No. 9 1912Donderdag 10 October27e Jaargang. NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN De Tariefwet. Een krijgslist. BINNEBLlAHD Uit de Provincie. Middelburg. Naar wij vernemen zal hier op Vrijdag 25 October de heer O. v. d. Velde uit Utrecht een prachtige serie lichtbeelden vertoonen, betrekking heb bende op het belangrijke jaar 1913. Deze avonden hadden op andere plaatsen groot succes. Middelburg. Sinds Dinsdagavond on geveer zes uur wordt alhier vermist J. A. de R., slager. Het laatst werd de ver miste gezien terwijl hij den Seisweg op ging. Men vermoedt dat hem een ongeluk is overkomen. Middelburg. Door de Afd. van Patri monium alhier is een adres aan den ge meenteraad verzonden met verzoek de - IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN i bid van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 1© cent. Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel meer 10 cent. B VIII. De strijd over de Tarielverhooging wordt in de laatste tijden met groote warmte gevoerd.^De uitslag der verkie zingen schijnt er door beheerscht te zullen worden, wanneer tenminste de verhoogingvan het tarief van invoer rechten er niet voor dien tijd doorgehaald wordt. Twee vereenigingen zijn in het leven getreden 1. de eene dagteekent haar bestaan al van 1807om pro paganda; [te maken, de eene voor het vrije ruilverkeer, de andere voor ver hooging van het tarief. De dagbladen zijn er vol van en telkens bereiken ons nieuwe geschriften waarin het onderwerp behandeld wordt. t&.Met eenige wijziging ontleenen wij dezen aanhef aan wijlen mr. Pynappel's brochure .Arbeid en Bescherming". De schrijver noemt het groote probleem van den tegenwoordigen tijd de werk loosheid van hen die werken .willen en geen,,.werk vindenals .gevolg daarvan op vële plaatsen een toenemend pau perisme. Hieraan wordt tegemoet ge komen door onderstand een treurig palliatief! - en door werkverschaffing. Bij deze laatste is onderstand vaak hoofd zaak, werkverschaffing mag uit een mo reel en sociaal oogpunt beter zjjn, zoo lang onderstand hoofddoel is, is ook deze zaak niet in orde. Op den goeden weg komt men alleen door uitbreiding van arbeidsveld. Die uitbreiding heeft over de geheele wereld plaats, met en zonder hulp van den Staat. Middelen daartoe zijn onderwijs, kolonisatie en bescherming. Wat de kolonisatie aangaat, deze be hoort in de eerste plaats iD het eigen land te beginnen. Reeds is het particu lier initiatief er mee bezig door ont ginning van heidegronden. Uit onze eigen omgeving geschiedt het reeds sedert enkele jaren in de omgeving van Wouw en van Ossendrecht. En op grootor schaal geschiedt het door de Heidemaatschappij. De Staat kan hierbij ook helpend op treden, bijvoorbeeld bij indijking en in poldering, bebossching en drooglegging; grondverbetering en lest niet minst de droogmaking van de Zuiderzee. Staats hulp behoeft daarbij echter niet verder te gaan dan als proef, als voorgang en prikkel, of tot uitvoering als van laatst 3F E U I L L ET O N. Ja, majoor, dat zal gebeuren ik wou dat ik er twaalf had, maar we zullen zien wat vier kunnen doen.* Nu er gehandeld moest worden was alle vrees van hem geweken, en binnen enkele minuten had hij zijn instructies gegeven. De majoor sprak tot zijn man schappen in denzelfden geest. De kanon nen moesten bespannen worden en de bestuurders moesten met hun stukken dwars door het bosch rijden, zoodat de grond onder hen dreunde. Van tijd tot t(jd moesten ze zoo ver den rand van het bosch naderen, dat de vijandelijke voorhoede ze zien kon, waar ze opgesteld waren. Deze manoeuvres moesten ze telkens op een andere plaats herbalen. „Misschien zullen ze aarzelen ons aan te vallen," zeide de majoor, „als wij het kunnen doen voorkomen alsof w\j tien maal sterker zijn, dan in werkelijkheid het geval ia. Welnu, mannen, gij hebt uw orders; doet wat ge kunt! Dooreen krijgslist is wel eens een geheel loger uit den nood gered; wij kunnen het tenminste probeeren. Geestdriftig werden deze woorden tos- gejuicht. Binnen vijf minuten leek het heele bosch vol leven en beweging. Trompetgeschal weerklonk, nu hier, dan daar. Het getrappel der paardenhoeven, bet dreunen en 't rumoer, verbonden, aan het in battarij breDgen van 't ge- genoemd werk, vaD zoodanigen omvang dat particuliere krachten ze niet om vatten kunnen. Blijft