No. 105 1913
Maandag 3 Februari
27e Jaargang.
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Uit de Pers.
Binnenland.
De Balkan-Ooriog.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed.
S. J. DEJONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1.25
Enkele nummers. 0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
3 Febr. 1913.
Minister Col^n.
Dat minister Coljjn er een van de
bovenste plank is, niet alleen als minister
van oorlog maar ook als beheerder van
het departement van marine, wordt door
de heele vrijzinnige pers erkend.
De Kameroverzichtschrjjver van de
Middelb. Crt. zegt van de rede die hjj
Donderdag uitsprak ter beantwoording
van de verschillende sprekers, onder
anderen de langgerekte beschouwingen
en breed uitgemeten grieven van den
sociaal democratische afgevaardigde den
heer Eugenholtz bij de begrooting van
Marine.
Het was een sober, maar juist in zjjn
soberheid uitnemende rede, welke twee
uren lang onafgebroken de Kamer,tot aan
't einde vrij goed bezet, in aandacht
hield en welke tot in de minste details
zoo goed als zonder behulp van stukken
werd voorgedragen. Weer eens temeer
was dezè Minister te bewonderen om zjjn
kennis van feiten en data: zjjn kennis
van details bjj een departement, dat niet
eens het zjjne iszijn vaste gedachten-
gang en de koud-zakeljjke en tegelijk
zoo overtuigende wjjze om dezen door
anderen te doen volgen. En weer eens
temeer hebben we het gevoeld, dat thans
na een tjjdperk van omtrent vjjf jaren
daar voor de vloot een man stond, met
wien men het al dan niet eens kan zijn,
maar die weet wat hjj wildie in zichzelf
de macht voelt en haar daardoor bezit
om dit gewilde uit te voeren.
Van des Ministers antwoord was merk
waardig en belangrijk het slotgedeelte,
dat niet kwam naar aanleiding van de
redevoeringen der afgevaardigden, maar
dat kwam uit eigener beweging, met
klachten ineens zijnerzijdsHeeluitvoe-
ïig had de Minister geantwoord op alles
wat opgemerkt was; in het bijzonder
stuk voor stuk de rede van den heer
Hugenholtz behandeld en diens grieven
met betrekking tot de behandeling der
schepelingen, tot de voeding en het
tuchtrecht in het algemeen tot de taak
van de „Geldeiland" te Constantinopel
en de ziekenverpleging in het bijzonder,
beantwoord met een zoodanig nauwkeu-
rigen kjjk in de „cuisine" van het de
partement en de vloot, dat een De Ruyter
of een Tromp hem zooveel lankmoedig
heid niet zouden hebben vergeven. H|j
verdedigde niet alles wat er gebeurde
er viel te verbeteren en naar die verbe
tering zou hjj streven, streefde hij reeds,
getuige de instelling eener commissie,
waarin ook 't minder personeel ruim
schoots zitting heeft. Maar hjj meende
te moeten opkomen als zou er van schro
melijke en jarenlange verwaarloozing van
het minder personeel door zijn departe
ment sprake zijnals zou aan te geringe
zorg de geest van ontevredenheid te
wijten zijn.
Neen en hier begon de Minister
kalm maar zeer scherp zijn aanval - die
reden zit hoofdzakelijk elders. In een
uitvoerig betoog heeft de Minister nu
eens doen uitkomen hoe die oorzaak veel
meer ligt in het zich dringen van een
modernen vakbond in de militaire gele
deren en hoe zoo iets onbestaanbaar is.
