Vrijdag 1 November 27e Jaarganj NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 28 1912 CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DEJONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN By dit nummer behoort een Byblad. Schoolverzuim voor Veldarbeid. Schoolraad voor de Scholen met den Bijbel. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1.25 Enkele nummers„0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.—, iedere regel meer 10 cent. Niet uitsluitend, maar toch vooral wat op onze Districtsvergadering te Middel burg door den heer Jansen van Ter- neuzen 6D naar aanleiding daarvan door den heer Brants, districts-schoolopziener te Goes, gezegd is, geeft mij aanleiding, enkele opmerkingen in den kring der lezers van De Zeeuw neder te leggen. Over de principiëele kwestie, vóór of tegen leerplieht, thans te gaan radenee ren, heeft geen praktisch nut. By 't geen ik .zeggen ga wil ik de bestaande en iedere andere denkbare leerplichtwet geheel buiten beschouwing laten. Toen de leerplichtwet voorgesteld werd, is onzerzijds beweerdde Christenouder heeft geen leerplichtwet noodighjj weet, dat 't zijn plicht is, zijn kinderen vol doende onderwijs te doen genieten. Of men, gehoord de mededeelingen vooral van den heer Jansen, gezien ook eigen ervaring, op goeden grond die be wering. zal kunnen volhouden, betwijfel ik zeer. Men kan toch kwalijk aannemen, dat 't schromelijk verzuim voor veld arbeid, waarvan collega Jansen sprak, louter uit reactie tegen de leerplichtwet zou te verklaren zijn. Eén van drieënof sociale nood óf te weinig verantwoordelijkheidsbesef óf beide factoren te zamen zijn de oorzaak van den geschetsten wantoestand. Want 't is toch een wantoestand, dat kinderen van gemiddeld een jaar of elf voor een aanmerkelijk deel den last van 't huisgezin moeten dragen dat hun ge durende verscheidene maanden 't hun zoo onmisbaar onderwijs wordt onthou den dat zij dag aan dag in 't gareel moeten zijn in den t{jd, dat zij nog vrij 6d blij moesten kunnen spelen. By veldarbeid spreek ik niet al te spoedig van onverantwoordelijke kinder exploitatie. Men mag den arbeid op 't land in geenen deele gelijkstellen met den arbeid in fabrieken, eens door Goe- verneur zoo ontroerend geteekend in zjjn Kaders zwaaien, spillen draaien, Hamers bonzen, klossen gonzen, Ovens smoken, schoorsteens rooken... En zoo zwoegt van vroeg tot laat Rustloos daar ook de arme kleine: Of hy lache, of hjj weene, Niemand die er acht op slaat. en waaraan sedert door den wetgever, Gode zy dank! een eind gemaakt is. Arbeid op 'c land is in 't algemeen niet ongezond, en werkt niet neerdrukkend of afstompend. Kinderen, die een week of wat op 't land gewerkt hebben, ko men niet op school terug in slechter conditie dan waarin zij vóór dien tyd verkeerden, al gebeurt 't wel, dat zy blijkbaar aan 't schoolleven wat ont wend zijn. Men mag dit volmondig toegeven, maar men denke daarbjj aan veldarbeid in lente- en zomermaanden, wanneer 't.weer meestal vrij gunstig, de grond genoeg zaam droog is en dan aan veldarbeid niet gedurende maanden aan een stuk, maar aan veldarbeid gedurende enkele dagen, ten hoogste enkele weken. Veld arbeid in den ruwen, kouden, dikwijls vochtigen herfsttijd en veldarbeid gedu rende zeer langb perioden, waarin 't kind geen tijd voor ontspanning over houdt, mag m. i. wel onverantwoorde lijke kinderexploitatie heeten. Dwingen daartoe in een deel onzer provincie sociale nooden 't Kan zijn. Doch als ik den Heer Jansen de loonen der kinderen hoor noemen, dan vraag ik my toch af, als de kinderen zóóveel