No. 4 1912 Vrijdag 4 October 27e Jaargang. NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH Moederliefde. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Bij dit nummer behoort een Bplad. De Tariefwet. F E U I L L ETCTNT" IK WEET 11 IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1-25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 5é cent, iedere regel meer lf cent. Familieberichten van 1—1# regels 1.—, iedere regel meer 10 cent VI. De Zeeuwsche Courant gaat onvermoeid voort haar lezers op de hoogte te stellen met de ondeugdelijkheid van sommige argumenten der vrijzinnige vooruitstre vende vr(jhandelsmannen tegen de tarief- verhooging. Zij behandelt in haar jongste no. de vraagwie is nu reactionair Wij zouden dit artikel wel kunnen re- eumeeren, maar dan is het mooie er af. Laten wij het liever in zijn geheel over nemen. De lezer zal er uit zien dat de beschuldiging althans van „reactionair" aan 't adrei van minister Kolkman niet alleen is onjuist, maar zelfs veeleer dient gericht op het Tarief van de vooruitstre vende volken om ons heen, diealtegaar •en tarief van invoerrechten hebben maar dat meer drukt dan het onze. .Zooals onzen lezers bekend zal zijn brengt heden ten dage ons tarief onge- vesr 18 millioen gulden, of ruim f2.— per inwoner op. De bedoeling van Mi nister Kolkman nu is, om de opbrengst met 10 milloen te verhoogen, zoodat het tarief voortaan 23 miliioen, of nog niet ten volle f 4.per hoofd als bate in de schatkist zal werpen. De matige verhooging nu heet reac tionair. Let nu echter eens op hoe het buiten onze grenzen gesteld is. Het meest reactionaire land, dat de liberaal en socialist kent, is natuurlijk Rusland. Immers heeft men daar nog de regeering van den knoet. Wil mea een achterlijken toestand signaleeren, dan noemt men hem Russisch. Welnuin Rusland brengt het tarief per hoofd op de som van f 2,50, iets meer dus dan op 't oogenblik ten onzeDt. In SpaDje ziet de vrijzinnigheid nu ook niet juist het land, dat het meest aan de spits van den vooruitgang staat. Daar is de opbrengst f3.50 per hoofd. België is wel welvarend, 't valt niet te ontkennenmaar er is een rechtsche meerderheid, en daarom is het zeker niet het ideale land voor onze liberale en socialistische vrij handelaars. De opbren gst In een afgelegen dal in het Jurage- bergte staan twee groote boomen, waar aan men een schilderij bevestigd heeft, dat door een afdakje tegen regen en wind beschermd wordt. Het stelt voor eene als boerin gekleede vrouw, die zich met een bijl tegen twee wolven verde digt. Hoewel de plaat oud is en veel door het weer geleden heett, toch wordt zjj door de dalbewoners gaarne aan den vreemdeling getoond, die steeds met belangstelling luistert naar het verhaal, dat er aan verbonden is. Ik veronderstel, dat ook onze lezers dit verhaal wel zouden willen kennen, want er spreekt niet alleen moederliefde uit, maar ook de zorgende liefde des Heeren voor de Zjjnen. In genoemd dal stond een eenzame hut. Van lente tot herfst was het daar een heerlijke tijd. Dan zongen er vogels en geurden er bloemen in bosch en weide, en twee beekjes ruischten over den rotsigen bodem, waarbjj zij hun eigen lied zongen. Maar 's winters was er even weinig te zien als te hooren. Dau waren de vogels stil, de bloemen verwelkt, de beekjes bevroren en het heele dal was in een sneeuwvlakte ver anderd. Id dit jaargetijde begint ons verhaal. Ih de eenzame hut lag een kind op zijn ziekbed. De bezorgde moeder boog zich van tjjd tot tftd over hem heen en van het tarief bedraagt evenals iD Spanje f3 50 per hoofd. In Italië is men wat liberaler. Daar heeft het „clericalisms" niet veel meer te zeggen. De mannen van links voelen zich daar al wat beter thuis. Het tarief geeft daar f4.50 per inwoner. Duitschland, men moet het toegeveD, is zeer welvarend, het gaat met reuzen schreden vooruit en overvleugelt door zjjn enorme industrie bijna alle andere landen. Daar heft men f 6.50 per inwoner. Maar, zal men zeggen, Duitschland heeft wel veel vooruitstrevende elemen ten, maar de regeering is er toch con servatief. Fiat. Maar het democratische, het met revolutie-melk opgevoede Frankrijk brengt het spijt ons dat we't zeggen moeten ook f6.50 per hoofd aan invoerrechten op. In Zweden wint de zoogenaamde de mocratie steeds meer aan invloed. Men deed er onlangs zelfs h6t zeker niet zeer reactionaire voorstel om er kort en goed het koningschap af teschaffeD. Wat zal in dat democratische land het tarief toch laag zijn! 