No. 29
1912
Zaterdag 2 November
VOOR ZEELAND.
te loop
HISTORISeH
ooT
i I
MEID
Brandkastje.
ïdwerkers,
Staten-Generaal.
De Balkan-Oorlog.
Ifdielfoiirg,
i Ammunitie,
JONGE,
G. WOLDERS,
leboomen
anadaboom,
00 F
RZEN,
dknecht
ïdknecht
nechts,
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
Onze houding in zake Ommen.
TWEEDE KAMER.
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
INGEZONDEN STUKKEN.
Stoombootdienst
Neuzen-Hoedekenskerke.
en van
tgevyeren en
elend,
oordstraat L, 87,
ide bij het dorp
Inlichtingen te
RUITER, Adffl.-
endskerke.
leden
vóór 12 No vein-
5 Pz., S e r o o g-
95, Middelburg
SIJN, Middelburg,
nden, bij
Zoutelande,
i ag d
oer uur.
I WEMELDINGE
Mei
paarden kan om'
E, VUssingen.
cht met Mei
'ESLUIJS, Sint
Mei
OBSE, V e e r e.
Mei
1RNELISSE,
Serooskerkft
Mei
BRASSER,
rouwepoldei.
Maart 1913
ir) en met 1 W
nst"bod.3'
EGEM, te Krui
Mei
nenveld Seroosj
lotdiemit ui
)ELB-ROTTERWj
eer 1912.
Rotterdam 8 uur
ssingen 7 uur en Mj
igens dagelijks («je I
ngen7uur, van*10'"
iotterdam 8uun
rboot
ZIERIKZEJE-
oer 1912.
urg op
ui g up v* ón
>n dagen alleen 7,3"
e dagelijks, uhg*
15op Donderdag6»
om 6,30 en and01
idags 7,30.
Ïonge-Verwest, Go0''
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1.25
Enkele nummers„0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
Onder dit opschrift schrijft De Neder
lander
Gelijk men weet, houdt de Christ.
Hist. Unie het groote beginsel, dat het
kiesdistrict autonoom is, in eere. De
volksvertegenwoordiging moet de vrije
uitiDg zjjn van wat leeft in het volk,
niet het product van eene organisatie,
door en ondei leiding van goed gedrilde
ksd rs.
Toen er in het district Ommen, dat
zich in de laatste jaren goed georgani
seerd heeft, de begeerte ontstond om den
opengevallen zetel te bezetten, heeft het
Hoofdbestuur der Chr. Hist. Unie geadvi
seerd, verder kon het niet gaan, die be
geerte te onderdrukken tot 1913niet
echter, op gronjj dat het district, tenge
volge van bindende afspraken, geen
recht bad om reeds nu den strijd aan
te binden met de Anti-Rev. groep. Dat
het district recht had met een eigen
candidaat voor den dag te komen, werd
ook door de Standaard toegegeven.
Intusschen kwam het bericht dat er
provinciale afspraken gemaakt waren,
krachtens welke het ongeoorloofd zou
zjjn een Christ. Hist, candidaat te stellen.
Bewjjzen daarvan werden niet geleverd.
Baron Mackay heeft toen, en alleen
daarom, de candidatuur niet willen aan
vaarden, waartegen hij in den aanvang
geen bezwaar had. Hy meende, dat, alB
er bindende afspraak was, men zich daar
aan houden moest, en trok zich, onbe
kend als h|j was met den feitelijken
toestan d,. terug.
Allerminst lag het op onzen weg ons
met die locale aangelegenheid in te laten.
Het ging hier uitsluitend over een zetel
van rechts; de liberaal kwam in geen
geval in aanmerking. Gegevens om ie
oordeelen ontbraken ons, en ons gevoelen
werd niet gevraagd.
Beide partijen zijn tegen elkaar te
velde getrokken, maar geen van beide
partijen heeft gepoogd een arbitrale be
slissing te krijgen. Wy vonden de be
weringen in sommige billetien die ter
onzer kennis kwamen wel zonderling,
maar da heer Mackay i fcond daar buiten,
als hebbende de candidatuur niet aan
vaard.
Eindelijk vernamen wy plotseling, dat
de heer Mackay, na in herstemming te
zijn gebracht, besloten had alsnog de
candidatuur te aanvaarden. Op welke
gronden hij dit deed bleef ons onbekend
en konden wij ook niet te weten komen.
