No. 263 1912 9 Augustus ?6e Jaargang. NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. GHRISTELIJK- HISTORISCH roordi- VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK .sen- peg. 1,- Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIEN Een verbetering. NPORT. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1.25 Enkele nummers„0.05 J. W. URG- 3,15 3,15 2- 3,15 3,15 5,- 8,15 3,15 3.15 3,15 3,15 3,15 [DAM. igs el burg 12,- 12.- 12,— 1,- 1.30 110,30 9,30 112,— 12,- 12- 12,- 12,- 12,- iEHA 18 etal is prtrek .8,50 euzen 16 15 uit ot en UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel meer 10 cent. Het nieuwe ontwerp Bakkerswet ingediend door mr. Aalberse, dr. De Visser en vier anderen is in de Rechtsche pers welwillend ontvangen. De Linksche pers bestrijdt het of houdt zich op een afstand. Op 't oogenblik wenschen wjj over dit laatste ons niet uit te laten. Wij bepalen ons voor heden tot een zachte toejuiching. In het verworpen wetsontwerp zijn twee wijzigingen gemaakt, nooöig ge worden niet in de eerste plaats om het ontwerp te verbeteren, hetgeen toch, wat den materieelen kant aangaat, nog dient bewezen te worden maar om het ont werp aannemeiyk te maken voor mins tens twee catagoriën van tegenstanders Rechts. De tegenstanders van het pa troonsverbod en de beschermers van het grootbedrijf door het toestaan van nacht arbeid met ploegen stelsel. Vooral wat het eerste aangaat is het nieuwe ontwerp een verbetering. Wij zeggen niet dat de wet iDdien het ontwerp wet wordt er meer uitvoer baar door zal worden ook dit moet nog bewezen worden. Maar letten wij op den principieelen kant, dan mag niet verzwe gen worden dat de uitlichting van het patroonsverbod een groote verbetering is. Om echter de wet uitvoerbaar te maken, en te voorkomen dat de alleenwerkenda patroons de patroons uit de middenbe drijven met huD ongelijke concurrentie b8nadeelen, heeft mr. Aalberse er dit op gevonden. Hy ruilt het verbod van nachtarbeid in voor een verbod van uitbrengen van deeg of brood. Met in achtneming natuurlijk van de concessie reeds in het oorspronkelijk ontwerp door den minister gedaan dat nachtarbeid blijft toegestaan aan alleen werkende en meewerkende patroons in bakkerijen met verscheidenheid van bedrijfsvorm brood en beschuit of brood, koek en banket, en dergelijke, Ofschoon dit hem niet heel veel helpen zal, bij het verbod van uit dragen van deeg of brood, voor een be paald tijdstip in den morgen. Bekend is dat reeds het eerste ontwerp vrucht was van een overleg tusschen den minister en de Kamer. Het was dan ook eigenlijk niet een eerste ontwerp maar een tweede. Het eigenlijke eerste ontwerp behelsde onder meer de instel ling der Bakkersraden en miste de rege ling van den arbeidsduur. Het bezwaar tegen d8 Bakkersraden was zoo algemeen en de aandrang der sociaal democraten tot regeling van den arbeidsduur was zoo groot dat de minister, besloot tot loslating vaa de eerste en tot opneming van de laat3te. Doch gehandhaafd ble8f er in het patrooDsverbod, en zoo werd wel in dubbelen zin de kans op steun van de uiterste partyen Links gekocht, doch ging deze te loor, voorzoover zij komen moest van de zijde der principieele verdedigers van het huismansrecht en tegenstanders van een regelend in plaats 'an een beschermend optreden der Over heid in het bedrjjf. Van antirevolutionair standpunt is steeds op 't verschil gelet tusschen den eisch bescherming van wie zichzelf niet beschermen kan in tegenstelling van regeling van het