113 of noeger I
reÉnis
ïUèjKoej?
No. 25 1912
Dinsdag 29 Oetober
27e Jaargang
N1EDW8BLAD
VOOR ZEELAND.
fleid
GHRISTELIJK-
HISTORISCH
UIN,
UUR
B 177, bewoond
H, SCfiUT.
6.
TE KOOP
in Merriepaard,
in tuig. ook in
oornvee of jong
IUIGE, Goes.
Zaai,
:erstond
Opperknecht,
Knecht,
met half Novem-
ludster,
X, 's-Heer Hen-
tes.
t paarden om te
LEB, Biggckcrke,
Iknecht
,¥IJFHOUT,
of vroeger
enstbode
MULDER, Ter
lei
tELIS, Arnestein,
lei
BE VISSER Pz.,
er tegenwoordige
ienstbode
eref. Pastorie te
n.
bij Mej. de Wed.
:t, Middelburg.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed.
S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
fV De opgaaf van den spoordienst
komt In dit nommer voor op de gebrui
kelijke plaats.
Fronuialt Mo ra MM.
lAAWIEJV.
Vtnveat - Goes
in, in Bakendorp,
door de Wed D,
bij P. NIEUW-
'aat C 250, Goes,
OOP
merwten
agen, bij
'EN, Souburg,
ardenKnecht
HandRnacht,
Hei
•kerke, Westhoek.
t d i e d 11
iLB-ROTTERDAM.
r 1912.
Rotterdam 8 uur 2
ingen 7 uur en Mid-
ens dagelijks (niet
en 7 uur, van Mid-
terdam 8 uur.
t „S CIE L 3
otterdam.
1912
Zater. 16 8,80 9,30
Zond. 1710,- 10,-
Maan. 18 7,— 11,—
Dina. 19 8,30 12,—
Woen.20 8 30 9,—
ond. 21 8,30 9,80
Vr|jd 22 8 3 9,30
Zater. 23 9,— 9 90
Zond. 24 9,30 9,30
Maan. 25 8,30 10,-
Dins. 26 7.10,—
WoeD.27 7,10 9,30
Doad. 28 8, - 9.30
Vrt)^ 8,30 9.30
Zater. 30 8,30 9,30
i achter een data© 18
i het tweede getal i'
inge-Verwest, Goe»-
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1.25
Enkele nummers„0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—1# regels 1.iedere regel
meer 10 cent.
wit mus.
Mackay.
Standaard en Rotterdammer er zal
misschien van Chr. Historische zijde wel
de draak mee gestoken worden hebben
den politieken boycot over mr. Mackay
uitgesproken.
De Standaard schrijft: onder het op
schrift casus foederis"
Uit hetgeen in Ommen gegriefd heeft,
moet met gebiedende noodzakelijkheid
meer dan óóne conclusie worden getrok
ken.
De meeaten biervan dulden uitstel.
Alleen niet de eerste dezer conclusies, die
publiek dient gemaakt, alvorens de uit
slag der herstemming bekend wordt, wijl
het zelfs den schijn niet mag hebben,
als werd ze door dien uitslag beheerscht.
Peze conclusie nu luidt, dat door geen
Antirevolutionair, nu of later, op den heer
Mr. JU. Baron Mackay l.Pzn. ooit meer,
hetzij voor den Gemeenteraad, hetzij voor
de Provinciale Staten, hetzij voor de
Tweede, hetzij voor de Eerste Kamer, een
stem kan of zal worden uitgebracht.
Zegt; men, dat dan de Liberalen hem
dit gemis wel vergoeden zullen, dan gaat
dat om buiten onze verantwoordelijkheid.
En beweert men, dat dit eventueel de
kans voor een liberaal candidaat zou
kunnen verhoogen, dan luidt ons ant
woord: Liever nog desnoods een radicaal
van de echte soort, dan een verkapt meê-
looper.
Wie om in Coalitie een candidaat pre
senteert, is verplicht ons een candidaat
te noemen, die de gelijkenis oproept van
een man uit één stuk en niet van een
Btuk op het draaibord.
Inschikkelijk willen we in Coalitie tot
het uiterste zjjci, maar al sprong heel
de Coalitie er door, en al doemde 't het
Kabinet ten val, ja, al bracht het de
Socialisten zelfs in 't bewind, de Anti
revolutionaire partij leent er zich niet
toe, om voortaan een candidatuur als
van dezen Baron Mackay te steunen.