Of men nu in het district tot inzicht
was gekomen, dat er geen geldige af
spraken waren, wisten wij niet. Of alle
voormannen der Christ. Hist. Unie de
candidatuur wilden, konden wjj niet ver
nemen. Alleen wisten wij dat twee leiders
der Christ. Hist. Unie beslist tegen het
stellen van een Christ. Hist, man waren,
maar die beiden woonden buiten het
district, alsmede Baron van Pallandt, van
wien wjj echter tevens vernamen, dat hij
vierkant inging tegen den wil van het
district zelf.
Hoe zouden nu w(j, in dezen toestand,
ons met de zaak hebben kunnen bemoeien
zonder geheel buiten onze bevoegdheid te
gaaD, en zondei gevaar te loopen van in
den blinde te tasten
Slechts tweemalen lieten wy ons over
de zaak uit, edoch zonder op de verkiezing
zelve invloed uit te oefenen.
Wy hebben, toen ons een officieel-onder-
teekende circulaire werd ter hand gesteld,
waarin een o. i. uit Christ. Hist, standpunt
onjuist motief werd gebezigd, daartegen
protest aangeteekend dit toch gold niet
enkel de verkiezing maar de beginselen
onzer party.
Nadat de uitslag bekend was, hebben
wy, evenals alle andere bladen, den indruk
meegedeeld, dien de zaak op dat oogenblik
op ons gemaakt had. Wy kregen den in
druk, dat men hier gehandeld had enkel
uit weerzin tegen de coalitie en uit „liefde
voor de Ned. Herv. Kerk", een liefde waar
tegen Datuuriyk niemand bezwaar heeft,
maar die buiten het geding had moeten
biyven.
Het schynt, na al wat wy later verno
men hebben, dat deze indruk eene ver
keerde is geweestin elk geval komen wy
op de zaak terug. Maar hoe dit zy, in
elk geval biykt hieruit, dat zelfs het wei
nige, dat wy in deze zaak gedaan hebben,
nog te veel is geweest.
Wy zullen niets verhelen van wat ge
schied is, maar evenmin ons laten uit het
veld slaan door het groote lawaai, dat van
sommige zyden gemaakt wordt, omdat
een district het gewaagd heeft, dr. Kuyper
te vervangen door een Christ. Hist.
Kamerlid. Het zal dan wel blyken, welke
groep het meeste recht had om haar geest
verwant gekozen te zien.
Donderdag is dan eindeiyk, zooals we
gezien hebbeD, de minister aan het
woord gekomeD, om zyn verzekerings-
ontwerp te verdedigen. De heer Talma
ging wyseiyk in het algemeen niet in
op wat omtrent bepaalde artikelen is ge
zegd. Ook niet op de détails van elke
redevoering. Hy leverde slechts eeD rus
tig betoog.
Waar zou het einde gebleven zyn,
indien de minister zich voorgenomen
had alles, zoo belangryk als onbelang
rijk, te weerleggen. Hy zou op z'n minst
den heer Duys in het langdurige 3preken
nog overtreffen.
Spr. verdedigde dan eerst, dat wy te
doen hebben met een verzskbrings-ont-
werp, voorts dat èr tusschen in validiteit
en ouderdom geen onderscheid is. Om
trent den eisch tot vrystelling van de
lage loonen merkte de heer Talma op,
dat dit toch niet in den haak is. Trou
wens de arbeiders vinden het rechtvaar
dig, dat zy voor de verzekering betalen.
Spi. haalde het voorbeeld aan van Tie-
tjerksteradeel, waar hy te maken had
met arbeiders, die op de laagste loonen
stonden. Steeds had hy hun gezegd, dat
zy voor hun verzekering moesten beta
len en zy giDgen alt yd met hem mee.
Spr. gaf verder als zyn hoofdbezwaar
tegen afzonderlijke ouderdomsvoorzie
ning te kennen, dat de grondslag „ouder
dom" in verband met leeftydsgrenzen
ondeugdeiyk is. De debatten hebben dit
bewezen. Het spreekt vanzelf, hoe lager
men den leeltyd stelt, hoe meer kaDS
men heeft meer menschen onder de
regeling te begrypen, maar ook wordt
het getal grooter van hen, die feiteiyk
geen hulp noodig hebben, omdat zij nog
in staat zyn te werken.
Vereenigt men ziekte en invaliditeit,
dan komt men weer voor andere bezwa
ren te staan. Dan moet men voor lederen
arbeider reserves maken voor deinvali-
diteisverzekering, waaraan men by de
ziekteverzekering totaal niet denkt. Het
verzekeren by invaliditeit is een ander
soortige handeling dan by ziekte.
