No. 42 1912 Maandag 18 November 27e Jaargang NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. HISTORISCH CHRISTELIJK- De Balkan-Oorlog. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN SINMNLAHD- IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel meer 10 cent 18 Nov. 1912. Oandidaten voor Ommen zijn Bichon v. IJsselmonde en v. d. Vegte. Eerstgenoem de is de ne8f en erfgenaam van wijlen mr. M. Bichon van IJsselmonde, den rijken en milddadigen grondbezitter, vriend van Groen van Prinsterer en diens opvolger als voorzitter van de Vereeniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs, een van de eerste antirevolutionairen die, een halve eeuw geleden, een zetel mocht veroveren in de Tweede Kamer, en wel voor het kiesdistrict Dordt, doch dien zetel weer moest missen, nadat onder het liberale kabinet-Thorbecke bij de verknip ping der kiesdistricten, en natuurlek in liberalen zin, het antirevolutionaire Goe- ree en Overflakkee van Dordt was afgeno men en bij Zierikzee gevoegd, waardoor dit laatste district toch liberaal kon blijven en Dordrecht voor goed liberaal werd. Later heeft Bichon nog eenigen tijd tegelijk met dr. Kuyper en na dr. Kuypers ontslag nog verscheidene jaren tegelijk met den liberaal mr. Patyn zitting gehad voor het district Gouda. In den school strijd stond Bichon met Groen, later met v. Loon en nog later met A. Mackay en jhr. J. L. de Jonge in de voorste gelederen. Menig schoolbestuur herinnert zich nog zijne groote vrijgevigheid voor Christe lijke scholen. Van dezen antirevolutionair isdeOm- meDsche candidaaf geroepen de traditie voort te zetten. Jammer dat wij hem nu tegenover ods moeten vinden, gesteund naar te denken is door al wat Links staat, om den zetel van Groens opvolger, dr. Kuyper, ons te betwisten. Evenals mr. A. Mackay, die bedankte, heeft ook deze tweede candidaat een naam op te houden. Mr. Aeneas Mackay van Op- hemert, de trouwe medestrijder van Groen van Prinsterer, een der eerste antirevolu tionaire Kamerleden, voor Arnhem, in de jaren tusschen 1850 en 1860, heeft tot aan zyn dood pal gestaan voor de eere Gods diens neef mr. Aeneas Mackay, heeft eveneens als Kamerlid en Minister, en na 1894, het jaar van den bekenden uittocht, zoo dicht mogelijk gebleven naast de antirevolutionaire partij, met mannenmoed den strijd voor onze vrij heden en het goed recht onzer beginselen gevoerd, en van dezen laatste was nu de voorlaatste Ommensche candidaat weer een neef. Zoo wordt dan nu het gevoel tot twee malen toe pijnlijk aangedaan, geiyk elke broedertwist, ook op politiek gebied, waar bij de vijand schaterlacht of in stilte de handen wry ft, hetwelk een smet werpt op onb vaandel. Zoowel de naam van Mackay als van Bichon roept herinneringen wakker aan het tfldperk der liberale alleenheerschap pij, waarvan De Standaard zoo terecht verklaart„Nederland was toen een bur gerstaat met een uiteist beperkt tal van kiezers." Die kiezers waren zóó gekozen en hun districten zóó geknipt, dat wei- bezien alleen de liberale Staatsburgers meetelden. En al de overigen mochten ja nog op de nationale erve blijven hui zen, in de belasting mee betalen en als soldaat dienen, maar in politieken rechte vormden ze al te zaam niets dan een bende heloten, een soort bijwoners, stam- gebroed van lager orde, aan 't echt na tionale stamhuis vreemd. Da Tweede Kamer heeft, bi) een stem ming, waarbij de Christelijk Historischen zich bjj de obstructionneerende (dat wil zeggen dé zaken tegenhoudende) opposi tie aansloten, uitgemaakt dat geen twee avonden per week meer kunnen worden gewijd aan de behandeling van het wets ontwerp Invaliditeits- en Ouderdomsver- zekering. Besloten werd om over te gaan tot de Indische Begrooting, en dan te beginnen met de S aatsbegrooting. Een voorstel van den heer Lohman om althans nog één avondje aan genoemd ontwerp te besteden, viel eveneens, dank zij 't verzet van enkele antirevolutionai ren, die voor dit „eene avondje in de week" niet zooveel voelden. Toch zouden wij het maar aanvaard hebben, onder protest tegen het malle bedrijf om de oppositie de volle maat nog met een kop er op toe te meten. Het nu gevallen besluit toch betee- kent, zoo wij wél zien, een terzijdestel ling voor goed van het «ontwerp"een niet-eervol levend begraven van Talma's kindeke, zij het ook voorloopig nog met het hoofdje