de bescherming. Hiervan zegt mr. Pynappel Natuurlijk is het verzet daartegen. Men herinnert zich het gebrek aan ont wikkeling dat daarvan gedurerde de eerste helft (der vorige) eeuw voor Neder land het gevolg is geweest. Men bevor dert den voorsi.oed, vooral in Engeland verkregen, nadat aan bescherming de rug was toegekeerd. Men wijst op het nut, dat vrije handel ten bate van allen kan afwerpen. Maar voegt hij er bij indien hij algemeen wordt toegepast; doch zie, dat gebeurt nu juist niet. Alleen Engeland isinzijn praktijk vrflhandelsgezind. En wij wezen er ook in vorige artikelen reeds op alle landen op het vasteland van Europa, en ook Amerika, hebben een tarief van invoerrechten, veel hooger dan het btJ ons bestaande, en veel hooger ook dan het tarief, wanneer het volgens het ontwerp-Bolkman zal gewijzigd zijn. Maar even natuurlijk is het, dat anderen zich afvragen of Nederland eenzijdig de betere beginselen kan toepassen, nu over zulk een groot deel der wereld protectio nistische denkbeelden openlijk heer schappij voereD, en zelfs landen, die in naam er tegen zijn, inderdaad allerlei be schermende maatregelen nemen onder den schijn van zorg voor andere belangen, bijv. voor d8n gezondheidstoestand van den veestapel. De schrijver denkt hier blijkbaar aan ËDgeland, dat zoo vaak zijne grenzen voor den Invoer sluit, ook Belgis, dat echter veel meer een land van protectie is dan Nederland, sluit zijn grenzen menigmaal voor den invoer van ons vee. Ten slotte erkent iedereen, dat de hooge rechten, die andere landen, om den natio- nalen arbeid te beschermen, van buiten- landsche producten heffen, een groot na deel zijn voor Nederland. De vraag die voor- en tegenstanders verdeeld houdt, is dezezal dat nadeel nog grootor worden indien ook Nederland bescherming gaat toepassen, dan wel zal het daardoor wor den beperkt De schrijver gaat hierbij van demee- niDg uit, dat ons land geen beschermend tarief heeft, hetgeen w(j betwisten. Ons land is nu eenmaal geen vrtJhan- schut, deden den groDd trillen. Zelfs de paarden schenen er door aangestoken te worden vurig draafden zij door het bosch. In kleine troepjes verdeeld maakten de ruiters zooveel mogelijk gedruisch. Telkens doken zij op, zelfs reden z(j nu en dan vrijmoedig het open veld in, in 't volle gezicht der vijandelijke verken ners. Zoo leek het, alsof zij de stelling van het naderende leger opnamen, en dit gebeurde met zulk een onver schrokkenheid, als hadden zjj een groote macht achter zich. Zij of hun kameraden trokken dan weder terug om op een ander punt weer te voorschijn te komen, juist volgens de door den majoor aange geven wijze. De trompetters deden hun metalen klank in lederen hoek van het bosch hoorenhet klonk, alsof een leger zich in slagorde ging stellen. Ook de artillerie spande al haar krachten in, op verschillende plaatsen vertoonde zij haar kanonnen en zoo kregen de Pranschen den indruk, alsof op iedere hoogte een batterij geplant was. Op deze wijze was men ongeveer een uur bezig, en de ma joor verwonderde zich dat men nog niets merkte van een naderbij komen der troepen. Hij leed naar een kleine hoogte, waar hij een kanon had laten opstellen, dat bewaakt werd door eenige ruiters. Zoo gaf het dsn indruk als stond daar een generaal of ander hooggeplaatst officier het geheele verloop gade te slaan. Toen hij deze hoogte op wilde rjjd'en, kwam hem een zjjner verkenners te gemoet. delsland, het heeft een tarief, hetwelk deels beschermend werkt. Doch ons stellende op het standpunt van den liberalen schrijver, dat ons tarief niet beschermend is, luisteren wi) met te grootcr belangstelling naar zijn betoog tot aanprijzing van eeD beschermend tarief. Grondbeginsel zegt bij moet zijn bescherming mag alleen verleend worden in het algemeen belang. En hfl geeft toe, dat men niet moet beschermen wat in ons land, öf ln het gi heel niet, öf niet in vol doende mate, öf niet dan met opofferingen welke de waarde van het doel overtreffen, kan worden voortgebracht. Dus niet graan. En ook niet katoen, petroleum, steenkolen. Hierbij is vergeten dat petroleum reeds belast was, en in 1900 door mi nister Pierson werd voorgesteld ze nog hooger te belasten. Nu wordt door den minister Kolkman de petroleum onver- hoogd gelaten. Ook geeft hij toe, wat zeker allen met hem eens zullen zijn, dat