No. 51 1912 Donderdag 28 November 27e Jaargang NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. (ENS CHRISTELIJK- HISTORISCH eibiirg. ir: luur en ner, OP nieuwe gezin, loudster, slid houdster, Staten-Generaal. De Balkan-Oorlog. 0 175, 1 d e 1 b u r g. P FkoOP BOUW- Westkapelle Rooversweg 3.A. (2 gem. lemLievbnse aar ten Kan- )LFF te Mid- of Mei a. s. t-jHeer Arends- polder. en een JANSE, d d e 1 b u r g. )uine, O o s t- Ln Walcheren, in een klein i'HUIJ. i. s. perknecht, r, en een ie Knecht DE VRIEZE, olfertsdyk. ed. J. L. RE n. ig mogelijk in en klein gezin, vrouw en hulp- ieven letter C, t benoodigd en te koop, bij M. If, St. Laurens. lart ersknecht M. MEEUWS®, te Nieuwdorp IIERIKZEB. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DEJONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIE TWEEDE KAMER. de gemeente 10 Centiaren, één Hectare n buur over- it vóór of op BREEL, te lichtingen te £3, JTTER, "Westhoek d i e n t 8-ROTTER OA !5 1912. igs) van Vlissin- rg 3.30van Rot- oo t 1912. g op werkdagen igen alleen 7,30. ageiyks, uitgezon- op Donderdagen rkdagen en's Zon- IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1.25 Enkele nummers„0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, lederi regel meer 10 cent. Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.—, iedere regel meer 10 cent. 28 Nov. 1912. ge-Verweat, Goea. Een „onjuistheid". In de Middelburgsche Courant leest men volgens de Qoesche Courant „de met den dag grooter wordende verwarring in de coalitie (is) oorzaak dat de heer De Savornin Lohman zich opnieuw in het district Goes beschikbaar zal stellen. Indien hy bedankte zou er in het district een strijd ontbranden tusschen de ker- keiiJken. Tal van leden der N. H. Kerk ztJn niet te vinden voor een anti-rev. candidaat". WU kunnen de Midd. Courant verze keren dat dit een verzonnen bericht is. De redactie onthoude goed den datum op welken dit bericht is geplaatst. Nu zullen wij de onjuistheid van het bericht niet aantooneD, sGhoon wij dit zouden kunnen. Van een strijd die ontbranden zou is al evenmin sprake. Tot nog toe is over de mogelijkheid hiervan nog slechts door twee gezaghebbende perso nen in het district gesproken, en heeft slechts een van deze zijn persoonlijke meening gezegd. De geest onder de leiders is heelemaal niet zoo strijdlustig als de Qoesche Courant doet voorkomen. En dat tal van leden der N. H. Kerk niet te vinden zijn voor een antirev. candidaat, wij ge- looven niet dat ook maar een van deze leden bij de redactie van de Qoesche Cou rant is geweest om haar dit te vertellen. Trouwens er is van een antirev. candidaat nog geen sprake geweest, hoe kunnen die „vele" Hervormde ledeD zich hier dan tegen verklaard hebben I Heusch, zoo getapt is b(j die Hervormde leden de redactie van de Qoesche niet. Woidt de coalitie bestendigd, dan is er nog altijd een Provinciaal Comité, dat ad viseert, voor het geval de heer Lohman mocht bedanken. En de Kiesvereenigin- gen z(jn gewoon te wachten op dat advies, niet om dit per se op te volgen,maar om de wenscheljjkbeid der opvolging van dit advies te overwegen. Omtrent plannen in Goes moet de redactie van de Midd. Crt. maar niet op kondschap gaan bi) de Qoesche Courant die zullen wt) er wel buiten houden. Aan welke strijdwijze Mr. Bichou zijn overwinning te danken heeft, moge nog blijken uit het volgende stukje, dat nog voorkwam in de „Verkiezingscourant" van het Christ.-hist.