No, 43 1912
Dinsdag 19 November
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
27e Jaargang
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN
IV* De opgaaf van den spoordienst
komt In dit nommer voor op de gebrui
kelijke plaats.
Onnoodig ontrust.
TOT 3PSEi.
Onkerkelijk gedoe op Kerkelijk
territoir.
Al wat zich Kerk noemt, bedoelt op
te treden als een Instituut van geesteiyk-
heiligeD aard. Wat als Kerk verschynt,
leidt zyn oorsprong Diet uit het gewone
leven der wereld, maar uit hooger sfeer
af. We laten nu buiten beschouwing wat
zich by tiaditie Kerk biyft noemen, maar
het Diet meer bedoelt te zijn, geiyk b.v.
de Remonstrantsche Kerk ten onzent. In
dit artikel hebben we uitsluitend op het
oog wat zich aandient als Kerk van Chris
tus, en vooi dleD Christus ais haar van
God gegeven Koning zich in stille eer
biedigheid buigt.
De Balkan-Oorlog.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1.25
Enkele nummers0;05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel
meer 10 cent.
Onder de kiezers van Rechts heerseht
nog steeds het misverstand dat by de
candidaatstelliEg voor de Tweede Kamer
ook moet worden gerekend met het lid
maatschap van een bepaalde kerk. Deze
opvatting is niet juist.
Onder de antirevolutionairen heeft
steeds als regel gegolden dat het ern iet
op aankwam tot welke kerk een candi-
öaat behoorde. Er werd slechts gevraagd
naar politieke overtuiging, later werd ook
instemming in hoofdzaak gevraagd met
het program van actie (verkiezingspro
gram) der party.
Oorsyronkeiyk waren alle antirevoluti
onaire en conservatieve leden der Tweede
Kamer leden van de Ned. Herv. Kerk.
Later ging er een enkele tot de chr.
geref. kerk over, en kwam er voor Leiden
ren tweede by de heer Donner. Na 1886
werd die verhouding anders, toch bleven
nog ongeveer de helft van de party lid
van de Herv. Kerk.
En de antirev. kiezers gingen even
harteiyk voor dezen (o. a. mr. Huber,
Godin de Beaufort, de Van Asch v. Wy cks)
in 't vuur, als voor mannen als Keuche-
nius en Lohman.
Ook nu nog is de verhouding zoo dat
van de 20 antirev. Kamerleden elf, dat
is een boven de helft, kerkeiyk tot de
Hervormden behooren. Voorts zyn elf
van de twaalf christeiyk historische
Kamerleden insgeiyks Nederlandsch Her
vormd. Te zamen 22 van de 32 „prote-
stantsche" leden.
Het zyn de heeren Ankerman, Van
Asch v. Wyk, Blum, Baron v. d, Borch
v. Verwolde, Graaf van Bylandt, Baron v.
Dedem, Duymaer v. Twist, De Geer,
Snoecfe Benkemans, Van Hoogstraten,
Vanldsinga, v. Lennep, Graaf v. Lynden
v. Sandenberg, Middelberg, De Monte
verLoren, Pollema, Schimmelpenninck,
Van Veen, Van de Velde, dr. De Visser,
v. d. Voort v. zyp, en Baron v. Wassenaer
v. Catwyck.
Deze heeren, alle oprechte, onver-
valschte voorstanders der Ned. Herv.
Kerk zyn met behulp der antirevolutio
nairen gekozen en krachtig door hen
gesteund.
Van de overige tien kan niet anders
gezegd worden dan dat zy de Ned. Herv.
Kerk een goed hart toedragen, van som
migen geldt zelfs dat zy die kerk zeer
sympathiek gezind zyn.
Ook minstens een tweetal ministers
in het Rechtsche kabinet zyn Hervormd,
Zoodat, willen wy maar zeggen, het
Ommensch geroep, als zou by de komende
Grondwetsherziening de Hervormde Kerk
gevaar loopen door deze, laten wy nu
maar zeggen, orthodox protestanten, te
worden miskend of te kort gedaan, als
ongemotiveerd en onbiliyk behoort te
worden afgewezen.