boven de aarde, doch met kans om bij dezen winterslaap in de open lucht het leven er bij in te schieten. En dan volgt, naar de moordenaars van links hopen, de definitieve begrafenis van de doode als blijeindend slot van de heele tragedie. Rechts heeft zich tot hiertoe goed gehouden, me le op Lohmans heroïeke woord en voorbeeld. Doch met het nu genomen besluit verzwakte zij haar positie en deed Links een heelen sprong vooruit. De pluimpjes in de liberale pers voor den heer Lohman en op een na gansch zijn partij leveren mede het be wijs hiervan. En zegt men nu, ja maai, stuurman aan den wal, dan komen voor Nieuwe- jaar de begrootingen niet klaar, dan antwoorden wij met de vraag of men dan denkt dat die nu wel klaar zullen komenen of wij van de liberaal-socia listische saamspanning, met 1918 in 't zicht en de vjjfweeksche, om niet te zeggen vijfjaarache obstructie achter ons, iets anders mogen verwachten. In sommige bladen circuleert een be richt, dat kant noch wal raakt. De drie Reehtsche partijen in het kies district Goes zouden zich verbonden hebben om, wanneer de heer Lohman voor goed wenscht af te treden, candi daat te stellen in Goes den heer ds. Hogerzeil, van Vlissingen. Onnoodig te zeggen dar dit bericht juist is op den gamchen inhoud na. Immers voor zoover ons bekend, stelt jie heer Lohman zich in 1913, by leven en welzyn, weer beschikbaaren wordt by, indien de samensprekingen tusschen de Hoofdbesturen slagen en de Centrale's der drie partyen in Goes zich met de afspraken van de Leiders vereenigen, weer candidaat gesteld. En zoo de heer Lohman wel voor goed mocht aftreden, danstaat het nog heelemaal niet vast, wat er dan zal gebeuren. Het is nog zoo ver niet. Het is voor de drie vryzinnige, lees „liberale" of liberalistische partyen Zater dag een mooie dag geweest. Haar concentratie-program is aange nomen, met algemeene stemmen, door de vryzinnig-democraten onder donderend applaus, door de vry-llberalen onder aan houdend applaus, door de unie-liberalen onder daverend applaus. Zoo staat het letteriyk in de verslagen van Het Handelsblad, en in de andere bladen zal 't ook wel zoo luiden. Meesterlijk hebben de drie verslagge vers de Haagsche, de Amsterdamsche, de Utrechtsche, in deze drie woorden, zonder van elkaar af te weten, d8n climax aangegeven, waarmee dit program, de reddende engel voor de ingezonken, jam- meriyk verdeelde, eens zoo machtige, toongevende liberale party is tegemoet- gezien en begroet. Er ligt een tempover schil in deze woordenkeus, waardoor de beteekenis en de krachtoefening der drie meedoende partygroepen alleraardigst wordt getypeerd. Aanhoudend heet bet applaus dervry- liberalen daverend dat van de unionis ten; DONDEREND dat van de vryzin nig-democraten 1 „Aanhoudend" handklapte de zwakke hand van den oud-liberaal, als wilde hy door dit aanhouden het gemis aan dave rend effect vergoeden. Dat het zoo „daverde" klonk de toe juiching van den unionist, uit wiens slimme brein dit program was voort gekomen, wanneer men tenminste ver onderstellen mag dat de Joabshand die den presidialen hamer hanteerde, van mr. Goeman Borgesius, in deze zake was. Maar „donderen" deed het, toen de vryzinnig democraat den mond opende, want schoon kleiner in getal dan zyn vader, kan hij veel grootèr keel opzet ten dan deze, zyn optreden maakt meer geruisch. Waar het luisteren en schui felen van dezen aan het optreden van een Goe(d) man doet denken, daar doet het spreken van gene aan als een SDy- dend zwaard. Men leze maar de ope ningswoorden van de drie voorzitters. Tot zelfs in de namen van de sprekers die na de geestdriftige bezegeling van deD zoen de respectieve voorzitters be dankten, ligt iets typeerends. In de vry Liberale vergadering was nog een opposant het Kamerlid v. Karnebeek die den ingeslagen korten weg van ovei alle bezwaren tegen staats- pensioneering en algemeen kiesrecht heen voor den langen weg van afwachten en geleideiyk overgaan wilde ruilen. Hy werd door den voorzitter in vriendschap- peiyke bewoordingen afgemaakt. De man die onder applaus den voorzitter Tydeman, ook al zoo'n veelzeggende naam t bedankte, was professor Rorteweg. In de Unie-Liberale vergadering, waar volgens het zeggen van den man die hem bedankte des voorzitters openings woord electriseerendgewerkt had op de vergadering, den moed er in gebracht had, was