No. 27 1912
Donderdag 31 October
27e Jaargang.
ferlj.
NIEDWSBLAD
VOOR ZEELAND.
te loep
ïIEID
eHRISTELIJK-
HISTORISCH
ddelfeHrg.
ERRIN
anadaboom,
POF
te Koop
e Knecht,
arsknecht
dienstbode
Gemeenteraad van Goes.
NING's
van Gelderland,
op een paar mi-
tram en spoor.
Boschgrond,waar-
te tot Bouwland
som van f 9000.
Desgewenscht
r koopsom tegen
op het land ge-
rieboomen
ek te koop:
OOP
a. m9ens,
Biggekerke.
evraagd
en goede
ond,
„De Zeeuw" te
W.
tond in dienst te
Landbouwer,
it paarden om te
IER, Biggekerke,
houterman,
I EI O
ilderdijk,
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S, J. DE JON GE-VER WEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
IATOGEN)
ij uitstek bloed-
igsmiddel in ge- 1
ïde, bleekzucht 1
lende zwakte-
ich, voldoende voor j
iaor
ir., DEN HAAG.
1.
3ERGEN, Alphen
ide bij het dorp
Inlichtingen te
RUITER, Adm.-
rendskerke.
aieuw geschilderd
;je, en
circa 800 platen.
;en Boekhandel
■g, en te Middtl-
D'HglJ.
ur uit: Eén pas
ing 3 December,
ember, resp. van
alf, of een Kalf-
Nov. en een zoo
er's Bakoven,
eere.
fvekaars,
Meliskerke.
iskianfe
tVemeldinge.
aardenknecht
Handknecht,
egen Januari a. s.
enaar, S e r o o s-
lei
leverskerke-
r of vroeger
V mulder, Ter
tfei
en veld S e r o o 8
nge-Verwest, Goes<
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1.25
Enkele nummers0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—1# regels 1.—, iedere regel
meer 10 cent.
31 Oct. 1912.
De uitspraak van den Goeschen ge
meenteraad in zake het voorstel-Dekker
c. a. tot verhooging der jaarwedden bij
de politie bracht teleurstelling.
Het voorstel-Dekker c. s. werd b|j par
tijstemming, links tegen rechts, ver
worpen.
Dit nu had niet gehoefd. Immers het
gold het voldoen aan een eisch van bil
lijkheid, zooals door ongeveer den gan-
schen Raad werd ingezien. Nog niet zoo
lang geleden had een liberaal lid de heer
Hollmann, de man van de verhoogingen,
op verhooging van de traktementen der
politieagenten aangedrongenmen was
't er mee eens dat verhooging billijk
was; verwacht mocht derhalve nu dat
een voorstel in dien geest algemeen
steun zou vinden.
Toch werd 't voorstel van alle kanten
bestreden.
En dan, met welke argumenten
B. en W. waren tegen een verhooging
than». Een volgend jaar dat zou nog
kunnen, maar nu de verordening be
stond nog zoo kort en er waren ook
nog andere ambtenaren
Da voorzitter vond het voorstel sym
pathiek, doch was meer voor een alge-
meene regeling.
Anderen meenden ook dat hierop
moest gewacht worden.
De heer Dekker liet niet na scherp
te doen uitkomen dat dit geen afdoend
motief voor bestrijding was, en achter
't verzet, als Daar gewoonte niets anders
school, dan dat geen voorstel van rechts
mocht worden aangenomen.
En 't moet erkend dien schijn ontliepen
de heeren niet. De heer De Witt Hamer
mocht de klacht persifl8eren, le heer
Pilaar zijn leedwezen betuigen dat de
politiek er bij gehaald werd, aan den In
druk dat meermalen de stemmingen door
partijoverwegingen werden beheerscht,
en dat dit ook nu het geval zou zijn, ont
komen de vrijzinnige gemeenteraadsleden
van Goes niet.
Welk een gekronkel! Roerend een
stemmig sprak men het uit, de politie
agenten moeten hooger bezoldiging maar
die toegezegde algemeene regeling
van B. en W. zit ons in den weg I (Holl
mann). Wij moeten vertrouwen stellen
in de toezegging (Fransen v. d. Putte).
Stemmen voor verhooging nu zou wan
trouwen beteekenen (Pilaar). Dergelijke
voorstellen moeten van de hoofden uit
gaan (Von Schmidt). Wij moeten het
B. en W. laten voorstellen (Kakebeeke).
Sommigen hadden zelfs tranen in hun
stem, toen zjj het zeiden.
