No. 73 1912
Dinsdag 24 December
!7e Jaargang
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Dr. F. L. RUTGERS.
Staten-Generaal.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIE
Gedurende de Kerstdagen zal „De
Zeeuw" NIET verschijnen.
Zij, die zich met 1 Januari a. s. op
•ns blad abonneeren, ontvangen het
tot dien datum gratis.
TWEEDE KAMER.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prjjs per drie maanden franco p. p1.25
Enkele nummers0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel
meer 10 cent
<&sm
Onder de geleerde geloovige mannen
op welke wy trotsch mogen zijn, be
koort ook bjj, wiens naam kier boven
staat, en die tot 21 September 1910
boogleeraar was aan de Vrjje Universiteit.
In den Studentenalmanak van 1910
heeft dr. Kuyper een levensbeschrijving
van dr. Rutgers gegeven. Wy ontleenen
er bet volgende aan
Frederik Lodewyk Rutgers werd op 26
November 18S6 geboren te Breede, in
de gemeente Warffam, een bescheiden
dorp in de provincie GroniDgen. Ztyn
vader was professor dr. Antonie Rutgers,
boogleeraar in de Oostersche talen en
in de uitlegging van het Oude Testament
te Leiden, en zijn moeder was Vrouwe
Jeremlua Frederika Abrescb, een dochter
van ds. F. L. Abresch, predikant te IJsel-
stein, den bekenden uitgever van de
.Zaadzaaier*, destijds het eenige tijd
schrift. dat de geloofsbelijdenis verdedigen
dorst.
(Rutgers ontving derhalve de voor
namen van zijn grootvader van moeders
zijde).
Erfelijk Is, naar Lombroso's stelregel,
onze Rutgers èn commercieel èn theo
logisch belast. In de 16e en 17e eeuw
waren de Rutgersen kooplieden, en wie
Rutgers' nauwkeurigheid in al wat cijfers
en zijD preciesiteit in alle fioancieele
aangelegenheden, ook op kerkelijk ge
bied, van nabij bespieden mocht, voelt
hoe hier een trek uit het leven van z(jn
voorgeslacht in nawerkt Maar met de
achttiende eeuw was de familie uit den
koopmansstand voor goed in het theo-
logengilde overgegaan. R^eds ds. Paulus
Rutgers (1721—1801), zijn overgroot
vader, was predikant te Utrecht, zijn
grootvader ds. Johannes Rutgers (1758
—1884) was predikant te Groningen, en
dr. Antonie Rutgers, zijn vader, was
predikant te Breede, toen h(j in 1837
hoogleeraar in de Studie van het Oude
Testament te Leiden werd. Ook in de
famillën, waaraan hij zelf en zijn voor
geslacht door huwelijk verwant waren,
bevonden zich niet weinige theologen
van naam, zools de familie Abresch,
Manger en Roldanus. Zelfs klimt in de
zijlijnen het. theologisch element nog
hooger op, daar de familie Rutgers reeds
van oudsher ook gevierde godgeleerden
als Ubbo Emmius, Petrus Plancius en
Wilb. Boudartiu8 onder hare oudere le
den mocht tellen. En evenals zijn vader
't was, is dan ook onze Rutgers theoloog
In hart en ziel, geboren theoloog en
theoloog van professie
Reeds op jeugdigen leeftijd had ik het
voorrecht met hem in aanraking te ko
men. In 1847 was hij, in 1848 ik, op de I
nieuwe scholierenlijst vaü het Leidscbe
Gymnasium ingeschreven en samen ge-
noten we het uitstekende onderwijs van
R. Fruin, Pluygers, De Vries en Te Win
kel. Toch liepen we op het Gymnasium
meest langs elkander heen. Bjj zat een
klasse hooger, en indertijd althans, wa
ren de klassen op het Gymnasium te
Leiden meest vreemd aan elkaar. Aan
de Leidsche Universiteit werd hfl inge
schreven in 1853, lk pas in 1854, en ook
ook aan de Universiteit liepen oeze jaren
meest geheel uiteen. We zagen elkaar
wel, en groetten elkaar, maar daarbij
bleef het. Van nauwere aansluiting aan
hem, die eens de beste vriend van mijn
hart zou worden, geen spoor. Iets wat
mij, b|j de herinnering, steeds te meer
treft, omdat ik veel by den ouden pro
fessor Rutgers aan huis kwam, praetor
op diens college werd, en in onze stu-
deutenclub een andere van diens zonen
lange jaren was opgenomen.
