No. 34 1912
Vrijdag 8 November
27e Jaargang.
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
De vrijzinnige concentratie.
Staten-Generaal.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed.
S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
mm
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Bij dit nummer behoort een Bijblad.
TWEEDE KAMER.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1.25
Enkele nummers0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
■ii i j.Pi
EN
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel
meer 10 cent.
Wjj drukten in een vorig nummer het
manifest af, door de vrijzinnige bestuurs-
afgevaardigden aan de vrijzinnige kiesver-
eenigingen verzondeD, hetwelk het pro
gram bevat, waarop zij in 1913 tegen de
rechtsche meerderheid zullen optrekken.
Den 16 November a.s. zal de groote zosn
getroffen worden. W|j meldden het reeds
dat de vrij-Liberalen in het conserva
tieve Utrecht de Unie-liberalen in het
van ouds oppermachtig liberale Amster
dam, en de vrijzinnig-democraten in het
allengs tot rood verkleurende Den Haag
zullen vergaderen. Den uitslag kan men
op duim en vingers narekenen. Het pro
gram zal er als vet doorgaan, dank zij
de leep verzonnen inleidiLg of aanloop,
waarin de opstellers de lezers in hun
zwak aantasten. Zjj toch doen een be
roep op hun gemeenschappelijken af
schuw voor de rechtsche meerderheid,
op het allen saambindend anticlerica
li8me. De antithese. Dan wordt gewezen
op de treurige omstandigheden waar
onder »wjj" levenbedreigde bedrjjfs-
vrijheid, geknotte vrijhandel, vermeer
derde ambtenaarsinvloed, belemmerde
vlucht der vrouwenbewegingvolksdom-
men<i volksonderwijsten doode nijgende
openbare schooloppermachtige christe
lijke secten 1 tirannisch gewijzigd Kamer
reglement! 't is verschrikkelijk als
men het zoo leest. Het is alleen maar
schier onbegrijpelijk dat de heeren bij de
eerste voorlezing van d*t alles hunne
tranen hebben kunnen inhouden.
Maar dr. Schaepman heeft het al
gezegdwanneer bet naar de verkiezin
gen toe gaat, overdrijft men wel eens
een weinig Daarom rekenen wij het dezen
hoofdbesturen niet te zeer aan, dat de
kleuren op hun palet wat donker zijn.
W(j gaan dan ook al die zware ver
zuchtingen voorbij, misschien blijkt la
ter het geschut minder grof daü be
doeld was.
Gaan wij liever over tot de conclu
deering (de basluittrekking) van het
rapport. Dit besluit klinkt, begrijpelijker
wijs, vernietigend voor de rechtsche
partjjen. Een tiental beschuldigingen aan
haar adres wettigen dit. Maar nu is 't
eigenaardig dat in den aaD hef ook wordt
aangespoord tot samenspanning tegen
het socialisme, dat „de grondslagen der
hedendaagsche maatschappij onder
mijnt" en toch wordt op de hoofdpunten
het program van de sociaaldemocraten
overgenomentrouwens tegen dezen
hebben de heeren geen tien grieven
doch slechts dit eene „kleintje», als ver
scholen tusschen de groote woorden
welke den aanhef vormen. Niet op de
rooden, alleen op de „clericalen" giet
het .vrijzinnige manifest de fiolen van
zijn toorn uit. Men mag derhalve vast
stellen dat dit manifest uit politieke
overwegingen geboren is; de politiek
zit er dik op en in
Is dit het dubbelhartige in dit mani
fest dat stuit, niet minder mag geklaagd
over het twee- of meerslachtige hetwelk
het kenmerkt.
Elk der samenstellende deelen krijgt
er zijn beurt. De vrjj Liberalen moeten
worden gewonnen met de op re .•hts ge
legde beschuldiging dat zij «niet streeft
naar ontwikkeling van eigen werkzaam
heid van eigen arbeiders en werkgevers,
Doch naar aansluiting bij het goede dat
uit de vrije maatschappij is opgekomen
6e vrijzinnig-democraten met de aan
prijzing van volstrekt algemeen stem
recht zonder eenig tegenwichten bo
ven dit alles wordt de machtigste der'
drie partijen de plaats gegeven welke
haar toekomt, ook in den toon van dit
stuk; maar hat verliest zich op meer
dan een punt, volgens de gewoonte, de
Liberale Unie eigen, in vaagheden en
Algemeenheden. Sn boven het geheel
zweeft de roep van de openbare school
„waar ieders gevoelen wordt geëerbie
digd".
