No. 303 1912 Woensdag 25 September. 26e Jaargang. P NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. IS, GHRISTELIJK- HISTORISCH rten ode, „Met groote zorg". ftiOHTSZAKSGi* 11 e d [d in de ikt TCor F. en St leuwe |lN,Smid, West- f 120 en ader kin- Dl GELUK, o brieven ito- m St. ovember rkmeil id. Zonder idig zich letter A, VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DEJONGE-VERWEST, te Goes Zij die zich met 1 Oct a. s. op ons blad abonneeren, ontvangen de nog In September verschijnende nummers gratis. F. P. D'HUIJ, te Middelburg. ■stxt sa ?im PRIJS DER ADVERTENTIËN hun |ong- i één de |arde= pichi. ie en lesch; lts en Iring. m Be IIT, Zrobbm- Kapelle. Melis- I. ■Iburg. [ÏtT Ir, \ukwrg. m s de Yrie- gt tegen 1EDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN est, Qoe«. De opgaaf van den spoordienst komt in dit nommer voor op de gebrui kelijke plaats. Ons Tijdschrift, Jaargang 17, aflevering 8 munt uit door groote degelijkheid van iDboud, en aangename afwisseling. De onderhoudende reisbeschrijver dr. Gunning, leidt zijn lezers in in de wetens waardigheden van Spanje en Spaansch Zwitserland, door hem zei ven gezien. In „Vage figuren" door den schrijver voltooid, toont G. Schrijver weer z(jn meesterschap in het schetsen naar het leven, ook naar het gemoedsleven, door hem gepeild. Frank Gericke bezingt in zijn Samson en Dalila zijn held in zijn zwakheid, zielesmart od herwonnen kracht. Terwijl in rijke verscheidenheid de Terugblik-schriJver zijn opmerkingen maakt naar aanleiding van velerlei dat in bonte opvolging zijn oog is voorbijge gaan. Wö nemen de middelmoot uit zijn belangrijk opstel over, beginnend met de woorden die hierboven ataaD. Zelfs koos de schijjver tot opschriftHervormd Clericalisme I Met groote zorg zien wij het herleven van het hervormd clericalisme natuurlijk toegejuicht door de anti-cleri- cale pers. Van der Brugghen, Bronsveld, Van der Laar en Kromsigt: in hoeveel stukken verschillend, in het opzicht van hun hervormd-clericale neigingen zijn ze van éónen huize En hoe klein betrekkelijk de groep is, die z(j achter zich hebben, tot nu toe is hun invloed op de politieke verhoudingen in ons land èn groot èn alleron gunstigst geweest. Die groote invloed is toevallig en te danken aan het feit, dat zij op de wip zitten, tusscben de by na even sterke rechter- en linkerzijde. De heer Van Koetsveld heeft onlangs in een studietje over „Evenredige Vertegen woordiging" aangetoond hoe, door ons verouderd systeem van districtsverkie zingen 1000—2000 kiezers een rechtsche of een linksche Kamer meerderheid „ma ken*. En de nadere kennis der districtsver- houdingen wijst uit, hoe in verschillende districten, zooals Leiden, telkens een 60-tal personen, die stemmen „als" leden der Hervormde Kerk, den doorslag geven, en fbiteiyk over den zetel beslissen. Laat ons aanstonds zeggeD, dat deze onze zorg niet betreft het mogelijke in de minderheid kernen der coalitie-partijen bjj den komenden stembusstrijd (van eene ontbinding zal natuurlijk, zoolang 192 niet verandeid is, geen sprake zijD). Integendeel. W ij vreezen een aanstaan de nederlaag in geenen deele. In de min derheid gebracht en van de verantwoor delijkheid der regeering ontheven, zal de machtspositie der rechterzijde beslist sterker zijn. Coalitie, heeft Groen van Prinsterer reeds gezegd, is „eene veree- niging op grond van wat men gezamen lijk niet wil", en dit oorspronkelijk negatieve karakter der rechterzijde treedt, wanneer zij regeeringsmeerderheid is, nog maar al te zeer op den voorgrond, klaar