bedrjjf. Het ontwerp bakkerswet behoorde al leen het eerste te beoogen. Dat een deel onzer Pers, ziende dat het ontwerp verder giDg, zich hierbij neerlegde, komt hier vandaan dat men 'olkomen vertrouwde op den ernst van 's ministers belijdenis als antirevolutio nair, en van 's minis.ers verklaring dat •lit verbod noodzakelijk was om een on- 8eljjken druk in 't bedrijf te voorkomen, sn de middenbedrijven voor den onder- Bang tengevolge vaD ongelijke, en dies onrechtvaardige concurrentie te behoe den. Wat ons aangaat, wjj hebben ons ten slotte met De Standaard tegen het patroonsverbod verklaard, en de bezwa ren der bakkerspatroons daarbij doen wegen, zonder hierbij voorbij te zien de noodzakelijkheid van afdoende hulp van de knechts door afschaffing van Zon dags- en nachtarbeid Want aan bescherming van den arbei ders heeft ieder antirevolutionair zijn iiefde verpand. En zulks te gereeder omdat ten gevolge van de machine en de heerschappij van het kapitaal depo sitie van den arbeider in het bedrijf veel minder vrij is geworden dan te voren. Zoo denkt er in nagenoeg alle landen in Europa de Overheid over en ongeveer alle partijen in de verschillende staten hebben zich in dien geest beijverd. Zoo werd in de wetgeving, ook ten onzent, de arbeider beschermd. Het begon met het kind ('874), daarna kwam de vrouw er bij (1889) aanvankelijk werd ook de volwassen man bedacht, doch slechts zeer aanvankelijk, opdat by hem zoo min mogelijk het denkbeeld van hulp behoevendheid werd gewekt of versterkt, en ook opdat slechts uitzondering voor hem zou biyven, wat voor vrouwen en kinderen als regel gelden zou. Die Descherming was niet het minst noodig voor den bakkersfcwecW die, om het publiek op tyd te kunnen bedienen, tot nachtarbeid en Zondagsarbeid ver plicht werd. Maar nu de bakkerspafroow. Verkeert deze ook in een toestand van onvry- heid? Neen immers, want hy is geen loontrekkende. Van zwakheid? Ook niet, waat hy is vrij nran, by is baas in zyn eigen bedryf. Hy behoeft derhalve niet beschermd te worden. Doet de overheid het toch, by voorbeeld door het patroons verbod, dan bescnermt de Overheid hem niet ineer, maar dan regelt zy zyn be dryf, en dan geldt van zyoentwege de waarschuwing: handen thuis. Want al is het waar dat de Overheid bedoelt andere patroons te beschermen tegen zyn concurrentie, dit is en blyft toch een gevaariyke stap. Immers, is eenmaal toegegeven dat zulks mag, dan is daarmede ook de mogelykheid ge schapen dat de patroon ook tegen de gewone, normale concurrentie wordt be schermd hetgeen tot velerlei onbiliyk- heid en schromeiyke verwarring zou aan leiding geven. Da bescherming der gezellen zal de concurrentie tusschen de patroons voor sommige van deze laatsten ongemeen verzwareD, dat is zoo het kan tenminste zoo zijn. Doch dit wettigt het patroons verbod niet. Van daar het wetsvoorstel-Aalberse, met loslating van het patroonsverbod en met invoering van het verbod, om voor een bepaald uur brood of deeg de bakkery te doen verlaten. Voor het pa troonsverbod het debietverbod. Voor de gezellen blyft natuuriyk het verbod van nachtarbeid(snZocdagsarbeid) bestaan. Het verbod wordt wel opge heven voor inrichtingen waar een drie- ploegen stelsel met den achturendag be staat. Dit is het stelsel Snouck Henke- rnans, door Goeman Borgesius warm aanbevolen, en door de sociaal demo craten slechts noode afgestemd, dewyi zy vreesden dat by aannemiog van het desbetreffend amendement de minister hef, onderwerp zou intrekken. Met de opheffing van het verbod tracht het nieuwe ontwerp te verzoenen door te bepalen dat niet de belanghebbende, maar de minister zal bepalen of het ge val dat opheffing van het verbod moet plaats hebben, aanwezig is. Over 't geheel kunnen wy het er voor houden dat de opheffiDg van 't patroons verbod een verbetering is, en de tege moetkoming aan het grootbedryf, mits ze met wysheid geschiedt en aan bepa lingen blyft onderworpen, geen overwe gend bezwaar behoeft te ontmoeten. 