Een overtuiging we zjjn er zeker
van waarin door alle Antirevolutio
nairen van het echte stempelonvoorwaar
delijk wordt gedeeld.
En De Rotterdammer, die er de orga
nisatie van de chr. historische partij bij
betrekt schrijft
Niet zwijgen wij van den heer Mackay,
die zich vinden liet om als tegencandi-
daat van Mr. van der Yegte op te treden.
Zijn houding is in hooge mateafkeu
renswaardig en het zal blijven een bittere
nasmaak van dezen onverkwikkelijker
afcrfld, dat de eerbare naam Mackay, die in
onzen kring terecht zoo goeden klank
had, door deze gedraging in glans is ver
minderd.
Onverschillig of de heer Mackay geko
zen wordt of niet, het schijnt ons onmo
gelijk dat hy onzerzijds in politicis als
man van eer bejegend wordt, tot tijd en
wijle hij oprecht boete over zijn optreden
gedaan heeft.
Of we,dan ontkennen het goed recht
der Christeljjk-historischen om zelfstan
dig op te trekken en tegen de anti-revo-
lutionaren met eigen man uit te komen
We stemmen volmondig toe dat in het
algemeen genomen dergelijk recht onver
zwakt bestaat.
Maar niet minder beslist voegen wij er
aan toe dat de heer Mackay thans, onder
deze omstandigheden, het zedelijk recht
miste om zich bij de herstemming als
strijder tegen Mr. van der Vegte op te
werpen en de candilatuur tegen hem te
aanvaarden.
In de bladen heet het, dat de groote
toewijding in het district voor hem be
toond, ten slotte Mr. Mackay tot veran
derde houding gebracht heeft.
Zou de heer Mackay niet blozen, als hij
eens even over die toewijding nadenkt P
Toewijding voor hem?
Ach armeja, toewijding van een groep
kerkistische elementen, van liberaal en
socialist, aan hem, als een geschikt ob
ject om hun haat tegen Dr. Kuyper en
de antirevolutionairen te koelen.
Vandaar die warme aanbeveling van
Roodhuyzen en de zijnen
Ronduit dient het te worden gezegd
dat de oppositie welke zich om Mr. Mac
kay tegen Mr. van der Vegte concen
treerde, reeds bij de eerste stemming,
maar vooral nu bij de herstemming, zoo
duidelijk mogelijk het karakter droeg van
een onwaardig kerkistisch en liberalis
tisch relletje om de antirevolutionairen
te treffen.
Dat maakt den strijd in Ommen tot een
schandaal.
En hoe pijnlijk het ook moge wezen
om te zeggen op den heer Mackay rust
en blijft rusten de blaam, dat hij bij dit
schandaal een beteekenende rol heeft ge
speeld.
Te erger is zulks, waar de heer Mackay
in Christelijk historische kringen zoo
hooge positie inneemt en meer dan ééne
belangrijke functie vervult.
Dit maakt zijn optreden tot iets meer
dan eene individueele gedi aging.
Het blijft een droevig feit dat de Chris
telijk historische partij noch in haar be
stuursorganisatie noch in haar pers mid
delen bezit, die krachtig genoeg zijn om
dergelijke ergernissen te voorkomen. Ter
wijl zelfs de wil om ze weg te nemen niet
voldoende blijkt.
Dat maakt voor ons dit alles nog te
grievender.
Ziende op hetgeen in Ommen gebeurde,
ziende op verschijnselen, welke in den
laatsten tijd in het Christelijk historische
kamp vielen te aanschouwen, gelooven
wij uit naam van velen te spreken, wan
neer w(j zeggen de grens van het geoor
loofde tegenover ons is nu bereikt, zoo al
niet overschreden.
Hes mooie raakt er zoo af.
Met De Standaard, aangevuld door De
Rotterdammer (zie het cursieve gedeelte)
zijn wij het eens. Intusschen zjj het ge
beurde ons een aansporing om aan te
sturen op evenredige vertegenwoordiging;
dan zfjn wij, althans in dezen vorm, van
dergelijke teleurstellingen en scharrela-
rtjen ^f.
In de najaarszitting van de Provinciale
Staten van Zeeland, welke 12 November
geopend wordt, komen de volgende voor
stellen van Gedeputeerde Staten aan de
orde.