wel om het positieve doel, waar naar de rechterpartijen in ons land bovenal strevenhet verkrijgen eener werkelijk autonome oudersschool, waar toe de kans thans gunstiger staat dan ooit, nu de rechterzijde, door de buiten gewone meerderheid van a/e voor grond wetswijziging gevorderd, feitelijk alle kaarten in handen heeft, en voor elke eoncessie in zake het kiesrecht den prijs van een volledige oplossing der scheol- f uestie in den geest van het Unierapport eischen kan, eene positie, die echter door een eenigsziDs sterke wijziging in de sterkte der rechterzijde ernstig kan wor den in gevaar gebracht. Maar het voorkomen van een dergelijke seperatistisch geoordeelde oplossing wil len juist de Hervormd-Clericalen van allerlei slag I Het laatste hoofdartikel van De Beukelaar: „Bevordering van Kwaad" zegt het duidelijker dan ooit. „Er zullen onder een nieuw arttkel 192 van staatsgeld positief-atheïstische scho len kunnen worden onderhouden.1) Een dergelijk gevaar geld van het nieuwe artikel 171, dat een evenredige sub ridie aan alle kerkgenootschappen voorziet. Dan krijgen de Roomschen en de Gere formeerden ook hun aandeel, dan verliest de Hervormde Kerk zijn voorsprong!" Zoo spreekt men. Wat men dus wil, is de „historische" toestand der Her vormde Kerk, de tGestand die voort vloeide uit de vroegere bevoorrechte positie dier Kerk als staatskerk finan- tieel door ongewijzigde handhaving van art. 171, en geestelijk, door het voor staan vaneen soort ja wat facul tatief volks-Christendom op sommige openbare scholen, zooals dr. Kromsigt indertijd heelt aanbevolen? Mr. v. d. Laar spreekt zich wijselijk over een an dere mogelijke oplossing der schoolkwes tie, dan d9 in het Unierapport en het Rapport der grondwetscommissie aanbe- volene maar niet uit: „wy voor ons achten het schoolvraagstuk bij uitstek moeieliJk van oplossing, deze ligt zeker niet voor het grijpen* zegt hyja, ja, maar wij moeten een oplossing! geen ideale, onmogelijke, maar een reëele, mogelijkedaarvoor wordt nu 60 jaar gestreden 11) En hoe valt nu te verklaren, dat de geheele „anti-clericale" pers zooals vroe ger den hervormd-clericalen dr. Brons veld, thans de hervormd-clericale mr. v. Laar en dr. Kromsigt bijvalt! Die verklaring is tweeledig. Eensdeels natuurlijk ligt zij in het feit, dat elke afbrokkeling van stemmen der coalitie eene middelijke versterking der linker zijde beteekent. Maar anderdeels ligt de oorzaak toch dieper: Er zijn toch slechts twee manieren om de twee aanhangige kwestie's op te lossen. De eerste is de „clericale" wijze: dat is die èn door de liberalen èn door de hervormde clericalen gevolgd of aanbe volen wordt. De andere is de „liberale" door de rechtsche partijen voorgestaan. Wjj ge bruiken hier natuurlijk beide termen in den eigenlijken zin die precies tegenover gesteld is aan de politieke beteekenis. Want clericaal, (in den technischen zin van het woord) is elke poging van een groep t(jdel)jke machthebbers hetzij geestelijke of wereldlijke, hetzij op een volkskerk dan wel op een parlementaire meerderheid steunende, om het inzicht van zichzelf of van de meerderheid, die zy in realiteit alleen representeert, te handhaven tegenoverof op te dringen aan de overige groepen der samenleving met behulp van de finantieele of machts middelen die haar uithoofde van haar fictieve representatie van allen ten dienste staan. De eerste soort clericalisme nueene, die op een parlementaire meerderheid steunende, hare overtuiging tegen de his torische overtuiging des volks in aan dat volk wil