No. 33 1912 Donderdag 7 November 27e Jaargang. NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH Staten-Generaal. De Balkan-Oorlog. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN TWEEDE KAMER. De Bulgaren. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 1—10 regels 1.—, Iedere regel meer 10 cent. fOr» De opgaaf van den spoordienst komt In dit nommer voor op de gebrui- kelijke plaats. 7 Nov. 1912. Men begint al vrijmoediger te worden. Al sinds lang werd het gefluisterd dat het moest. Maar nu wordt het al openlik gepredikt. Zekere dr. Brinkman promo veerde dezer dagen op een proefschrift waarin hy verdedigde dat de arts het recht behoort te hebben in sommige ge vallen het ongeboren kind te dooden. Vooral by voorbeeld wanneer het gezin b|j vermeerdering van het getal spruiten tot armoede zou kunnen vervallen Alsof dit in 's menschen hand of ver mogen stond Terecht heeft mr. Aalberse .in het ,Kath. Soc. Weekblad" gevraagd waarom men dan ook maar niet liever het dooden van, het geboren kind aanbeveelt. Trouwens dit is al voor jaren door vrijzinnige medici, die met de pbilosophie van Nietzsche opgevoed z|jn, als het middel aanbevolen om het menschenras te verbeterenbjj voorbeeld door ver minkte en achterlijke kinderen te doen smoren in de geboorte. Zoo wordt nu zoo menig ander gebod van Gods heilige wet, ook het zesde met voeten getreden. En krijgen de Ada's en Zilla'a uit Jochebeds dagen ongelijk dat z|j zich tot dergelijke goddelooze praktij ken niet wilden leenen. Maar dit waren ook paganisten, blinde heidenen, in, een heidenland. ik Uit de Leestafel in ons vorig no. gel|jk trouwens ook uit de Ommensche quaes- tiën, is openbaar geworden, dat de Chris telijk Historischen in geen geval zonder vast aocoord, met name in zake artikel 171 met de antirevolutionairen weder zee in zullen gaan. Dr. Kromsigt heeft bereids gewaar schuwd en de zes Ommensche predikan ten, z|j het ook ai op een andere manier, hebben-er het hunne van gezegd. Dus een gewaarschuwd man geldt voor twee. Intusschen, al nemen w|j de waarschu wing dankbaar aan, mogen w|j wel in her innering brengen, dat de antirevolutio naire party al sedert 1878 een program van beginselen heeft, in welks twintigste artikel duideiyk staat aangegeven, dat geen wyziging dezerzyds zal wirdeD aan vaard, die niet aan dezen eisch voldoet eerst „uitbetaling aan de rechthebbenden van het rechtens verschuldigde". Daarom is het onbegrypel|jk, dat nóch dr. Kromsigt, nöch de Frieseh Chr. Histo rischen, nöch het Ommensche verkiezings comité zich dit artikel van het a. r. pro gram herinnerden, en daardoor zich te vroeg en naar alle waarscbynlykheid onnoodig beangst gemaakt hebben. Want de wyziging geiyk deze door de Grondwetscommissie is voorgesteld, vertolkt niet de wenschen van het anti revolutionair program, geeft niat de for muleering weer van het lid dr. Kuyper, al» wiens tegenhanger men gaarne dr. de Visser in de commissie zou hebben benoemd gezien, maar geiyk De Standaard herinnerde, zyn er meer de denkbeelden van den heer Lohman in belichaamd. In ieder geval de wyziging door de regeering voorgesteld zal er an ders uitzien, en, naar een der redacteu ren van Ons Tijdschrift verklapt heeft, meer kans bieden op instemming van de zyde der chr. historischen. Overigens zy men niet te vlug met zyn oordeel. Nog dezer dagen bevatte de N. Prov. Groninger Courant een schry ven van een invloedryk man, zich noemende ,een lid der Ned. Herv. Kerk, die zich tooit met politiek bemoeit". Deze man deed een allen bevredigende wyziging van artikel 171 aan de hand. Het tegenwoordige artikel luidt: De tractementen, pensioenen en andere inkomsten van welken aard ook, die thans door de onderscheidene godsdien stige gezindheden of derzelver leeraars genoten worden, biyven aan dezelve ge zindheden verzekerd. Aan de leeraars, welke tot nog toe uit 's Lands kas geen, of een niet toereikend tractement genieten, kan een tractement toegelegd, of het bestaande vermeerderd worden.' Dit artikel bestaat, geiyk men ziet, uit twee leden. Het tweede lid wil deze inzender laten vervalleD. Het eerste lid wil hy zoo laten, mits daaraan worde toegevoegd een bepaling, nader vast te stelleD, krachtens welke aan gerefor meerden A en B en