Te meer wanneer men bedenkt dat
die 22 protestanten nog enkele liberale
en vryzinnig-democratische ambtgenoo-
ten naast zich hebben, die eveneens lid
zyn van de Hervormde kerk, en stellig
altemaal in 1913 als pleitbezorgers voor
genoemde kerk by de kiezers zullen
poseeren. Hiermee is van de Lieftincks
en Roe8singhs, Roodhuyzens en De Ran
ters, De Beauforts en De Klerks, geen
kwaad gezegd. Doch des te meer klemt
dan ook ons betoog dat een aanval op
de rechten der Hervormde kerk stellig
door de helft der Kamerleden zou wor
den afgeweerd. En dan sluiten wy hierby
de tien of elf «gereformeerde" Kamer
leden nog buiten; dat wordt haast twee
derden van de stemmen welke noodig
zullen zyn om een wyziging in de
grondwet door te dry ven.
Juist door die bepaling van tweeder
den der stemmen by de eindstemming
is elke mogeiykheid van rechts verkor
ting of rechtsverkrachting ten aanzien
der Herv. kerk buitengesloten.
Indfen dit wèl overwogen wordt, zal
wel geen enkele kiezer, die zyn kerk
liefheeft, aflaten van Rechts aan te
houden.
Daarby behoeft het ook geen betoog
dat het gevaar juist van Links dreigt.
Want, nu mogeL er onder de Liberalen
enkele weinigen zyn, die ook by het
uitbrengen van hun stem in de Tweede
Kamer het belang der Herv. kerk in het
oog zullen willen houden, anderen zul
len allicht onder de zweep van Troelstra
zich laten vinden voor een definitieve
oplossing die met de rechten der kerk
ot kerken geen rekening houdt. Er is
toch een scheiding van kerk en staat,
geiyk in Frankryk en Spanje, welke
onder den drang der revolutionairen tot
stand gekomen, de Kerk brengt onder
den Staat, of spot met hare belangen.
En by versterking van het radicale
en socialistische element in de Kamer
bestaat voor een dergelykmogelyke op
lossing wel eenig gevaar; vooral wan
neer het den vreesachtigen kiezers, on
der de valsche voorlichting eener vry-
zinnige pers, gelukken mocht, de ver
houding 59 -41 welke nu is ten gunste
van Rechts, ten gunste van Links
om te zetten.
Gezwegen nog van de omstandigheid
dat nog nimmer van een vyandige ge
zindheid ter Rechterzyde jegens d8
Herv. kerk gebleken is.
Nog onlangs schreef de (Chr. hist.)
Nederlander, in deze wel tot oordeelen
bevoegd
„Ons is geen enkele handeling op po
litiek gebied, hetzy van de anti-revolu-
tionaireD, hetzy van het huidige kabinet
i bekend, die ook maar eenigszins de be
doelde aantyging rechtvaardigt."
En nu is er wel een nieuw artikel
171 van de Grondwet door de Grond
wetscommissie voorgestelddoch deze
wyziging geeft niet weer de meening
der antirev. partyallicht meer die van
sommige Chr. Historischen en 't zal
dan ook noodig zyn dat gewacht worde
op de wyz'ging welke het Kabinet zal
voorstellen. De redactie van Ons Tijd
schrift voorspelde reeds uit goede broD,
dat deze wyziging zal meevallen.
Ten slotte spreken wy onzen spyt
hierover uit, dat, evenals in 1886, weel
de stoffeiyke beweegredenen, in plaats
van de geesteiyke de plannen voor 1918
dreigen te zuilen beheerschen.
En dat, terwyi de geschiedenis daar is
om te bewyzen, dat het juist steeds het
liberalisme is geweest, dat de kerk heeft
tegengestaan en afgebroken.
Werd met deze waarheid maar wat
meer rekening gehouden.
Doeh nog meer met deze, dat de kerk
des Heeren van ouds geroepen is de
geesteiyke dingen voorop te stellen, wyi
zy toch is in de wereld, niet van de wereld.
Met deze waarheid vloekt het onkerke
lijk gedoe, dat zoovele slecht ingelichte,
eenvoudige menschen doet te hoop loopen
om, geiyk laatst en ook thans te
Ommen te willen afweren een denkbeel
dig gevaar als zouden de stoffeiyke belan
gen eener bepaalde kerk in het gedrang
komen.