het mr. Vaillant, die onder langdurig applaus den voorzitter deze hulde bracht. En eindeiyk was het in de vryzinnig democratische vergadering de heer Van Sorge die onder luid applaus den voor zitter dankte. Of dit luid applaus ook beteekende dat men by de beklinking van het accoord met de oude tegen standers een actie vrij van „sorge" te gemoet ging? Doch scherts ter zyde. Hopen wy op deze inderdaad belang- ryke gebeurtenissen nader terug te ko- meD, laten wy en nu zonder scherts uit bovengenoemd verslag het vol gende overnemen. Het heeft Zaterdag plaats gevonden in de vergadering van den vrijzinnig democratischen bond. „Na de aanneming van het concen tratieprogram deed zich een vermakeiyk incident voor. Een personeel lid, die herv haaldeiyk het woord had gevraagd op het oogenblik dat de voorzitter het vooiv stel in stemming wilde brengen, kreeg vervolgens het woord, vry verontwaar digd over de weigeriüg van den voorzitter hem het woord te geven. Het bleek toen dat hy had willen voorstellen over de zaak een referendum ,te houden omdat hy dit democratischer achtte. Spr. gaf toe dat dit thans weinig doel meer had, doch zou alsnog een referendum daar- cver wenschen omdat anders alleen de afdeelingen omtrent de zaak beslissen. De voorzitter, ofschoon dit geheel over bodig achtend, bracht dit voorstel in stemming. Met algemeene stemmen werd dit voorstel verworpen. De voorzitter wees het bedoelde per soneel lid er vervolgens op, dat hy eerst gisteren telegrafisch zich als lid had opgegeven. Het bedoeld lid vroeg vervolgens den president of door de concentratie niet de domper wordt gezet op het enthou siasme van het Nederlandschf volk. De president: Door de aanneming van dit voorstel na mondelinge voorbereiding in alle afdeelingen en besprekingen is er het beste antwoord op gegeven. Het bedoelde lid schreeuwde vervol; gens: het schynt dat de vergadering bevangen is door een concentratiedeli rium. Ik constateer dat hier de demo ertie wordt vermoord. Ik bedenk als lid van den Vryzinnig Democratischen Bond (Daverend gelach en gejoel. Geroep: de vent is niet snik! Heeft hy zyn contri butie wel betaald Tot zoover het incident. Niet waar? wat heeft zoo'n „vent* ook de zoo aandoeniyfe bezongen «een heid" te verstorenEn dan welk een opvatting van het vrye woord houdt hy er op na, om het te durven oneens zyn met vryzinnigen en democraten 1 Zaterdag werden de berichten van doorbraak van de Tzjataldsja-linie en hevige gevechten nog gedementeerd, doch de jongste mededeelingen wyzen er op, dat het toch ernst is. Zoo ernstig zelfs, dat beweerd wordt, dat de Turken zich reeds tot op minder dan 12 K.M. van Konstantinopel teruggetrokken hebben. Op verschillende heuvels b(j Konstanti nopel is sinds Zaterdagmorgen kanon- gevuur gehoord uit de richting van de krygslinie. Men kon evenwel niet te weten komen, wat het resultaat was van dat treffen. De Turksche vloot gaat nu ook een rol spelen in de verdediging van Kon stantinopel. Zaterdag zyn de oorlogssche pen voortdurend bezig geweest met het beschieten van Bulgaarsche' afdeelingen aan de kust van Marmora. Het kan wel niet anders, of de stryd moet daar gauw een beslissende wending nemen. Zoo dicht by de hoofdstad. Bovendien maakt de cholera-epidemie, die met groote snelh9id toeneemt, oen spoedigen afloop by na noodzakelyk. Want de ellende daardoor teweeggebracht is niet te beschryven. Een aantal ïyders te Konstantinopel zyn thans in de Aya Sophia ondergebracht, zoodat de vei heven tempel tot een ziekenbarak is verlaagd. Rondom de moskee is door gewapenden een cordon getrokken. Vooi Adrianopel schynt het niet geheel naar wensch te gaan. De toestand aldaar moet aanzieniyk ten nadeele van de Bulgaren veranderd zijn, aldus een Duitsch oorlogscorrespondent. Het oorspronkeiyk plan, dat zeer juist gezien was om d9n hoofdaanval tegen het Zuideiyk front te richten, is onuit voerbaar gebleken.an hetZuideiyk front zyn de forten het zwakst, en ten deele verwaarloosd en zy liggen het dichtst by de stad, daar had men met één aanval de vesting stelling spoedig ten val kun nen brengen. Het legerbestuur had er zeker op gerekend, maar twee overstroo mingen hebben het plan verydeld. De eerste oversfcrooming duurde slechts kort eu toonde slechts htt bedenkeiyke van de onderneming aan. Na eenige dagen van strenge koude werd het weer