Ook met Rutgers' ouderen broeder,
dr. Johannes Rutgers, later rector van
het Haagsche gymnasium, had ik veel
verkeer. We schaakten vaak samen en
stonden op voet van goede vriendschap.
Ook met mej. W. J. Rutgers, zijn be
minde zuster, die ook in onzen Amster-
damschen kring, na het overlijden van
haar vader in 1835, bekend en geliefd
werd, had ik meprmalen belangwekkende
gesprekken. Bykans met heel de familie
had ik alzoo omgang, alleen met onzen
Rutgers niet. Vermoedelijk lag dit aan
het ongeloof, dat zich in de eerste jaren
van mijn academieleven van my had
meester gemaakt, iets wat vanzelf Rut
gers, die onafgebroken op de geloofspaden
heeft gewandeld, eer afstiet daD aantrok.
We verkeerden dus beiden jarenlang aan
dezelfde academie, zonder dat er ooit van
nauwere aansluiting sprake was geweest.
Rutgers had naar een prysvraag geschre
ven, die over den geloofsgrond volgens
het Evangelie van Johannes handelde, en
door de Utrechtsche faculteit met goud
bekroond werd, en op 31 M*i 1860 pro
moveerde hy als doctor in de Godgeleerd
heid op een dissertatie, die dezelfde stof
tot onderwerp had en tot titel droeg
Ditquisilio ie fundament» quo Johanne
auctore fidem tibi habendum nitivoluerit
Christus".
Van de academie ging by terstond in
het predikantsleven over. Reeds diie
weken na zyn promotie deed hy zyn in
trede in de kerk te Soesterberg, «en kerk,
die dit eigenaardige had, dat Rutgers er
de eerste predikaBt werd. Hy bleef er
5 jaren, en trok in 1865 naar Eibergen,
twee jaren later, in 1867, naar Brummen,
en in 1874 naar Vlissingen. Geen wonder,
dat hy reeds op jeugdigen leefty d opgang
in de kerken maakte, en dat men iu tal
van plaatsen op het bezit van zulk een
theoloog gesteld bleek. Doch eer hy van
Brummen naar Vlissingen toog, verbrak
hy de eenzaamheid van zyn leveD, en
huwde op 14 Januari 1874 te Montreux
in Zwitserland met Vrouwe Cornélie
Cathérine Hermance Guye, dochter van
ds. Guye, die laDgen tyd predikant by de
Waalscbe gemeente te Amsterdam was.
Vier en dertig jaren mocht hy met deze
edele vrouwe het huwelyks lief en leed
deelen, tot zy op 22 October 1968 hern
nog onverwachts ontviel, en onder warme
deelneming van alle vrienden en beken
den ten grave werd uitgedragen.
U!t het huwelijk met Vrouwe Guye
waren hem 5 zoons en 3 dochters ge
boren, die allen nog in leven zijn, en
waarvan meer dan één reeds meer alge-
meene bekendheid verwierf. Zoo zjjn
hoogbegaafde oudste dochter, die jaren
lang te Djokjakarta den dienst in het hos
pitaal van dr. Scheurer waarnam, en zich
ook na baar terugkeer met veel toewy-
diDg aau de zaak der zending bleef gaven.
Zoo mr. V. H. Rutgers, die reeds nu onder
onze besta toekomstige politici mag wor
den gerekend. En zoo ook zyn vierde
zood, die onlangs te Buitenzorg met de
dochter van den Gouverneur Generaal
Idenburg huwde, en reeds op zeer jeug
digen leeltyd een eervolie aanstelling
kreeg aan den botanischen tuin, die door
prof. Treub tot zoo' hoogen bloei was
opgevoerd.
Van Vlissingen vertrok Rutgers In 1877
als predikant naar 's-Hertogenbosch en
in 1878 Daar Amsterdam.