Ook het plakzegelstelsel, van Duitschen
oorsprong, kwam nog op de proppen,
'tls toch zoo'n eenvoudig iets. Wat is
een plakzegel In de eerste plaats een
kwitantie voor de betaling van diensten
door de overheid aan den arbeider be
wezen voorts het middel, waardoor
tusschen werkgever en arbeider wette-
lyk wordt vastgesteld, welk deel van het
loon de werkgever kan afhouden en het
bewys, dat de arbeider op een bepaald
c ogen blik verzekerd is, dat er voor hem
premie is betaald en tevens geett de
plakzegel aanduidiDg van de loonklasse,
waarin de srbeider is geplaatst.
Risico-overdracht by de invaliditeit
heeft groote bezwaren, immers die ver
zekering kan loopen over het geheele
leven. In verband met de gebeurtenissen
van 1903 heeft de minister een uitzon
dering gemaakt voor de spoorwegen.
De heer Talma ging door met duideiyk
en klaar zyn ontwerp te verdedigen, zon
der omhaal en onnoodige praatjes. In één
woord de houding van den heer Talma
was kranig, i3 dit trouwens van den be
ginne af geweest. Geen staatsman heeft
ooit zj|jn ontwerpen beter verdedigd. Het
werk is hardvochtig miskend geworden,
zelfs met het Duitsche stelsel heeft
men den minister bestreden. Doch waai-
om wyzigde dit de houding van den mi
nister niet? Wel, men rekende absoluut
niet met degansch verschillende gevolgen
voor de verzekerden van de onderhavige
wet en de Duitsche.
Maar dit was het ergste niet, dit is
slechts een kwestie, die voor den een min
der duideiyk is dan voor den ander. Maar
wat te denken, van de minder edele mo
tieven, die by vele redevoeringen een rol
speelden. Is het niet een ontwerp van
rechts, van een Christeiyk ministerie, dat
nooit iets goeds oplevert
Maar wat, baat miskenning, verachting.
Nu zal de minister toch zegevieren. De ver
zekering komt er toch. Het is juist deze
wetenschap, die de linksche heeren zoo
heftig deed zyn.
De heer de Jong van Hoorn, (u. 1.) re
pliceerde eerst, en bepaalde zich tot
eenige kantteekeningeD, die niet zoo
veel gewicht in de schaal leggen. We
hebben van des heeren de Jong's lange
rode kennis genomen en zullen ze daar
om niet herhalen.
De heer Treub (v. d.) handhaafde zyn
bedenkingen tegen de bureaucratie, gaf
tenslotte toch de voorkeur aan het schei
den van de invaliditeits- eü ouderdoms-
verzekering, en pleitte nog eens voor vfy-
stelling van de lage loonen.
De heer Schaper (s. d. a. p.) had den
euvelen moed, om den minister klein te
noemen in zyn verdediging.
En dat zegt nog wel een socialist, die
zoo vaak „klein* kan zyn. NeeD, dat is
echte kwajongensrepliek van den heer
Schaper.
De liberalen zyn er dan tenminste
beter achter en zullen zich er wel voor
wachten iets dergeiyks van den heer
Talma te zeggen.
Dinsdag zal de heer Schaper verder
spreken.
Het ziet er maar droevig uit voor de
Turken en men gelooft dan ook, dat het
verstandigste is aan den vrede te gaan
denken, of het althans op een wapenstil
stand aan te sturen. Rusland is reeds
bezig op Turkya invloed uit te oefenen;
het wil dat Turkije maar gauw toegeeft.
Men voelt, wat hier achter zit. De mo
gendheden zouden het niet gaarne wagen
de verdeeling van Turkye aan de Balkan
staten over te laten.
Wat het oorlogsterrein aangaat, doen
nog steeds optimistische telegrammen
in de pers de ronde, doch men is het er
algemeen over eens, dat aan de pessi
mistische berichten meer geloof gehecht
dient te worden. Ea dan lezen we/ dat
de nederlaag van de Turksche hoofd
macht volkomen is en dat de Turken
reeds Tsjorloe hebben opgegeven. Ze
rukken thans terug naar de Tsjataldja-
vestingen.