verdienen, zyn dan de loonen der oude ren daaraan niet geëvenredigd en in dien ja, hebben de ouders dan nog be hoefte aan de loonen hunner kinderen? Dan begryp ik niet, hoe op Walcheren de arbeideis van zooveel geringer loon kunnen bestaan, zonder dat van armoede ook maar in 't minst sprake is. Ik ken de toestanden in 't vyfde district niet zoo van nabij en laat my gaarne nader inlichten, maar ik zou toch. zeggen laten wy niet al te lichtvaardig 't voor beeld der socialisten volgen, die al 't verkeerde, dat geschiedt, op rekening der sociale misstanden schryven. 't Is een goedkoop middeltje om 't geweten te paaien. Of is er te weinig verantwoordeiyk- heidsbesef by -da ouders Wellicht ook by sommige werkgevers, die pressie uit oefenen op hun arbeiders Wellicht in 't algemeen by de landbouwers, die er by 't bezaaien van hun land geen reke ning mee houden of zy, zonder kinder exploitatie, onder normale weersgesteld heid vóór den naherfst de vrucht kun nen rooien? Er woekert op 't oogenblik een leehjke parasiet op den Zeeuwschen landbouw, nl. de speculatiezucht. In de plaats van de overoude veldgewassen in een rede- lyke verhouding, verbouwt men veld vruchten van den nieuwen tyd,met name aardappels, in zóó overgroote hoeveel heid, dat men ze niet vóór November rooien kan aardappels, waarmee men z8er hooge winst kan behaleD, maar die ook een leeiyken schadepost kunnen op leveren. Ook de bietenbouw met 'theil- looze voorschottenstelsel, waarby de vrucht des lands genoten wordt nog eer 't land haar heeft gedragen, is, zóó ge dreven, een woekerplant. Nu beweert men wel: de boeren kun nen er niet buiten, 't Kau zyn, maar noodsprongen biyven altyd gevaariyk, al komt man er soms goed mee terecht. In elk geval kykt een verstandig mensch eerst eens uit of er nergens een brand ladder is, eer hy een noodsprong waagt. En als nu met name aardappel- en bietenteelt kinderarbeid eischen Id 't gure herfstgety, dan moeten m. i. onze landbouwers ook daarmee rekening hou den by 't bezaaien van hun land. Dan mogen zy niet gemeten aan gemeten met aardappels en bieten bezetten, óók omdat deze niet kunnen gerooid worden binnen den daarvoor gescbikten tyd en niet zonder verantwoordeiyke kinderex- ploitatie. En, van noodsprongen gesproken, er zit in die dingen ook mode, ook zucht tot na volging. Jan is verleden jaar met zyn aardappels byzonder gelukkig geweest, van het jaar zal Piet ook eens een kansje wagen. Indien bier niet 't vertrouwen op Portuna, dat volgens dr. Kuyper de eigen- ïyke zonde in het hasaidspel is, een rol speelt, dan weet ik 't niet. Men versta my goed. Ik veroordeel in geenendaele, dat de boer nieuwe wegeD inslaat om tot welvaart te komen, dat hy de bakens verzet als by ziet, dat *t ty verloopt. Maar dit veroordeel ik, dat hy, door zucht naar buitengewone winst ge dreven, alles op één worp zet en het schoonste menscheiyk bedryf, den land bouw, tot kansspel verlaagt. Te sterker veroordeel ik dit gedoe, als ik zie, dat hiervan onze kinderen het slachtoffer dreigen te worden. Onze landbouwers, met name onze Christeniandbcuwers mogen daartoe niet medewerken. Ook het belang der kin deren moet by hen een werkzame factor zyn by h8t bepalen der vruchten, waar mee zy hun land zullen bezaaien. Niet de onderwyzers, maar de ouders zyn in de eerste plaats geroepen voor het- belang van het kind te waken, doch als zy voor dit belang ten deele blind zyn, heb ben wy hen voor te lichten. Wy willen hen, ook by de uitvoering der leerplicht wet ter wille zyn, zooveel plicht en gewe ten dit toelaten, maar wat wy m. i. niet mogen doen, is