'tDoet ons leed, dat het niet anders is, maar het brengt er jaar lijks f7,per hoofd iD de schatkist. Maar Denemarken danDat is een land. Daar heeft men Staatspensioen. Daar heeft men socialistische burge meesters. Daar is men zoo rood als nergens elders. Natuurlijk is daar het tarief van invoerrechten heelemaal afge schaft Hoe treurig, dat we deze illusie moeten wegnemen. De regeering heft daar liefst f7,50 per hoofd. Niet minder democratisch zijn de Ver. Staten van N.-Amerika. Daar heeft men de democratie uit de eerste hand. Het ia een republiek. Maar, 't is verwonder lijk, zoo democratisch is dat land niet, of ook daar mogen de inwoners per hoofd f7 50 aan invoerrechten betalen. Nog één hope rest den vrijhandelsman. Daar in het Noorden ligt een land, waar vrouwenkiesrecht is, waar de vrouwen zelfs toegang hebben tot het parlement een land, dat onze vrijzinnig-democraten en sociaal-democraten doet watertanden het is Noorwegen. Als dat land ook nog invoerrechten heft, ja, dan staat de wereld op zijn kop. Welnu, het zij dan stoDd onvermoeid klaar koude doeken op het brandend voorhoofdje te leggen, en zuchtend sloeg zij den blik naar den troon der genade, biddende, dat het den Heere mocht behagen haar eenig kind het leven en de gezondheid weer te geven. Op dit oogenblik verried een vroo- ljjk gerinkel voor de deur van de hut, dat een slede in aantocht was. Een- glans van hoop verhelderde het bedrukte ge laat der moeder, toen de dokter binnen trad. Met welk een aDgstige zorg be spiedde de vrouw iederen trek van zjjD gelaat. Na een langdurig onderzoek zette de arts zich aan de kléine tafel en schreef een rèeept, terwijl h|j de moeder meedeelde, dat de kleine thans de crisis doormaakte en het binnen enkele dagen beslist zou zijn of zij haar kind behou den of verliezen zou. „Als de koorts toeneemt, moet gij hem terstond deze droppels toedienen", zei hij en vertrok. De arme moeder was wederom alleen. Het gerinkel der bellen was verstomd, het recept lag nog op de tafel. Maar wie zou het naar de apotheek brengen Zjj zelf kon toch het kind niet verlaten, en er was niemaDd om het in haar plaats te doen. Waar dan haar man was Ach, die had tegen Napoleon ten strjjde uitmoeten trekken en was, als zoovele anderen, niet wedergekeerd. Wien anders kon zij haar leed klagen dan Hem, die steeds voor al haar zorgen een open oor had gehad. En ook nu zou haar bede verhoord worden. Nogmaals vernam zij het gerinkel van een slede, die haar deur voorbijreed. zoo, want de Noor, de democratische Noor, draagt maar liefst f 13,bil in het tarief. Het meest democratische land heeft ook het hoogste tarief van invoer rechten. Is het niet opmerkelijk, dat naarmate een land er meer prat op gaat democra tisch geregeerd te worden, naar die mate de invoerrechten stijgen f Laten dan ook de Nederlandsche Libe ralen en Socialisten hun mond houden over reactionaire maatregelen van minis ter Kolkmaü. Het staat precies anders om. Zjj zijn reactionair. Zij zjjn achterlijk. Met fanatieken ijver verdedigen zjj een stelsel dat geen enkel land (behalve Engeland) meer huldigt. Als het ontwerp van Kolkman wet wordt, dan gaan we ten minste een wei nig verder den weg op, dien alle volken reeds lang en met groot succes hebben ingeslagen." ik weet uwe wetken, en waar gij woont. Openbaringen i13. Van 's Heeren volk en gunstgenooten, Het door den Heer bepaald getal, Dat nooit tan Engel zelfs vergrooten, Geen schepsel ooit vermind'ren zal, Van heel de schare dier verlosten, Gekocht door Jezus' dierbaar bloed, Die reizen op des Heilands kosten, En leven van