Sinds bad hy ook van my gehoord, dat
ik den stryd voor het volk Gods in deze
landen in myn leuze had opgenomsn en
dit gaf ongedacht aanleiding, dat wy
m»t elkaar in nauwere aanrakiig kwa
men. By een bezoek, dat ik in Den
Bosch aan den heer De Savornin Loh-
maa bracht, die destyds raadsheer al
daar was, meende ik vryheid te hebbeD,
om dr. Rutgers aldaar op te zoeken, en
nauweiyk hadden we elkaar enkele
oogenblikken weergezien, of van meet
af gevoelden we ons onweerstaanbaar
tot elkaar aangetrokken, en reeds by de
esrste gesprekken bleek, dat we eenzelf
den kyk op het kerkeiyk leven hadden,
en het is van die ure af, dat niet alleen
de saamleving als trouwe vrienden, maar
ook de saamwerking in den stryd voor
de eere van den Christus begon- Ik was
toen juist na myn langdurige ziekte, die
my in 1876—'77 in het buitenland.deed
vertoeven, in het vaderland terug. En
toen dr. Rutgers in 1878 naar Amster
dam kwam, begonnen we saam de plan
nen te beramen, die we ter bereiking
van ons levensdoel noodzakeiyk achtten,
allereerst het plan tot stichting van de
Vrye Universiteit, waar in 1879 als ef rste
tweetal hosglesraren wy werden aange
steld. Wy togen toen samen hst land
doer om in alle provinciën liefde en
geestdrift voor deze stichting te wekken,
een tocht, waarby myn te vroeg ontsla
pen vriend Keuchenius ons meer dan
eens vergezelde.
We leidden saam de eerste groote
stichtingsvergadering, en by het ontwer
pen van alle plannen en het opstellen
van alle statuten en reglementeu was
hy steeds de accurate en preciese ver
zorger van alle stukken, die dan ook
meestal in voltooiden vorm van stapel
liepen.
Volle dertig jaren heeft hy aan de
Yry# Universiteit gearbeid. Yooral zyn
historische colleges en met name dis
over öalvy n waren colleges van de eerste
orde, en by de examens paarde by ernst
aan zachtheid van beoordeeling, en de
studenten vonden in hem steeds een
man naar hun hart, wiens huis voor
hen openstond, en die voor hen steeds
deed wat by kon.
Een zevental jaren na zyn optredeD
aan da Universiteit brak de kerkeiyke
stryd uit, die thans meest met den naam
van de doleantie pleegt bestempeld te
worden, en ook hiervan nam hy met
my de leiding op zich. HQ kende in die
dagen geen vermoeienis en gaf zich
geheel, by dagen en by nachten, en zon
der overdrijving mag gezegd, dat hy 't
was, die dadelijk schier alleen ds zaak
der kerken droeg, en ze b|j haar gedwon
gen zelfstandig optreden in het pad van
het zuivere kerkrecht leidde. En dat doet
hy nog. Al onze kerken weten, dat het
Rutgers is, die, in het Gereformeerde
kerkrecht doorkneed, haar in zyn advie
zen steeds de zuivere lyn uitteekent.
Rusteloos werd en wordt hy dan ook
door de kerken met allerlei vragen om
advies overstelpt en zoo later deze zyn
adviezen, tot een bundal vereenigd, het
licht mogen zieD, zal blyken wat schat
van kerkrechtelijke wijsheid in deze ad
viezen is «aamgevat. Ook de Synoden
der Geref Kerken dreven jarenlang schier
uitsluitend op zyn voorlichting, te meer
daar hy op vergaderingen altyd vlot in
het woord was, en steeds den goeden
toon in de samenkomsten wist te be-
IwareD.
Hoe vreemd het ook sehyne, toch mag
niet verbloemd, dat hy minder vlot met
j de pen is. Onder het spreken bezielt
j hem steeds zyn kalm en toch levendig
i temperament, maar zoodra hy de pen
I haüteert, dingt hy naar het te hooge
1 ideaal om niets te stellen, eer het vol-
j komen ook wat den vorm betreft eerst j
in zjjn geest is doordacht en geatyleerd. j
Soms werd dit hem tot een kwelliDg,
j en het is daaraan vooral toe te schry ven,
dat de reeks van zyn uitgegeven werken
beneden het aantal en den omvang
bleef, die m9n in don aanvang van zyn j
helder hoofd en zyn schitterend toege- j
rusten geest zou verwacht hebben Zyn j
voornaamste geschriften zyn, behalve
zyn dissertatieRet Kerkverband",Oe
geldigheid van onze Kerkenorde". «Cal-
vfins invloed op de Reformatie in Neder
land", «Het recht der Gemeenteleden",
en voorts zyne uitgaven van de .Litur
gie" en van de „Acta der Synoden der
16e eeuw", van een „Catechismus" van
Bastingius, en enkele tractaten van
Voetius.