De heer Hollmann zocht zjjn geweten
te paaien met 't advies dat in plaats van
1 Jan. 1914 gelijk B. en W. toezegden
1 Jan. 1913 de in studie te nemen wij
ziging der verordening zou gaan werken.
En de heer Von Schmidt, niet minder
edelmoedig gestemd, zei: 1 Juli 1913
dan.
Nu, B. en W. zullen na de scherpe
critiek van den heer Dekker op hun hou
ding en die hunner geestverwanten, en
de roerende smeekbeden van beide laatst
genoemden, zich wel haasten.
Maar het had toch zoo anders gekund
en gemoeten.
Het is ons meer dan eenmaal opge
vallen dat voorstellen van de drie recht-
sche heeren, behoudens een enkele af
wijking, unaniem worden afgestemd,
't Is goed dat de heer Dekker dit den
heeren eens op hun brood heeft gegeven.
De heerèn zijn zoo onnoozel niet als
zjj er uitzien.
Zitting van Woensdag 30 October 1912.
Voorzitter de heer J. B. de Beaufort.
Afwezig dhr Risch met kennisgeving.
De notulen worden onveranderd goed
gekeurd.
Ingekomenhet verslag van den Na
jaarsschouw op de wegen en voetpaden
der gemeente. Dankbetuiging voor 't ver
leende gebruik van een schoollokaal van
de heeren deKramer c.s. Goedkeuring van
de aangegane geldleening voor de gas
fabriek en verkoop inschrfl ving grootboek.
Goedkeuring schoolgeldkohier van school
A en meisjesschool. Adres van de Ver.
van Boter en Eierhandelaren inzake de
regeling van de boter- en eiermarkt, welk
adres in handen van B. en W. gesteld
wordt ten fine van advies.
Aanvragen tot afschrijving (ontheffing)
van belasting en schoolgeld zijn inge
komen van J. W. Sinke H. O. ad f 1.90,
F. J, Mijns3en, schoolgeld f 15.en G.
den Herder, schoolgeld f 15. Conform het
advies van de financieele commissie
wordt gunstig op de ie aanvragen be
schikt.
Op voorstel van den voorzitter worden
vóór de begrootingen de punten 6 en 7
behandeld. In de vacature van lid der
commissie tot wering van schoolverzuim,
in velband met het vertrek uit de ge
meente van den heer F. J. MtJnssen, wordt
gekozen de heer A. W. A. Ross met 9
van de 11 stemmen. De heer A. van
Altena verkreeg twee stemmen.
Het verzoek van het R. K. kerkbestuur
alhier om aanwijzing van een rooilijn in
verband met een te bouwen school aan
de Vlasmarkt, op perceel kadastraal be
kend sectie D no. 1143 wordt ingewil
ligd. Slechts behouden B. en W. zich
voor eDkele aanwijzingen daaromtrent
te geven.
Thans is aan de orde de begrooting
van de gemeente-gasfabriek over 1913.
De heer Hollmann begint met de vraag,
op welke w|jze en tegen welken prijs
de cokes verkocht wordt. Of ze b|j in
schrjjving, dan wel anderszins verkocht
wordt.
De heer de Witt Hamer zegt dat men
zich steeds op de hoogte van de markt
prijs houdt. De officiééls noteeringen
worden steeds geraadpleegd. Concurren
tie bestaat hierbij niet. Storen w|j ons
niet aan de aanvragen tot offertes, dan
raken wij de cokes nimmer kw|jt.
De heer Hollmann is met deze mede-
deeling voldaan, doch maakt verder aan
merking op het salaris van den klerk
aan de gasfabriek, dat h|j veel te laag
acht, in verband met het feit, dat b|j af
wezigheid van den directeur een zware
taak op hem rust en ook omdat bij
laatst zijn diploma boekhouden behaalde.
Spr. zou in verband met een en ander
het salaris van dien klerk van f 600 op
f700 willen brengen.
De heer de Witt Hamer vindt, dat het
salaris voldoende is, immers de betrok
kene werkt niet zoo lang en is daarom
in de gelegenheid 's avonds verschillende
andere werkzaamheden te verrichter,
die hem vrij wat opleveren. Is het bui
tengewoon druk, aldus spr., en moet h|J
overwerken, dan wordt dat meerdere
werk extra betaald.
De heer Hollmann toont nogmaals
aan, dat de klerk heusch niet zoo veel
verdient.