gekregen goed, Is 't slechts een klein getal dier vromen, Die wand'len op des Heeren pa&n, Met vrie w' op aard in kennis komen, En daag'ljjks op es neder gaan. Het zijn slechts enk'len van die velen, Aan wie ons hart zich hechten kan Met wie wij vreugd en droefheid deelen, Als David deed met Jonathan. Met enk'le vrienden eo vriendinnen, Wordt er gezoDgen, en gebeên, Doch velen die den Heiland minnen, Gaan ter aanbidding elders heen. Slechts enk'len die wij daag'ljjks groeten, En meerd'ren die men zelden ziet; De meesten die wjj nooit ontmoeteD, Zelfs waar zij wonen weet men niet. Het voertuig, met een klein paard be spannen, behoorde toe aan een boerin, die juist op weg was naar de stad. Haar zoon zat op den bok en hield den teugel. Dringend bad hem de weduwe het recept naar den apotheker te brengen, en hjj ver klaarde zich gaarne daartoe bereid. Als van een zwaren last bevrijd trad zij haar kamer binnen en zette zich, daar de jon gen sliep, aan 't spinnewiel. Zoo verliep het eene uur na het a iders. Buiten viel de sneeuw in dichte vlokken, die door den feilen noordenwind opge waaid, den weg steeds moeilijker begaan baar maakte. Geen wonder, dat de hon gerige wolven hun schuilplaatsen ver lieten en met hun afschuwelijk gehuil den menschen in de omgeving schrik aanjoegen. Doch de moeder hoorde niets van hun gehuil, zij had slechts oor voor het kind, dat benauwd ademhalend in zwaren slaap verzonken was. Daar hoorde zjj wederom het gerinkel der schellen, maar hoe werd zij teleurgesteld, dat het wel de boerin was, maar zonder de droppels. Het was haar onmogelijk geweest de stad te berei ken zjj was bjjna een prooi geworden van de bloeddorstige wolven. Haar zoon was nog bezig het paard in veiligheid te breDgen. „Ach, hoe krijg ik nu het geneesmid del!» riep de radelooze moeder-Juist op dit oogenblik ontwaakte de zieke en gaf een luiden gil. Blijkbaar was de crisis aangebroken en het reddende middel was er niet. „Dan ga ik zelf!" riep de weduwe, en hoewel de boerin poogde haar terug te De uitverkoren Kerk des Heeren, Is over heel de aard verspreid, Daar land en zee, woestijn en meren Gods kind'ren van elkander scheidt. Van veler leven, worst'len, strijden, Men nimmer hoort, niets kent, noch [weet, Aan wie men hulp noch medelijden, Bewijzen kan in druk en leed. Zwaar valt voor velen 't kruis te dragent Doch nimmer hoorde men hun klacht Ik heb mijn tranen onder 't klagen Tot mijne spijze, dag en nacht. Zoovelen gaan in vrede henen, Ons onbekend, en onbemind, Die wij betreuren noch beweenen, Doch Boven eens men weder vindt. Doch hoe zij ook hun dagen sleten, In vrijheid of in slavernij, Verlaten mochten zij niet heeten, Al was geen broeder hen nabij. Wat ook Gods kind'ren scheiden moge, Den omgang met de broed'ren schaadt, Één is er die uit den hooge Hen allen kent en gadeslaat. 't Is de gesmade en gehoonde, Dos Vaders mensch geworden Zoon, De nu Verhoogde en Gekroonde, En zittende op Davids troon. Het is de Eerste en de Laatste, Die dood geweest is en nu leeft, Die in de plaats Zijns Volks zich plaatste, Hun straf en vloek gedragen beeft. Aan 's Vaders rechterhand gezeten, Omringd door Eng'len wacht en -lied, Heeft Hö de Zijnen niet vergeten, Die Hjj op aarde achterliet. Voor hen gestorven en verrezen En nu met eer en macht gekroond, Zegt H|Gjj hebt geen kwaad te vreezen, Ik ben mes u, weet waar gjj woont. Ik ken Mijn duurgekochte schapen En weet waar hunne weide is Of zjj aan stille waatTen slapeD, Of zwerven in de wildernis. Ik weet de plaatse uwer woning, Wie u omringt, wat gij ontmoet, Of's werelds haat of gunstbetooning U zuchten of wel zingen doet. houden en haar het gevaar voorhield, zjj sloeg een mantel om, stak de lantaarn aaD, nam een bjjl in de hand, en vertrok, na zichzelve en haar kind Gode bevolen te hebben. Dikwijls zakte zjj tot de knieën in de sneeuw en uit het bosch kwam haar het gehuil der wolven tegemoet, maar niets weerhield haar. Intusschen kwam |de bleeke maan op en verlichtte haar pad, terwijl de wind langzamerhand ging liggen. Na