No. 2 1912 Woensdag 2 October 27e Jaargang, NIEUWSBLAD CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN De Tariefwet. v. F E UILLETO N. De vogels zijn dood. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. pƒ1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 5t cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel meer 10 cent Tegen het ontwerp-Tariefwet tracht men ook in landbouwkringen stemming te maken. In sommige kleuren worden de „heillooze gevolgen" van deze wet geschetst. De boeren zullen straks hun gereed schappen en grondstoffen duurder moe ten betalen. De industrie zal steeds meer de landarbeiders van het platte land naar de nijverheidscentra lokken. Wil men de noodige „werkkrachten" behouden, dan zullen de loon en opgevoerd moeten worden. En alsof dat alles nog niet ge noeg ware, zal het buitenland wraak nemen en onze voornaamste uitvoerarti kelen landbouwproducten weren. Zoo dreigt onze boerenstand gevoelig t9 worden getroffen. „Te wapen tegen de Tariefwet I" moet daarom de leuze zijn van wie het wel meent met de be langen van onzen landbouw. Dat dit niet juist is, tracht De Graaf- sehapper in het volgende opstel aan te toonen. Tot dusver blijven de hoeren bijzonder kalm. De „heeren" in de Hollandsche Maatschappij van Landbouw hebban zich even geweerd, maar de boeren zelf bleven rustig. Hoe dom, hé? Of zouden die „boeren" verstandiger zjjn dan de „heeren" P Wjj hebben in den laatsten tijd die vraag eens ernstig over wogen en neigen al meer tot een be vestigend antwoord. 't 3chflnt ons niet ondenkbaar, dat de boeren ongeveer zóó redeneeren. Opbloei van de vaderlandsche nijverheid leidt tot vermeerderde koopkracht van de be volking. Dat kan ons, boeren, slechts ten goede komenbjg een levendige binnenlandsche markt hebben wjj het grootste belang. Die opbloeiende vaderlandsche indus trie zal in afzienbaren tfld nog niet naar arbeiders behoeven te zoeken. Immers er werken thans reeds een 70.000 Neder- landsche arbeiders in Duitschland, die gaarne in hun „heimat" zoudeD blijven, indien er maar werk voor hen was. Dan levert het platteland een „overschot" op, dat in den landbouw geen plaats kan Onder dit opschrift bevat het Weekblad voor Oldenzaal en Omstreken een inge zonden artikel van Chr. v. B., dat wij hier ter wille der zaak, grootendeels laten volgen Een van de voornaamste vragen is op het oogenblik dunkt me, wel dezeZijn de vogels noodig of zjjn ze niet noodig Hier doen de emelten duizenden schade in het gras. Vele eiken zitten dik in de rups. Vele appelboomen ook. In Salland en Friesland doet de ritnaald veel schade in de aardappels. In Wehl lijden ze veel schade door de veenmol. In het buiten land worden heele bossen opgegeten door de nonvlinder en zoo zoudt ge kun nen doorgaan. Vroeger was dat niet. Nu de kraai- vogels, dat is: eksters, kraaien, roeken en kauwen, zijn doodgeschoten, zfln die plagen gekomen. Zou het daar ook van komen? En zullen er dan nog meer plaagen komen Als ge dat zeker wist, dat was duizenden en duizenden guldens waard. De meeste menscheD gelooven het niet. Meen enkele jager en geen enkele boer gelooft, dat kraaien en eksters dood schieten schade doet. Maar ik voor mjj geloof vast en zeker, dat het duizenden guldens schade gedaan beeft, en wie weet, hoeveel schade het nog zal doen. Ge moet weten, er is een zeker verband in de natuur tusschen insecten en vogels. Een evenwicht, zeggen de geleerden. Ziet j vinden. In het vrijhandelsgezinde