Het manifest is ook op dit punt een
meesterstuk
En wat nu voorts het program zelf
aangaat, waarover Links het nu eens
werd, wjj hebben er 't onze al van ge
zegd. Het is de vrucht van een com
promis, een overeenkomst, waarbij elk
der partijen iets heeft laten vallen, doch
de vrij Liberale het meesten allen in
de richting van het socialisme den voet
zetten. Het vlugst zal wel de vrijzinnig
democraat op stap gaande unionist
zal met flinken pas achteraan komen,
en de vrij Liberaal zal wel met lang-
zamen tred, doch in ieder .geval in de
goede richting, volgen.
Bet gaat aan op algemeen kiesrecht
en staatspensioneering, zij het ook dit
ter geruststelling van weifelende „brana-
kastbezitters"met aanvullende ge
subsidieerde vrijwillige verzekering. Alsof
staatspensioneering niet, eens ingevoerd,
zichzelf baan breekt door alle schuttin
gen heen, om ten slotte elke vrijwillige
verzekering weg te zuigen of tot zich te
trekken. Wat bij de aanvaarding van dit
programma door de vrijzinnig democra
ten tegenstanders in dat corps van Staats
pensioneering, als Bos en Treub en Mar-
chant doen zullen, mag ons koud laten.
Daar zal wel wat op gevonden worden.
Maar hoe de vrij liberalen met algemeen
stemrecht genoegen kunnen nemen, na
de pertinente verzekering van hun leider,
mr. Tydeman, dat zij tot aan dit station
niet meegaan, is wel het meest onbegrij
pelijk van al. Of meenen zij, met hun
hoofdorgaan uit Den Haag, dat door even
redige vertegenwoordiging hun bezwaar
tegen de democratie en het allemans-
stemrecht wordt ondervangen
Bij iedere kiesrechtuitbreiding toch was
de uitkomst slecht voor het liberalisme,
en vooral voor het conservatieve deel
daarvan. Nu reeds is de vrij liberale partij
in de Tweede Kamer tot een viertal ge
slonken, waarvan de grootste helft zitting
heeft bij de gratie der andere vrijzinnige
groepen. Zou men aan die z^de niet wil
len gelooven dat, bij inwerkiDg treding
van dit program de vrij liberale partij
heelemaal zal verdwijnen?
Doch, g'djjk gezegi het gaat tegen het
C-l-e-r-i-c-a-l-i-s-m-e. En daarbij is alles
mogelijk. De heeren willen met geweld
in het „regeeringskasteel», terug naar
het oude, geliefde „laatje".
En dat doet veel over het hoofd zien.
Daarbij komt onze Rotterdammer
herinnerde er dezer dagen terecht aan
zy hebben den zegen van den nran
met de zweep, of, wil men, den man op
de treeplank, den man die derhalve elk
oogenblik wanneer „de vier" niet hard
genoeg rjjdt, gereed staat, den voerman
de leidsels uit de handen te nemen en
de zweep er over te leggen.
Den zegen van mr. TroelBtra, die in
de Tweecse Kamer nog onlangs sprak
«Wanneer gij, aan den anderen kant,
inziet dat het noodig is om welke
reden, dat moet. g(j weten, hi tzij wegens
de politieke situatie, om het regeerings
kasteel eenige jaren in handen te kt jjgen
dat gij gaat werken voor algemeen
kiesrecht op een wjjze die hierherbaalde
malen is uiteengezet en die door ons kan
worden aanvaard, en als gjj daaraan
verbindt een voorloopige regeling van
het staatspensioen, dan ben ik er zeker
van, dat een eventueele overwinning
van de linkerzijde bij de stembus van
1913 voor de Nederlandsche arbeiders
klasse meer gewenschtis dan een even
tueele hernieuwde overwinning der rech
terzijde."
