Maandag 4 November NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 30 1912 27e CHRISTELIJK- HISTORISCH De Balkan-Oorlog. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN wï sa s De oorlog tusschen de Turken en de Balkanstaten. VEREENI&IM8LEVEN. IEBEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 ce*t. Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.—, iedere regel meer 10 cent. 4 Nov. 1912. Mr. Mackay en de Tariefwet. Nu mr. Mackay bedankt heefG en plan schijnt te hebben, een nadere ver- klaiing publiek te maken, kunnen w|j de ingezonden stukken naar aanleiding van de quaestie Ommen wel ter zijde leggen. Op enkele punten mag echter wel eenige opheldering gegeven worden. Bfl voorbeeld de Tariefwet. Uit verschillende bladeD, onder andere uit de Groninger Kerkbode (Wilhelmus) vernemen wfl dat mr. Mackay in 1905 de Tariefwet-Harte sterk verdedigd heeft „h|j vond die tariefwet nog lang niet streng genoeg. En nu verklaarde h|J ik ben niet voor de tariefwet-Kolkman"; die schijnt hem t8 streng. Ook dit getuigt van een niet te be grijpen keer in de overtuiging. Intusschen herhalen w|J onza opmer king dat bet besluit van mr. Mackay om te bedanken, hem eert. Moge nu alles spoedig heelemaal „reg kom". „Doodpraten." Onder dit opschrift lezen w|J in de Maasbode Men zal zich met steeds meer verba zing hebben afgevraagd, waar het heen zou moeten, indien eens alle wetten met zulk een uitvoerigheid en breedsprakig heid zouden worden behandeld,*als thans ten deel vallen aan de Invaliditeits- en Ouderdomsverzekering. Indien het zoo zou moeten voortgaan, dan zou afgezien van de lage trucs, die tegenwoordig in de mode schijnen te zijn alleen reeds door den langen duur zoo goed als niets kunnen tot stand komen. 't Zou alles worden platgedrukt door een centenaar-zwaren woordenvloed, het zou alles worden doodgepraat. Men weet niettemin, dat ons land in het bezit is van meerdere wetten en zal niet begijjpen kunnen, hoe dan wel die wetten z|jn gereed gekomen. Z|Jn die door den woordenstroom dan niet weg gespoeld Neen, als de tegenwoordige rijkdom aan woorden sinds 1848 het geboorte jaar van ons parlementaire stelsel had gewogen op onze wetten, dan zouden ze er voor 't grootste deel niet zyn. Dit is dan ook onze gedachtengang geweest, om eens, bij den verschen indruk van de in gang zijnde debatten, na te gaan, wat de algemeene beraadslagingen in eersten termijn over de voornaamste wetten sinds 1848 hebben te zien gegeven. W|j laten dan hier een l|jst volgen, die we met evenveel moeite als nauw keurigheid hebben saamgesteld, en die we in de bijzondere aandacht aanbevelen van allen, die in ons parlement belang stellen. Algemeene Beschouwingen. Wet. Kieswet 1850 Prov.wet I860 Gemeentewet 1861 Armenwet 1854 Jachtwet 1857 Successiewet 1878 Lager Onderwijswet 1878 Strafwetboek 1881 Wetboek van Strafvorde- ring 1888 Grondwet 1887 Lager Onderwijswet Arbeidswet 188» a Sa a ■o a 00 a oS O 4 1 2 4 1 5 8 1 <D a c« <1.9 6 18 15 5 18 26 3 1 3 6 20 5 22 3 16 a CD tuo es m 58 12 29 57 12 77 180 9 5 98 93 46 6 84 115 2 4 27 5 15 82 4 14 74 2 9 29 2 5 18 3 12 37 7 21 125 5 13 77 1 8 24' 1 6 20 3 IS 64 1 5 8 1 5 10* 6 11 98 10 17 168 5 14 98 1 6 17 3 10 44 2 8 47 1 8 20 18 187 7 9 en 6 180 9 10 180 12 27 270 Vermogensbel.wet 1892 Failliss-wet 1893 Bedrijfsbelasting wet 1893 Kieswet 1896 Financ. verhoud. R|jk en Gemeente 1897 Wet Kamers v. Arb. 1897 Wet pers. dienstpl. 