goedpraten van wantoe standen en streven om de wet aan die wantoestanden te doen aanpassen. Ge- wenscht mag zyn minder uoiforme rege ling van verloven, enz., meer autonomie der Gemeenten in dezen maar nooit kan gewenscht zyn een wetgeving, die bevordert, dat onze elfjarigen een halfjaar lang van ondf rwijs verstoken, van vry- beid beroofd, als medekostwinners optre den. Demaatschappy moet zich aanpassen ook aan het wezeniyk belang van 'c kind. Het kind mag geen koning zyn, maar evenmin verschoppeling, waarmee niet gerekend wordt. B. K. W. (Slot.) De middagvergadering, zoo mogeiyk nog talryker dan de morgenvergadering wordt na het zingen van Ps. 25 i, 6 door ds. Boeyenga geopend met gebed. Ds. de Ligt deed aan den den referaat een paar vragen, welke door dezen en den heer Brants beantwoord werden. De heer Brants trad ook met den ref. in debat. Hy bracht hem lof voor het door worstelen van de iy vige rapporten, en voor de wyze waarop hy zich van de aanwyzing en uitstalling van een en ander uit het rapport gekweten had. Ref. toch is op de quaestie zelf absoluut niet ingegaan, en dat kon hfl ook niet. Eén onderwerp uit de vele eischt wel een heelen dag om te bespreken, en dan door specialiteiten. Het is er mee als met het goud en zilver opgestapeld in de kelders van de Nederl. BankReferent heeft hiel en daar een kelder geopend en laten zien hoeveel daar ligt opgestapeld. Er zullen jaren verloopen eer al het mooie in het rapport der Ineenschakelingscommissie aller eigendom is. Spr. kan ook slechts een greep doen en vreest zelfs by dit weinige veel te lang te zullen stilstaan. Dat het rapport zwijgt over het bewaar- schoolonderwys, dit is zoomaar de com missie had ook hierover een volledig uitgeleverd rapport kant en klaar, doch de minister (Kuyper) schrapte dit omdat dit niet lag in de opdracht van de Tweede Kamer. Toch is dit rapport door het op treden der Ver. van Chr. Onderwyzers nog naar voren gekomen. Het is de grond slag geweest.voor het desbetreffend wets ontwerp dat al in een vergevorderd sta dium van bewerking is. Maar die verschil lende beperkingen hebben de commissie kwaad gedaan. Spr. vestigt de aandacht op een be- langry k punt namely k dat de heele Staats commissie en subcommissies eenstem mig van oordeel was dat voor geen enkel kind van ons volk voldoend lager onderwys mogeiyk is dan by een minstens achtjarigen cursus. Zy stelt voor om de nieuwe scholen in te richten op een zevenjarigen. In de toekomst moet dit worden een achtjarige. Mannen van elke onderwy.sinrichting waren hierin eenstemmig, hetgeen verbiydend is, want wanneer opgeheven was de qnaes- tie openbaar en byzonder onderwys, dan nog zouden allen het eens worden, be houdens op een paar zeer ondergeschikte punten. Men stuitte telkens op de vraag - wat is voldoend lager onderwys? Wan neer een leerling van een school in 't NoordeD naar een school in het Zuiden des lands verhuist, hoogst zelden dat hy dan in dezelfde klas komt als die door hem verlaten was. Dat kan zoo niet biyven. Wanneer nu een minimum is vastgesteld van met vrucht gevolgd onderwys over het geheele land, dan gaat het kind met een boekje het leven in, het door ref. gewraakte boel- je, dat iets anders is dan een kerstboekje op de Zondagsschool, want het brengt het kind zonder examen naar een vakschool. Dat daar enkelen uitvallen, dat zal wel altyd een bezwaar blyven, doch hieraan is onder onvolmaakte menschen niets te veranderen. Dit boekje is derhalve nuttig. En het zal tevens een prikkel zyn voor alle onderwyzers dat zy hunne kinderen goed kennen, een prikkel die niet voor