We voegen hier nog aan toe, dat h|j
lid is van de Maatscbappy van Neder
landsche Letterkunde en van het His
torisch Genootschap te Utrecht, alsmede
dat H. M. de Koningin hem in 1901 tot
Ridder in de orde van den Nederland-
schen Leeuw benoemde en kort daarop
ham plaats gaf in de Staatscommissie
voor de uitgave van Nederl. Historische
Oorkonden, alsook in de Commissie voor
bet onderzoek van de adspiranten tot
toelating tot de Indische studiën.
Voor my was Rutgers in alle moel-
iykheden des levens steeds een onwaar
deerbare vriend, van wien nu 33 jaar
nooit ean enkel geschil m|j gescheiden
heeft, ook al zagen we elkaar na myn
vertrek Daar Den Haag vanzelf minder.
Toch mocht ik er telkens getuige van
zyu, hoe hy ook te mynent de jeugdige
vrienden der Zending steeds met trouw
en IJver hoogeiyk gewaardeerde voor-
liohting bjjstond. Hy gaf zich zooals
niemand zich beter geven kan, en nooit
kostte het hem moeite om uit de hoogte
zyner geleerdheid tot de kleinste by
zonderheden af te dalen. Zyn verlaten
van de Vrye Universiteit kan dan ook
niet genoeg betreurd worden. Hy was
een theologische boogleeraar nog van
het oude, echte stempel. Iu alle kringen,
waar hy optrad, bracht hy reeds door
zyo persooniyke verschyning den in
druk ta weeg, dat de Vr|je Universiteit
mannen bezat, die do vergeiyking met
de beste hoogleeraren aan de andere
Universiteiten veilig doorstaan kondan.
24 Dec. 1912.
Sen program zonder kant op uitvoering.
Ds vry'innigan zyn hat eens gewor-
dan op het concentratie-program. Maar
met het uitdrukkefijke voornemen om
geen regeeriagsparty te vormeD, en geen
kabinet uit hun midden te laten optredeD,
wanneer zy niet te zamen 51 stemmen
halen.
9e heer Roodhuyzen, secretaris van
de Liberale Unie, hseft er zyn volkje
al op voorbereid. Hy sprak in de Tweede-
Kamer
„Ean verplichting om de regeering
te aanvaarden zal er voor ons natuur-
ïyk alleen dan zyn, wanneer wy de
meerderheid krijgen op om zelf.
Wanneer dit niet het geval is, wan
neer de bestaande maerderheid min
derheid wordt, zonder dat aan ons vry-
zinnigen de meerderheid wordt gegeven
ruit niet de verplichting op ont om de
Reeeenr.g te aanvaarden.
Bit wil ik Dadrukkeiyk constateeren."
Met andere woorden wil dit zeggen
w(j vrijzinnigen aanvaarden de nalaten
schap van Rechts alleeD in dit geval,
als wij zonder de socialioten de meerder
heid halen.
Io den zelfden geest sprak namens de
vr|j-liberalen de heer De Bpaufort.
Hö was het met z'n concentratie-broe
der, den heer Roodhuyzen, geheel eens.
In myn oog, zoo zeide hy, is het
concentratie-program geen Regeerings-
program is alleen dan noodig en plicht
matig, als voor een party het by Da
zekere vooruitzicht bestaat, dat zy tot
de Regeering geroepen zal worden.
De verplichting om, als zy tot de
Regeering werd geroepen, dië taak te
aanvaarden, zou voor de drie groepen
der liberale party slechts dan bestaan,
als zy gezamenlijk in de Tweede Kamer
een meerderheid kregen zonder de
socialisten.