1898 Leerplichtwet 1900 Militie-Landweerweü 1901 Kinderwetten 1901 Woningwet 1901 Ongevallenwet 1901 Böroepswet 1902 Militair Strafwetboek 1903 Drankwet 1904 Hooger Onderw.wet 1905 Wet Arbeidscontract 1907 Visscher|jwet 1908 Onderz. Vaderschap 1909 Arbeidswet 1911 Wet bestrijding zedeloos heid 1911 Militiewet 1912 Vraagpunten Ziekteverze kering Ziektewet en Radenwet Invaliditeits- en Ouder- domsverzekeringswet Heeft men deze l|jst goed bekeken, dan is het duidelijk, dat eerst in de latere t|jden, en juist in den tijd, dat linksin de oppositie is, de praatwoede zulk een omvang heeft aangenomen, dat het par lement z|jn bestaansreden, mocht het zóó nog doorgaan, ernstig ziet bedreigd. Vooral zouden w|J de aandacht willen vestigen op wetten, die met de ziektewet (de reeds doodgeprate) en met -de in be handeling z|jnde Invaliditeits- en Ouder dom verzekeringswet te vergelijken vallen. Met name in de eerste plaats de Onge vallenwet 1901 en de Beroepswet 1902. De vergelijking is eenvoudig verplet terend en de conclusie ligt toch al te zeer voor de hand om haar te verzwijgen Tnans, nu rechts aan het bewind is, wordt de wetgeving zoo goed als stop gezet. Men legt het er op aan, het werk onzer Regeering „dood te praten". Het is nu al 287 1 Red. Z, o Geheel Europa heeft het oog Thans naar den Balkan heengeslagen. Wat men aldaar gebeuren zag, Is 't onderwerp van eiken dag, Biedt stof tot denken en tot vragen. De Balkanstaten z|jn het juk Der Turken langen t|jd reeds moede; Sloeg 't Christelijk Euroop geen acht Op hun zoo vaak geuite klacht, En bracht geen vorst hun hulp ten goede. Daar breekt op eenmaal 't onweer los; Het Christenvolk der Balkanstaten Zoekt, waar geen klacht of bede baat, Niet langer meer z(jn hulp en raad, B|j vorsten of b|j diplomaten. Al schjjnt het veel gewaagd te z|jn, De macht der Turken te trotseeren, Al weet men wat na hangen str|jd Hen wacht, als men de neêrlaag l|jdt, Men wil en zal den str|jd probeeren. Montenegrin, Serviër en Griek, In bond vereend met Bulgarije, Besloot, om als een eenig man, Naar het vooraf beraamde plan, Den str|jd te wagen met Turkije. Eén weDseh bindt 't viertal Staten saam, Ze z|jn bezield met één verlangen, Hun krijgsleus is„De halve Maan Moet in den Balkan ondergaan, De Kruisvaan z|jne plaats vervangen". Eik brengt zin troepenmacht fcieen, Snelt naar de grenzen om te striden Men is vol geestdrift, hoop en moed, En wil zin leven, goed en bloed Het vaderland ten offer widen. Elk weet zin weg en kent z|jn taak, Elk legerkorps stelt zich strijdvaardig. Hun opmarsch met zoo snellen spoed, Hun onverschrokkenheid en moed En leiding is bewond'renswaardig. Dra is de str|jd in vollen gang Met de verbonden Christenrijken. Zi rukken op en houden stand En overal, aan allen kant Moet 't Turksche leger voor hen wijken. Geheel Europa staat verbaasd, Begript niet hoe in weinig dagen De groote sterke legermacht Des Sultans wordt in 't nauw gebracht, Niets wint,"en telkens wordt verslagen. De krijgstactiek, en 't krigsbeleid Bi Grieken, Serviërs, en Bulgaren, Wist ons naar een „von Moltke" heen, 't Is of zin hand opnieuw verscheen, Als leidde hi hun legerscharen. Reeds menig hoogstbelangrik punt En sterke stelling werd genomen. Zi zwichten voor geen tegenstand, En dorp en stad valt in hun hand, Is reeds in hun bezit gekomen. De Balkanlegers zin vol moed, En veel is reeds door hen gewonnen De Serviers namen nu alweer Uskub, de hoofdstad van weleer, Met riken buit eD veel kanonnen. Tot hiertoe is de zegepraal Nog aan de zi der Cbristenstaten. Nog kwam er aan den strid geen end, De uitslag is bi God bekend En ik zal heden 't hierbi laten. A. WABEKE. Wemeldinge 1 November 1912. Welke onheilspellende berichten zullen ons deze week van den Balkan be reiken? Zullen de komende dagen wel licht reeds de beslissing brengen Het zin werkelik geen ongemotiveerde vra gen die bi ons opkomen. Want over den wanhopigen toestand van Turkie heerscht vrijwel eenstemmigheid, uitge nomen natuurlik de optimistische be richten uit Turksche bron zelf, waaraan wi geen geloof hechten. De macht van Turkie in Europa is gebroken, en alleen een verraderlike en ongelooflijke tusschen komst van de mo gendheden kan nu zin onvermidelik noodlot tegenhouden. Aldus de uitspraak van een der groote wereldbladen. Ge- makkelik met meerdere op even beslisten toon aan te vullen. Laat ons nagaan hos de toestand aan de verschillende grenzen op 't oogenblik is. Zaterdag hebben w|j reeds ouder te legrammen gemeld, hoe de Bulgaren Istrandzja Ingenomen hadden, Tzjerkes- keui bedreigden en ook al op Karadzja- keui