aan Christeiyk gere formeerden een bydrage uit 'sRykskas wordt toegekend. Èn voor het geschrapte tweede lid wil hy in de plaats stellen „Er worde een kapitaal ingeschreven op het Grootboek der Nationale werke lijke schuld en uit de renten worden de verschillende bydragen verstrekt." Wanneer bovenstaand artikel aldus wordt gewyzigd en de uitkeering der bydragen op vermelde wyze geschiedt, kan en moet iedereen tevreden zyn. Dan is alles definitief geregeld. De financieele hand tusschan staat en kerk is dan verbroken, wat historisch geworden is wordt gehandhaafd en het onrecht tegen de Gereformeerden ge pleegd, niet bestendigd. Het rumoer, tegen de voorstellen der commissie tot grondwetsherziening ge maakt, houdt dan voor goed op. Het was trouwens geheel ongegrond, omdat men niet weet, hoe de verschillende politieke partyen over die voorstellen denken. Niets kan ons echter meer verbazen, om dat wy leven in de eeuw der opper vlakkigheid. Nog eens, zoo denkt deze ongenoemde Ned. Hervormde er overwy beoordee- len niet of hy juist zieben zyn op 't oogenblik van meaning dat de gerefor meerde en chr. gereformeerde kerken zoo goed als eenparig het subsidie zul len weigeren. Maar er is één goede zjjde aai)de zilveren koorde tusschan Kerk en Staat wordt verbroken met handhaving van verkregen rechten. Het zal noodig zyn dat men van Chr. Historische zyde deze quaestie rus tig en ernstig bespreekten niet cp z'n Ommensch begint te werken met ver dachtmaking. Want zoo er een onjuist heid in het Ommensche verkiezings- nommer heeft gestaan, is 't wel deze dat de antirevolutionaire party het toe legt op benadeeling van de Ned. Herv. Kerk. Intusschen biyken tegen de voorstellen der Commissie een groote principieele en drie practische grieven te bestaan. Men zie onder anderen het verslag in de bladen van de in de diaconale confe rentie te Leeuwarden gehouden lezing van ds. v. Eyck van Heslinga over „ver houding van Kerk en Staat". De grieven zyn deze: dat de Overheid zich, by overneming natuuriyk van het concept der commissie, zou msngen in het interne leven der kerken; dat de maatstaf alleen van het zielental niet houdbaar isdat de Herv. Kerk het haar rechtens toekomende voortaan als sub sidie krygt; en dat de uitkeering met twee en een halve cent per lid vermin dert. Immers van 48 cent per lid wordt het 451/a cent per lid,, terwyi andere ge zindten naar proportie vooruit gaan. Wy wenschen het geldeiyk motief niet te beoordeelende zaak is te ernstig om er, geiyk het in den volksmond luidt, een centen quaestie vau te maken. Maar de principieele bezwaren behooren ernstig te worden besproken. De staat mag zich niet mengen in het inwendige leven der kerkeD. Intusschen zy opgemerkt dat ds. v. Eyck, evenals ds. Kromsigt tot de slot som komt dat uitkeering gewenscht is aan de Nad. Herv. Kerk en de geref. kerken, en overigens artikel 171 onveranderd behoort te worden gehandhaafd. Zoo heeft men er in 1886 ook over gedacht. Maar zal dit in 1913 even gemakkeiyk gaanen dan zal eene eventueel linksche meederheid, met Troelstra op de boktrede, met een zoo danige afspraak genoegen nemen P Benoemingen. In de Tweede Kamer (sect ie-vergade ringen) was de regeering beschuldigd van partydige benoemingen. Als bewys daar voor (aldus De Nederlander, aan welk blad wy onderstaand ontleenen) wordt aange voerd, dat in Drenthe 6 van de 9 schoolop zieners rechts zyn. Er wordt niet by ge meld, in welken tyd zy z.yn benoemd. Al geschiedden echter al die benoemingen, laat ons zeggen van af 1901 (het optreden van het Ministerie-Kuyper) dan is 6 in 10 jaar ruim, nog niet zoo heel veel, dunkt ons, waarby men toch ook moet aanne men, dat vóór 1901 rechtsche sollicitanten werden benoemd. Nietwaar, toen waren immers de onpartydigen aan 't bewind Maar bovendien vergaten de klagers op te merken, hetgeen gelukkig van andere zyde werd gedaan, dat in Friesland alle, in Gelderland de helft, in Zeeland zes vaD de seven schoolopzieners tot de tegenstanders van het kabinet behooren. De tweede klacht is dat vier burgemees ters zyn benoemd, wier politieke gevoe lens niet overeenstemdon metde godsdienstige meeningen van de meerder heid der ingezetenen. Zulk een klacht van vryzinnige zyde verstaan wy niet. Hoe komen zy