Enge land is de trek van het platteland naar de steden groot, in het protectionitische Denemarken daarentegen onbeduidend. Waaruit blijkt, dat hier andere factoren werken. In ons vaderland met zfln talrijke klasse van kleine boeren behoeft voor de ontvolking van het platteland geen vrees te bestaan. En dat te minder, wanneer men ook de landarbeiders door grond- verschaffing in den geest van het ontwerp- Talma helpt. Over hat algemeen moet de positie dezer veelszins sympathieke groep arbeiders verbeteren. Dat ban zon der schade voor het bedrijf geschieden. Mat of zonder Tariefwet is dat een eisch van sociale rechtvaardigheid, Maar kan de Tariefwet ook een duwtje in deze goede richting geven, dan behoort dit toegejuicht te worden door allen die tot de „landbouwende bevolking" niet alleen de boeren, maar ook de landarbeiders rekenen. Krijgt de landarbeider het beter dan thans, dan zal hij zeker niet licht vaardig zijn dorp verlaten. Waarschijn!jjk heeft menige boer wel eens de verschillende tariefposten nage gaan. Het zal hem dan zijn opgevallen, dat Minister Kolkman telkens weer met de belangen van den landbouw rekent. Ook het gewijzigd ontwerp levert daarvan bewijs. De invoer van kalk bijv. blijft vrfl. Maar het invoerrecht op glas, pakllnnen, touw, en klompen etc.? Wel al die arti kelen worden hier te lande vervaardigd. Men behoeft ze uit het buitenland niet te betrekken. Het invoerrecht zal slechts aan de Hol landsche industrie ten goede komen, terwijl de onderlinge concurrentie den prijs der waren wel op behoorlijk peil zal houden. Van eenige schommeling in den prfls dezer-artikelen hangt boven dien de welvaart van het boerenbedrijf niet af. Dat leerde de ervaring wel. Het voornaamste argument tegen de Tariefwet is wel het nadeel, dat onze uitvoer van landbouwproducten zal on dervinden. De Hollandsche Maatschappij van Landbouw was zelfs vrijmoedig ge noeg om te verzekeren, dat wfl de voor- ge, als er geen insecten, geen gewormte was, dan waren de vogels er ook niet. En als er geen vogels waren geweest, dan hadden de insecten den heelen boei al lang op gehad. Oi ge kunt het ook in den bijbel lezen op de eerste bladzijde van de boeken Mozes. Daar staat, dat God ze allebeide geschapen heeft, vogels en alle kruipende dingenen dan zegt Godgroeit en vermenigvuldigt u. Eu God zag, dat het goed was. Als ge nu de vogels doodschiet, dan schiet ge een gat in de schepping Gods. De gewormten blijven zich vermenigvuldigen, en er zfln geen vogels meer, die ze opeteD. Dan is het niet goed meer. Wat dan De in secten kunnen we niet allemaal dood krijgen; als we dat konden, dan was het zoo erg misschien niet. Maar de vogels moeten ze opeten. InsecieD, gewormte, dat is het dagelflksch brood zouden we kunnen zeggen, van de vogels. Juist als wjj menschen. Wy gebrniken wel wat mosterd en peper of een schalot of trom pettert). Maar ons hoofdvoedsel, dat is toch brood, aardappelen, vleesch en spek. Evenzoo een'ekster b.v. gebruikt wel eens een rotten aardappel en een hoenderkuiken, maar zijn dageiyksch brood dat is gewormte. Dat kunt ge zelf ook gemakkelijk nagaan. Hoeveel eieren en kuikens krijgt zoo'n paar eksters? Dat is tocb de moeite niet waard. En ze hebben een heelen boel noodigvooral als ze een nest met jongen hebben. Voer maar eens een paar eksters op. Vroeger had ge bij het kleinste keute- rljtje een eksternest, al zat het dan ook in den peereboom. De eksters liepen van den vroegen morgen