Hetgeen zooveel zeggen wil als: gij
moogt contracteeren naar hartelust, maar
de stille vennoot ben Ik.
8 Nov. 1912"
Het concentratie-program van de vrij
zinnigen schijnt toch niet zoo'n hechte
vereeniging te zullen bewerkstelligen
als sommigen jhopen of verwachten. Dit
is alleen mogelijk, wanneer men een
voudig besluit er over te zwijgen, en
wie het er niet mee eens is, dit vooral
niet laat merken.
Op 't oogenblik is er dan ook ten
gevolge daarvan nog groote vewarring.
De vrij-liberale Nieuwe Rott.Crt., gevraagd
of dit concentratieprogram nu ook het
regeeringsprogram zal woidec, had ont
kennend geantwoord. Doch de unielibe-
rale Vaderlander (hoofdred. Roodhuizen),
misschien wel de hartstochtelijks te ver
dediger van 't program, antwoordde be
vestigend.
Een tweede vraag is, ook al is 't
progiam niet anders dan een loos mid
deltje tot kiezersvangst, of allen 't met
den inhoud eens zijn. Ik tenminste niet,
merkte professor Treub dezer dagen in
de Tweede Kamer op.
Ronduit sprak deze eerlijke vrijzinnig-
democraat het uit dat hij zicb by elk
I unt van dit program niet behoeft neer
te leggen, en dat dit geldt voor elk der
drie groepen.
Zoo wordt nu reeds gesproken en ge
schreven. Vrage wat zal het dan wel z|jn
wanneer met zulk een program straks
de vrijzinnigen eens meerderheid moch
ten worden en alzoo mede verantwoor
delijk voor de uitvoering
#-*
Een ongeschikt leider.
De man die in het district Ommen van
christelijk-historische zijde de leiding had
en naar baron Mackay in een „verkla
ring" meedeelt dezen candidaat er in
liet loopen, is de heer v. Dorland, stations
chef te Nij verdal, vroeger teMedemblik,
vanwaar men nog een min aangename
herinnering omtrent 's mans betrouwbaar
heid aaD De Standaard te melden wist.
De heer J. H. Kramer aldaar toch schrijft
De heer H. van Dorland was eenigen
jaren geleden stationschef teMedemblik
en als zoodanig kiezer voor het Kamer
district Enkbuizen.
De treurige rol die genoemde heer bi)
de algem. verkiezingen in 1909 in dit
district heeft gespeeld, moet, nu hij weer
den moed heeft om als pleitbezorger voor
de Chr. Hist, belangen, en vooral voor
die der Ned. Herv. Kerk, op te treden,
wel even in het licht worden gesteld.
Na in de verkiezingsdagen In 1909 eerst
met ons te hebben geijverd voor den
candidatuur Oosterbaan, is hij op deD dag
der stemming 's morgens bij eenige vrien
den van heu), leden der Ned. Herv. Kerk
aangeloopen en heeft hen bewogen te
stemmen op den heer Borgesius, want,
bij zou van de Chr. Hist, uit den Haag
z.g. een telegram hebben ontvangen, welk
telegram, tusscben 2 haakjes, echter Dooit
te voorschijn is gekomen.
Deze kiezers geheel te goeder trouw,
volgden zijn raad op en hebben dan ook
werkelijk op den heer Borgesius bun stem
uitgebracht, wat echter niet kon verhin
deren, dat de heer Oosterbaan werd ge
kozen.
's Avonds tegen dat de uitslag bekend
zou wordeD, bewoog de heer van Dor
land zich zeer zenuwachtig onder onze
geestverwanten, want, zooals het in een
plaatsje als het onze gaat, vermoedde
hij wel dat zijn handelwijze zou uitko
men, hetgeen den volgenden morgen
ook werkelijk gebeurde.
Wat echter een treurig licht op 's mans
karakter werpt, is zeker wel het feit,
dat hjj, wetende door zjjn handelwijze
de verkiezing van den heer Oosterbaan
in gevaar te hebben gebracht, nog den
treurigen moed bezat, den heer Ooster
baan 's.avonds na den uitslag een tele
gram van gelukwensch te zenden.