- comité. Aan onze Kiezers! Voor wie een vriend is van waarheid en vrede, zijn de dagen die wij thans doormaken, niet aangenaam. De waarheid struikelt op de straten en de vrede moet plaats maken voor strijdgewoel, gericht tegen elkander. Wfl moeten ons eigen hart hebben leeren kennen als een dor droog land, waaruit van nature niets goeds op schiet, geen enkele gevulde halm, alleen de doornen en distelen tieren er welig. Het droge, misschien nog niet eens het dorstige o sprekend beeld van zoo menig hart, jaren laDg door de zon van Gods Woord bestraald, maar nooit door de wateren des Geestes gedrenkt. Alleen de Zon van Gods waarheid, zonder dat de bevochtiging des Heili gen Geestes ons hart vruchtbaar maakt, kan ons niet baten. Wat voordeel geeft aan deD akker de zon zonder den vruchtbaar maken den regen? W|j moeten bevreesd worden en ons beangsten over de dorheid en onvrucht baarheid dier kleine wereld in ons bin nenste en wij zullen nooit pogen de de aarde onzes harten te drenken met de wateren onzer goede werken en scboone plannen. Machteloos als wjj zijn, kunnen we ook elkander geen vruchtbaarheid mee- deelen, maar Gode zij dank, in het licht, v»n den H. Geest leeren w(j zien hoe ons leven is, terwijl die GeeBt voor het dorstige hart wil z(jn wat een milde regen voor den dorren akker is. Voor hem die zich in zich zelf arm en onvruchtbaar kent, is de schat des Heiligen Giestes zoo begeerlijk. Hij wiens oog is verlicht om den onuitspre- kelijken rijkdom in den Christus te zien, ziet zijn eigen armoede. En wat nu het water voor het dorre aardrijk is, is des Heeren Geest voor het zondige hart. Door dien geest wordt het smachtend hart gelescht, gelaafd en openbaren zich straks sporen van vruchtbaarheid t en nieuw leven. Geljjk regen op het dorstige aard rijk een geheele omkeeiing teweeg brengt, zoo wekt de H. G. leven, nieuw leven, eeuwig leven dAAr waar eertijds de dood heerschte. Want ons natuurlijk hart is een woestenij. Rezen eerst de stofwolken van zonde hoog op, als de de regen des Geestes is ingedaald wordt het hart herschapen in een vruchtbare landbouw. Maar ook op den vaderlandschen akker wordt nog geen honderdvoudige vrucht gemaaid. Satan woedt nog. De geest van den zucht naar over- heersching wil de vrede wegdringen. Vergete echter niemand dat alle ver nieuwing des gemoeds moet begiDnen bij bet eigen hart. Stemt DiDsdag 26 Nov. a.s. met ons op den Heer Mr. Bichon v. IJselmonde. Hoe de liberalen over den uitslag den ken? Daarnaar behoeft men niet te gissen, maar dat wist men reeds vooruit. Ze zijn uitermate verheugd. Hoormaar! Het „Vaderland" schrijft in een artikel, gewijd aan den uitslag van Ommen, o.m. het volgende: Wij, die bij de zonderÜDge politieke verwikkelingen in Ommen slechts de bescheiden rol van toeschouwer ver vullen, sedert de candidaat van onze richting op 21 October uitviel, ver heugen ons over de nederlaag die de coalitie in Ommen leed, omdat onze hoop op zuivering van den politie- ken dampkriDg daardoor verlevendigd wordt. En met belangstelling wachten wij af, welke gevolgen de verkiezing van den heer Bichon zal hebben voor de verdere ontwikkeling van den po- litieken toestand. Het is inderdaad een geduchte slag voör de coalitie en de gevolgen daar van zulleD zich ongetwijfeld meer en meet doen gevoelen. Het lijmen en krammen van den barst heeft niet gebaat. Hij is niettegenstaande dat, nog grooter gewordeD. Laten toch de rechtsche partijen dit alles voor gezegd houden, opdat de vjjand geen voordeel trekke uit den onzaligen twist tusschen de coalitie-genooten on derling „Rotterd." Koloniaal advies. De heer Mr. Th. H. de Meester, het Kamerlid voor Den Helder, kan bij de Indische begrooting niet wel van zijn meening doen blijken, of zijn spreken erlangt tot op zekere hoogte het