Het grooten nadruk heeft de Minister
den stand van zaken zooals die door de
jaren is gegroeid, blootgelegd en ten volle
zijn belofte, jegens de sociaal-democraten
bjj de algemeene beschouwingen gegeven,
dat hij op de zaak dezer vakvereenigin-
gen zou terugkomen, ingelost. De heer
Hugenholtz met zijn irriteerende inter
rupties trachtte wel steeds den Minister
uit de ljjn van zijn betoog te brengen
met geen ander gevolg echter dan dat
de Minister nog kalmer betoogde, nog
meer het argument tusschen duim en
vinger nam en nog klemmender' zjjn
woord herhaalde. En dat de Minister de
Kamer volkomen aan zjjü zjjde had be
halve het uiterste links, het toonde zich
meermalen
De Minister heeft uitvoerig de zonden
van den Bond en van „Het Anker" in
het lichtgesteld. Hjj heeft de Kamer
vergast op een groote reeks citaten uit
de stakingsdagen en een even groote
reeks van aanhalingen uit de circulaires
van het Bondsbestuur. Hjj heeft daarme
de tweeledig in het licht willen stellen
dat de Bond den klassenstrijd predikt en
dus iu het militaire element inschuift,
dat daarin niet zjjn kan; en dat het be
stuur over een disciplinaire macht be
schikt, welke de discipline der vloot bjj na
overtreft. Sterker nog, de Bond oefent
pressie uit om zich als vakbond ook in de
militaire organisatie te doen gelden en
dat kan de Minister niet toestaan. Dat
zal hjj ook niet toestaan. Hjj heeft met
zjjn geheime circulaire gewaarschuwd,
zoo verklaarde bjj, maar deze waarschu
wing is nadrukkelijk. Niemand zal wor
den ontslagen dan op grond van zjjn da
den daden van heden en niet van vroe
ger. Maar niettegenstaande de Minister
zjjn uiterste best zal doen, durft bjj niet
gelooven dat dit veel zal helpen om den
geest afdoende te verbeteren.
Het betoog van den minister maakte
indruk. Ook op den heer Hugenholtz,
wiens interrupties verflauwden, mis
schien ook omdat hjj te vermoeid was en
toch niet op grond van deze vermoeidheid
kon verlangen, dat de minister zijn rede
zou afbreken. Er klonk geen bravo; en
het nuchtere slot van den minister was
daarop ook niet berekend; maar velen,
ook van links, kwamen den minister de
hand drukken.
Een uitnemend verslag, dat zoowel den
verslaggever als den minister eere doet.
Maar niettegenstaande men inziet
en weet, dat een zoodanig man aan het
roer moet staan om onze marine in de
goede richting te krjjgen, en een vrjjzin-
Dig opvolger, voor der socialisten zweep
bevreesd, en in zjjn eigen beginselen de
kracht van afdoend verweer missend, den
revolutionairen toestand eer vermeerde
ren dan bezweren zal gaat men toch
voort dezen bewindsman te bestrjjdeD,
omdat hjjrechts is. En zal men ter
bereiking van het doel de uitwerping
van dit rechtsche ministerie steun
zoeken en vinden bjj diezelfde roode broe
deren, tegen wier alle gezag doodend op
treden mede onder hunne toejuiching
nu het protest van dezen minister ge
richt was.
De Ministeriëele Portefeuille.
Onder dit opschrift schrjjft Paul Goul-
my in de Maasbode
Onze tjjd wordt aangediend als de bjj
uitstek sociale. Nu daar is reden voor.
't Is alles sociologie, wat de klok slaat.
De arbeidswet 1911 b. v. heeft voor kin
deren, jeugdige personen en vrouwen den
arbeidsduur tot in het kleine geregeld
en gerust mag men tot de gebeurtenis
sen welke aanstaande zjjn, rekenen een
regeling van den arbeidsduur voor vol
wassen mannen. Daar echter deze rege
ling wellicht nog wel enkele jaren op
zich zal laten wachten, meen ik goed
te doen met te wjjzen op een klasse
van personen, van arbeiders, die op een
dusdanige regeling zonder hoogst scha
delijke gevolgen voor hen zelf niet lan
ger wachten kan, geen dag en geen
nacht. Die arbeiders-klasse vormen onze
acht Ministers.
Ik lees in de Handelingen van 1912
-1913 op bladz. 1618 aldus: „De heer
Regout, Minister van WaterstaatMjjn-
heer de voorzitter: Wanneer ik overga
tot de beantwoording van de verschil
lende sprekers, die bjj de afdeeling Spoor
wegen het woord hebben gevoerd, begin
ik met een vriendelijk beroep op de in
dulgentie van de Kamer, daar ik na al
de uren, hier doorgebracht, niet zal be
weren mjj buitengewoon frisch te ge
voelen. Gisterenmiddag om half 2 hier
gekomen, verliet ik om half 5 deze ver
gadering om gedurende een paar uren
een Ministerraad bjj te wonen, toen even
gedineerd, eenige stenogrammen, die ik
noodig achte zelf na te zieD, doorge-
loopen, daarna van 8 uur 's avonds tot
I uur 's nachts weer hier in de Kamer,
en na een korte nachtrust en het nazien
van enkele stukken weer van af half
II hier, zoodat ik nu om half 3 niet
onder de meest gunstige omstandigheden
verkeer om op al de gewichtige opmer
kingen, hier gemaakt, van repliek te
dienen.