Ook de heer Dekker vindt het salaris
niet hoog, in verband met aantal dienst
jaren, en zou de commissie in overwe
ging willen geven met het voorstel van
den heer Hollmann wel rekening te
houden.
De heer Van der Leeuw wijst er nog
op dat hij na het diplomeeren reeds
f 100 meer gekregen heeft, de heer
Kakebeeke vindt het een verkeerd stand
punt, als men midden in de vergadering
met dergelijke voorstellen komt, waarin
geen advies is gegeven en waarover niet
geoordeeld kan worden. Spr. gaat daarom
met den heer Dekker mede, waar deze
de zaak aan de gascommissie wil over
laten.
Het voorstel van den heer Hollmann
in stemming gebracht, wordt metb|jna
algemeene stemmen verworpen. De heer
Dekker stemde voor.
De heer Hollmann vindt het niet goed,
dat het opnemen van de meters met de
verder daaraan verbonden werkzaam
heden door verschillende personen ge
schiedt en zou dat aan één persoon
willen opdragen.
De heer De Witt Hamer maakt daar
tegen bezwaar en vindt, dat de geldop-
haler niet tegelijk voor al die karweitjes
kan zorgen. Bovendien is er veel voor
de tegenwoordige regeling te zeggen,
want de een oefent nu controle uit op
het werk van den ander, waardoor fouten
uitgesloten z|jn.
Naar aanleiding van de goedkeuring
van het besluit tot het aangaan van de
geldleening voor de gasfabriek wordt een
wijziging in de begrooting over 1912
goedgekeurd.
De heer Dekker maakt nu bezwaar
tegen het voornemen van den voorzitter
om het voorstel Dekker-Donner-DePaauw,
strekkende tot wijziging der salarisre
geling voor het politiepersoneel, b|j hoofd
stuk IV van de gemeente-begrooting te
behandelen, omdat niet alleen de cijfers
veranderen, maar de verordening zelve
ook zou worden herzien.
De vergadering verklaart zich er niet
tegen om het voorstel dadelijk te be
handelen.
B. en W. hadden geen termen kunnen
vinden op dit voorstel in te gaan, daarbij
in aanmerking nemende, dat nog zoo
kort geleden tot salaris verhooging werd
besloten n.l. met ingang van 1 Januari
1912. Waar B. en W. evenwel van oor
deel zjjn, dat de tegenwooidige regeling
nog wel eenige verbetering behoeft,
stellen zjj voor den raad in den loop van
1913 een nader plan te doen toekomen,
opdat dan 1 Jan. 1914 een nieuwe rege
ling zou kunnen ingaan.
De heer Dekker gaat nu over tot ver
dediging van het voorstel. Allereerst
wenscht spr. er nog eenige uitbreiding
aan te geven en wel aan art. 3 nog toe
te voegen, dat de agenten, die het politie-
diploma hebben verworven, daarvoor een
jaarljjksche toelage van f25 ontvangen.
Ik mag niet ontkennen, aldus spr.,
dat ik zeer verbaasd ben, dat B. en W.
meenen thans nog niet te moeten overgaan
tot het aanvaarden van het voorstel.
Welke reden is daarvoor P B. en W. zeg
gen 1 Jan. 1912 is pas een verhooging
ingegaan, dus de termjjn zou veel te kort
zjjn. En omdat dit wat kort is, moet
nog een poosje gewacht worden. Wie
kan dat nu toch in z|jn hersens kijjgen.
Ik versta er niets vaD. Is dat nu een
standpunt, dat B. en W. innemen
Immers hun oordeel is absoluut niet
geargumenteerd. Alleen de financieele
toestand zou een verhooging niet kunnen
toelaten, doch dat gaat hier niet op. Met
zoo'n grooten post onvoorziene uitgaven
kunnen wjj zeer gemakkeljjk die verhoo
ging invoeren. In 1909 en 1910 hebben wjj
zelfs de begrooting aangedurfd met veel
kleinere posten onvoorzien.
De vraag of verhooging wenscheljjk is,
is eigenljjk geen vraag meer. Reeds het
vorige ijaar is er op gewezen, dat een vroe
ger voorgestelde herzieniDg nog nooit uit
gevoerd was.