karak ter van een Koloniaal advies. Lange jaren toch wjjdde hij zijn beste krachten aan den Indischen dienst, en onder de moederlandsche regeertaak zette bfj zjjn schouder pas in 1905. Een door hem uitgebracht advies er langt daardoor telkens zeer bijzondere beteekenis. Het is toch of bjj schier na mens het liberalistisch ambtenaarsper- soneel in IndiB spreekt. Het is de geest van het liberalistisch-Euiopeesch ele ment in ons Koloniaal bestuur, dien bij vertolkt. Uit hem hoort ge, wat geest in den Archipel het Europeesch bestand deel in onze Koloniën bezielt. Als hij optreedt, ontvangt ge niet het afgetrokken oordeel van een Indisch Staatsman, maar passie-uiting van den in Indië tegen de Christelijke Overheid mokkenden wrevel. We constateertn dit niet uit zucht naar weerwraak, maar uitsluitend ter constateering van het nuchtere feit. Men komt uit zulk een advies te weten, wat er in Indië onder de ambtenaren broedt. Het wordt er duidelijk door, dat men tot in 1902 er zich in Indië aan j gewend had, onze Koloniën als de pri vate jacht van het Liberalisme te be schouwen. Onze Koloniën waren aldoor en bijna zonder uitzondering in der libe ralen macht geweest. Al wat men er heen zond, was liberaal. Heel de Regee ring was er liberaal. Alle invloed was er in liberale handen. Zelfs de Kerk was er een Staatskerk, opgehouden door bijna uitsluitend liberale predikers. Eerst in Indië voelde zich een echt liberaal vol komen thuis en op zijn gemak. Eerst in Indië had men met geen fijnen en dompers te rekenen. Daar dacht, zon en leefde men op de manier, zooals vooral de min ontwikkelde liberalen zich zulks hier te lande hadden aangewend. En had men in ons goede Nederland al soms iets van de Groenianen te lijden in de Oost was men meester van het terrein en was men van die over Christelijke nachtmerrie vrij. Nu moet meD, om billijk te wezen, zich kunnen indenken in den gemoeds toestand van zulk een Europeaan in Indië, die 't zóó van ouds gekend heeft, die [onder zulk een liberalisme is opge groeid, en die nu zoo'n Idenburg daar op den troon van Buitenzorg ziet zetelen, en allerlei geritsel om zieh heen hoort van kersteniDg en van Christelijke pro paganda. Kriegelheid kan dan bijna niet uitblijven, en vanzelf loert men op alle schroefjes om te zien, of men heel het verloopen raderwerk niet los kan krijgen, om er die gladverkeerde elementen uit te lichteD, en het dan opnieuw in oud- liberalistischen trant in elkaar tb zetten. Men zou daarom verkeerd doen, den heer De Meester van een optreden, als waarvan ook de Handelingen melden, een verwijt te maken. Iemand die zoo boos en vinnig optreedt, moet men spa ren. Hjj weet 't niet beter. Veeleer is zulk een optreden ontdek kend. Heel 't land merkt er uit, wat geest het is, die in Indië onder het ambtenaars- personeel rondspookt, en ook de Regee ring kan met die wetenschap haar voor deel doen. Iets wat echter niet wegneemt, dat de afgevaardigde voor Goes een alleszins heioiek, boeiend en verdienstelijk werk deed met het schokkend beeld, dat in dit optreden van den heer De Meester uit kwam, eens scherp, gelijk hij alleen 't kan, onder magnesium explosie te pho- tographeeren. Kennisneming van die gelukte photo zal ook voor den Gouverneur generaal van Indië interessant zijn. V (Stand.) Chineezen-quaesiie. Er is dit jaar over de Chineezen-quaes tie in onze Kamer heel anders gerede neerd dan een jaar geleden. Toen waren er geen meer gewenschte immigranten dan de langstaartennu zijn de staarten eraf, en voelen Kabinet en Kamer saam, dat de lieve Chineezen ons voor een hoogst ernstig probleem plaatsen. Ook op