opdringen, wordt ten onzent Het is allerwonderlijkst, dat de propa gandisten van dit schijngewichtig argument nog niet hebben bemerkt, dat dit onder het thans vigeerende art. 192 al even goed mogelijk is. Dat dll niet geschiedt is eenvoudig omdat het athéïsme in wezen negatief is, en dus reeds iu de neutrale school zijn volkomen uiting vindt. Daarom vreest liet liberalisme niets zoo sterk als te worden gedwongen totpositi- viteit. Het weet maar ai te goed, dat het dan ai heel spoedig een toontje lager zou moeten zingen. (O. T.) door het liberalisme in de schoolkwestie, en door het verwante modernisme (hoe wel miDder geprononceerd) in vele ker kelijke questies tusschen 1830—'70 ver tegenwoordigd. De tweede soort clericalisme: eene, die eene vroeger bestaande volksovertui ging het hervormd gematigd „chris tendom" als „volksgodsdienst" op de openbare school, de hervormde kerk als „volkskerk" tegen de historische ontwik keling van het godsdienstig leven in wil blijven handhaven, is gegeven in het onbewust clericalisme van de clericaal hervormden, de „hervormde" politiek van de groepen van der Brugghen, Bronsveld, v. d. Laar en Kromsigt. Want al beroept dr. Kromsigt c. s. zich gaarne op de historiehistorisch in den zin die dit woord hee^t in den naam der partjj waartoe hy politiek behoort, is zjjn standpunt toch niet. In een volgend nummer iets over historisch zyn en nog wat. Ex ungue leonem. Aan den klauw herkent men den leeuw Onder dit kopje neemt De Zeeuwsche Courant afscheid van haar collega De Qoesche Courant welker hoofdredacteur zich vergist had en, na herhaalde uit- noodiging in gebreke bleef de vergissing te erkennen of te bewjjzen dat het geen vergissing was. De Zeeuwsche Courant doet dit in de volgende ridderiyke bewoordingen Vermits de Qoesche Courant biyk- baar niet in staat is om haar beschul diging aan Dr. Kuypers adres, dat hy van hoogstaande liberalen zou gezegd hebben, dat ze leden aan seniele af takeling, waar te maken, en tot heden (19 Sept.) ook nog geen gelegenheid vond de onjuistheid harer beschuldi ging te erkennen, zullen wy ons slechts vergenoegen met de opmer king, dat ook dit los daar heengeworpen verwyt een van die vele onbewezen lasteriyke aantygingen is, die men zich zonder nader onderzoek tegenover den leider der anti-revolutionaire party veroorlooft. Ex ungue leonem, aan dit eene voor beeld ziet gy weer, hoe de liberalen te vertrouwen zyn als zy aan hun kleinzieligen persooniyken haat tegen een groot man uiting geven. Leg naast deze ie faire strydwyze nu eens die van Dr. Kuyper zelf, die nimmer een persoonlijk karakter draagt, maar altyd op de zaak zelve gericht is. Moge men in het liberale kamp eens leeren voor een zaak te stryden. Dan zal men niet langer kracht zoekenjn verraderlyke zy houwen, maar in een ridderlyken kamp. 't Is goed dat af en toe eens een vrjj- ziDnigen praatjesverkooper op zoodanige hoflelyke wyze tot de orde geroepen wordt. Maar wat helpt het 1 Morgen zegt zoo iemand weer een ander jokkertje. En zoo zou men aan den gang kunnen blyven! BINSLKHIlAHD. Tegen de Bakkerswet- Aalberse. Het Bak kers-Comité heeft zich wederom in actie gezet, thans tegen het wetsvoorstel-Aal berse. In een klein geschriftje zet het zyne bedenkingen uiteen, concludeeren- de, dat het resultaat der Bakkerswet- Aalberse zal zyn: le. stelselmatige bevordering door de wet van de oprichting van zeer kleine buurtbakkerytjes. 2e. verdwyning van de middenstands- bakkeryen, althans terugdringing van deze bakkeryen tot, het zeer kleine klein bedrijf. 