W|j hebben beste mannen noodig bjj de
politie, eerljjk en onomkoopbaar, mannen,
die in staat zjjn alle bepalingen die wjj
hebben behoorlijk na te volgeD. Ik ver
baas mjj er over, dat wjj nog zoo'n keurig
korps agenten hebben bjj een dergelijke
treurige salarisregeling. Immers wat
wordt er niet van hen g6vergd De heer
Dekker somt nu op al hetgeen de politie
agent mist, en al hetgeen waarvoor hjj te
zorgen heeft. O. a. roert spr. aan de nacht
diensten, het werk op zon- en feestdagen,
enz., enz. En, vraagt spreker, is dan f 1
per dag want daarop komt hun salaris
neer voldoende Neen, tr is hier een
noodtoestand, die spoeding voorziening
eischt.
Spr. schetst nu de voordeelen van zjjn
ontwerp, daarbij nog op Middelburg en
Ylissingen, waar bjj diploma eveneens
toeslag gegeven wordt, wjj zeilde.
Ook de tuinman krijgt immers een toe
lage, wanneer hjj een diploma verwerft.
Laat. de Raad nu doen wat voor de hand
ligt. Voor uitstel is geen motief aan te
voeren Wanneer B. en W. willen, kunnen
ze later de salarissen weder verhoogen.
De heer v. d. Leeuw wenscht de agenten
geluk met hun advocaat in den Raad,
maar verbaast zich er over, dat vroeger,
b.v. in 1911, de heer Dekker niet zoo
royaal was. Hoe is toch de heer Dekker
zoo gauw veranderd vraagt spreker.
De voorzitter legt uit, dat uitstel niet
zoo vreemd is. Wjj willen nog meer sala
rissen verhoogen en in verband hiermede
kwam ons uitstel wenscheljjk voor, want
in dit geval moeten wjj toch zeker aan
den financieëlen toestand der gemeente
denken.
De heer Dekker verdedigt nogmaals
met kracht het voorstel. Naar aanleiding
van het gezegde van den heer v. d.
Leeuw, zegt spr. niet gedacht te hebben
dat er een van de raadsleden zou in loopeu
en op het oude puntje van den heer
Hollman zou terecht komen. Zoo is de
heer v. d. Leeuw er nu ingeloopen, doch
't is toch eigenljjk niet kiesch. De heer
v. d. Leeuw zal zich herinneren, dat de
verstandhouding tusschen de heeren
Hollmann en Dekker indertijd niet zoo
goed was, doch dat later in den Raad
is meegedeeld, dat alles weer in orde
gekomen was. Daarom rukt dat gezegde
de zaak uit zjjn verband. Toen war. de
kwestie anders. Geheel onvoorbereid, zoo
klakkeloos mogeljjk, werd geld gevraagd
en daar moest tegen ingegaan worden.
Doch nu bjj dezen noodtoestand moeten
wij ingrjjpen. Ik wil voor ieder ambte
naar advocaat z|jn, wanneer er iets recht
te maken is. En ik hoop nu, dat w|j
succes hebben en dat het voorstel niet
zoo maar wordt afgestemd.
De heer Fransen v. d PutteHet voor
stel Dekker c.s. heeft wel mijn sym
pathie gehad, maar ik geef er toch de
voorkeur aan, om de zaak aan B. en W.
over te laten, nu die verhoogingsgezind
zjjn. Het hoofd van de politie kan den
toestand nog beter beoordeelen dan wjj.
En waar het uitstel zoo luttel is, moet
ik tegen het voorstel stemmen. Ook de
heer Hollmann verklaart zich in den
zelfden geest, doch stelt B. en W. voor
de verhooging 1 Jan. 1913 te doen ingaan
dan kan de heer Dekker ook tevreden
z|jn.
De heer Dekker bestrijdt deze meenin
gen, vindt dat B. en W. toch al den tjjd
gehad hebben, om de zaak onder de
oogen te zien, en wjjst er op, dat er nog
een oud rapport inzake salarisregeling
moet liggen. Wat B. en W. nu niet doen,
mag toch de Raad ter hand nemen. Na
des heeren Hollmann's betoog, aldus
spr., gaat mjj echter alle hoop ontvallen,
en vrees ik dat van liberalen kant slechts
de Goesche Courant m|j steunt. Wordt
ons voorstel verworpen, dan is dat echter
mjjn troost nog. Maar dan zal ik ook
voorstellen om den agenten 'n gratificatie
te geven,gelijkstaande met de verhooging.
De heer von Schmidt wjjst er nog eens
op, dat er niet alleen sprake is van
salarisverhooging, maar ook van wijzi
gingen in de verordening, en dat de
hoogere autoriteiten nog over de zaak
gehoord moeten worden. Spr. vraagt, of
het niet mogelijk is de verhooging met
1 Juli 1913 te doen ingaan.
De heer Dekker: 't Is mjjn schuld
niet, dat de hoogere autoriteiten nog niet
gehoord zjjn.