losrukten- Zi, die een oorlogskaart naast zich hebbeD, om een goed denk beeld van de oorlogsoperaties en de troe penvorderingen takunnen vormen, zullen gezien hebben op hos korten afstand de Bulgaren reeds van Konstantinopel geko men zin. Is er dan geen reden voor de ver onderstelling, dat deze week Konstanti nopel bereikt wordt en wapenstilstand of een ingrijpende daad van de mogend heden volgt? Ook kan met Adrianopel de beslissing vallen. Het staat er voor de stad hache lijk voor. Er zouden nog maar levens middelen zin tot morgen. En dan, de hongerdood sterven of overgeven Men beweert algemeen, dat de val van Adria nopel in den loop dezer week verwacht kan worden. De stad had men reeds vroeger door een mesdoogenloos bombar dement tot overgave kunnen dwingen als koning Ferdinand geen lastgegeven had de stad te ontzien. Willicht ware een fel bombardement wenschelik geweest, om te verhinderen dat de Turken wederom zooveel vrouwen, kinderen en grijsaards onder hun wreede hand doen vallen. De strid draagt een ongelooflik fanatiek karakter. De Turken zin in een grenzelooze woede uitgebro- en ontzien zich niet, waar het maar mogelik is, vele onschuldigen op de wreedste w|jze te vermoorden. Afgröse- like verhalen bereiken ons over deze moodpartjjen. Meestal vinden ze plaats wanneer de Turken een stelling moeten verlaten en overhaast de vlucht nemen. Wat zi dan op hun weg ontmoeten, is voorwerp van hun feilen Christenhaat. Vrouwen, grisaards en kinderen ver moorden ze, ze sniden ze den buik open, steken ze de oogen uit en slaan ze de hersens in. 't Is te vreeselik, dan dat wi hier die onmenschelijke daden in bizonderheden zouden weergeven. Zoover is het zelfs gegaan, dat zi chris- teiike soldaten van 't. 15e Turksche regi ment, dus van hun eigen stridmacht, in huizen hebben opgesloten en daarna vermoord. Do jongste berichten uit-Turksche bron mogen toch niet geheel en al over het hoofd gezien worden. Bi LoeleBoergas dan is het Turksche leger samengetrok ken. Bi een uitval wierpen zi de Bul garen na een hevig gevecht terug en hereikten zi Bolnar Hissar. Volgens een nog later bericht zouden de Turken ook Kawakli bezet hebben. De Bulgaren wer den gedwongen over de heele linie in de richting van Kirk Kilisse terug te trekken. Men beweerde reeds, dat de mogelikheid van een herneming van Kirk Kilisse niet is uitgesloten. De uit komst zal het loeren. Nogmaals maken wier attent op, dat aan de Turksche nota's, al zin het ambtelijke, niet veel geloof mag geh 3cht worden, in deze om standigheden minder nog, dan aan de mededeelin gen uit tegenovergestelde bron. Hoe staat het in Macedonië Volgens een gerucht hebben de Grieken Saloniki genomen en volgens een ambtelik be richt uit Uskub hebbsn de Servische troepen Tetowo en Perlepe bezet. De Servische troepen zullen zich daarna te Perlepe zeer spoedig met de Grieksche troepen vereenigen. De taak van hec Servische leger wordt als volbracht beschouwd. Aangezien nu de Montenegtjjnen bi Skoetari en de Bulgaren in het Oosten, bi Adrianopel, nog moeilikheden te overwinnen heb ben, gaan Servieche troepen daarheen Om de nederlaag der Turken te bespoe digen. Tegelik zendt Servië andere man schappen en jonge zoowel als gepen sioneerdeambtenaren naar het veroverde gebied om er het bestunr te regelen. In het sandzjak wordt tusschtn Tur ken en Montenegrinen nog hevig ge streden, hoewel Diet zoo bloedig als het met de Bulgaren het geval is. Bi Wisa ka heeft een Montenegrinsche brigade een gevecht gehad met Turksche troepeD. Deze verloren 60 man aan dooden en 80 aan gewonden, terwil de brigade 15 man aan gewonden telde. Het eiland Thasos is met behulp van twee pantserschepen en twee torpedo jagers bezet geworden door de Grieken. Niet de minste tegenstand werd ont moet. De ambtenaren werden gevangen genomen. Vervolgens hebben dezulken het eiland Strati bezet. De Grieksche vloot kruist nu voor de Dardanellen en houdt zich daar gereed voor een ont moeting met de Turksche vloot. Uit Konstantinopel komt