duizenden vrouwen
gebracht hebben. Het is uw plicht, zoo
wel voor uzelf als voor uw huisgezin,
om de eerste verschijnselen niet te ver-
waarloozen. Wacht Dief, totdat uw kwaal
zich verder kan ontwikkelen tot water
zucht, suikerziekte, nierontsteking, nier
steen.
Te Goes verkrygb. by de hh. de Paauw
Co.en te Middelburg by Joh. de Roos,
Ylasmarkt K 157. Toezending geschiedt
franco Da ontv. v. postwissel h f 1.75
voor één,of f 10.—
L m voor zes doozen.
Eischtde echte Fos-
ter'8 Rugpijn Nieren
Pillen, weigert elke
doos, die niet voor-
zien is van neven-
staand handelsmerk.
Heden overleed tot onze diepe droef
heid onze geliefde Dochter, Zusteren
Behuwdzuster
PIETERNELLA GILDE,
in den ouderdom van 37 jaar.
Uit aller naam,
P. GILDE.
Veere, 6 Februari 1913.
V Voor de vele bewyzen van belang
stelling, zoo van hier als van elders
ondervonden, by herdenkiDg van hun
35 jarige Echtvereeniging, betuigen on-
dergeteekenden hun harteiyken dank.
A. KOETS en Echtgenoote.
Zoutelande, 7 Februari 1913.