En nu is dit een verschynsel, dat zich
nog slechts by een politieke verkiezing
openbaart. Doch dit kwaad strekt overal
zyn gryparmen uit.
De Standaard wees er dezer dagen (no.
van 12 Nov.) met kwaiyk ingehouden
spyt op, dat ook op kerkeiyk gebied zoo
veel on kerkeiyk gedoe openbaar wordt.
Wy nemen dit artikel op onder ons
Persoverzicht, en bevelen het zeer ter
ernstige overweging aan.
19 Nov. 1912.
Het concentratie-program der vryzin-
nigen seingever voor te volgen wedloopen
oftewel vergeiykende examens.
Nu toch heeft wel elk der partyeD zich
verklaard voor algemeen stemrecht en
staatspensioneeiing, maar nu zal men
het schouwspel gaan beleven dat de
kiezers gaan onderzoeken wie het verst
gaat in het bploven of het minst weten
wil van beperkingen of tegenwichten.
Op dit runt zal het KoDing Demos
niet hetzelfde zyn of de zich aanmel
dende Kamercandidaat Tydeman of Rood-
huyzen, Drueker of Troelstra heet.
Vooral de Bonden voor Staatspension
neering en voor Vrouwenkiesrecht zullen
zich doen gelden.
Eerstgenoemde begon al.
In Schoterland moeten mr. Limburg
(v.d.) en mr. Mondeis (s.d vergeiykend
examen doen. Te beginnen in Koype
Nomen est omen. De naam is een voor
teeken. Het knypende Knype zal navol
gers krygen. En zoo zal in menige Kneip
die Knypache knyptaktiek worden toe
gepast. En de taaiste de roodste, de
verst gaande brengt er het leven af.
De Standaard schryft
Deze Kerk is wel in de wereld, maar
niet van de wereld, zoekt haar karakter
niet in het aardsche en stofleiyke, maar
in het geestelijke en hemelsche, en noemt
zich heilig, niet om daarmede te belyden,
dat in baar leden geen zonde meer zou
zyn, noch ook dat haar zelve niet vaak
iets zondigs zou aankleven, maar eenig-
ïyk om daarmee uit te drukken, dat ze
haar kracht niet zoekt in wat de wereld
bieden kan, maar in wat veeleer tegen
den aard van het leven der wereld over-
staat.
Zoo de Kerk zynde, moest derhalve
de eeretitel van „kerkeiyk" uitsluitend
toekomen aan datgene wat strekt om
Go de eere en aanbidding toe te brengen,
om den Christus aan te hanaen, voor de
zuiverheid van zyn Evangelie te waken,
zyn Sacramenten heilig te houden, en
het eeuwig heil van verloren zondaren
te bevorderen. „Kerkeiyk* moest iets
zyD, dat niet van de wereld is, maar
alleen zy a kracht vindt en zyn doel zoekt
in wat van Godswege ons geschonden,
van hemelschen oorsprong is, en zich
op geestelyk-heilig gebied beweegt.
Is dit nu zoo, en we verstaan niet dat
ook maar één oprecht geloovig beiyder
van den Christus het weerspreken zou,
hoe teleurstellend doet het dan niet aan,
dat we gedurig, ook in ons land, allerlei
geheel onkerkeiyk gedoe op kerkeiyk ter
ritoir zien plaats grypen.
Zeker, zoolang de Kerk op deze aarde
vertoeft, zal ze ook met stoffelijke aan
gelegenheden In aanraking kunnen ko
men, met gebouwen, met fondsen, met
stichtingen. Tengevolge van het bezit van
deze gebouweD, deze fondsen en stich
tingen, zal ze ook verwikkeld kunnen
worden in rechtsvragen en rechtsgedin
gen. Maar dit alles biyft by de de Kerk
van Christus als geesteiyk heilig insti
tuut zoozeer bijkomstig, dat de apostel
de leden der Kerk zelfs aanspoort, om
toch nooit by den burgeriyken rechter
recht te zoekeD, maar de minste uit de
leden over zoo aardsche aangelegenbeden
te laten besluiten. Wel kan dit tot het
ondergaan van onrecht leiden, maar,
zegt de apostel, het zy zoo, iydt dan lie
ver ongeiyk. De aanraking met 't aardsche
goed of met het wereldsche recht mag
alzoo, Daar luid der Schrift, nimmer
afbreuk doen aan den geestelijken eisch,
dat 't heilige heilig biyve en de eere
Ohristi alle ding beheersche.