Voorgesteld wordt ten eerste de aan
houding van een verzoek van den Raad
van Serooskerke om een renteloos voor
schot voor wegsverbetering en van een
adres van den Roomsch-Katholieken Boe
renbond Zeeuwsch-Vlaanderen Oostelijk
deel, om een subsidie van f300 voor
proefvelden.
Volgens het reglement, houdende be
palingen nopens de borgtochten van de
rekenplichtige Provinciale ambtenaren,
vastgesteld bij besluit der Staten van
12 Juli 1853, moest de door de ambte
naren te stellen zakelijke borgtocht be
staan in inschrijvingen op het Grqotboek
of in onroerende goederen.
Voor Rijksambtenaren en voor gemeen
te-ambtenaren is de gelegenheid geopend,
zekerheid te stellen door het geven van
effecten in onderpand.
Het schijnt wenschelijk, ook aan Pro
vinciale ambtenaren daartoe gelegenheid
te gevenhet stellen van zekerheid zal
daardoor voor velen gemakkelijker wor
den gemaakt.
Nu hiervoor het Provinciaal Reglement
moest worden aangevuld, kwam het
Gedep. Staten raadzaam voor dit geheel
om te werken en te vervangen door een
nieuw reglement. Daarbij zijn voor zoo
veel mogelijk als leiddraad genomen de
bepalingen, welke thans gelden voor de
door gemeente-ambtenaren te stellen
zekerheid.
Een concept-reglement wordt aan de
Prov, Staten ter goedkeuring overgelegd.
Zooals Gedep. Staten bij ervaring is
gebleken en ook door den hoofdingenieur
van den Provincialen Waterstaat wordt
beaamd, kunnen buitengewone omstan
digheden het wenschelijk maken, dat het
verkeer op een weg, welke voorkomt in
den ligger van wegen en voetpaden en
waarop dus het reglement op de wegen
en voetpaden van toepassing is, in dien
zin beperkt worde, dat daarop slechts in
ééne richting gereden mag worden.
Dat reglement houdt echter geene be
paling in, waarbij eenige autoriteit tot
het nemen van dergelfjken maatregel
bevoegd wordt verklaard.
Ten einde in die leemte te voorzien,
stellen Gedep. Staten voor dat reglement
op dat punt aan te vullen.
Daar de beperking van het verkeer een
ingrijpende maatregel is meenen Gedep.
Staten, dat de beslissing daarover niet
aan Burgemeester en Wethouders kan
worden overgelaten, maar aan hun col
lege moet voorbehouden blijven.
Behoud van natuurschoon. Naar aan
leiding van het in hunne handen gestelde
adres van den Algemeeneo Nederland-
schen Wiolr?Jdersbond, Toeristenbond
van Nederland, om voor Zeeland een
verordening in het leven te roepen tot
wering van inbreuken op het natuur
schoon, wfjzen Ged. Staten er op, dat
eene dergelijke verordening,door overeen
komstig het gunstig adres van het Gede
puteerde College, door de Staten van
dat gewest aangenomen met 43 tegen
12 stemmen.
Evenals hunne ambtgenooten van
Noord-Holland koesteren Ged. Staten eene
groote ingenomenheid van het denkbeeld
om aan de ontsierende reclame paaien
perk te stellen. Om goed in het oog te
vallen, is het noodig, dat die reclame
borden eene scherpe tegenstelling vormen
met de omgeving en ieder, die in Holland
gereisd heeft, weet hoe hinderlijk de
storende werkiDg van de daai langs de
spoorlijnen in grooten getale aanwezige
reclameborden is. Zij ontsieren er het
landschap volkomen er, hoewel in ons
gewest het kwaad slechts in den beginne
is, zal het evenwel ongetwijfeld met het
toenemende verkeer ook in Zeeland voort
woekeren. Nu de reclamezucht zich hier
tot dusver nog slechts weinig ontwik
keld heeft, zal het des te gemakkelijker
zijn hare nadeelige gevolgen te stuiten,
zonder groote belangen te kwetsen.
Ook vergete men niet, dat menig on
dernemer dankbaar zal zijn, als hij door
een bestaand verbod verhinderd zal wor
den deze soort van reclame toe te passen,
waartoe hij anders allicht door het voor
beeld van mededingers zou genoodzaakt
worden.
Ged. Staten achten het vooral in dit
gewest noodzakelijk voor het behoud van
het natuurschoon te waken, omdat Zee
land in dat opzicht eene van de het
meest door de natuur begunstigde stre
ken is.
