No. 275 1912
Vrijdag 23 Augustus
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND,
26e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
mm ax®.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
"bïnhkhlIhd™
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1.25
Enkele nummers0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
ïN
22 Aug. 1912.
Overheid en Volk.
Op eigen wortel heeft de Overheid te
midden van de andere stammen haar
plaats in het woud in te nemen, en alzoo
alle leven dat zelfstandig opschiet, in zjjn
heilige autonomie te mainteneeren.
Beduidt dit dat de Overheid elk recht
van inmenging in de autonome levens
sferen derft? Allerminst. Rarer is en
biyft o.m. de roeping om allen saam te
dwingen tot praesteeren van persoonlijke
en geldelijke laster; tot instandhouding
van de natuuriyke eenheid in den Staat.
Doch juist hierdoor ontstaat dan ook de
wrjjving en het gevaar voor botsing. De
beslissing kan hier niet aan de Overheid
unilateraal staan. Alleen de wet kan hier
elks recht uitwijzen, en het recht der
burgerij over eigen buidel moet de machts
overschrijding der Overheid tegengaan.
En hier nu ligt het uitgangspunt voor
de saamwerking van de souvereiniteit
der Overheid met de souvereiniteit in de
maatschappelijke kringen, die in de Con
stitutie haar regeling vindt. Naar de ge
steldheid der dingen in zyc tijd werd
dat voor Calvlje de leer der „magistra-
tues inferiores"
Doch hoe ook in vorm gewijzigd, in
den grond blijft 't de oude Calvinistische
gedachte, om het volk in al zijn rangen
en standen, in al zijn kringen en sferen,
in al zijne corporation en zelfstandige
instituten, in gezond democratischen zin,
wettelijk geregelden invloed op het
vaststellen van de wet te geven.
Dh. Kuyper.
Calvinisme en Staatkunde,
Terecht merkt Friesch Dagblad op dat jj
de vrijzinnigen 't volgend jaar ten be- i
hoeve van de mannen der S. D. A. P,
zullen mogen voor ezeltje spelen.
f/Rij- en diaagezel zijn I
„Hr. Uendels heeft het Zondag te
Leeuwarden nogeens uitdrukkelijk ge
zegd, dat zij, socialisten, van een vrij
zinnige regeering net zoo min iets te
wachten hebben als van de Rechterzijde,
„'t Is roestig ijzer om oud blik.
»Tóch zullen de socialisten in 1913
wel hun uiterste best doen, om het
»oud blik" er uit te gooien en het „roes
tig ijzer" er voor in de plaats te brengen.
„Doch met welk doel?
„Enkel en alleen, om het algemeen
stemrecht er dóór te jagen voor de rest
geen nieuws.
„Als het ezeltje hen daar gereden
heeft, krjjgt het van de socialisten een
klap toe en 't kan dan gaan.
„De vrijzinnigen hoeven niet te den
ken, dat ze stillekens de liberale begin
selen in toepassing mogen brengen I Dat
de dagen van Thorbecke terugkomen.
Geen kwestie van I
„Ze mogen ezeltje zijn.
„Krijgen op hun nek, als ze niet hard
genoeg loopen.
,/En worden afgedankt, als ze de S.
D. A. P. hebben gebracht, waar deze
met de Rechterzijde nóóit komt
dat de invoering van 'n bieraccijns de
prijs is geweest, die de Deensche regee
ring voor het ouderdoms-pensioen heeft
bedongen.
Deze bieraccijns bracht in het jaar
19O9/T0 niet minder dan 5,999,608 Kro
nen op, dus bijna 6 millioen Kronen.
Dit is dus meer dan het gansche aan
deel van den Staat in het pensioen.
Voegen wij hier nog b(j, dat voor
1909/'10 de totaal gewone Staatsinkom
sten bijna 82 millioen Kronen bedroegen
en dat daarvan alleen ruim 60 millioen
Kronen uit invoerrechten voortsproten.
Wit onze Regeeriug wil, is dus nog
zoo»gek" niet, als men bet van vrij
zinnige zijde wel eens tracht voor te
stellen.