bescherming de veerkracht niet mag verlammen. Reeds daarom mag bescherming geen algemeene regel zjjn. Door tegenspoed wordt men gehard; gemakkelijk verkre gen voorsDoed werkt verslappend. Toch kan men ook door tegenspoed te gronde gaan en in voorspoed krachtig worden. Dit kan den vrijhandelaars worden toegegeven. Maar niet mag worden toe gegeven hün theorie van de zoogenaamde handelsbalans. Zij toch gingen steeds van de o aderstelling uit dat wat buiten ons land gemaakt werd en in ons land werd ingevoerd, wel door ons moest worden betaald, doch dat die gelden in anderen vorm weer terugkwamen. „Want", zeid8n zjj, „een volk kan maar niet blijven uitgevenom te kunnen blijven betalen moet er weder inkomen". Tegenover invoer staat uitvoer, als men de rol, die het geld als ruilmiddel ver richt, terzijde laat, dan worden goederen met goederen betaalduitvoer van bia- Lenlandsche producten eischt Invoer van buitenlandsche, beperk dien invoer en gij belemmert den uitvoer. Nu ia waar dat er verband bestaat tusschen in- en uitvoer; doch hieruit volgt niet dat invoer of beperking van invoer van buitenlandsche Droducten, ook uitvoer of bemoeilijking van uit voer van binuonlandsche producten mot „Wat voeren ze toch uit? Komen zij op ons afP" vroeg de majoor. De soldaat salueerde en antwoordde: „De laatste twintig minuten hebben zjj zich stil gehouden. Wij zagen hun ver kenners naar de voorste gelederen rijden, en bijna onmiddellijk daarna werd halt gecommandeerd, en sedert dien tfjd zijn zij niet verder opgerukt. Hun verkenners hebben voorzichtig rondgereden, maar toen Kapitein Wagner met eenige ruiters hen tegemoet reed,wendden zij den teugel. Toen stonden de voors.e gelederen stil, en nu staat het geheele leger zonder zich te bewegendit wilde ik u kom9n melden." Het hart van den majoor zwol op van trots. Nu had hfl ten minste tot op zekere hoogte, de hem toevertrouwde taak volbracht. Het naderende leger was tot staan gebracht. Iedere minuut opont houd was winst voor de geallieerden, die nu wellicht een stelling innamen, waar zij slag konden leveren. Zonder twijfel zou de list, door hem en zjjn dapperen bedacht en volvoerd, spoedig ontdekt worden het was zeer goed mogelijk, dat zjj hun vermetelheid met hun leven zouden moeten betalen. Wat kwam dat er echter op aan, nu zfl volgehouden hadden, en de opdracht hadden vervuld P De majoor keek nog een uur lang naar de menschenmenigte, die zonder eenige beweging in de vlakte bleef. Daarop beval hjj dezelfde mar oeuvres, maar iets minder krachtig uit te vGeren. Lang zamerhand werd er minder geblazen en zich brengt. Terecht merkt mr. Pynappel opOf j zal men beweren dat vau absolute slui- ting der buitenlandsche grenzen voor invoer uit ons land vanzelf ook het ge volg zal z|jn dat het buitenlandsche product onze grenzen niet zal overschrij- j deD, hoewel wij het toelaten, er om vra- gen, er voor betalen? Van zulk een mystieke werking kan ik m(j geen voor stelling maken. De schrijver toont dan verder aan dat de stellinggoederen worden ten slotte met goederen betaald, niet nauwkeurig is; en onjuist de gevolgtrekkinginvoer nuttig tot kweeking van uitvoer. Immers indien wij niets produceeren dan wat even goed of beter in het buitenland wordt voortgebracht, zal er geen reden zijn, waarom men daar onze producten zal vragenen indien zij er wèl gewild ztjn, maar aan de grenzen door hooge rechten worden tegengehouden, zal het gevolg voor onze nijverheid hetzelfde zijn. Buitendien, er zjjn zooveel zaken, die Nederland niet produceeren kan en die wij dus öf moeten missen, bf uit het buitenland betrekken, dat men zich voor eerst over jebrek aan invoerartikelen niet ongerust behoeft te maken. En wat komen wij al niet te kort Graan, hout, katoen, ijzer en andere metalen, steenkolen. Ook zal niemand beweren dat wat wij verbruiken van al die goederen die Nederland niet kan voortbrengen, het maximum is dat ver bruikt zou kunnen worden. Integendeel, het meerendenl van Neerlands ingezete nen zou waarschijnlijk van alles en nog wel meer willen gebruiken, indien zjj maar meer hadden om mee te betalen. Het equivalent van uitvoer zal dus niet licht ontbreken, al wij maar eerst zelf produceeren wat tot betalen in staat stelt. De consumtie in Nederland van buitenlandsche artikelen beheerscht niet de productie in Nederland; maar