Dit, manheer de Redacteur, was toch
zeker wel het toppunt van onbeschaamd
heid en dat het bovenstaande op waar
heid is gegrond kan blijken uit het feit,
dat h)j eenige dagen later, na in bet
nauw te zjjn gedreven, openlijk zijn
mm
handelwijze tegenover den voorzitter
onzer en die der R, Kathol, kiesvereeni-
ging bekende.
Wjj kunnen noch den heer Mackay,
noch de Ned. Herv. Kerk met een derge
lijk pleitbezorger gelukwenschen, en de
Chr. Hist, kiezers in het district Ommen
mogen wel toezien aan wien zij hunne
belangen toevertrouwen.
Het is Zonde en jammer, mag men,
dit lezende, wel zeggen, dat een zoodanig
eeD man de leiding der verkiezing in
Ommen en het persoonlijk overleg met
mr. Verkouteren is opgedragen geweest.
En dan een stationschef die zó»
maar een da® uit zijn dienst kon.
Medicijnmeester
Professor Kernkamp heeft de benoeming
van professor De Savornin Lohman ge
laakt als een partijbenoemiDg, op grond
van het proefschrift van aezsn rechtsge
leerde, hetwelk, altijd volgens professor
K., dezen rechtsgeleerde stempelt tot een
heftig partijman.
De onjuistheid der bewering is aange
toond.
Maar zou in denzelfden zin professor
Keinkamp zeiven niet een minder begeer
lijk partjj man zjjn?
Den 80 Januari 1906 beeft prof. Kern
kamp te Zutphen een rede gehouden voor
de vrijzinnig democratische kiesvereni
ging.
Mogen wjj de toen uitgebrachte versla
gen voor juist houden, dan heeft Z.H.Gel.
aan het slot van zjjna beschouwing over
Oranje en democratie onder meer opge
merkt, dat z|J, de vrijzinnig democraten,
in beginsel republikeinsch zjjnevenwel
tegenover het Oranjehuis achten zjj oppo
sitie niet noodig.
Het koningschap, aldus prof. Kernkamp,
is na 1848 geworden een post van vertrou
wen, opgedragen door 't volk en als zoo
danig is zij door de laatste Oranje's goed
uitgeoefend.
Bjj meer zeggenschap van de Kroon
echter betwijfelde hij of de OraDje's dan
wel voor hunne taak berekend zouden zijn
geweest.
Wanneer er in de toekomst een nieuw,
een vreemd geslacht recht op den troon
mocht krjjgen, kwam het Spr. wenscheljjk
voor, het volk uitspraak te laten doen, of
het niet liever de republiek wenscht.
In de veronderstelling dat dit alzoo
gezegd is, wagen wjj het te vragen of
dit nu beschouwingen zjjo die men van
een professor mag verwachten. Het ko
ningschap maar een post van vertrouwen!
Het is mogelijk dat hier niet de professor
maar de vrijzinnig-democraat spreekt.
Wij hoorden nimmer dat het dezen
hoogleeraar kwalijk genomen is dat bij
dergelijke vrijzinnige gevoelens etaleerde.
Maar nu hjj zijn aanstaanden collega,
wiens beschouwingen Ijjnrecht tegen de
zijne overstaan, party ligheid verwijt,
schijnt ons deze herinnering van 30
Januari 1906 niet overbodig.
En des te hartelijker verblijdt het ons
dat de Utrechtsche hoogeschool thans
een professor kijjgt, die gevormd is in
de school van Stahl en Groen van Prin-
sterer. Dat geeft kans op tegengif.
Dé spuigaten uit.
De lezer die geregeld onze Kamerover
zichten volgt, heeft allicht versteld ge
staan, dat de linksche Kamerleden, van
Tydeman tot Troelstra, zoo maar van
week tot week bezig zijn den nationalen
tijd zoek te praten.
Wanneer dit nu nietje reinste obstruc
tie is, dan weten wij het niet.