een onbeschrijfelijk afmattenden tocht bereikte zij de stad, kreeg het ge neesmiddel en begaf zich onmiddellijk op den terugwpg. Een klok sloeg midder nacht, toen zjj door vermoeienis over mand in een dal bij twee oude boomen zich neerzette om even uit te rusten, daurbij scherp naar alle kanten uitziende. Nauwelijks had zjj zich neergezet of zjj zag uit het bosch twee zwarte ge daanten aansluipen, naderbij gekomen herkende zjj twee wolven, die naar hun hol teiugkeerden. Met de koppen voor over gingen zjj den boom voorbij, waar achter de vrouw zich verscholen had. Maar één had haar spoor geroken en stond weldre met van honger gloeiende oogen voor haar. Een oogenblik was de arme vrouw verstijfd van angst en schrik. Toen greep zQ de bij), eeD forscbe slag en de wolf lag met verpletterden schedel aan haar voeteD. Maar op den doodskreet van het ver slagen dier sprong de andere wolf op haar toe, en eer zjj zich hersteld had, voelde zfl zjjn scherpe tanden in haar arm. Zjj viel op de sneeuw en kon nog Ik weet uw werkeD, worst'len, strijden Al wat gjj om Mijns Naams wil doet. Ik ken uw ziels- en lichaamslijden, Weet welk een kruis ge dragen moet. Ik weet uw zorgen en bezwaren, Uw kommer, moeite en verdriet, Uw vrees voor dreigende gevaren, Doch dis uw oog niet komen ziet. Ik weet uw zwakheên en gebreken, Hoe vaak uw ziel nog kleeft aan 't stof, Uw zondig zwjjgen, jjdel spreksn, Uw traagheid in gebed en lof. Vertroostend woord voor wie God vreezen, 't Z|j wonend' in paleis of tent, Dat Jezus hen nabjj zal wezen, Hun nieren proeft en harten kent. Niets is voor 's Heilands oog verborgen, Hfl weet elks druk, behoefte en nood Zal naar het lichaam hen verzorgen, Hun zielen redden van den dood. Mjj is als liefdevol Ontfermer Mun Leidsman door dit tranendal, Hun Vriend en Koninklijk Beschermer Die nimmer hen verlaten zal. Niet een van al de duizendtallen, Wier zondeschuld werd uitgewiscbt- Zal in de macht des Boozen vallen, Omkomen dooi geweld noch list. Id smart en rouw, en tegenspoeden, Die Hjj voor hen onmisbaar acht, Zal Hjj hen sterken en behoeden, En staande houden door zijn kracht. De donk're pa&n en diepe wegen Waar langs Zjjn hand de Zjjnen leidt, Al schijnt zulks kwaad, zjjn hen ten zegen, En strekken tot hun zaligheid. En daagt voor hen de laatste morgen, De laatste dag van smart en kruis, Dan zal Hjj hun een plaats bezorgen In 'c groot en heerlijk Vaderhuis. Daar zal men nooit de klacht m eer hoorsn Ik ben verlateD, en alleen Want allen die zjjn uitverkoren, Die zjjn voor eeuwig daar bijeen. Wemeldinge, 26 3eptember 1912. A. WABEKE. slechts liggend met de bjjl het dier van zich afhoudeD, dat op gunstige gelegen heid wachtte haar te verscheuren. De j vertwijfeling nabjj, voelde zjj zich de j krachten ontzinkenmet een luiden schreeuw riep zij God om bijstand. Toen geraakte zjj buiten zichzelve, de bjjl I zakte, de lantaarn viel haar uit de hand. Op dit beslissende oogenblik knalde een schot, de kogel floot door de lucht. Met een rauwen gil sprong de wolf om hoog en viel dood naast de bewustelooze vrouw neer. f De zoon van de boerin, na voor het paard gezorgd te hebbeD, was bij zjjn moeder gekomen en hoorendt, dat de weduwe alleen naar de stad was gegaan, had hjj zjjn geweer gehaald om haar zoo noodig te beschermen. Het einde van deze kleine vertelling is spoedig medegedeeld. Toen de vrouw weer tot bewustzijn gekomen was, werd zjj door de sterke armen van den jongen boer huiswaarts gedragen. Hier aangekomen zag zjj met één blik op baar zoon, dat de crisis voorbjj was en het geneesmiddel niet behoefde te worden aangewend. De kleine zieke zat rechtop in zijn bedje en lachte, niet we tend welke zorgen en gevaren zijn moe der voor hem doorstaan had. Maar wat dien nacht aan liefde tusscben moeder en kind en aan geloof in een reddend God gewonnen was, daarvan spraken de weduwe en ha r zoon steeds met dank bare blijdschap en daarvan getuigt nog heden de schilderij aan die oude boomen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1912 | | pagina 1