Hieruit valt af te leiden, dat de Kerk
verplicht is, krachtig op te treden tegen
al wat in baar midden aan de waarheid
van het Evangelie te kort doet, de waar
heid vervalschen zou, de eere van het
Sacrament zou schenden, onheiligheden
zou gedoogen, en het zieleheil op len
achtergrond zou stellen. En daarentegen,
dat de Kerk, voor deze heiligheden y ve
rend en op dit stuk onverbiddeiyk zyn
de, zoo meegaand en schikkeiyk in het
aardsche en juridieke zou wezen, dat ze
hierover nooit of nimmer stoornis in de
broederiyke liefde gedoogde. Zoolang het
zóó in uw Kerk toegaat, moogt ge dan
roemen, dat op uw kerkeiyk territoir
kerkelijk geleefd wordt.
Juist aan dien regel beantwoordt in-
tusschen' de feiteiyke toestand keer op
keer niet, De Overheid ontzag zich aller
minst om de Kerk en haar existentie te
bemoeiiyken en wereldsche wet op ker
keiyk territoir in te zetten. Na de Synode
van Dordrecht mocht hier te lande door
verbod der Overheid geen landssynode
meer byeenkomen en toen na de Fran-
sche overheersching het Nederlandsche
leven eigen loop hervatte, was een der
eerste daden van het nieuw opgekomen
Koningschap, om reeds in 1815 onze Ge
reformeerde kerken van haar zelfstandig
heid te berooven en op Duitgch-gouverne-
menteele wyze in één genootschap saam
te smelten. En toen voor nu dertig jaren
stryd tegen het modernisme uitbrak,
heeft de rechterlyke macht op de Kerken
van Christus een recht toegepast, dat
geheel streed met haar levensorde.
En hiertoe bepaalde het zich niet. Nau-
weiyks is de Grondwetswyziging aan de
orde gekomen, of in breeden kring waakte
men op, niet om de valsche prediking uit
de Kerk te bannen, niet om de 8acramen
ten tegen schendiDg te verweren, noch
ook om de tucht in zake leer en leven te
oefenen, maar eenigiyk om op te komen
voor zekere historische rechten in zake
kerkeiyke tractementen. En alsof 't nog
niet genoeg ware, zag men in kerken, die
in zake de beiydenis beter wisten door te
tasten, schier geheel op dezelfde wys
actie opkomen, niet om de opleiding der
Dienaren by het Evangelie, maar om ze
by deze of gene School te houden. Geheel
op éen lyn ligt wat men naar aanleiding
van twee benoemingen te Utrecht be
leefde. Ook hierin zag men kerkeiyke be
langen betrokken, en wederom rees ook
op dit punt niet de vraag: hoe zal het
geestelyk-heilig karakter van Christus
Kerk het best bewaard biyven?, maar
eenigiyk, hoe zal de formeele invloed van
myn groep of van uw groep winnen of
terrein verliezen. En daarnaast neemt
ge dan nog telkens allerlei bewegingen
op kleine schaal waar van kleine kerkjes,
die feiteiyk niet aDders bedoelen dan de
positie van dezen of genen, dien ze als
leeraar aanstelden, hoog te houden. Steeds
meer neemt dan ook de verdeeldheid,
toe, en zulks met een verdeeldheid, die
niet in het pleit voor de stem der waar
heid haar roeping vond, maar in 't geiyk
of ongeiyk van de eene macht tegenover
d8 andere. Zelfs op Roomsch erf ontwaart
ge vaak een begin van hetzelfde ver
schynsel. Waar arbeiders van Christe-
ïyken huize samenwerken om een oppo
sitie tegen het Socialisme te voeren, ziet
men den ééoen Bisschop die samenwer
king tegenwerken, terwyi de ander ze be
pleit En zoo ook bespeurt ge telkens onder
ons Protestanten, hoe, waar de hoogste
belangen van land en volk op 't spel staan,
kerkeiyke mannen van invloed zich op-
mafeeD, ntet om voor het geesteiyk-heilige
den strfld aan te binden, maar om op te
komen voor beweerde geldelyke rechten,
zoo nu weer in zake Artikel 171.