Meer dan twee en een halve eeuw duur
den de algemeens beschouwingen en nu
reeds een week is men aan de replieken
bezig, dat zijn de „korte" redevoeringen
die nog gehoudeD worden na de rede van
den minister. .Eenmaal zelfs maakte een
der opponenten gebrujk van de afwezig
heid der helft plus een, om een motie tot
uitstel der beraadslagingen voor te stellen,
zoodat de zitting moest worden verdaagd.
En dan klagen de Tydemans en Borge-
siussen nog van „afjakkeren".
Zoo wordt aan Links de maat vol ge
meten.
Maar op die wijze bereiken de heeren
hun doel en krijgen de arbeideis nog geen
pensioen.
Dat zijn me nou je arbeidersvrienden
Laten wij 't den arbeiders in 1913
secuur aan bet verstand brengen.
Het was alweer Duijs we worden
er werkelijk duizelig van die gisteren
de hoogste toon voerde in de Kamer.
Gelukkig echter bracht de dag van gister
ook Dog wat beters. De heer De Savor
nin Lohman moest zich nog tegen eenige
verwijten verdedigen. Spreker toonde aaD,
dat noch een der ministers, noch een
der kamerleden, noch personen in, Doch
personen buiten de Kamer, invloed op
hem hebben uitgeoefend om hem van
meening te doen veranderen. Spr. heeft
in de Kamer steeds een zelfstandig stand
punt ingenomen.
Spreker is overtuigd geworden, dat de
invaliditeitsverzekering van het hoogste
belang is en dat vooral voor de arbeiders
aan deze verzekering die voor den ouder
dom gekoppeld moet worden. De heer
Lohman, we weten het, is nu niet juist
zoo'n vurig voorstander van de wet-
Talma, doch hy aarzelde niet het uit te
spreken, dat hjj de invoering var. het
staatspensioen als een «ontzettenderamp»
zou beschouwen. Het is bovendien een
begin van de toepassing van de sociaal
democratische theorie. En al wat rechts
is staat daar ver van af, ook de heer
Lohman. Hij is daarom innig overtuigd,
dat hy in het belang van het land moet
stemmen voor de onderhavige wet. Met
een beroep op het oordeel van werkelijk
hoogstaande mannen omtrent zjjn hou
ding, eindigde spreker zjjn kort, indruk
makend woord.
Daarop was het woord aan den unie-
liberaal PatyD. Deze heer veroorloofde
zich het stelsel Treub aan een nadere
kritiek te onderwerpen. Zjjn geheele rede
was daaraan en aan Treub's houding
tegenover de vr(jzinnig6 concentratie
gewjjd.
Ook bjj dezen repliek, die voor een groot
deel niet ter zake dienende is, zullen wjj
dus niet lang stilstaan. Alleen zjj ver
meld, dat spr. zjju oordeel te kennen gaf
over de opvoedende kracht van de ver
zekering, met betrekking tot welk punt
men zjjns inziens volstaan kan met de
invaliditeits- en ziekteverzekering. Spre
ker verdedigde daarna de staatspension-
neering, dcch moest toch erkennen, dat
er tegen daaruit voortvloeiende nadeelen
gewaakt moet worden.
De heer Goeman Borgesius (u. 1.) sprak
een woord van verdediging naar aan
leiding vaD het door den heer Duys ge
sprokene. Weer hetzelfde spel, onderling
gekibbel. Tenslotte werd het weer zoo
hevig en waren uitdrukkingen als ver
dacht maken en de haer die en die op
zjjn slechtst dusdanig schering en inslag,
dat de voorzitter er een scüotje voor
moest steken.
Hierop was het woord wederom aan
den heer Talma, ter beantwoording van
de velschillende sprekers.
De minister beperktezich ook thans
weer tot wat het voornaamste was.
Spr. verdedigde o. a. nogmaals het ge
bruik maken vaD de Duitscbe cjjfers
voor den flnaucieölen opzet van het ont
werp, daarna zjjn standpunt inzake de
Krankenrente en bet Heilverfakren.
Over de kwestie van de lage loonen
zeide de minister, dat men daarmee in
derdaad te kampen heeft. De heer Patjjn