het Departement is men «ijzer ge worden. Toch is de oplossing van dit. moeilijk vraagstuk nog niet gereed. Het probleem zit toch niet in een enkel incident, als waartoe de uitroeping va de Republiek aanleiding gaf, Doch ook in de toenmalige ongemanierdheid vaD een paar honderd lastige Macao'ers. 0v9rdat alles komen we wel heen. Maar ook al speelt men dit klaar, dan is het hoofd probleem waarom 't gaat, nog zelfs niet aangeroerd. Dat hoofdprobleem toch is, dat we in China te doen hebben met,een excedent in de bevolking, dat uitzwermt naar alle omstreken, waartoe ook onze Archipel behoort; dat deze uitzwermende Chinee- zen, in wat handel en industrie betreft, den Javaan te knap af zijn en dat uit dien hoofde, hoe meer Java wint in sociale kracht, de Chineezen in steeds grooter getale op onze koloniën af zullen komen, en er de Javaansche bevolking sociaal onder zullen werken. Het is op Java, straks ook in de Bui tenbezittingen, op breede schaal hetzelfde probleem als waarvoor het jodenvraag stuk voor jaren de Regeering van Rume- nië plaatste. Toelichting hiervan is over bodig. In deel I van Om de Oude wereldzee is deze zaak uitvoerig ter sprake geko men. Toen dit probleem voor Rumemë een quaestie van to be or no tobt bpgon te wordeD, heeft Koning Carol, zelfs tegen de letter van het verdrag van Berlijn in, het Jodengevaar van zjjn land afge wend. Voor ons in Nederland z(jn de Joden geen gevaar, omdat we op de markt best tegen hen op kunnen, maai 1n Rumenie kon de bevolking dat niet, en te Jassy kan men nog zien, hoe er alle inlandsch leveD nu reeds is uitgestorven. En omdat w|j op Java evenzoo te doen hebben met een bevolking, die commercieel tcger de Chineezen niet op kan, is het plicht van onze RegeeriDg om de bevolking tegen dat Chlneezen-gevaar te beschermen. Het loopt niet over gelijke of ongelijke rechten. De hoofdzaak is en blyft, of men den Chineezen op den duur toestaan zal in steeds grooter getale naar onzen Archipel uit te zwermen. In stuitiDg van dit uitzwermen alleen ligt voor Java heil. (Stand.) Met den dupliek van den minister zftn gisteren de algemeene beraadslagingen over de Indische Begrooting geëindigd. Hieruit stippen wij nog aan de mededee- ling, dat toen de minister zich ten vorige jare vereenigde met het voorstel van den gouverneur-generaal, hjj niets anders be oogde en bedoelde, dan dat de bevolking voile vrijheid zou hebben bjj de keuze tus schen districts- en zendingsschool en dat geenerlei pressie zou worden uitgeoefend. Sprekei zeide nog uitdrukkelU v, en met nadruk willen w(j er wederom op wijzen, dat de regeering de scholen volstrekt niet aan de zending overgeeft. Op Java is er geen sprake vanin de Buitenbezittingen zou er alleen sprake van kunnen zjjn in de Minahassa. Hier doet zich echtereen bij zonder geval voor. De bevolking is daar geheel vrij, doch ze verlangt niet anders. Na een wijziging in de begrooting van Ned.-Indië voor het dienstjaar 1912 goed gekeurd te hebben, werd de behandeling van die voor 1913 hervat. Bjj de afdeeling het departement van Justitie betreffende sprak de heer Van Hamel (u 1er z|jn voldoeniDg over uit, dat het wetboek van strafrecht zfln vol tooiing nadert. H(j ju'cht het toe, dat de toemeting van de straf meer dan tot dusver aan de administratie zal worden overgelaten, die daarover beter kan oor- deeleo dan de rechter. Verder wenschte deze spreker ook rechtsbijstand voor de inlanders en inperkiDg van de preventieve hechtenis en invoeriog van voorloopige invrijheidstelling na bet stellen van borg tocht. Het was een flink en zakelijk pleidooi, waarmede de heer Scheurer (a.i.) dar> ook geheel instemde. Op bet punt van de rechtspositie der inlanders zjjn dus wel dra ingrijpende verbeteringen te ver wachten. Met den eisch tot overlegging van een bewijs van bijzondere toelating voor priesters en zendelingen had de heer Scheurer geen vrede. En terecht. Tegen dat artikel moet men wel bedenking hebben, als men van het standpunt uit gaat, dat de regeering alle recht mist, om zich met de geestelijke indeeling bezig te houden. De regeering mag zich niet in de toelating mengen, noch zich bemoeien met de intrekking van de toe lating. De unie-liberaal Roessingh pleitte voor behoud van het bewuste artikel 123 en kwam neer op het weren van politieke zendelingen, wat de taak van de regee ring zou zijn. De heeren Bogaardt (r.k.) en de Waal Malefijt achtten evenwel het artikel on houdbaar. Bij de behandeling van de landgerech- ten, landraden en rechtbanken maakt de heer VaD Karnebeek bezwaar tegen de scheiding van de administratieve en de rechterlijke macht op geheel Java en Madoeia, doch de minister toonde aan, dat men onmogeiyk de hervorming kan beperken, immers het doel is gelijke rechtsbedoeling voor alle ingezetenen te scheppen. Een aardig incidentje deed zich weer voor, in het genre van meer andere, die zich onder den tegenwoordigen voorzitter voordoen. W(j hebben iemand op den presidentszetel, wien da hamer wel toevertrouwd is. Onpartijdig gaat hij te werk, doch streng. Niemand heeft buiten z'n boekje te gaan en mocht het al eens een keer gebeuren, dat een lid afdwaalt, dan zal de voorzitter hem wel spoedig terecht helpeD, wie dan ook. Gisteren waren het de rechtsche leden Scheurer en Bogaardt die ongemerkt de opiumkwestie wiiden binnenhalen. De heeren hadden evenwel geen kaDs. Den heer Scheurer, die met den gloed der overtuiging bad gezegd, dat wjj als chris tennatie de opiumregie moeten afschaf fen, W6rd aanstonds den mond gesnoerd. Theorie en practjjk der regie kunDen bij de motie besproken worden. En toen de heer Bogaardt trachtte een enkel woord te zeggen over de opinmkwestie, verging het hem natuurlijk niet veel beter dan zQn geachten voorganger. „Oe bedoeling van de motie hadt u by de indiening kunnen toelichten". De heeren hadden dus op dit punt minder succes, dan ten opzichte van art. 123, bovengenoemd. De beschouwingen over de reorganisa tie van het bestuurswezen in Ned. Indië werden gisteren nog geopend, om den volgenden morgen voortgezet te worden. In de avondvergadering was aan de orde de Begrooting van Justitie. De heer Sasse van IJsselt (r. k.) opende de be schouwingen met een welgemeend woord aan het adres van den minister. Hy kon zich voorstellen, dat het den energieken minister moet verdrieten, dat zooveel van zyn wetsontwerpen by de Kamer blyven liggen. Hy riep echter den minis ter toe: en reken den uitslag niet, maar tel het doel alleen. Een groot deel der beschouwingen liep over de werking der zedeiykheids- wet. De heer van Hamel bepaalde zich tot enkele losse opmerkingen, waarin de minister aanleiding voüd tot h^t hou den van een laDga speech, die uitmuntte door geestigheid en gevatheid. De heer van Hamel sprak tenslotte nog over de gevangenissen en de ryks- werkiurichtingen. riy heeft er nog veel over te zeggen, doch gisteravond vond hy het te laat. Eerst iets over de cboieraveischrik- kingen. De N. R C. ontleent aaD de Kölnische Zeitung de volgende beschry- vine, die obs een uitgebreid overzicht geeft en een juist denkbeeld van de ellende, door deze vreeseiyke bezoeking veroorzaakt. Steeds heviger breidt de cholera zich

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1912 | | pagina 1