Een dikwijls herhaalde grief tegen het
Kabinet-Heemskerk is, dat de kosten
der sociale wetten door verhooging van
het Tarief zullen worden betaald.
Een dergelijke regeling is evenwel niet
zóó vreemd, als men het dikwijls tracht
voor te stellen.
Er zijn voorbeelden var; elders.
Wij wjjzen bjjv. op Denemarken,
waarop de voorstanders van het Staats
pensioen zoo gaarne onze aandacht
vestigen.
In dat land draagt, zooals men weet,
de Staat de helft in de kosten van het
ouderdoms-pensioen, ongeveer 5Va mil
lioen kronen, bjj.
Wat minder bekend is omdat men
de mededeeling daarvan misschien te
veel in overeenstemming acht met de
plannen onzer Regeering is het feit,
Iets over Buna.
In het orgaan van den Neöerl. Meia-
jesbond wordt een en ander medegedeeld
omtreDt de bakende Zweedsche schrijf
ster Runa.
Runa, wier ware naam Elisabeth Bis-
kow is, werd in 1870 te Stockholm ge
boren, waar haar vader hofprediker was.
Des zomers woonde zij met haar ouders
op een landgoed in het Noorden van
Zweden. Hier leerde zij, te midden van
een prachtvolle omgeving, haar vaderland
liefhebben; en hoewel zij later vele bui-
tenlandsche reizen maakte, werd deze
liefde tot haar land met de jaren slechts
grooter en inniger. Haar trouwe metge
zel in haar kinderjaren was een twee
jaar oudere broeder. Aan hem vertelde
zij, acht of negen jaar oud, de verhaaltjes
welke zij uitgedacht had, met hem ver
vaardigde z£j gedichten.
In 1892 volgde zy een cursus voor
ziekenverpleging in een ziekenhuis te
Stockholm, en gedurende dezen tjjd be
gon t ij al meer in te zien, dat z(j in dezen
arbeid haar ware roeping had gevonden.
Z(j besloot dus een nog grondiger op
leiding tot dit beroep te gaan zoeken in
het „Sophiehemmet" doch was hier nau
welijks mede begonnen, toén zij zich ten
gevolge van een hartkwaal genoodzaakt
zag af te zien van haar vurig gekoesterde
plannen. Niettegenstaande deze groote
teleurstelling, gaf zy echter den moed
niet op, wetend dat God haar deze be
proeving had gezonden en in de vaste
overtuiging, dat hij haar toonen zou,
welken weg zij thans moest inslaan, om
voor haar medemenschen te arbeiden.
Ondertusschen begon zij een beschrij
ving van de ondervindingen eener zieken
verpleegster, levend in de wereld, welke
zij onlangs verlaten had, en tot haar
groote verbazing ontdekte zij na eenige
maanden, dat zij een geheel boek ge
schreven had. Zy las het voor aan een
vriendin, die haar aanraadde, het boek
aan een uitgever te geven. Zonder veel
hoop op succes gaf zjj gevolg aan dezen
raad, en het boek verscheen en vond
groiten bijval. Overtuigd, dat dit bet
werk was, waarvoor God baar be
stemde en waarin zij Hem kon dienen,
en zij getuige kon zjjn, ging zij voort
op den ingeslagen weg. Na dit eerste
boek, hetwelk in 1895 verscheen, volgde
haar werken elkander op in een onaf
gebroken rij. Over 't algemeen oogstten
haaf boeken ve8l bijval, zoowel in Zwe
den als in andere landen, daar de meeste
in verschillende talen overgezet werden.
Als kenmerk van haar eenvoud en
kinderlijk geloof, wordt nog dit woord
van Runa zelve aangehaald„By alles,
wat ik geschreven heb, was het myn
grootste vreugde', op Hem te mogen
wyzep, Die alleen machtig is, den mensch
te leiden, hem harmonisch te ontwik
ken en waariyk gelukkig te maken."
Ned.