Ook Rodosto aan de zee van Marmora
hebben de Turken reeds opgegeven. De
niet te stuiten opmarsch der Bulgaren
beeft byna overbluffende successen. De
stemming onder de troepen is zoo uit
stekend, dat niemand meer aan het defi
nitief succes twijfelen kan. De Bulgaren
hebben veisterkingen voor Adrianopel
stormenderhand genomen. Hun verliezen
zyn in verhouding tot de successen Diet
groot, en bovendien zyn de verwondingen
door het infanterie-vuur licht, zoodat de
gewonden spoedig weer onder de wapens
kunnen komen.
Het heet nu, dat de Bulgaren om over
wegingen van militair mcreelen aard
genoopt zullen zyn om naar Konstanti-
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels 1.—, Iedere regel
meer 10-cent
nopel op te rukken, doch het zou niet in
de bedoeling liggen de stad te behouden.
Men meent, dat dit het krachtigste mid
del is om de vredesvoorwaarden te kun
nen voorschry ven. De aanwezigheid van
het leger zou ook noodig zyn ter be
scherming van de Christenen.
De Grieken hebben het eiland Samo-
thraki bezet.
De Albaneezen zetten hunne wandaden
voort, zoodat reeds verscheidene dorpen
rondom Janina zyn verwoest.
In diplomatieke kringeD wordt verze
kerd, dat besprekingen plaats hebben
tusschen de Balkanstaten over de vast
stelling hunner eischen. AUe vier zullen
•in volkomen overeenstemming handelen
en wenschen rechtstreeks met Turkye
te onderhandelen, maar waarschyniyk
zal Turkye een beroep doen op de mo
gendheden. Dit kan Turkye mogeiyk iets
voordeeliger mitkomen.
1,1 l i -
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Mynheer de Redacteur!
Vab den eenvoudigen courant- en tyd-
schrittlezer wordt in onze dagen heel
wat, zoo niet te veel kennis geëischt.
Alle couranten, tydschriften, vlugschrif
ten, boeken, brengea den weinig ont
wikkelden lezer woordeD, uitdrukkingen,
geheele zinnen onder de oogen, waarvan
hy absoluut niets begrypt. Meermalen
heb ik my verbaasd, over den hoogen
dunk dien men op sommige redactie-
bureaux van de kennis der lezers heeft.
Ieder zal moeten toestemmen, dat het
byzonder vervelend is, by het lezen tel
kens op woorden te stuiten, die men
niet begrypt. En dat Diet begrypen, soms
van één enkel woord maakt vaak, óf
een heele zin öf een heel bericht od-
duideiyk. Daar voor my ligt een blad,
waarvan ik zeker weet, dat het voor het
overgroote deel gelezen wordt door een
voudige, niet byzonder ontwikkelde men
schen. Wy lezen daar„wy willen niet
ook maar één woord schrijven, dat den
dissentieerenden broeder kreüken kan*.
Gaarne zou ik willen weteü, hoevele
lezers dit woord kennen of begrypen.
In een oorlogsbericht van datzelfde blad
heet het: „De loyaliteit van het Ser
vische volk" enz. Weet men wat loyaliteit
is Uit hetzelfde blad nog een voorbeeld
„Het oordeel der overige bladen is na
venant". Ia een telegram wordt over
„autonomie" gesproken. Nieuwsgierig
ben ik te vernemen wie deze woordeD,
als weinig ontwikkeld lezer, verstaat.
Of neen, nieuwsgierig ben ik niet, daar
ik er vast van overtuigd ben, dat min
stens 75 der lezers het niet weten.
Maar niet alleen courantenschryvers
maken zich schuldig aan het gebruiken
van vreemde woorden, die som s heel goed
door zuiver Hollandsche kunnen worden
weergegeven, ook van meer dan een kan
sel worden woorden gehoord, die zeer ve
len niet begrypen. Om maar een voorbeeld
te noemenwoorden als „optimist" en
„pessimist" begrypen eenvoudige men
schen niet. Daar voor me ligt een trac-
taatje, getiteld: „alle dingen gemeen".
Nu zou men zoo denken dat tractaatjes
voor eenvoudige menschen geschreven
worden. Maar wat te denken vau, ge
lukkig tusschen aanhaliDgsteekens ge
plaatste uitdrukkingen als /days of loog
ago" en „pilgrim-fathers". In datzelfde
blaadje wordt gesproken over »de zephirs
der lente", „het gelu wen van het graan",
(zie Psalm 68 14) „ons origineel", „de
immer trekkende nomaden". Ik vermoed
dat de meDschen, voor wie dit tractaatje
in hoofdzaak zal geschreven zyn, er
weinig van begrijpen. Niet ieder heeft
een „Kramer's woordentolk" of „Koenen's
handwoordenboek" by de hand. Wat
vele boeken als volksboeken byna ge
heel ongeschikt maakt, is het groote
aantal vreemde woorden.