De beer Hollmann vindt de salarissen
inderdaad te laag, maar meent toch, dat
het aan B. en W. toevertrouwd is.
De heer de Witt Hamer zegt de zaak van
een zakeljjk standpunt te willen beschou
wen en vindt, dat we geen tak vaD
dienst zoo maar kunnen uitschakelen.
Laten wjj nu de algemeene salarisrege
ling ter hand nemen. Met den wensch
om nog wat meer spoed te maken zullen
we rekening houden. Wat die opmerking
over de gratificatie betreft, die acht ik
beneden de waardigheid van een raads
lid. W|j moeten de zaak vooral niet als
een zaak van rechts tegen links be
schouwen.
De heer Dekker't Is geen voorstel
van rechts tegen links! Het is er een
van 3 rechtsche raadsleden. Maar hoe is
daar steeds mee gehandeld Wat van
rechts kwam deugde nooit en werd
veelal afgestemd. Ik vraag hier nogmaals,
wordt de arbeid behoorljjk betaald? Neen.
En hoe dikwijls hebben we niet de sala
rissen van één categorie herzien, daar
is niets tegen. Voor het tegendeel is niets
te zeggen. Spr. zegt, dat de heer de Witt
Hamer een andere opvatting van het
begrip waardigheid heeft. Hjj voelt niet
de prikkel, die voortdurend in onze recht
sche raadsleden wordt Ingedreven, als
wjj telkens zien, dat onze voorstellen
worden afgestemd. In tweede instantie
wil ik er echter den nadruk op leggen
dat de verhooging er toch komt.
De heer de Witt Hamer vindt het mak
kelijk, om met een vuistslag op de tafel
te beweren, dat de verhooging er komt.
Wat dat links tegen rechts betreft, we
hebben het ook ondervonden hoe rechts
dingen wilde tegenhouden, die links voor
gesteld had.
De heer Dekker vindt, dat de rechtsche
leden wel weten, wat er te doen valt.
Geef ons maar de zetels in den Raad,
dan zult u het zien, roept spr. Wjj
hebben de mannen ook wel
De heer Pilaar vindt het niet goed,
dat de politiek er bjj wordt gehaald. Laten
wjj zakeljjk blijven, aldus spr., en nu de
financieele commissie ook over trakte-
mentsverhooging gesproken heeft, de
zaak aan B. en W. overlaten. W|j zouden
hen wantrouwen, als we het niet deden.
De heer DekkerWat dit wantrouwen
betreft, dan moet er wel heel veel wan
trouwen bestaan, om een voorstel te laten
liggen, wanneer drie rechtsche raadsleden
daarmede komen.
Het voorstel wordt daarop in stemming
gebracht en verworpen met 3 stemmen
voor. Slot volgt.
Vervolg.)
De gemeentebegrooting.
Bjj de Algemeene Beschouwingen
werd door den heer J. A. Vertregt er
aan herinnerd dat in 1908 ook reeds
door den heer de Veer is gewezen op
de wenscheljjkheid van het aankoopen
van grond voor stratenaanleg en spr.
bepleitte thans gok de groote wensche
ljjkheid daarvan, om een geregelde be
bouwing te krjjgen, terwjjl hjj vervol
gens aandrong op het zoo weinig mo
geljjk uitvoeren van werken in eigen be
heer zooals nu bjjv. met het leggen der
kabel en het werk aan de brug bjj de
Seispoort.
De beide wethouders zeiden, dat ge
tracht is deze werken aan te besteden
zonder gewenscht resultaat.
De heer Vertregt wees er op dat bjj
de Brug slechts schoorvoetend commu
nicatie is verschaft.
De wethouder den Bouwmeester en
ook de burgemeester zeiden, dat andere
w|jze van handelen onmogelijk was;
laatstgenoemde wees op de groote kos
ten die de eerste wensch van den
heer Vertregt zou tengevolge hebben.
De heer de Veer zeide, dat zeer terecht
de noodzakelijkheid van bet hebben van
bouwterrein noodig is, want dan zou in
de stad niet eiken tuin in nauwe straat
jes voor bouwterrein worden gebruikt.
Spr. wjjst er op dat op het Zand, ook
op den Seis-en Noord weg steeds wordt
bijgebouwd. Deze spreker bepleitte ook