De heer RoodhuyzenEn zoo worden
wjj nu maanden lang afgejakkerd.
De heer Regout, Minister van Water
staat Den geachten afgevaardigde uit
Brielle zou ik willen zeggen dat dit niet
mjjn schuld is, en dat hjj bovendien niet
altjjd op dezelfde plaats behoeft te zitten
en aandachtig te luisteren.
Mjj wil het voorkomen, dat deze woor
den van Zjjne Excellentie den Minister van
Waterstaat geen toelichting behoeven,
doch voor zich zelf meer dan voldoende
spreken. De gevolgen van eene dusdanige
arbeidsverdeeling of liever van het gebrek
aan elke arbeidsverdeeling bleven en bljj-
ven dan ook niet uit. Immers wat zien
wjj, wanneer wjj teruggaan naar het jaar
1901, het jaar, waarin de Tweede Kamer
eerst voor goed haar praatzucht begon
bot te vieren, eene praatzucht, welke haar
tot de „risée* van ons volk maken zal,
daar toch wel de meest domme Neder
lander langzamerhand snappen zal, dat
het bespotteljjk is om geen sterker
woord te gebruiken uren aan uren
aan een stuk voor ledige banken te gaan
staan oreeren en daarmede duizenden
door niemand gelezen bladzjjden te vul
len Wat zien wjj zeg ik wanneer
wjj naar 1901 teruggaan?
1. Van 15 Februari 1 Mei 1902 Mi
nister van Asch van Wjjck non-actief,
op 9 September 1902 overleed hjj.
2. Op 12 December 1902 sterft Minister
Krujjs.
3. Op 5 Januari 1909 ontslaapt Minis
ter Bevers.
4. Van 12 Februari tot 10 Mei 1910
is Minister Nelissen non-actief, waarna
bjj definitief ontslag neemt.
5. Van 4 Februari tot 4 Mei 1909 be
hoeft Minister Sabron een interimaat en
bedankt 27 Juli 1909,
6. Op 7 Januari 1913 komt Minister
Regout voor een interimaat in aanmer
king. (Hij overljjdt 18 Jan. d.a.v).
Intusschen sterven de oud-Ministers
uit die jaren nl. Melvil van Lynden,
Veegens, De Marez Oyens en is de oud-
Minister Bergansius zonder ophouden
sedert jaren ongesteld. Nu wil ik wel niet
zeggen, dat dit alles op rekening van het
Ministerambt te stellen is, maar wjj
trekken toch, als wjj zoo iets voor ons
zien, een heel bedenkelijk gezicht en
kennen er nogal invloed aan toe.
Of het echter op de linksche vselpra-
ters invloed hebben zal en hen tot na
denken stemmen, welk nadenken alsdan
tot kortere debatten voeren zal? Wjj
betwjjfelen het sterk I
Maar een gevolg zal er wel van zjjn
dat verschillende daartoe aangewezen
personen er feestelijk voor zullen bedan
ken, om Minister te worden. Want Mi
nister zjjn beteekent thans veel en hard
werken en het in ontvangst nemen van
allerlei liefelijkheden, waarna dan nog
ziekte, ja, de dood volgen kan.
Typografenstaking. Wat willen nu de
stakers? Uit het volgende schrjj ven van
het stakingscomité aan de A. D. V. zal
den lezer bljjken, wat patroon en werk
man nog verdeelt.
Mjjne heeren, Wjj berichten U de goede
ontvangst van Uw schrjjven van heden.