William Booth, f
De groote generaal van het leger, welks
vertakkingen zich over de gansche aarde
uitstrekken, is niet meer. Er is rouw in
alle afdeelingen van de „Salvation Army",
want zyn stichter en aanvoerder is over
leden. Wel wist men, dat Genei aal Booth
sinds eenigen tyd zyn arbeid had moeten
neerleggen. Met blindheid geslagen en
van krachten beroofd had hy zich in
zyn woning te Hadley Woods, even bui
ten de n ©ordelijke grenzen van London,
moeteng terugtrekken. Doch hy leefde
nog, en dat was genoeg voor de trouwe
trawanten.
Thans is hy heengegaan, een treu
rende schare achterlatende, beroofd van
haar vader, die allen met geestdrift wist
te bezielen.
Ook wy, die overigens niet onverdeeld
symp&thiseeren met de organisatie van
het Leger, wy waren getroffen by het
ontvangen van de doodstijding van dezen
trouwen arbeider voor het Koninkryk
Gods. Immers zyn geheele leven was
één opoffering.
Den lOen April 1829 aanschouwde
William Booth het levenslicht. Nauwe-
lyks den kinderschoenen ontwassen, ont
waakte in hem een heeriyke roeping.
Onder de bekoring van deleer der West-
leyaansche Methodisten trad hy onder
hen reeds op vyftienjarigen leeftyd op.
Later vestigde hy zien te Londen, waar
het aanschouwen van al de ellende van
het groote stadsleven zyn richting be
paalde. Daar bewoog hy zich temidden
van d9 laagste klasse der maatschappe-
ïyke samenleving, zich de stoflelljke en
geesteiyke belangen van medemenschen
aantrekkende, later daarin trouw byge-
staan door zjjn echtgenoote, Miss Cathe
rine Mumford.
In stad en land predikten zy in de huizen,
en op de hoeken der straten. Onvermoeid
werd het reddingswerk voortgezet, onder
den na»m Christeiyke Zending. Waai
de meeste ellende heerschte, was de zen
deling te vinden, wa-rr de mensehen leef
den in vuile krotten en donkere sloppen,
tevergeefs strydende den stryd om het
bestaan waar da zonde voortwoekerde
waar Koning Alcohol zyn moordend be-
dryf uitoefende. Daar stak hy de reddende
hand uit, zichzelf daarby geheel ver
getende. Niemand zal durven beweren
dat William Booth ooit zyn eigen eer of
voordeel daarby heeft gezocht.
In 1878, toen zich een Keurbende van
trouwe helpers en helpsters rondom hem
had gevormd, kreeg de organisatie den
naam van „Salvation Army", d. i. Leger
des Heils, zooals dit tot heden toe heeft
gearbeid.
Zwaar is de stryd geweest, want de
wereld spotte er mee en poogde op alle
mogeiyke manieren het werk te belem
meren of in een slecht daglicht te stellen.
Vooral de houders van drankgelegen
heden zagen in Booth een vyand van
hun bestaan, want juist met hen had hy
het meest te maken. En zy hitsten het
volk tegen hem op, zoodat het werk
slechts zeer langzaam vorderde. Doch de
.strijd werd niet opgegeven. Ja, de kansen
werden eerder grooter, wane intusschen
had zich een groot aantal getrouwen
by den geliefden Generaal aangesloten.
Geen opoffering was te groot. Bespot
tingen werden aangehoord, zonder een
zweem van ontmoediging.
Gioot was de invloed, die er van den
Generaal uitging. Zyn invloed heeft zich
langzamerhand over byna de geheele
aarde doen gelden. Waar hy kwam, wist
hy de menigte door zyn overtuigend
woord te boeien, en bezielde hy zyn staf
met ongekenden geestdrilt. Het Leger
heeft zich dan ook in een ontzaggeiyke
uitbreiding mogen verheugen. Velen, die
gewonnen waren, sloten zich er by aan
en trokken mee uit om uitgestootenen
te verzamelen, hunne stoffeiyke nooden
te lenigen en hen te wyzen op de nood-
zakeiykheid der bekeering.