zo- mersch warm. Den lOden November ont stond als gevolg daarvan een nieuwe overstrooming. Het water bereikte de kruinen van de boomen aan de oevers van de Maritsa, zette de noodbruggen die de Bulgaarsche pontonniers aangelegd hadden, onder water en maakte de heele oevers tot een moeras. Ook thans nog bemoeiiykt de overstrooming het verkeer tusschen den Noordelyken en den Zui- deiyken oever. De Bulgarec, die door deze overstroo- miDg geleerd hebbeu, hebben hunne troe pen tot een veel mo8iiyker aanval naar het Westeiyk front verplaatst. In het Bulgaarsche volk heeft niet alleen het uitblijven van een bericht van de inneming van Adrianopel, maar ook het uitstellen van de beslissingen voor Konstantinopel gedruktheid veroorzaakt. Dit is te begiypen, waar wy in aan merking nemen, hoe gauw de overwin- ningsberichten elkander in het begin van den oorlog opvolgden. We zoeken dan nu ook vergeefs naar een verklaring voor deze oogen blikken van pauze. Over den toestand in Saloniki doen ver schillende verhalen de ronde. Een feit is het, dat de- stad zich thans in ge meenschappelijk bezit van de drie ver bonden legers is. Op de vestiDg waaien de vlaggen van alle bondgenooten. Vol gens mededeelingen van reizigers, die uit Saloniki kwamen, speelden zich by den val van Saloniki schandeiyke too- neelen af. Turksche officieren moeten de Grieken toegejuicht hebben en den Turk- schen soldaten hebben verzocht hun ge weren voor vyf piasters te verkoopen. De inneming van Kawalla daarentegen geschiedde na een woedenden stiyd, waar- by de Turken zich drpper tegen de over macht verdedigden. Bulgaarsche heldendaden. Een oogge tuige vertelt in de Röln. Ztg. van een voorval, dat een licht werpt op de dap- peiheid van de Bulgaarsche soldaten. Het was in het gevecht by Joeroesj, westeiyk van Adrianopel, waar de Turken een stelling bezet hielden. De regen had den bodem doorweekt en ds Bulgaren konden met hun sandalen niet goed de gladde helling beklimmen. Toen riep de aanvoerder van de compagnieSchoe nen uitbarrevoets gaat beterDe sol daten wierpen zieh neer, maakten de riemen los, trokken onder het vyandeiyk vuur rustig de schoenen uit en snelden toen hun officieren na. De stelling werd den Turken ontnomen. Daarna trokken de overbiy venden hun sandalen weer aan en brachten de san dalen welker eigenaar was omgekomen, terug. Een ander teekenend staaltje is dit: Een Bulgaar woonde te Kazan in Rusland. Daar ontving hy den oproep zich naar zyn regiment te begeven. Zyn Russische vrienden vergezelden hem met. heilwen- scher> tot aan het station. Te Stara Zagora vond de Bulgaar zyn regiment reeds vertrokken. Men deelde hem by het aanvullingsbataljon in en gaf hem recruten te drillen. De Bulgaar zat in de vrye uren te peinzen, plotseling rende hy naar den bataljons-comman dant: „Ik kan niet blyven, ik loopweg, wat zouden myn Russische vrienden zeggen, wanneer zy hoorden, dat ik aan den oorlog niet heb deelgenomen Ik moet verder naar myn regiment". En men liet hem met de eerste nieuwe troepen zending vertrekken. Nog een ander staaltjeNaar Mustafa Pasja zyn de vorige week vele gryze Bulgaren met hun kleinzoons aan de hand vertrokken. Zy zoeken hun zonen en vaders Men staat het hun toe. Naar een bataljon der divisie van Stara Zagora kwam een grysaard alleen: „Ik heb slechts één zoon", zeide hy. „Ik wil by hem bljjven. Valt hy, dan is ook myn leven niets meer, ik wil met hem leven of sterven. Is kan schieten, geef my een geweer". En men heeft hem een geweer gegeven en de oude strijdt naast zyn zoon. Nieuwe Crt. Baron Mackay. De heer M. Mackay heeft aan den gemeenteraad van 's-G ra ven bage meegedeeld, dat bijzondere om standigheden hem bewegen, thans zyn ontslag te nemen als lid van den raad. „Al ga ik hiertoe vry willig over", zoo schryft de heer Mackay, „zoo mag ik u toch niet verhelen, dat ik met groot leedwezen eene betrekking neerleg, die my allengs lief was geworden-" N. E. C. Volks Spaar- en Voorschotbank. In beginsel is verleden week besloten tot de oprichting van een Volks Spaar- en Voorschotbank in Nederland, om te wer ken in het belang van de christeiyke arbeiders en arbeidersbeweging. De te Amsterdam gehouden vergadering, waar in een en ander besloten werd, werd geleid door ds. H. C. Hogerzeil van Vlis singen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1912 | | pagina 1