Met het daarin vervatte ten opzichte van
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel
meer 10 cent.
het uitsluiten van enkele werklieden
kunneD we na de mondelinge toelichting,
daarop gegeven, accoord gaari, wanneer
hun aantal inderdaad niet grooter zal
zjjn, dan door ons redeljjkerwjjze kan
worden vermoed. Een juiste opgaaf Uwer-
zjjds van dit aantal werd ons toegezegd,
en we verwachten deze dan ook uit Uw
antwoord te mogen vernemen. Mocht dit
het door ons veronderstelde aantal niet
te bover gaan, dan zijn we genegen de
staking te doen beëindigen mits de loon-
voorstellen, (zjjn de voor 6/10 der zetters
26 ets. per uur enz., voor drukkers 27
ets. per uur en voor machinezetters bij
dagwerk 30 ets. per uur) zooals deze door
U op gisteren, Vrjjdag 31 Januari werden
gedaan, door U worden gehandhaafd. De
overeenkomst, die aldus zal tot stand
komen, zal voorloopig gelden tot 1 Janu
ari 1914.
Vandaag zou de Amsterd. Drukkers-
vereeniging hierop antwoorden. De k ns
dat de staking nu haar einde nadert,
wordt tameljjk groot geaGht.
De heer en Mevrouw Lehman te Sa
lonika Verleden week las men in de Opr.
Haarl. Crt. onder Silhouetten van Silvius,
dit waardeerend woord over de krachtige
hulp door den heer en mevrouw Lehman
bjj de ambulance te SaloDiki verleend:
Als iemand schitterende revanche heeft
genomen, dan is het de heer Rudolf
Lehman, consul-generaal van Griekenland
te Amsterdam. Men herinnert zich, dat
de heer Lehman, op voorstel van Dr.
Kuyper de Oraüje-Nassauordeontvingen
toen later een perscampagne ontstond,
verklaarde een man van rechts te zjjn,
hoewel hjj als Jood is geboren. Maar
héél weinigen hebben toen bedacht, dat
deze verklaring volkomen eerljjk kon
zjjn. Thans toont de heer Lehman, bij
gestaan door mevrouw, wat zjjn opvat
ting van de rechtsche richting is
Kort voor 't uitbreken van den gruwe-
ljjken Balkan-oorlog zjjn de heer en me
vrouw Lehman met de Nederlandsche
ambulance voor 't Griekscha leger naar
het oorlogsterrein vertrokken. En beiden
hebben getoond dat geld, moeite, opoffe
ring, gevaar voor 't eigen leven niet telden
zjj hadden slechts één doel, het hoogste
ideaal van de christelijke liefde, van de
menschenliefde te vervullen, de arme,
gewonde, hongerige, uitgeputte soldaten,
de Griekseh-Katholieke militairen te hel
pen en te verplegen. De jongste brief van
Dr. Offerhaus aan het hoofdcomité van
het Nederlandsche Roode Kruis verhaalt
opnieuw er van, hoe bjj de aankomst te
Saloniki door den heer en mevrouw Leh
man voor alles was gezorgd, zoodat de
leden der ambulance, die een reis vol
ontbering en kommer achter den rug
hadden, dadeljjk hun werkzaamheden
konden aanvangen. «Een buitengewoon
groote steun", aldus dr. Offerhaus, „voor
onze ambulance is de heer Lehmann,
die ons op alle mogeljjke wjjzen van
dienst isgeen moeite is hem te veel.
Door zjjn bekendheid met alle mogelijke
autoriteiten en met het Koninklijke Huis,
bewjjst hjj onze ambulance onschatbare
dienstenmevrouw Lehman is onver
moeid werkzaam voor den huishoude-
Ijjken dienst." Ons dunkt, dat bjj de te
rugkomst van dat edele echtpaar iets
gedaan moet worden, om te bewjjzen,
dat Nederland den heer Lehman du
werkeljjk zjjn lintje gunt. Indien ooit,
dan is hier een ridderorde verdiend. Maar
mevrouw Lehman verdient naast haar
echtgenoot de hoogste onderscheiding, die
H. M. Koningin Wilhelmina voor de uit
stekende vrouwen van Nederland be
schikbaar heeft. Wel is ons niet bekend
of mevrouw óók van de rechtsche rich
ting ismaar zjj heeft zekerljjk ge
toond van de rechte richting te zjjn. En
daar komt het toch maar op aan
Eere aan Silvius, die den moed bezat
den veel belasterde te eeren.