tot den laten avond deelen van dien uitvoer alleen kuDnen behouden door een „vrijzinnige handels politiek". Een oolljk boertje lachte er hartelijk om, toen hem dat voorgelezen werd. Hoor eens, zeide hjj, het buitenland koopt onze producten niet uit dankbaar heid voor den „vryhandel". Dat gelief ik ten minste niet te gelooven. Men koopt onze producten omdat men ze noodig heeft en om hun deugdelijke qualiteit". Zoo is het. Voor eenige jaren werd op groote schaal met onze boter geknoeid. Toen raakten wy onze reputatie en daar mede ons afzetgebed op de buitenland- sche markten kwyt. De „vryhandel" kon ons niet helpen. De Regeering trachtte aan de knoeieryen een einde te maken. En zy had succes. Wy hebben thans onzen goeden naam terug en verkoopen weer. Het buitenland koopt ook onze bloem bollen omdat het trek er in heeft. Men schynt zich in Amerika ook op de bloembollen-cultuur toe te willen leggen: Gelukt dit pogen, dan zullen onze bloem bollen-kweekers de nadeelige gevolgen daarvan ondervinden, al laten wy ook alle Amerikaansche meelsoorten en nij verheidsproducten zonder eenig recht binnen. Het hemd is nader dan de rok, zal men in Amerika denken. Onze edel moedigheid wordt heusch niet beloond Wie zoo klaagt over de te verwachten bemoeiiyking van onzen uitvoer schynt voorts niet te weten, dat met name de uitvoer van vee en landbouwproducten juist nu telkens weer belemmerd wordt. De landbouw heeft het meest geleden van de omstandigheid, dat wy dank zy ons lage tarief nimmer iets hadden aan te bieden aan het buitenland en evenmin met iets konden dreigen. Wenscht een buitenlandsche staat zyn grenzen te sluiten voor óns vee of ons hooi of onze zuivelproducten, dan ge schiedt dat onder allerlei voorwendsels. Nederland kan toch niets terug doen Evenmin kan het aan een zeker land bepaalde voorrechten toekennen. In Duitschland is men al meer de tariefposten gaan splitsen. Dit heeft er toe geleid, dat de invoer van onze kool en azalea's gevoelig werd geschaad. in de koeweide en in 't gras, tusschen de roggegasten, overal, 's Morgens als de boer nog, op één oor lag, zaten ze gewoonlijk in de appelboomen en er onder te wippen 'jen te springen en schetterden de vrouw wakker. Toen werden de boomen niet afgekrabt, niet gekalkt, niet bespoten met vergif. Boom- bandeD, pulvisators, al die dingen be stonden nog niet. Daar was wel eeD8 een rnps en er was wel eens een worm in den appel. Alle dingen, die er nu zyn, waren er toen ook. Maar niet zooveel, en veel meer vogels Wie had vroeger gehoord van smelten En wie had ooit op de viool hooren spelen, dat een lang been mug, die heel niet steekt, zoo'n on deugend ding was en duizenden schade kon doen? Hoe kwam dat? Van de ek ster, die at al die dingen op. Net als een koe zoo'n heelen dag kan weiden, zoo was zoo'n ekster den heelen dag aan het zoeken en eten naar gewormte. Die kwam daar niet zoo vlak by huis om het kind in de wieg wakker te schet teren, maar om te eten. Die gaan niet voor hun pleizier vliegen, die gaan het land niet rond om eens te zien of de vruchten goed staan. Den beesten is het altyd om het hebbeD begonnen. En dan, zoo'n paar eksters in 365 dagen kunnen heel wat op. Die konden zoo'n klein boerderytje best schoon houden. Op een groote boerdery had ge ook altyd een stuk of drie nesten, en dan gewoonlijk aan den kamp ook nog een. En dan zat hier of daar nog een kraaiennest. En in den herfst kwamen er altyd groote koppels kraaien van den