Is onkerkeiyk gedoe op kerkeiyk ter
ritoir voor geheel dit, alleiw(gen en van
allen kant zich openbarend, verschynsel,
niet de volkomen juista uitdrukking
Het geestelyke, het heilige houdt op
allesbeheerschend en allesbeslissend mo
tief te zyn. Over het uitbannen van de
schrikkeiykste ketteryen wordt zelfs
geen woord gewisseld. Het afhouden
van ongeloovigen van de Sacramenten
des Heeren wordt nauweiyks als kerke
iyke tucht verstaan. Men leeft onder
alks door en over alles heen. Eq al
puilt dit kwaad op 't éóne stuk van 't
erf sterker uit dan op 't andere, nergens
ontbreekt 't geheel.
Nu is dit zeer zeker reeds op zichzelf
te betreuren, want 't kan ods nationale
leven niet anders dan schaden, zoo de
pols van 't geesteiyk leven zoo zwak
kloppen gaat. Maar te meer nog is het
noodzakeiyk, op dit teleurstellend ver
schynsel te wyzen, met het oog op het
niet aflatend verzet, dat uit de wereldsche
kringen tegen de Kerk van Christus in
gestadige actie is. Om aan die actie met
hoop op goed gevolg weerstand te bieden,
was het zoo broodncodig, dat al wat in
ons land nog voor den Christus roept,
in gesloten gelederen man aan man
stond. En feitelyk toch ziet men telkens,
dat dit onkerkeiyk gedoe op kerkeiyk
territoir veeleer Christeiyke leidersnaar
de vyanden van het Evangelie doet
overhellen en tegen hun eigen broeders
in het harnas jaagt.
Toch vergist ge u, zoo ge meenen
zoudt, dit euvel wel door een vriendeiyk,
woord van compromis te kunnen be
zweren.
Het kwaad waarop we hier stuiten,
is een geestelijk kwaad, dat alleen door
hooger geestelyke actie met tak en wor
tel is uit te roeien. En de vraag is
maar, of deze hoogere geestelyke actie
by het suizen van een zachte koelte zal
ontluiken, dan wel of het den Heere
onzen God believen zal, er ons eerst
door nieuwe onderdrukking toe te ver
wekken.
Wat nu? Zou de stryd nu toch nog
niet spoedig ten einde zyn
Deze vraag komt aanstonds by ons
op, wanneer wy de telegrammen van
gisteren lezen. De Bulgaren, zoo dicht
tot hun doel genaderd, hebben leeiyke
klappen gehad. Dat valt niet te ontkennen.
Na hevige schermutselingen zyn ze
teruggetrokken met een verliet van
honderden, om niet te spreken van dui
zenden. Niettegenstaande zy tot op zoo
korten afstand van de poorten der hoofd
stad verwyderd waren, en het kanon
gebulder zich daar reeds liet hooren.
Over de geheele lyn moeten de Turken
de overwinning behaald hebbeD. Wy
schryven „moeten", want het bericht
komt uit Turkscbe bron, dus het wordt
niet dan onder eenig voorbehoud mede
gedeeld.
Het was een stryd op leven en dood,
van de zyde der Turken als 't ware een
laatste verwoede poging, terwyi de Bul
garen met de bekende groote dapperheid
streden, onversaagd als zy zich immer
toonden.
Mogen wy particulieren berichten ge-
looveD, dan verloren de laatsten niet
minder dan 8600 gevangenen, terwyi de
Turken 40 Boigaarsche kanonnen ver-
oveiden. De tegenspraak doet echter
hieraan weer twyfelen.
Voor Adrianopel staat het er voor de
Bulgaren nog niet rooskleurig voor. Het
beleg komt zeer duur te staan. Met vele
moeiiykheden valt er te kampen. Toch
kunnen de Bulgaren zeker van hun zaak
zyn. 't Is slechts een kwestie van tyd.
Na een zeer hevigen stryd is Monastic
ingenomen. Vyfig duizend man en drie
pasja's, aldus lezen wy in de N. B. C.,
hebben zich overgegeven. De Turksche