toch zoo „clericaal", zou men zeggen. Als men het nu nog had over de „politieke" meeningen der meerderheid, maar de godsdienstigewelk een schro- meiyke vermenging van godsdienst en politiek. Maar ook hier staat iets gewichtigers tegenover de klacht over de vier dorpsge meenten in Gelderland, n.l. dat de ge meenten Amsterdam, Den Haag en Rot terdam liberale burgemeesters kregen, en dat da by na-hoogste staatsbetrekking in den lande aan een liberaal werd gegeven (Mr. Roëll als vice-president van den Raad van State). Een andere klacht geldt „de benoeming van enkele hoogleeraren, omdat men meende, dat daarby niet voldoende reke ning was gehouden met de aangewezen adviseurs, die gewoon zyn te vragen, wie door hun wetenschappeiyk verleden en hunne bekwaamheid het maest voor zulk eene benoeming in aanmerking komen". De tegenstelling is duideiyk: de advi seurs (bedoeld is hier natuuriyk het Curatorium der Utrechtsche Universiteit) zyn onpartydig, hebben een zuiver-we- tenschappeljjk advies gegeven, en de Minister had zich daarby moeten neer leggen. Is door de benoemiLgen waarop men het oog heeft, de wetenschappeiyk- heid der Utrechtsche hoogeschool ge schaad? Het wordt niet beweerd, en zou ook moeiiyk kunnen worden bewezen. Ten aanzien van Prof. Noordtzy is het tegendeel reeds erkend. Ten aanzien van Prof. de Savornin Lohman heeft men wel van allerlei geïnsinueerd, maar verder dan tot de betuiging, dat het hier een credietbe- noeming geldt, gaan ook zyn bedillers niet. Men zie het artikel van dr Kernkamp in de Vragen des lijds, dr v. d. Meulens schry ven in de Nieuwe Crt, en in De Tijdspiegel de bespreking der disser tatie van mr. B. C. de Savornin Lohman, door prof. Valckenier Kips, die de beschuldiging, als zou deze dissertatie met „de felheid van een partyman" ge schreven zyn, volkomen afweert. (Alle drie zyn vrijzinnigen). Na aanhaling van een en ander uit IMHI ,'nsgMmaa«i het stuk van prof. Kips concludeert het Chr. hist, blad: „Zy die in de afdeelingen der Tweede Kamer over benoemingen klaagden, en het oordeel dar „adviseurs" tegenover dat des Ministers stelden, mogen zich eens afvragen of niet mis schien de Minister in zyn partydigh id een betere keuze heeft gedaan dan de meerderheid der adviseurs in hunne „onpaitydigheid"." Dr. Wilson is niet gekozen tot president der Vereenigde Staten. De verkiezing heeft pas plaats op 13 Januari 1913en dan zal hy wel gekozen worden. Dinsdag zyn de electors (kiesmannen) in alle staten van de Unie gekozeD, geiyk dit steeds geschiedt den eersten DinBdag na den eersten Maandag in November van het schrikkeljaar; en op d8n daaropvol- genden tweeden Maandag in Januari wordt door deze kiesmanDeD de president benoemd Wilson moet 266 (van de 531) stemmen hebben om gekozen te zyn en bij is reeds verzekerd van 401, tegen 104 voor Roosevelt en de rest voor Taft. De verkiezing van Wilson beteekent een toekomstige aanval op de trusts en de partybosseshetgeen zeggen wil afbreuk aan de heerscbappy van de monopolies en de Tammany-hall, prysverlaging van ver schillende artikelen, en stuiting van het politieke zedenbederf, dat in beide partyen woelt. In de Kamer heeft men al een heel zonderling begrip van repliek. Immers in plaats, dat de linksche heeren zich be palen by de beantwoording en bestryding van 's ministers argunrenteD, doen zij den repliek ontaarden ,in een onderling debat, daarby het wetsontwerp in kwestie geheel ter zyde latende. De Klerk heeft het met Aalberse en Treub aan den stok, Troelstra met Rutgers, Aalberse, Van Vliet en voornameiyk met Treub. Het spreekt van zelf, dat wy den lezer met dezen weinig verkwikkeiyken onderlin- gen strijd niet zuilen vermoeien. Welke middelen de linberzyde nu reeds aangrypt, om de zaak maar in de war te sturen, om de wetgeving onmogeiyk te maken, wy hebben het gister onder de telegrammen kunnen zien. De socia listen spannen natuuriyk den kroon, zy willen desnoods de verantwoordeiykheid op zich nemen van het maken van een onvoltallige vergadering, wanneer dit in hun kraam te pas komt, m. a. w. wan neer rechts daarmede tegengewerkt kan worden. Wy merken nog op, dat by de stem ming over de motie-Troelstra afwezig waren 83 leden van rechts en 28 van links. Wel een bewys, dat rechts in