alle onderwyzers onnoodig is. En hoe is de Commissie nu tot haar verschillende definities gekomen Dit dankt men aan dr. Kuyper den man die van allen 't best heeft begrepen, waar- schyniyk de eenige is die begrijpt hoe het moet. Hy heeft gezegd: Lager onderwys is dat onderwys, hetwelk noodig is voor elk die het leven ingaat, of in een inrich ting van voortgezet onderwys zich verder ontwikkelt. Voor de eersten is het een minimum. Het Middelbaar onderwys daarentegen is voor die catagorie die later geroepen worden om de ïynen dooreen anderen grooten geest uitgedacht te kunnen con troleeren. Spr. vergeiy kt dit verschil van taak en aard met het verschil tusschen een architect die 't groote plan voor 't gebouw maakt, den opzichter die de werk lieden naar dat plan aan 't werk houdt, en den opperman die dat werk helpt ver richten. Niet noodig is dat de opperman leert wat de opzichter moet weten, ook niet dat de opzichter treedt in de kennis van den ingenieur. Daarom is er ook geen sprake vau dat er verband zou moeten zyn tusschen middelbaar en hooger vakonderwys. Elk van die is een afgesloten geheel. Dit zal nu den referent wel dmdeiyk zyn. De ingenieur moet heel anders opgeleid zyn dan de op zichter. Dr. Kuyper. heeft ook hierin getoond naast Thorbecke superieur te wezen. Thorbecke's plan om de Hoogere Burger school een ontwikkelingsinstituut te doen zyn voor hen die niet aan het lager onderwys genoeg hadden, is mislukt. De H. B. S. is geen dergeiyk instituut ge worden, maar een voorbereidingsschool voor hen die maar het Hooger Onderwys wilden. En nu valt het op dat blijkens de statistiek van de leerlingen der H. B. S. 70 procent zyn verongelukt. Daarom alleen de middelbare vakschool. Voor een enkele die hoogere vakstudie begeert blijft da weg immers altyd gaan door overgang naar de Hoogeschool. Ds. de Ligt had gevraagdwaarom wordt de Mulo-school door het Ineen- schakelingsrapport verloochend Spr. legt uit dat die school in 't systeem waarvan de voorzitter der commissie professor Woltjer de vader is niet past, geboren als zy eigeniyk is uit de nood- zakeiykheid wegens een tekort ontstaan doordat de H. B. S. bleek voor het leven totaal niets te geven, dan alleen een vak kun de die üe leerlingen niet noodig hadden. Toen heeft de Chr. school deze instelling voor voortgezet onderwys in 't leven geroepen. Die hebben zich aan gepast, en groeien met een merkwaardig succes tegen de verdrukking in, omdat er leven in zit. Toen min. Heemskerk de voorwaarden vaststelde voor subsidiee- ring der Chr. H. B. S. zagen de voor standers der Mulo-school dat deze hier door zouden genekt worden. Zy deelden hun bezwaren mee, en de minister be loofde hen te zullen helpen. Hy heeft woord gehouden, en de Mulo-scholen er bovenop gebracht. Toen is de Staatscom missie gekomen en heeft Woltjer, haar denkende kop, gezegd: die Mulo staat myu plannen met hst Lyceum in den weg. De H. B. Scholen hebben de fout gemaakt dat zy het kind zyn gaaD be handelen als een groot mensch zy lieten na hem op te voedenhet onderwys werd gegeven door geleerden met hoo gere acten, die eenvoudig zoo redeneer den ik doceerwil je niet leeren, kan je niet mee, je moet 't zelf weten. Woltjer zeiik moet de leerlingen zes jaar heb ben, dat is noodig voor de kennis van Latijn en Grieksch. En als Mulo zyn zin krygt d'iD kryg ik ze op myn lyceum pas op bun 15e jaar, en houd ze maar drie jaardat is te weinigdat wil ik niet. Er zyn zei Woltjer enkele grens plaatsenwaar slechts een beetje Fransch noodig is, mi die wil ik helpen. En dan twee talen, dan is het geen mulo. Dat zal