8 Aug. 1912. Dezer dagen trok een beiicht in de bl;den onze aandacht, dat men in den Achterhoek, in plaats van spreeuwen, menschen in de hoornen ziet zitten om de rupsen te verdryven. De orde der natuur is daar dus omge keerd, by gebrek aan vogels. Want men hoort daar in den ganschen omtrek geen vogels meer. En toch zyn de spreeuwen zulke uit nemende rupsenverdelgers. Wy namen eens waar, schreef eens in een onzer beste landbouwbladen de redac tie, dat by het eerste broedsel de oude spreeuwen in den voormiddag gemiddeld om de drie minuten, in den namiddag om de vyf minuten voedsel naar het nest brachten. In zeven uren van den voormiddag zyn dit derhalve honderd veertig slakken, rupsen, sprinkhanen of dergelijke. In den namiddag 84. De ouden gebruiken natuur iyk zelf ookminstens per uur tien die ren, dat zyn in veertien uur 140 dieren. Eén spreeuwenfamilie gebruikt der halve in het gunstigste geval per dag 864 schadaiyke dieren. Worden de jongen grooter, dan gebruiken ze natuuriyk meerdaarna komt het tweede broedsel, zoodat elke familie uit 12 leden bestaat. Vyf slakken of d,g. per uur is geen groot rantsoen, zoodat per dag 840 schadeiyke dieren in de magen verdwynen. Op de weilanden bestaat hun voedsel gewoon- ïyk uit sprinkhanen, ritnaalden en gras- rupsen. In 1892 brak in Overysel, Gelder land, Utrecht en Noord Brabant een spur- rierapsplaag uit, en bekend is het, dat de spreeuwen onder deze „opeters" een geduchte slachting hielden. Ook blad luizen worden met graagte verslonden In 1875 dreigde in de omstreken van Warfum de erwtenoogst door bladluizen vernield te worden. Plotseling daagde er hulp van de zyde der spreeuwen. Ze lieten de kersen ongemoeid en redden den oogst door hun „vraatzucht"; geen bladluis bleef haast over Muggen en vliegen, zelfs horzelmaden uit de huiden onzer huisdieren worden verslonden ;geen wonder dat men ze vaak op de ruggen van koeien en schapen ziet. V Altijd Ruyper. Zelfs in deze vacantiedagon, wanneer de man in het buitenland vertoeft, kun nen de komkommerverkoopers uit de vry zinnige pers dr. Kuyper niet met rust laten. Nu weer schrijft een Amsterdamsche briefsehryver in het liberale blad De Nieuwe Arnhemsche Courant een en ander over hem, waar da fantasie dik op zit. Hy vertelt nameiyk dat tusschen Kuy per en Hovy verwijdering is ontstaan wegens den flnancieelen steun van laatst genoemden aan het Chr. Volksdagolal dat Kuyper last krygt met de jongere antirevolutionairen, wier tolk schyDt te zyn de Amsterdamsch8 wethouder mr. de VrieseD dat dr. Kuyper in 1913 uit de practische politiek wil treden, teneinde een nederlaag in of van zyn party te ontloopen. De schrijver heeft het van een in vloedry k antirevolutio nair Natuuriyk gelooft niemand in onze party daar iets vac,tenzy by dr. Kuyper niet keDuen oftewel miskennen mocht. In April 1908 verscheen in het Soera bajasch Handelsblad een mededeeling van een Haagschen correspondent; die fantaseerde weer in een andere richting. Deze vertelde o. a. Kuyper is de voerman op den bok, die alle teugels der