Yan 15—28 Januari zjjn op Java
het volgende aantal pestgevallen voor
gekomen afd, Malang 133 130 doodeD.
Kediri 29; 26 dooden. Toeloengagoeng 2
doodenMadioen 14Soerabaja 11
Paree 35.
Naar het Vad. verneemt, is de heer
Pop, directeur-generaal der posterjjen en
telegraie, door het Indische gouverne
ment aangezocht om in Indië het beheer
van het post-, telegraaf- en telefoon wezen
op zich te nemen. In aanmerking ge
nomen het aantrekkeljjke van dezen
werkkring en de gunstige financieele
voorwaarden is de heer Pop, naar het
blad verneemt, voornemens dit aanbod
te aanvaarden.
Aan den vooravond van den strjjd
heersoht in Sofia nog een vrjj optimis
tische stemming. Over het algemeen heeft
men in Bulgaarsche regeeringskringen
geen hoogen dunk van het nieuwe Otto-
mansche bewind en men houdt zich
stellig overtuigd, dat de aanstaande val
van Adrianopel de Porte zal dwingen om
vrede te sluiten. Na een nieuwen veld
tocht, die naar men verwacht Diet van
langen duur zal zjjn, vertrouwt Bulgarjje,
dat de Porte zeker nieuwe concessies zal
doen, opnieuw de hulp van Europa in
roepen eu alles in het werk stellen om
Konstantinopel te redden. Groot is de
tegenstelling tusschen Bulgaar en Turk
op 't oogenblik. Eenerzjjds opgewekte
geestdrift, anderzjjds neerslachtigheid en
wankelmoedigheid.
Of de eerste kanonschoten reeds dien
invloed hebben, dat de Porte genoodzaakt
wordt, veel zwaarder eischen van de ver
bonden Balkanstaten te aanvaarden, dan
nu gesteld zjjn, 't is moeiljjk te zeggen.
Wanneer men dit denkt, kent men al
heel weinig waarde toe aan de energie
van de Jocg-Turksche regeering.
Stemmingsbeelden bevatten de bladen
genoeg, doch hoe nu de feiteljjke toestand
is, daarnaar tast men vrjj wel in het duis
ter. De meest tegenstrjjdige meeningen
worden verkondigd, doch van ernstige
plannen hooit men niet. Mogeijjk brengen
de eerste kanonschoten weer de nuchter
heid onder de strjjders en verneemt men
dan eerst den stand van zaken, zooals
die in werkeljjkheid is, en den indruk, die
de hervatting van de vjjandeljjkheden op
de verschillende partjjen maakt.
Volgens De Ned. ontving een Duitsch
blad het volgende uitvoerige telegram uit
Konstantinopel, hetwelk een eigenaardi-
gen blik op den toestand in het Turksche
Rjjk werpt. Da grootvizier Mahmoed
Shefket Pasja ontvangt dageljjks een
groot aantal anonieme dreigbrieven van
de Tsjataldsjalinie en Galipoli. Zoo ook
van andere legerhoofden en leden van de
militaire ligue. Andere brieven zjjn zelfs
onderteek end. In al deze brieven wordt
geëischt het onbedingd voortzetten van
den oorlog, of anders het aftreden van het
Kabinet, wanneer de Regeering geen
betere vrede kan erlangen dan Kiamil
Pasja verkreeg.
Indien de oorlog met een dergeljjk
oneervolle vrede zou beëindigd worden,
dan zal het leger naar de hoofdstad op-
marcheeren en het vermoorden van Na-
zim Pasja door het uitmoorden van het
geheele Jong-Turksche comité wreken.
Inderdaad schjjnt het geheele leger aan
de Tsjataldsjalinie in oproer en in twee
groote tegenover elkaar staande deelen
verdeeld. Gisteren kwamen wederom 40
wagens met zieken en gewonden van
de Tsjataldsjalinie in Konstantinopel aan.
Alle legerhoofden bezweren den groot
vizier de moordenaars van Nazim Pasja
althans te wreken, daar zjj anders voor
de gevolgen niet kunnen instaan. De
woede der troepen zal zich anders tegen
de hoofdstad keeren.
De comitó-partjj rekent nog altjjd op
de trouw van het eerste legerkorps, en
zal dit legerkorps dan ook de bjjzondere