nooit meer winnen. De quaestie ligt trouwens dieper. Wanneer moet een kind anders behandeld worden? Waar Üat op berust? Niemand weet het. De sleur nam tot heden de tafel van zes te baat1 x 6 het kind naar school2 x 6 het kind naar de middelbare school; 3x6 naar de hoogeschool ;4x6 can- didaat; 5x6 trouwer. Hiermede dient gebroken en dat doet de pedelogie. Er is nu eenmaal een puber- teitsleeftyd, en als die komt moet het kind anders behandeld worden. De mulo- menschen willen tot dien tyd de kinderen hebbeü doch op de H. B. S. doet men of die tyd al gekomen was; van daar de mislukking van zoovelenzy werden te vroeg onder het systeem van de vry- heid gebracht' Maar nu zegt menneem dan de H. B. S met 3-jarigen cuisus. Daarby is de staathuishoudkunde terecht door staats regeling vervangen. Maar die zijn gewor den de onderbouw voor de handelsschool. Langzamerhand is de 3-jarige een 5-jarige geworden, en bleef men in hétzelfde zog. Mulo zegt: geef ze ons, dan kunnen zy uit de 8e klasse naar een voorberei ding Hooger Onderwys (lyceum) G iekscn en latyn bateekent voor officieren niets zelfs predikanten en juristen weten er niet veel meer vanlaat 't dus weg. Neen, zegi Woltjer, dat doe ik niet; ik moet de leerlingen zes jaar hebben, en daarom is hy tegen Mulo. Om des tyds wil staakt opponent hier zyn rede, schoon hy slechts een greep deed uit de overstelpend ryke stof. De heer Brants had ook zitting in een der sub-commissies. Onder daverend applaus werd de heer Brants door den voorzitter bedankt. Na repliek van den heer v. d. Welle werd dit debat gesloten en trad de heer Pottje- wyd op met zyn referaat over: Geiyk- 8telling tusschen Openbaar en ByzoDder Onderwys, in verband ook met de aan hangige voorstellen tot Grondwetsher ziening. Door deze laatste toevoeging (trouwens stof voor meer dan een lezing) bleek deze lezing in verhouding tot den wei nigen tyd die restte te laDg, zoodat er van een eigeniyke discussie naar aan leiding vooral van het belangryke slot van dit referaat geen sprake kon zyn. Spreker gaf een breede, historische in leiding, waarin hy den loop van onderwys en schooltoezicht ten onzent vaoaf de wording der republiek schetste, en de verschillende opvolgende onderwyswet- ten opsomde. Uit de door spr. gegeven schets biykt, dat onze vaderen veel voor goed onderwys voeldenverschillende synodale uitspraken, alsmede't optreden der plaatselyke overheden getuigen er van. Het toezicht was eerst overgelaten aan de kerk, wier y ver echter allengs ver flauwde, zoodat het overheidstoezicht meer naar voren kwam. Daar de geief. religie staatsgodsdienst was, moest 't onderwys overal een beslist gereformeerde strekking hebben, en wyi de minderheden geen recht tot school stichting haddeD, moesten de Roomschen hunne kinderen op deze gereformeerde scholen doen, echter met toestemming om zich te onttrekken aan het Gods- dienstonderwys. Het onderwys stond in de 16e en 17e eeuw op hoog peil, in de 18e eeuw evenwel niet meer. Het gods- diensGonderwys werd een bloot memori- seerenen de mannen die verbeteringen in de ODderwysmethode aanbrachten (R jussau, Locke) brachten daar ook hunne ongeloofstheorieën. De Maatschappy tot Nut van 't Algemeen volgde in dit spoor en van haar geest is dan ook doordron gen de eerste schoolwet, van 1801. Deze wet onderscheidde openbaar en byzonder onderwysde school zou niet meer door de Kerk, maar door den Staat worden be heerd; de By bel werd afgeschaft. In 1806 kwam een andere schoolwet, waarin het beginsel van gemengde scho-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1912 | | pagina 1