paarden in handen heeft en met een ruk of trek den weg aangeeft door dik en dun, laat ver treden en vernietigen wat is opge bouwd even te voren. O, wat zou het een rust geweest zijn als de felle zon in het Oosten eens kwaad had gedaan aan een ijzeren ge stelen gewijde aarde van Palestina den grooten man gedekt had, die een onmiskenbaar talent bezit, een orga nisator by uitnemendheid biykt, maar die het land zal schaden, zoolang als de God van Abraham en Isaac hem het Rven laat. Het door ons gecursiveerde in boven staande aanhaling behoeft niet hooger te worden geschat dan hetgeen men in den regel met fanatieke wartaal doet. Toch maakt het niet zoo'n onaange- namen indruk op ons als al de politieke verzinsels waarmee de schryver in de Nieuwe Arnhemsche zyn lezers tracht te vermaken. Intusschen is 't een groot gemak dat over dr. Kuypers leven door een Ander wordt beschikt, en dat hy over de door hem gekoesterde voornemens niet raad pleegt met liberale scribenten of anti revolutionaire fantasten. In zekeren zin laat het ons viykoud of een antirevolutionair het tot wethou der van onderwys of rot districts school opziener, oi ook wel tot burgemeester brengt. Dergelyke promoties toch hebben, uit party oogpunt gezien, ook hun scha duwkanten. Immers in den regel hebben zy ten gevolge, dat de aldus gepromo veerden zoo niet voor de party, dan toch voor de actie in de party verloren zyn. Wy spreken by ervaring. Bovendien, wanneer een zoodanige op volger is van een eeriyk liberaal, die de byzondere school even warm verzorgde als de openbare en meer verlangen wy ook nietdan is er niets mee ge wonnen ierwyi hy zelf allicht, onder den indruk van verscherpte controle ge neigd Is de openbare school nog beter te verzorgen, uit vrees van voor een par ty dig bevoorrechter der byzondere school te zullen gehouden worden. Voor de propaganda zyn deze grooten en bekwaamsten onder on3 in ieder geval weg. De Wilde's bevordering tot wethouder van Den Haag is voor ons een Dog steeds voelbaar verlies geweest. De actie van mr. De Vries, wethouder van Amsterdam, is voor langen tijd stop gezet tot groote schade voor onze pro paganda. Mr. de Jong, Rotterdams wethouder, is als organisator in onze party eenvou dig niet te vervangen. Men zal de vruch ten van zyn politeke werkeloosheid wel- haast aanschouwen. Natuuriyk wil dit niet zeggen dat wy de benoeming van Rechtsche sollicitan ten in eenig openbaar ambt zouden willen ontraden. Integendeel waar wy kunnen, wenschen wy die te bevorderen. Maar men kome ons niet aan met ver- wyten over baantjesjacht. Immers geen dier benoemingen heeft ons of ook maar een onzer lezers eenig voordeel gebracht. Wij juichen ze dan ook allen toe uit het oogpunt van rechtsgelijkheid ook in onze kringen heeft men aanspraak op de grondwetteiyke benoembaarheid. Uit het bovenstaande zal 't duidelijk zyn dat wy niet instemmen met de klach ten van vryzinnige zyde, als zou de be noeming van een voorstander van byzon- der onderwys tot wethouder of school opziener schade doen aan de belangen der openbare school. Indertijd werd de candidatuur van den aftredenden Amsterdamschen anti-revo lutionairen wethouder van onderwys mr. S. de Vries door den liberalen oud-wet- houder mr. Van Huil onder algemeene toejuiching in eene vryzinnige volks- meeting bestreden met de herinnering aan de woorden die Racine in Brittanicus den Romeinschen keizer in den mond j legt: j'embrasse mon rival, prais c'est I pour l'étouffer (ik omarm myn tegen stander, maar om hem