Pruis, die hielden nog eens nalezing. En waren Wat het eerste artikel betreft, staan wy achter by Italië en wat het tweede aangaat by België. Aan genoemde landen werden concessies toegestaan. Men wierp het op een accoordje. Maar de Nederland- sctae regeering had niets aan te biedeD en onze landbouw werd gedupeerd. Wy kunnen het bleek nog in 1902 by onderhandelingen met Frankryk wel dreigen, maar men lacht er om. Men weet maar al te goed, dat ons huldig tarief aaD de Regeering geen enkel wapen in handen geeft. Toen wy echter voor enkele jaren het invoerrecht op Fransche wfjnen in onze Koloniën wilden verhoogen, was de Fransche regeering aanstonds tot een vriendelyke tegemoetkoming bereid. Zy verlaagde het invoerrecht van benzine in Frankryk. Zoo kunnen wy voor onze producten wel meer voordeelen behalen. By een hooger tarief staan wy sterker. Art. 9 van het ingediende wetsontwerp geeft aan de Regeering de bevoegdheid tot het nemen van retorsie maatregelen. Tydeiyk kan zy dan het tarief voor goe deren uit een bepaald land verhoogen als dat land den invoer van onze producten belemmert. In by na alle tariefwetgsviagen is een soortgelyke clausule opgenomen, waar van de wenscbeiykheid o. i. moeiiyk te betwisten valt. Natuuriyk past hier wysheid en voor zichtigheid. Als het kan, moeten wy ons zooveel mogeiyk buiten een tarieven- stryd houden. Maar er kunnen omstan digheden komen, waarin het wapen moet gehanteerd worden. Ook werkt reeds het bestaan van een dergelyke bepaling preventief. Men zal ons meer gaan ontzien. En zeker zullen landbouw en veeteelt daarvan in de eerste plaats de gunstige gevolgen onder vinden. Het kleine België en het nog kleinere Zwitserland wisten door handalstracta- ten voordeelen voor hun artikelen te be dingen van machtige naburen als Duitsch- laud en Frankryk. Waarom zouden wy dat ook niet kunnen Wy moeten cordaat optreden en voor onzen uitvoer voordeelen zien te ver- krygen, die op dit oogenblik nog ge er dan vlakten, waar geen eksters konden nesteleD, of was h'er óf daar het ge wormte eens wat erg baas, dan kwamen de roeken van Bentelo of van Almelo roeken die vliegen altyd ver van huis. Toen hoordet ge van die plagen niet. Maar nu zyn die vogels meest dood. Het is waar, de kippen eten ook ge wormte, maar die komen niet overal, hebben een heel anderen bek en kunnen niet vliegen en daarom blyven er te veel over; die krygen jongen. Ze hebben den zegen van God gekregen, zegt Mozes: 100, 200, sommigen 800 in een jaar. En als ze dan eens een keer gelukkig weer treffen, dan begrypt ge niet, waar ze in eens vandaan komen. Verleden jaar hadden ze 500 bladen aangevreten of een takje kaal. Nu 100 takjes, dat is de heele boom. Ik zal u eens een voorbeeld aanhalen. Voor een jaar of vier. Een lawaaihoor eens, zeiden de schooljongens, wat zyn de kraaien aan het schandalen in Altena's bosch. En al die vier, vyfhonderd roeken van Bentelo zyn den heelen dag in het bosch aan het werk geweest. Ze vlogen ook niet weg, als ge er onder liep. En wel 25 houtduiven liepen overal onder de boo men, die leefden van den afval. (Houtdui ven zyn zaadvreters, zegt ge, maar dat is hun dagelyksch brood niet. Denk maar na, wanneer kunnen ze zaad krygen Wat was er te doen in de eiken Groote schoonmaak, daar wareD rupsen, 's An derdaags waren ze weg en de kraaien ook. Nu zit dat bosch ook in de rups en dik. Veel boomen staan in hun pluDje net als scheerensliepers, andere staan heelemaal uitgekleed, alsof