3e. bemoeilijking om het meest zachte woord te kiezen van het groot- van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 19 cent. Familieberichten van 1—19 regels 1.—, Iedere regel meer 10 cent. bedryf als gevolg van het feit, dat de alleen werkende patroon in staat zal zyn mede doordat de naleving der wet niet is te controleeren des morgens vroeger versch brood af te leveren dan de grootere bakkeryen. 4e. het onmogeiyke om op eene voor allen rechtvaardige wyze het uur waarop met deu verkoop van brood mag worden begonnen, vast te stellen, j Afwatering van Vlaanderen. Dein- ternationale commissie voor de herzie ning van het verdrag van 1843 betref fende de afwatering van Vlaanderen heeft gisteren in het raadhuis te Sluis verga- derd, onder voorzitterschap van den heer Bekaar, oud-inspecteur-generaal van den rykswaterstaat. De commissie behandelde de beginselen, welke aan een nieuw ver drag ten grondslag zullen worden gelegd. Na afloop van de vergadering boden de Nederlandsche leden aan hun Bel gische ambtgenooten een noenmaal aan in het hotel de Korenbeurs. LEESTAFEL. De verhouding van pleegouder» tot hunne pleegkinderen, door ds W. W. Meynen. Haarlem, W. F. Hoog kamer. Een lezing in de Jaarvergadering der Vereeniging „Onze Tuin" gehouden, ver- schynt hier in druk. De schry ver teekent de ideale verhouding tusschen ouders en kinderen, en den ongelukkigen staat van den wees, voor wiens welzyn de Overheid geroepen is te waken; hy beantwoordt daarna de vraag, hoe en op welke wyze de verzorging van zoodanig kind moet plaats hebben, nameiyk door het weder inbren gen van het kind in het gezin. Het eerst zyn hiertoe aangewezen de familieleden zoo die er niet zyn of onvermogend zyn, de volksgenootetGeheel anders, zegt schry ver, is het in gevallen, waarin de verzorger treedt in de plaats van den ouder die nog leeft. Hy toont aan hoe groot de zonde is van hen die hunne kin deren verwaarloozen, en hoe noodig in- grypen der Overheid is, teneinde door ontzetting of door ontheffing, het kind voor den ondergang te behoeden. Allen, die door de Wet of door levens omstandigheden tot de taak der verple ging geroepen worden, behooren dit boekske te lezen. 1813—1815 Geïllustreerde Geschie denis van den Vryheidsoorlog. Met de geschiedenis van onze verlossing, door J. H. Been. Rotterdam, J. M. Bredee. Dit werk zal in 25 afleveringen com pleet zyn(de 6e aflevering verscheen reeds)en zal, geiy k wjj tot hier toe reeds konden opmerken, een hoogst belangryk verhaal bevatten van den geweldigen stryd van 1813—1815, de verheffing van Europa's vorsten tegen Napoleon en de verlossing van onze vaderen uit de el lende de Fransche overheersching. Been heeft als schry ver en verteller een wel verdienden uitstekenden naam, welken hjj ook in deze aflevering weer op uit- uitnemende wyze handhaaft. Een en ander if op best kunstdrukpapier gedrukt en bevat tal van keurige platen, repro ducties van de beste meesters. Het wordt een standaardwerk van beteekenis. De prys per afl. is 45 cent. Menigerlei genade. Wekeljjksche leerredenen, onder red. van (prof.?; dr. P. A. E. Sillevia Smitt en (prof. dr. B. Wielenga. Kampen J. fl. Sok. Kampen en Amsterdam werken saam om de (Hervormde en Gereformeerde) kerken aan goede leespreeken te helpen. Ook deze 2e jaargang bevat weer velerlei keur door bekende gereformeerde predi kanten geleverd. Huisvaders en vacante kerken, ouden van dagen die den Dienst des Woords moeten missen, en allen die behoefte hebben aan menigerlei genade mogen met ryken zegen van deze lectuur gebruik maken. Steramen