Uit dpzs twee verklaringen, door twee
gezaghebbend* mannen in het Parlement
afgelegd, biykt dus dat de beloften van
het vrijzinnige Concentratie-program
alleeD dan in vervulling gaan, aio de
Unie-liberaleD, Vry-liberalen en Vryzin-
nig-democraten zonder de socialisten de
meerderheid krygen.
Natuuriyk begrijpt een ieder die „na
denkt", dat er dau ook in 1913 van een
vryzinnig concentratie-kabinet niets
komt.
Op 'toogenblik tellen zy samen 34 le
dendat zal wel 80 worden, door over
gang van een viertal distrieten naar de
socialisten. De vryzinnigen moeten der
halve 21 zetels winnen om aan de 51 te
komen, en die krygen ze nooit.
En zoo wordt dus die heele concentra
tie een spelletje. Een speleD met de kie
zers, en vooral met dat deel hetwelk
wacht op sociale wetgeviüg.
Immers wat zal men zien gebeuren
De tegenwoordige „re.»eering" wordt
gedwongen af te treden. E«n zakenkabi
net treedt op dat alle sociale wetsont
werpen van dit miDisterie weer intrekt,
en aan het werk tygt om nieuwe sociale
wetten te prepareeren.
Oude, invalide en zieke arbeiders, en
de landarbeiders worden hier de dupe van.
Luisteren zy nu naar den concentratie
vogelaar, dan ontgaat hun de goede kans
op een invaliditoits- en ouderdomsvarze-
kering an op een toekomstig bezit van een
eigeD, zy het ook klein, gedoetje, tot
verbetering der levenspositie van den
landarbeider.
Over de Posteryen viel heel wat te
zeggen, 'tls alsof het voor de regeering
een zeer ingewikkelde zaak is, naar de
oplossing waarvan nog steeds gezocht
wordt.
De heer Helsdingen (s. d. a. psloeg dan
ook nu en dan de spykers op den kop. Dit
wil volstrekt niet zeggen, dat wy hem als
pleitbezorger voor de post- en telegraafbe-
ambten kunDen aanbevelen. Er z|jn
nog wel andere mannen opgestaan, die de
billy ke grieven voordroegen,zonderzemet
overbodig socialistisch geschreeuw te
vermengen.
Neen, de geest van 's heeren Helsdin-
gan's betoog is niet dis van de ontevreden
heid der post- en telegraafmannen.
Een van de kwesties, die een zweem
van onbiliykheid hebben, is de instelling
van den rang der zoogenaamde locale
krachteD, en in verband hiermede de zaak
der hulptelegrafisten. Deze laatste zyn
eenigszins in het gedrang gekomeD. De
pas naar de klerkenwereld is voor hen
afgesneden, hoewel dat niet hun schuld
is. De geiykstelliDg met locale krachten
personeel, der posteryen niet waardig
is voor de hulptelegrafisten, die zich,
wat kennis en practische ervaring betreft,
met klerken durven meten, wel wat ont
moedigend
Ziehier een van de voornaamste oorza
ken van den ontevreden geest, door Hels
dingen natuuriyk niet weiDig overdreven
voorgesteld. Doch zooals gezegd, de
minister zoekt, biykbaar nog naar een
goede organisatie; honderden toezeggin
gen zyn er reeds, zoodat men de regeering
hierover nog niet te hard mag vallen.
Nadat de heer Ketelaar de volgende vier
punten besproken hadle. de geloofs
kwestie, 2e. de houding van den minister
en zyn hoofdambtenaren tegeD devakver-
eenigingan, 3e. de positie der lagere amb
tenaren, en 4e de positie der klerken in
verband met de aanvrage van f 6000 voor
de surnumerairs; kwam rei-ds een van
onze manneD, de antirevolutionaire afge
vaardigde Vsd Vliet, aan het woord, om
voor de belaDgen van de klerken by de P.
en T. te pleiten. De heer Van Vliet vond
niet, dat de regeliDg van 1905 gunstig
heeft gewerkt. Hy vond de maximum-
jaarwedde te laag en de promotie te traag.
De minister vei biydde ons met de mede-
dealiDg, dat hy geen vervroegde sluiting
van de postkantoren op werkdagen kan
toezeggen. In groote plaatsen zou men
dan nog meer gedrang op de kantoren
veroorzaken, teiwyi overal de Zondags.