berieht, dat reeds bi Dedeagatsj vier Grieksche schepen gezien zin. Een eik van 30 jaren, al groent zin gebladerte, al draagt hi reeds vrucht, i telt toch nog niet mee onder de boomen des wonds. In de wildernis vav het oor- j spronkelik woud ziet mtn er, die dui- j zend jaren tellen. Maar een vereeniglng van 80 jaar mag in onzen tijd van ont binding en verandering met eere ge noemd. Zulk een is de G. J. V. te Ka- pelle-Biezelinge, die dezer dagen haar 39- jarig bestaan herdenkt. Daarbij uitgenoodigd, tiad Zondagavond in de Geref. kerk voor haar op de Wel- eerw. heer ds. F.W. H. Bramer van Heinkenszand. Ondanks het ongunstige weder, was de opkomst bevredigend. Nadat gezongen was Ps. 90:9, sprak de eere-voorzitter der vereen., de heer B. Slabbekooru, een kort woord. In oos persoonlik leven aldus spr. komen oogenblikken voor, waaraan we telkens weder worden herinnerd, b.v. onze ge boortedagen, onze huwelijksdag. Zoo gaat het ook in het leven eener V6reeniging of corporatie. De J. V. herdenkt heden, hoe ze, nu 30 jaren geleden, werd op gericht. Aanvankelijk was het aantal leden klein, later groeide het, na een toespraak van den bondsagent aan tot 20, nog later verminderde het echter weer, doordat de hervormde jongelieden de vereen, verlieten en een eigen vereen, oprichten. De Geref J. V. vraagt uwo belangstelling, uw gebed, uw gaven. Als we zien op den tid, die achter ons ligt, herhalen w|j het woord van den Psalmdiehter»0 God, wi gedenken Uwe weldadigheid in het midden Uws Tempels" en met het oog op da toe komst, moet meer en meer de b9de in ons hart leven: „Uw werk, o Heere,be houd dat in het leven.» Hierna verkrigt ds. Bramer het woord. Spr. begint met aan het woord van den Prediker te herinneren, dat alles zin be stemden tid beeft. Zoo is het thans de tid voor de Geref. J. V., om feest te vieren bi gelegenheid van haar 30-jarig bestaan. Deze feestelijke herdenking heeft drieërlei doel: o. om de buitenwereld iets vaa haar arbeid te doen zien en hooren, b. om alle jongelingen, die nog geen lid zin, aan te sporen zich bi haar corps aan te sluiten en alzoo gezamenlik te arbeiden aan de verwezeniibing van haar ideaal, c. bovenal, om God, den Heere te dan ken, voor wat Hi schonk en Zin zegen af te smeeken over den verderen arbeid. Spr. zal trachten dit doel te bereiken, door in verband met den naam dar Ver een., te spreken naar aanleiding van Pred. 12 la«En gedenkt aan Uwen Schepper in de dagen Uwer jongeling schap". Nadat spr. Gods zegen over deze samen komst heeft ingeroepen, bepaalt hi zin gehoor bi 1. Het Bibelboek „Prediker" in verband met den tekst. 2. De drie voudige drangreden, om den jongelingen dit woord op het hart binden. 3. Het groote rmt der Jong.-VeieeD. in verband met dit woord. Prediker is een merkwaardig boek. Vaak duister, is het toch zoo wonder schoon, zoo leerrik. Luther noemde het „ten edel boeksken, waardig doqr alle menschen dagelijks gelezen te worden". Het bevat de levensbeschouwing van den wizen Salomo, die" gaat over alles, wat onder de zon geschiedt. En dan komt de Prediker tot de conclusie, dat het ware geluk op aard niet te vinden is, maar dat de ware rust ligt in God. De hoofd inhoud is//Alles is IJdelheid, vreest daar om God." Dit wordt breedvoerig toege licht. En waar nu de ware troost alleen te vinden is in do vreeze Gods, in het houden van Zine geboden, daarom gi, jongelingen, gedenkt aan Uwen Schepper, reeds in de dagen Uwer bloeiende jeugd. „Men is maar eenmaal jong". Hoe vaak wordt deze leuze niet gehoord, als eeD dekmantel voor het genieten van wereld- sche vermakeD. Op grond van dit tekst woord echter roepen w|J U toe: „Juist, omdat ge maar eenmaal jong zjjt, is het Uw plicht en Uw behouS, dat ge Uw jeugdig leven wijdt aan Uwen Schepper". En dat welle. met het oog op „de kwa de dasen", m.a.w. de moeiten van den ouderdom", 2e. met het oog op het feit, dat God Uw Schepper is, 3e. met bet oog op het toekomstig gericht,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1912 | | pagina 1