des Tyds, Maandschrift voor Christendom en Cultuur, onder redactie van dr. W. J. Aalders, en anderen. Ie Jaargang no. 11. Utrecht, G. J. A. Ruys. Nu dit tydschritt by na aan zyn tweede levensjaar toe is, vestigen wy er ntg eens de aandacht op, als op een uitne mend geslaagde poging om onze Chriate- ïyke literatuur te verryken met een periodiek waarin de verschillende vraag stukken en gebeurtenissen nu eens niet uit Liberaal maar uit Christeiyk oog punt worden bezien. Goed geslaagd, om dat de opstellen die er plaats in vonden, zich strikt aan dezen eisch hebben ge houden, en onze beste mannen er de vrucht van hun studie en ervaring in hebben neergelegd. Ook deze elfde afle vering voldoet aan de strengste eischen. Dr. Slotemaker de Bruine begint een opstellenreeks over „Kerkgezag in Sociale Vragen". Hy oefent wel niet zoozeer critiek op de Pauseiyke uitspraken, maar hij vraagt toch, terecht, de volle aan dacht voor het ernstige feit dat de econo mie en de sociologie niet in de eerste plaats christeiyk, maar kerkeiyk zal worden geykt. De opgelegde katholici teit der vakbeweging, de vervolging van Daans, de veranderde houding der kerk jegens le Sillon, de uitspraak van mr. Aalberse op den Katholiekendag te Haar lem, de conaekwentién der kerkeiyke hiërarchie, het doet alles zien, dat er een Roomsche opvatting van het Chris tendom bestaat, die de materieele vra gen omtrent den inboud des Evangelies verre achter stelt by de formeele vraag wat over bepaalde punten de kerk heeft gezegd. Een prachtige opstellenreeks wordt geopend door professor v. Gelderen over „Samaritanen en Joden aan de Zuidgrens van Egypte*. De geleerde schry ver be toont zich hier de Schriftonderzoeker en Oudheidkenner, aan wiens hand wy een belangryk stuk geschiedenis doorloopen. Ben ander soort geschiedenis levert de schryver van „Het houten boek*. Ook de Economische Kroniek wordt door prof. mr. Diepenhorst uitstekend verzorgd. Voor elk der leden van een ook maar eenigszins ontwikkeld gezin wordt hier het een of ander geboden dat aantrekt. Is 't boek voor een gezin te duur, dan be vele men het aan in leeskring of ver eeniging, opdat deze Stemmen door zoo velen mogeiyk gelezen worde; en deze uitgaaf, zoo uitnemend geslaagd wat de qualiteit harer schry vers betreft, even zeer slage wat aangaat de quantiteit harer lezers. Arrondissements-Bechtbank ie Middelburg. Beden, Dinsdag, zyn veroordeeld we gens Niet voldoen bevel ambtenaarP. B. G., 35 j., landbouwer, Sas van Gent, en J. R. Lz., 37 j., landbouwer, Koudekerke, beiden conform de eisch f 10 b. s. 10 d. h.; wederspannigheidA. W. d. M., 40 j tyman, Hansweert, 14 d. gev.-straf, eisch was 1 m., en J. v. Z., 33 j., werkman, VlissingeD, f7 b. s. 1 w. heisch 120 b. s. 20 d. h.; en diefstalC. B., 23 j., timmer mansknecht, Kloetinge, f 7 b. s. 7 d. h.; M. d. J., 35 j., arbeider, Goes, f7 b. s. 1 w. h., eisch f 18 b. s. 12 d. h G. d. D., 28 j., schippersknecht, Goes, gedetineerd te Middelburg, comform de vordering 2 m. gev.-straf, met aftrek van het voor-arrest en E. S., 35 j.f paardenknecht, Veere f 10 b. s. 10 d. h-, eisch was f 18 b. s. 12 d. h. Vrijgesproken: M. S. M., 72j., wed.C. 1. N., zonder beroep, Oostburg, beklaagd vau het leggen van een dam in een voor waterafvoer bestemde sloot, metvernie-' tiging van het vonnis van den kanton rechter te Oostburg, houdende veroor deeling tot f 10 b. s. 5 d. h. De eisch was vernietiging van het vonnis A quo en veroordeeling tot fl b. s. 1 d. h.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1912 | | pagina 1