Dan is er verder nog iets, waarop ik
wilde wyzen. Ik zou gaarne zien, dat
by vele namen de uitspraak, waar deze
moeiiykheden oplevert, werd aangege
ven. Niet ieder heeft Fransch of Engelsch
geleerd. Ook het plaatsen van een klem-
toonteeken kan een goede uitspraak be
vorderen. In vele bybeluitgaven wordt
dit gedaan. Mefibóseth luidt heel anders
dan Mefibóseth, Theéphilus geheel an
ders dan Tbeopbilus. Ik weet, dat ik
uit naam van vele eenvoudige menschen
spreek, die het weinige dat tyd ot om
standigheden bun toelaten te lezen,
gaarne geheel begrypen. Het zou my
genoegen doeD, wanneer deze regelen
iets mochten uitwerken. W. D. K.
Er ligt veel waars in deze redeneering.
Wat de klemtoonteekens aangaat, niet
alle drukkeryen voldoen aan dergeiyke
eiBChen. De redactie van door hem be
doeld blad zal met zyn opmerking reke
ning houden. Men kan er niet altyd van
tusschen, en de courant moet steeds
met haast woiden geschrevsn. De lezer
kan trouwens ook wel wat doen. De
vreemde woorden, die hem „interessee-
reD" onthouden en bjj gelegenheid bet
hoofd der school om inlichting vragen.
Red.
Mynheer de Redacteur
Mag ik s.v.p. eenige plaatsruimte in
uw blad voor 't volgende?
't ls algemeen bekend, dat de meeste
kwesties dieper liggende oorzaken heb
ben, dan de feiten, die genoemd worden
zoo ook de kwestie stoomb. dienst Neuzen-
Hoedekensk. De argumentatie van Ged.
Staten tot ondersteuning van 't voorstel-
Van Dam, bedoelende ophtfflDg van ge
noemden dienst is zoo zwak, zoo opper
vlakkig, dat ieder onbevooroordeeld lezer
direct snaptBarbertje moet hangen
oftewelde dienst Neuzen—Hoedekensk.
moet opgeheven worden. Het lust me
daarom niet, den gedachtengang van.Ged.
Staten in uw blad van a tot z te volgen
met critische opmerkingen, maar wel
wil ik, véór 't vonnis geveld wordt, me
eenige opmerkingen veroorloven.
Ged. Staten zeggen„de dienst is uit
een economisch oogpunt niet te verde
digen" en onmiddeliyk laten ze er op
volgen„dat dit geen motief voor op
heffing zou zyn, indien de dienst voor
personen- of goederenvervoer noodig was,
of als het algemeen belang ermede ge
diend werd. Noch het een, noch het ander
komt Ged. Staten voor het geval te zyn*.
Nu vraag ik, mynheer de Red. 1 waarom
toch laten Ged. St. hier zoo'n uitvoerige
onkosten berekening van genoemden
dienst vooraf gaan, als dit toch geen
motief voor opheffing zou zyn Schreven
ze dit in de overtuiging, dat die (on)kosten
toch msar een peulschilletje zyn, verge
leken by hetgeen de prov. stoomb.dienst
overigens kost, teneinde lastige staten
leden den mond te snoeren? En waar
Ged. St. zeggen, dat genoemde dienst
noch voor personen- öf'goederenvervoer
noodig is, noch dat het algemeen belang
er door gediend wordt, daar constateereu
wy, (geen pluralis majestatis 1) dat, biy-
kens de toename van't personenvervoer,
dat van 1907 tot 1911 klom van 528 toe
760 passagiers, die dienst wel noodig is
voor 't personenvervoer en dat het algem.
belang er wel mede gediend is, tenzy....
men Hoedekenskerke's belangen en die
der binnenlanden van Zuidel. Zuid-Bev.
en die van 't 5e District uitschakelt en
alleen oog eD oor heeft voor hetgeen mr.
Van Dam naar voren schuift, wyzende
op de belangen van Zeeuwsch-Vlaanderen
Westeiyk deel. Deze maakt het nog
gekker en meent dat het algemeen belang
d. i. hier het belang van Westei. Zeeuwsch
Vlaanderen (en Walcheren 111) er door
geschaad wordtomdat een enkele be
zoeker van de Neuzensche markt uit
Westel. Z. VI. niet in Neuzen kan komen