dood te drukken). De ervaring heeft dezen tegenstander in het ongelijk gesteld. Als consciëntieus behartiger der belangen van het openbare onderwys en der openbare onderwyzers, oogstte de antirevolutionaire wethouder reeds meer dan eenmaal lof. Lof, hem toegezwaaid uit vryzinnige kringen, uit de kiDgen der openbare onderwyzers zei ven. In een Duitsch blad vonden we onder staand artikel, dat we belangrijk genoeg achtten om h8t onzen lezers onder de oogen te brengen. Wat de schryver toch zegt tot zyn landgenooten, kan met precies evenveel grond tot de Neder- landsche jeugd gezegd worden. ii We staan* in het teeken der sportieve wedstryden. Haast elke da brengt een nieuwen gewichtigen uitslag op 't een of ander gebied der sport. Kampioenschap pen van heel de wereld, van afzmder- ijjke werelddeelen, landen, provincies, steden, veieenjgingen worden verwerkt, keizer- en eerepryzen bestreden. Overal wordt in woord en geschrift ijverig ge discuteerd over de afzonderlijke wed stryden, de kansen der deelnemers over wogen. Ieder, die slechts een atoompje belang voor sport in het lijf heeft, kent de favorieten met naam en bijnaam en weet van alles en Dog wat te vertellen over hun manier van trainen, hun kan sen op den een of anderen prys. De sport is tegenwoordig in Duitschland net als in het Britsche eilandenryk de allerpopulairste zaak. In dit opzicht heb ben wy het reeds verder gebracht dan de Grieken en Romeinen. Erkend dient dat door den tegenwooidigen berichten dienst de belangstelling voor de sport zeer zeker ia vergroot. De ferme Duit- scher leest in z0n courant 's morgens by hét ontbyt de resultaten van de sportieve wedstiyden in Engeland, Frank rijk, Scandinavië, Amerika e. welke den dag te voren hebben plaats gehad. De deelneming aan internationale wed strijden is door de uitbreiding van het moderne verkeer zeer vergemakkelijkt. De afstand is in alle geval geen beletsel meer. De uitbreiding van de sport in Duitschland is ongetwyfeld toe te jui chen als in hel belang van de volks gezondheid. Bsdenkeiyk echter is de overdiyving, welke op dit gebied aan d9n dag komt. Zonder de waarde van groote wedstryden voor de ontwikkeling der sport te miskennen, moet men toch toegeven dat tegenwoordig de wedstry den van allerlei aard hand over hand toenemen. De sport wordt vaak niet meer om haar zelfs wil beoefend. De scherpe training verdriDgt haast overal de verstandige sportbeoefening. We nemen bhjkbaar van onze Engelscbe neven ook de nadeelen van het veel aan sport doen over. Men kan de jeugd ge wis niet kwaiyk nemen dat ze op haar wys dadeiyk met gloeiyver een nieuwe zaak aanpakt. Doch men moest deze belangstelling zich verstandig laten ont wikkelen en niet door overmatige opeen stapeling van wedstryden een sport- jakkery in het leven roepen, welke ons economisch evenzeer kan schaden als de Engelschen er 't noodlottige van heb- be< ondervonden. Het is niet te looche nen, dat de verlaging van het Engrische geestesleven tot op zeker opzicht is toe te schryven aan het overheerschen der belangstelling voor de sport. De koorts achtige opwinding waarmee ook de aller jongsten de resultaten der wedstryden volgen, spreekt dat de Interessesfeer van onze jeugd in den laatsten t\jd bedenke- ïyk is opgeschoven. Zelfs als men in de werken van Thucydides, Livius en ci cero niet de alleenzaligmakende lectuur ziet, in de Grieksche en Latynsche ver zen niet het unft erseele middel tot trai-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1912 | | pagina 1