ze een bad willen nemen; mist worden. Onze landbouw heeftj van hetüTarief- ontwerp geen by zonder "gevaar te duch ten. IntegendeelEen verstandige toe passing met name van de in artikel 9 aan de Regeering verleende macht zal den boerenstand ten goede komen. Onze boeren moeten da liberale heeren van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw en van „Het Vrye Ruilver keer* maar stilletjes laten praten. Dat is heel verstandig Het 40°/o Kalibemestingszout. IL In het algemeen is het 40°/« Kalibemes tingszout daarin boven bet kaïoiet te prefereereD, dat het goedkooper uitkomt door besparing van transporten. Veron derstel, dat een landbouwvereeniging voor hare leden 12 wagons kaïniet noo dig heeft, en dat zy deze nu vervangt door 4 wagon» 40°/» bemestingszout, dan is bet duideiyk, dat men in het laatste geval een belangryke som aan transport kosten uitspaart. Waar het nu voor de portemonnaie voordeeliger is, om 40°/0 kaiibemestingszout aan te schaffen in stee van kaïniet, en de werking eer beter dan minder is, achten wy het in het welbegrepen eigenbelang van de landbouwers, dat zy zorgen, dat deze uitmuntende kalimeststof aan de markt biyft. Hoe ruimer de keuze is in goede en goedkoope kalimeststoffen, hoe beter in de behoeften van den intensieven landbouw kau voorzien worden. Maar behalve dit algemeen voordeel, heeft ook het 40% kali bemestingszout in bijzon dere getallen heel wat voor op het kaï niet. Er zijn gronden, die van nature de geneigdheid bezitten, om dicht te slibben en waarvan de structuur by eene be mesting met groote hoeveelheden kaïniet verslechtert. Voor deze gronden is het bepaald wenscheiyk, om in de behoefte aan kali te voorzien door eene bemesting met een hoog-procentisch kalizout; in dit geval heeft bet 40°/# kalibemestingszout verre de voorkeur boven bet kaïniet. Het betrekkeiyk hooge chloorgehalte van het 40°/» kal. bemestingszout maakt het t in de verte kunt ge het zien, iat sommi gen de kale koppen er boven uitsteken, alsof ze pater willen worden. Nu zullen de roeken wel niet komen, die zfln te veel afgestraft en die kunnen het werk ook niet af. En als die rupsen nu tamelijk goed weer treffen, en ze vermenigvuldigen zich met 20, dan knagen ze het volgend voorjaar 't heele bosch kaal en dan staan in Juni al die boomen naakt, als een regi ment soldaten voor het zwembad. Dat is dien ouden, tweehonderd-jarigen knapen nog nooit overkomen. Maar al die 2CO jaar zfln er ook nog nooit zoo weinig vogels geweest. Zoo is het hier. In Delden heb ik ook al onraad gezien. En flets maar eens van Oldenzaal naar HeDgelo. Langs den weg, en in de laneD, en op het Amelink, overal staan van die eikenboomen net als schooiersvolk. Ik hou 't voor verschrikkelijk erg, dat al die vogels dood zfln. En ik geloof, dat al die plagen komen, omdat de boeren die eksters en kraaien hebben doodgeschoten, en wie weet wat er nog komen zal, daar zfln nog zooveel dingen, die we nu nog niet kennen. Hoort burgers, hoorLGfl hebt de eksters en kraaien en al dat gevogelte vervloekt en dood gemaakt, omdat ze eieren en hazen en zaad vreten en bederven, Dat is zeer dom geweest. Wat ze bederven hadt ge moeten verdragen, of met wat goed koop Ijzergaas moeten voorkomen, want die beesten leven van gewormte, dat is hun dagelflksch brood. Ik zeg nogmaals, een ekster en een kraai leven van ge wormte of insecten, net zooals u ze noe men wilt.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1912 | | pagina 1