Ailengs beeft zich zyn organisatie
ontwikkeld tot een leger met vertak
kingen in 54 landen en koloniën met
20000 officieren en onderofficieren. Booth
was de ziel van dit lichaam. Zyne rede
voeringen met „Hallelujah" eindigende,
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel
meer 10 cent.
weerklonk deze juichkreet over de ge
heele aarde. Zyn „Strydkreet" werd
bovendien in vele talen verspreid.
Het valt niet te loochenen, dat het
Leger ook op sociaal gebied enorm veel
goeds gewrocht heeft. Verschoppelingen
en ellendigen werden door het oprichten
van landbouw-kolonies, reddingshuizen
en nachtve>biyven veelal voor onder
gang bewaard. Het lot van ontslagen
gevangenen en landloopers trok het zich
aan.
Kortom, wie zich maar verlaten ge
voelden, konden vr|j hun toevlucht tot
het Leger nemen.
Thans is de aardsche taak van dezen
grooten aanvoerder in den stryd geëin
digd, en aanschouwt hy Hem, in Wiens
heeriyken dienst hy zjjn gansche leven
besteedde.
Wat de beul getuigde.
Beny, de laatste Engelsche beul, moet
eenigen tyd geleden gezegd hebben „Gy
vraagt my of de bedwelmende drank de
mensehen aan de galg brengt? ik kan u
mededeelen, dat ik nog nooit een geheel
onthouder heb opgehangen, en ik herin
ner me ook niet dat er ooit een gehan
gen is. Ga ik al de vijfhonderd terecht
stellingen, waarmee ik in myn leven
van doen had, nog eens na, dan kan ik
wel zeggen, dat by negentien van de
twintig de drank medeschuldig was."
En dezen medeschuldige heeft men in
'c leven gelaten
Dat is niet recht!
Landbouw en veeteelt in Zeeland.
Betreffende den toestand van den land
bouw en ^veetee't in Zeeland komt hot
volgende in het Provinciale Verslag over
1911 voor
De zachte, vorstlooze winter van
1910—11 werd gevolgd door eeneenigs-
zins koud voorjaar, terwijl de daarop
volgende zomer eene ontzettende warmte
heeft gegeven met perioden van groote
en langdurige droogte; de nazomer was
bevredigenddoch gedurende den herfst
en ook in de wintermaanden was de
regenval buitengewoon groot. Lieten
eerst de weiden zich gunstig aanzien,
later leden zjj veel tengevolge van de
droogte.
Weide en klaverhooi gaven geringe
opbrengst; het vroeg gewonnen hooi
was niet van goede hoedanigheid. Ten
gevolge van het alom heerschende ge
brek aan veevoeder stegen depryzentot
f 40 a f 50 per 1000 K.G. en werden nog
groote hoeveelheden naar elders verkocht.
Tarwe, rogge en gerst gaven goede
uitkomsten de opbrengst van haver was
nogal verschillend. Erwten en boonen
gaven kort, maar zeer goed stroo; het
beschot was middelmatig, doch de prij
zen zeer hoog.
Aardappelen gaven een groot beschot,
terwyi de hoedanigheid uitstekend was
en zeer hooge pryzen bedongen werden.
Suikerbieten en mangelsoorten gaven
een groote opbrengsteerstgenoemde
hadden een hoog suikergehalte.
Hoewel gedurende de drooge periode de
dieren en de weiden veel geleden hebben
door gebrek aan voeder en vooral aan
drinkwater, welk laatste meermalen van
zeer grooten afstand moest worden aan
gewend en soms zoowel in hoedanigheid
als in hoeveelheid veel te wenschen
overliet, kon toch worden gezegd, dat in
het algemeen weinig veeziekten voor
kwamen, uitgezonderd de besmetteiyke
borstziekte onder de paarden in Zuid- en
Noord-Beveland en het mond- en klauw
zeer.
De M. G. knipt uit het Hbld. v. Antw.
jj de volgende raadgeving, waarmede ook
misschien de Zeeuwsche landbouwers
hun voordeel kunnen doen.