De schade, door het veld winnen van
reclameborden aangericht is niet onder
cijfers te brengen, maar dat zij bestaat
is zeker; het natuurschoon wordtdaai-
door voor ingezetene en vreemdeling ver
gald en dit oefent ongetwijfeld nadeelt-
gen invloed uit; op allen door minder
genot, ten aanzien van den vreemdeling
tevens door minder bezoek.
Nu zegge men niet, dat geen vreem
deling eene streek zal mijden, omdat er
te veel reclameborden staan. Inderdaad
zal de ergernis of afkeuring zich waar
schijnlijk niet rechtstreeks in dien vorm
uiten, maar wel middellijk; het schoon
▼an een landschap hangt af van de har
monische samenwerking van een aantal
gegevens en vermindert door tegenwer-
de invloeden.
Nu wordt een landschap door schreeu
wende reclame ongetwijfeld minder aan
lokkelijk en zal het ten slotte, bü ver
gelijking met andere streken, waar eene
dergelijke ontsiering niet bestaat, ook
minder vreemdelingen trekkeD, al geven
zjj zich van dit verschijnsel niet aan
stonds rekenschap en al geschiedt de
inwerking meestal onbewust. Een feit
is, dat het landschapsbeeld niet zomooi
is, als het anders zou zijn, en dat dit
in een bepaald geval den doorslag kan
geven. -
Na herinnerd te hebben aan de wen-
schen ten deze in de Staten-vergadering
vaD Noord-Holland gesproken door prof.
mr. D. P. D. Fabius deelen Ged. Staten
mede," dat hun ontwerp, behoudens twee
kleine wijzigingen overgenomen is van
Ged. Staten van Noord-Holland en dat
daarbij reclameborden niet volstrekt ver
boden zijn. Zij worden toegelaten voor het
eigen bedrijf, binnen de kom der ge
meente en wanneer ineen bijzonder ge
val naar het oordeel van Ged. Staten
het landschapsschoon niet wordt ge
schaad. Bestaande reclames zullen vol
gens het ontwerp tot 1 Januari 1919
mogen blijven staaD.
È.L. IF. S. te Goes Ged. Staten stellen
voor aan de gemeente Goes eene bijdrage
toe te kennen van ten hoogste f13.000
in de kosten van stichting van een ge
bouw voor de Rfikslandbouwinterschool.
Haven te Krabbendijke. Naar aanlei
ding van het in hunne handen gesteld
verzoek van B. en W. van Krabbendijke,
om bjj hat verleenen van een renteloos
voorschot voor de herstelling en ver
sterking van den havendamrekening te
willen houden met de verhoogde raming
van dat werk, wijzen Ged Staten er op,
dat in de Zomervergadering een rente
loos voorschot verleend werd van ten
hoogste f5534, gegrond op eene raming
van f16 600.
De raming is inmiddels, volgens het
thans door de regeering en door Ged.
Staten goedgekeurde bestek gestegen tot
f20,750. Da minister stelde nu eene
Rijkssubsidie van f6917, zijnde een derde
dier raming, in uitzicht, als de provincie
haar renteloos voorschot tot gelijk be
drag verhoogde. Ged. Staten stellen vooi
alzoo te besluiten.
Weg Walzoorden naar Hulst. Ged.
Staten stellen voor af te wijzen het ver
zoek van het Dagelflksch Bestuur van
den Algemeenen Nederlandschen Wiel-
rjjdersbond, Toeristenbond voor Neder
land, om, in afwachting van een afdoende
verbetering van den weg van Walzoor
den naar Hulst, het middengedeelte van
de bestaande verharding meer bruikbaar
te doen maken voor het ij wiel verkeer.
Ged. Staten wijzen er in de toelichting
tot dat voorstel; op, dat uit het bericht
van den hoofdingenieur blijkt, dat de
door den Bond gewenschte afdoende ver
betering van den weg meer dan f 100.000
zou kosten en dat de ontworpen ver
mindering met ongeveer 1 jM. van de
voor het rijtuig- en wagenverkeer be
schikbare breedte tusschen de oostelijke
boomeniij en de binnenspoorstaaf van
de trambaan op dezen druk bereden weg
geene aanbeveling verdient.
Evenmin achten Ged. Staten het ga-
raden, om in te gaan op het verzoek,
om in de keibaan eene strook door
nieuwe vlak-behakte keien te vervangen,
waarvan de kosten op f36.000 zjjn te
ramendaarvoor zouden weder keien
van de vroegere kleinere afmetingen in
den weg moeten worden gelegd, wat
met het oog op het steeds zwaarder
vervoer op den weg minder wensche
lijk is.