de pro ductie en het bezit in Nederland be heerscht de consumtie. Tweede Kamer. Ingediend is een wets ontwerp tot nadere wijziging van de Marineb8grooting voor 1911. Het eind cijfer blijft onveranderd. Benoemd tor, burgemeester vaD de stukken moesten zóó werken, alsof het leger, dat het bosch bezet hield, slechts de aankomst des viands af wachtte, om het vuur te openen. De Fransche voorposten draafden voort durend heen en weer; ten laatste zag de majoor, dat er eenige beweging ont stond en bijna ademloos wachtte hij het oogenblik der nadering af. Kapitein Wagner had met groot beleid een al te dichte nadering der vijandelijke verkenners weten te voorkomen. Toch kon het zijn dat men iets bedacht had om beter van den toestand op de hoogte te komen, en met de tijding terugge keerd was, dat de positie slechts door een kleiDe schare verdedigd werd. „Het is slechts een kwestie van tijd, de list zal wel spoedig ontdekt zijn," dacht de majoor. Hij wist echter, dat de opperbevelhebber zoodra mogelijk hem het bevel zou doen toekomen, de benarde stelling te verlatenmaar daartoe moest het leger der Verbondenen vasten grond onder de voeten hebben om de aankomst der Franschen af te wachten. Alles hiDg er van af, of dit bevel hen zou bereiken, vóór de vijand zijn vergissing bemerkt zou hebb9n. Maar zie de samengepakte gelederen zetten zich in beweging, daar is geen twijfel mogelijk. De majoor zeide op somberen toon »Ik wilde, dat ik u had kunnen redden, dappere kerelsHet eenige, wat ons rest, is ons leven zoo duur mogelijk te ver- koopen." Nauwelijks had hij dit gezegd, of hij Haarlem jhr. mr. W. B. Sandberg, bur gemeester van Abcoude. Lichting 1913. Het Stbl. no. 812 bevat een Kon. besluit van den 27sten September waarbij de lichting der militie vaD het jaar 1918 wordt bepaald op 23,000 man, waarvan 400 voor den dienst der zee. Het door elke provincie te dragen aan deel in do lichting bedraagtNoordbra bant 2098Gelderland 26.'5Zuidbol- land 5167; Noordholland 4862; Zeeland 887; Utrecht 1123: Friesland 1274; Over ijssel 1433; Groningen 1505; Drenthe 757, en Limburg 1269. De criti8 op den Balkan. De Ne- derlandsche spoorwegmaatschappijen ne men niet meer gcederen voor Servië en Bulgarije ten vervoer aan, behalve goe deren bestemd voor h6t „Rooóe Kruis* in beide lauden, voor de Sulgaarsche militaire autoriteiten en voor de directies van de Servische en Bulgaarsche staats spoorwegen. Qlatblazenstaking. Ten kantore van de fiesschenfabriek te Delft heeft gisteren een vergadering van den Bond van glasfabrikanten plaats gehad. In die vergadering is de bemiddelingscommis- sie toegelaten tot het houden van be sprekingen omtrent de staking. N. R. C. loonen der gemeentewerklieden, die bene den f500 per jaar zijn zoo spoedig mo gelijk te verhoogen tot die som als minimum. Zij wij ,t daarbij op de heffing van den Hoofd. Omslag, waarbij f500 gulden voor noodzakelijk levensonder- —■i saaMEgBE— uitte een kreet van verbazing, en jube lend riep hij»Zij naderen nietzjj trekken zich terug gered, geredZij gelooveD, dat een groote macht, mis schien wol, dat het ganscbe leger in dit bosch verborgen ligt. Waren wij zoo tal rijk als zij denken, dan zouden we hen kunnen neersabelen. Wij zijn gered, God dank I Onze moedige kameraden behoe ven hun dapperheid niet met hun leven te betalen Op dat oogenblik kwam kapitein Wag ner aanrennen, met een gezicht dat straalde van vreugde. „MajoorMajoorriep hij met bjjna jongensachtige geestdrift, „sq trekken terug. Is er wel ooit zoo iets gebeurd I" Toen de majoor hem vriendelijk aan keek en eeDige hartelijke woorden van lof uitte voor hem en z(ja mannen, be trok het gelaat van den jongen man plotseling, en met hangend hoofd zeide hU „Was ik in het begin maar Diet zoo laf geweest 1 Ik zou mijn rechterhand wel willen geven, om de herinnering aan die schande uit te wisschen." „Wel neen, mijn vriend," zei de majoor hartelijk, „dat was iets heel natuurlijks wij kunnen niet in één veldtocht gerijpt worden, en voor 't besluit van den kolonel was ook wel iets te zeggen, maar ik ben altijd van meeniDg, dat een soldaat niet heeft te redaneeren, maar te ge hoorzamen g(j hebt heden een les gehad, die ge wel rummer zult vergeten." „Neen, nooitantwoordde de kapitein met vuur. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1912 | | pagina 1