Om den dorst te bestrijden hebben tal
van maaiers de gewoonte een korenaar
in den mond te steken. Volgens de ge-
neesheeren is dit een gevaariyke gewoon
te, die voor gevolg hebben kan een zeer
ernstige ziekte, de actinomycose, ja zelfs
den dood. Os actinomycose is een ziekte
welke door een microscopische zwam ver
oorzaakt wordt die, eens dat zy in het
menscheiyk organisme binnengedrongen
is, zeer groote stoornissen teweeg breDgt.
Deze ziekte zou zich veel meer voordoen
dan men denkt. Veeltyds gebeurt het dat
men door haar aangedane personen we
gens andere ziekten verzorgt, zonder aan
actinomycose te denken. Als men ze in
den beginne gewaar wordt kan men de
ziekte gemak keiyk keeren, maar beter is
het de gewoonte niet te hebbeD, koren
aren in den mond te steken, vooral
haveraren, want deze zyn de gevaar
lijkste.
Het derde congres van het Nationaal
Comité voor afschaffing van nachtarbeid
in het bakkersbediyf zal 9 en 10 Sep
tember te Utrecht gehouden worden. De
vergadering van Maandag is uitsluitend
toegankeiyk voor afgevaardigden-van b|j
het comité aangesloten verenigingen.
Dinsdag zullen als sprekers optreden mr.
H. Byieveld Jr., met het onderwerp
De juridische en sociale beteekenis der
Bakkerswet; de heer H. Diemer, van
Rotterdammr. H. J. Tasman, van Den
Haag, en dr. A. C. A. Hoffman, arts te
Gouda. Eerste- en Tweede Kamerleden
worden tot dit congres uitgenoodigd.
De padvinders uit het geheele land
zullen op Koninginnedag gemeenschap-
peiyk kleine tuiltjes heidebloemen ten
verkoop aan bieden, ten bate van de
noodiydenden op Aruba, i.onaire en
Curasao. E. M de Koningin zal, naar
verluidt, een groot aantal van het Loo
afkomstige ruikertjes ter beschikking
stellen. Op verschillende plaatsen is de
vorming van verkoop-comitó's in voor
bereiding.
Het hoofdbestuur der onderofficieren-
vereeniging „Ons Belang" heefr. zich tot
den minister van oprlog geiend met een
adres om een spoedige herziening der
pensioenen van onderofficieren en min
deren.
Het verzoekt binnen zeer korten tyd
een wetsontwerp tot verbetering van die
pensioenen aan de Tweede Kamer aan
te bieden.
Scheepvaartwet. De jongste wyzi-
gingen en aanvullingen van de Scheep
vaartwet treden in werking op 1 Novem
ber 1912.
Rijksopvoedingsgesticht te Alkmaar.
Naar de Tel. verneemt, is de heer Ho
ning, thans adjunct-directeur van het
ryksopvoedingsgesticht voor jongens
Waldzicht" te Avereest, aangewezen tot
directeur van het ryksopvoedingsgesticht
te Alkmaar, als opvolger van den heer
J. Klootsema, die naar «de Kruisberg"
te Doetinchem vertrokken is, om daar
als directeur op te treden.
Raad van State. In de gisteren ge
houden vergadering van den Raad van
State, afdeeling voor de geschillen van
bestuur, was een Koninkiyk besluit inge
komen, waarby ongegrond zyn verklaard
de bezwaren van den gep. reserve-ser
geant-majoor J. Verhage te Middelburg,
betreflende de afwijzende beschikking
genomen op zyn aanvrage om pensioen.
(Reeds in een gedeelte van ons vorig no.
afgedrukt.)
Het duiken tot onderzoek van den
zeebodem ter plaatse van den inlaag
aan den Oostkerkepolder te Wolphaarts-
dyk is geëindigd. Gebleken is, dat de
toestand gevaarlijk is, en dringend ver
betering eischt. De oever is op vele plaat*
sen ingekankerd en dreigt met doorbraak
zoodat maatregelen zullen moeten wor-