meerderheid niet meer op het appèl kan worden gemist. Onderwyi nadert met rassche schreden de dag, waarop de behandeling e6n eind moet nemen. Is men dan gereed? Wy vreezen het ergste. Aan wie de schuld? Het is duideiyk. Na Troelstra sprak wederom Duys In Thracië wordt de positie der Turken immer droeviger. Gisteren meldden wy hoe de Turken na den slag op de linie Saraj-Tsjorloe moesten terugtrekken. Van andere zyde beweert men echter, dat het resultaat waseen volslagen vernietiging van de Turken. De Bulgaren behaalden een schitterende overwinning en brach ten de Turken verliezen aaD dooden en gewondeD toe, die dubbelzoo zwaar zyn als de Turksche verliezen by Loele Boer- gas. Ze volgen nu bet verslagen leger in de richting van Tsjataldzja. Alle hoop is nu gevestigd op de Tsja- taldzja-iyn, die nog met zware stukken bezet, moet zyn. Er komen daar nog vier divisies uit Syrië en drie uit Klein-Azië ter versterking. In Macedonië ziet het er voorTurkye eveneens niet schitterend uit. Gisteren meldde reeds een telegram, hoe Monastir zich overgegeven had. Saloniki is thans aan de beurt. Men voedt niet veel hoop, dat de stad behouden, biyft De insluiting moet volkomen zyn en reeds zouden de onderhandelingen over de overgave zyn begonnen. De bevelhebber van de stad heeft tot voorwaarde van de overgave gesteld het vertrek van de troepen uit de stad met de wapenen en tros. D9 Grieken wilden daar echter niet van weten, docho de Kroonprins stond ten slotte een uitstel toe tot Maandagavond. Wanneer echter de Grieken voor de stad verschynen verwacht men dadeiyk de overgave. In de Egeïsche zee beginnen de Turken ook terrein te verliezen. De Grieken heb ben gisteren het eiland Tenedos bezet. In de Dardanellen maakten zy zich mees ter van het stoomschip Maine, waarby 39 officieren en soldaten werden gevan gen genomen. Intusschen baart het niet weinig op zien, dat de onderhandelingen tot bemid deling nog geen resultaat hadden. De bladen bevatten wel vorstelyke brieveD, motie's en meeniDgeD, doch van een handelend optreden der gezameniyke mogendheden is nog geeD sprake. Bul garije, dat door zyn tegenwoordigen groo- ten invloed op den Balkan, wel de toon zal aangeven, oordeelt, dat een tusschen- belde komen van Europa om tydeiykof voor goed een einde aan den oorlog te maken, nier mag worden toegelaten. Men zegt dat Europa slechts dqn door den oorlog teweeggebrachten toestand heeft goed te keuren. Deze zal zoowel den Balkanstaten als Europa den eeuwigen vrede bezorgen. Maar dan moet er geen bemiddeling plaats hebben. Alleen moet tusschen de Balkanstaten en Turkye onderhandeld worden. Toch acht men in Bulgaarsche kringen de formule van Poincaré als grondslag van onderhandelingen niet onaanDemelyk. Verschillende bladen hebben de Turken den raad gegeven voordat Konstantinopel en Saloniki vallen tot den vrede te be sluiten. In Russische kringen begint men de noodzakeiykheid in te zien van een spoedig ingrypen van Rusland, om zyn vele belangen op den Balkan te waar borgen. Het kan wel niet anders, of de eerst komende dagen moeten de tyding van een ommekeQr brengen. De Ned. sehryft Oorspronkeiyk waren de Bulgaren een zwervend Toeranisch volk, dat in de vlak ten van het tegenwoordige Zuid-Rusland te buis behoorde. Een gedeelte van dat volk stichtte aan de osvers van Volga en Karna een Bulgaarsch ryk, dat sedert lang is verdwenen. Andere benden staken de Donau in het jaar 680 en veroverden de reeds door Slaven bezette voormalige Romeinsche proviciën Mezië, Thracië en Macedonië. Met die Slavische bevolking, wier taal en zeden zy aannamen, ver mengden zich de betrekkeiyk weinig tal- ryke overwinnaars. Beden zyn de Bul garen een volstrekt Slavisch volk gewor den. Van het Servisch en van het Rus sisch onderscheidt zich hun taal alleen door eeDige byzonderheden in uitspraak en grammatiek. Men weet overigens dat de Slavische talen van elkander veel min der verschillen dan de Romaansche of de Germaan sche. Tegen de Byzantynsche Keizers van Konstantinopel, die de kuststeden hadden behouden eD hef binnenland zochten te herovereD, voerden de Bul garen met wisselvallige kansen, een eeuwenlangen kryg. Meer dan een» droa-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1912 | | pagina 1