Met den hoofdingenieur zijn Ged.
Staten van oordeel, dat het rijwielver-
keer over den weg de geraamde uit
gaven niet wettigt en dat het reeds eene
aanmerkelijke verbetering, ook voor au
tomobielen en rijwielen, moet worden
geacht, indien op de sedert 1911 aan
gevangen wijze wordt voortgegaan met
d9 verbetering van den weg. In de Pro
vinciale begrooting van 1913 is voor dit
werk eene som van f8.600 geraamd.
Geen renteloos voorschot. Ged. Staten
stellen voor Eiet te voldoen aan het ver
zoek van den gemeenteraad van Vróu
wepolder om een renteloos voorschot
van f24.500 voor bestrating van den
Gapingschen grindweg om rede reeds in
1864 uit de Provinciale fondsen een
renteloos voorschot is verleend voor de
begrinding van den weg, welken men
thans wil bestratentn omdat,, reeds
herhaaldelijk aanvrag8 im een tweede
renteloos voorschot tot verbetering van
denzelfden weg door de Staten werd af
gewezen.
Verbinding tusschen Noord- en Zuid-
Beveland. Door de in de zomerzittiDg
benoemde commissie, aan welke is op
gedragen een onderzoek naar de verbe
tering der verkeersmiddelen tusschen
Noord- en Zuid-Beveland en om zoo moge
lijk daarover in de najaarszitting van
1912 rapport te doeD, is aan deze opdracht
voldaan.
De cdmmissie komt tot een gelijk voor
stel als de commissie uit de ingeietenen
van Noord-Beveland, wier rapport in de
Zomerzitting werd behandeld, en met
welk rapport Ged. Stateu zich niet kon
den vereenigen. Intusschen hebben Ged.
Staten bij de behandeling van deze zaak
in de Zomerzitting den indruk gekregen,
dat in de vergadering eene sterke stroo-
ming gaat, om Noord-Beveland op af
doende wijze te helpen en daarvoor uit
de Provinciale kas niet onaanzienlijke
bijdragen tce te staan.
Voor zich overtuigd te hebben, dat
de Provincie, indien zij de beschikking
heeft over het recht van veer, geene
moeilijkheid kan ondervinden ten aan
zien van de beschikking over de dammen,
waaraan de steigers zyn gelegen en
waarvan voor de bediening der veren
zal moeten worden gebruik gemaakt,
stellen Ged. Staten voor het volgende
besluit te nemen
a. te koopen van den eigenaar van het
veer van Wolphaartsdjjk op Kortgene
het recht van dat veer voor de som van
negen duizend gulden vrij gold
b. te huren van de ambachts-heerljjk-
heid Kortgene het recht van veer van
Kortgene op Wolphaartsdijk voor den
tijd van vijf-en-twintig jaren, ingaande
1 Januari 1915, voor de som van vier
honderd vijftig gulden per jaar
c. Ged. Staten re machtigen tot het
nemen van alle maatregelen, daaronder
begrepen het zoo noodig overnemen van
materieel, om het under a bedoelde veer
na 1 Januari 1913 op behoorlijke wijze
te bedienen
d. Ged. Staten te machtigen, in over
leg te treden met ambachtshaeren van
Kortgene en den pacht9r van het onder
b bedoelde veer, ten einde zoo mogelijk,
zoo noodig met overneming van mate
rieel, ook dit veer nA 1 Januari 1913
voor rekeniDg der Provincie te kunnen
bedienen
s. Ged. Staten te machtigen, in over
leg te treden met ambachtsheeren van
Kortgene en de gemeente Kortgene over
het overnemen door de Provincie van
de door genoemde gemeente tot dusver
aan ambachtsheeren betaalde recognitie
voor erkenning van eigendomsrecht op
den steigerdam
f. Ged. Staten uit te noodigen vóór 1
Juli 1913 aan de Staten een voorstel te
doen omtrent de definitieve bedientDg
van de beide veren.
Dienst Ttrneuzen-Hoedekenskerke. Naar
aanleiding van het in de Zomerzitting
door den heer van Dam ingediende
voorstel om den dienst der Provinciale
Stoomboot tusschen Terneuzen—Hoe-
dekenskerke te doen vervallen en
de verzoeken van de gemeenten