No. 260 Dins-lag 6 Augustus, Siten NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. Iwrg en veilen, cht, inde InCKE te GHRISTELIJK- HISTORISCH \cht secbis óór of op tter, dhr. ik nadere Balken- en in keren vóór liddags 7 JENDE. ïlauwe iieuwe I. DUIJN- reilen. ld e n ruitmolen. It October |en andere beneden i plichten, bewerking Ionkers, |h a a r t s- 20 jaar. d VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes apelle, F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN lyke verordeningen in de toekomst ook v* d vau do Semeente wider, bij [EULEN/ Jfde adres gevraagd. 15, Nieuw- C, Hans- LER, Oude i t ;-A| IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN Zoute- rss8t«e«B. Velen onder ons zijn tegen coöperatie. Zij noemen het socialistisch, egoïstisch, enz enz. Met het verzet tegen de coöperatie gaan wjj niet rar-eintegendeel. Wij komen ex- later wel op terug; doch nemen alvast over het slot van een geschrift van mr. Byleveld te Amsterdam. Thans rest slechts ter bespreking de tegenwerping»Maar de coöperatie dreigt toch, krachtens haar eigen reden van op komst, de door God gestelde maatschap pelijke orde te verstoren, door den mid denstand te vernietigen?" Tweeërlei opmerking en weerlegging hieromtrent. „Of van een dergelyken bloei der coöperatie (d.i. weer de consump tieve) ooit sprake zal zijn, dat daardoor de tusscbenhandel en het zelfstandig bedrijf overbodig en onmogelijk wordt P Geen enkele reden om dit aan te nemen, al is voorspelling van de vlucht, die de coöpe ratie kau of zal nemen zeer gevaarlijk. Maar haar kleven zoo groote nadeelen aan tegenover den zelfstandigen handelaar, dat een algemeen verdringen onmogelijk is. Steeds moet de coop. ver. werken met betaald personeel, van den hoogste tot den laagste toe. De pukkel van eigenbe lang van zorg voor vrouw en kind, bij den zelfstandigen winkelier zoo sterk, ontbreekt daar ten eenenmale. Het echte hart voor de zaak, de bereidwilligheid om alles er voor over te hebben wie kan of zal dit eischen bij employé's eener coöpe- A ratieve vereenigingBovendien, niet alle vakken zijn voor coöperatie geschikt. Zoodra er sprake is van een tak van nijverheid, waarbij het zwaartepunt niet ligt in de hoeveelheid en de goedkoopte van de productie maar in de speciale bevrediging van bepaalde eischen, alle kunstnhverheid, b.v. zal coöperatie niet eens opkomen ter concurreeriDg. En be drijven waarbij het verkoop-object niet toelaat een opslag in het groot, of waarbij voor den verkoop zelf teveel technische kennis noodig is, leenen zich voor de coöperatie evenmin. Is het geen eigen aardig verschijnsel, dat slagers geen vrees voor coöperatie behoeven te koesteren. Hun vak is een aardig voorbeeldhet groote verschil in prjjs der velschillende deelen van rund of varken, het gevaar voor bederf by een overigens zeer weinig xegelmatigen verkoop, die daardoor groote kennis en handigheid vereischt, alles wem mee, om het eigen-bedry'f een onbe rekenbaar voordefl te verschaffen boven de coöperatie. En voortshet bedryf van oen koopman is niet alleen dat van pakhuismeester: veel opslaan, zonder meer, en daardoor goedkoop verkoopen 1 Neen, de intelligente, goed ingelichte koopman moet op de hoogte zijn van den aard van ieder artikel en zyn eigenschap- ket byzonder behoort zich rekenschap te geven van den loop van de binnen- en buitenlandache markten, en zoodoende een scherpen blik te hebben op de omstandigheden, die de pryzen van ieder artikel bepalen. Dat dit niet gezocht kan worden bij en geëischt van het per- 8iÜ foöPsratie-veieeniging, be- betoog en is door de praktyk meermalen bewezen. De ervaring door meerdere coöperatieve vereenigingen op- wTlifr ael01? «eweest, dat zoodra het betreft artikelen, waarbij met den smaak van bet publiek en de schomme lingen van ae wereldmarkt moet worden rekening gehouden, de onSemende actieve, wel onderlegde kleinhandelaar in veel gunstiger positie vSeert dan de Coöperatieve-vereeniging. rt dan de En bovendien: gy middenstanders die zoo moord en brand schreeuwenove'r dl gevaren van coöperatiewilt gs d men in dien stryd als partWtegeïow elkaar stelt: de georganiseerde arbeidt en consumenten tegen den enkelenui delaar En zulks alleen, wijl er Vo° zooveel vermeende bezwaren bestaan 0m everieens in eendracht mncbt te zoeken Zoudt ge niet alvorens u laf en zonder strijd over te geven, of in staatshulp en wetgeving bulp en steun te zoeken, zelf eens gebruik maken van het onloochen baar geoorloofde, en zooveel goeds ople verende middel van organisatie en samen werking? Wringt de schoen hier niet, omdat ga op eigen beeneD staan wilt, de z.g. onafhankelijkheid niet wilt prysge- ven, en „toch niet met een concurrent kunt gaan samenwerken?" Voorzeker er schuilt een groote waarheid in het woord, door een groot middenstanders-vriend gesproken De onderlinge broodpyd der winke liers en neringdoenden berokkent huD duizendmaal meer schade dan alle coö peratieve vereenigingen ooit kunnen doenVereenigt u zelfVolgt het voor beeld, door uwe lotgenooten hier en el ders reeds gegrven, en met zooveel suc ces bekroond 1 Strydt uwen stryd om het bestaan als mannen, d. w. z. met eerlyke middeleL een man waardig, en niet als onmondige kinderen, die steeds en dade lijk om moeder roepen En wacht zoo af, of waariyk het gevreesde gevaar zal komen. En komt het toch, biykt het onvermjjdeiyk, onde;zoekt. dan nauw keurig of hier een schuld van tegen standers aanwezig is, dan wel, of ze niet door een onvermydeiyken, ook van God geordenden, stroom wordt meegezongen. Immers, en dit ten besluitegesteld al, dat de toekomst van den coöpera tieven bedryfavorm gewaaiborgd was; wat zon dan daaruit biyken of daaruit volgen Omtrent den middenstand niets. De verwarring tasschen middenstand en tussc hen handel, immer zoo groot, speelt ook hier gewooniyk den merischeD par ten. De middenstand is eene klasse in de maatschappy, bestaande uit tusschen handelaars, maar uit nog heel veel an dere categorieën meerambtenaars, onderwyzers, gezeten burgers, renteniers enz., enz. De tusscbenhandel is een be dryf, uitgeoefend, niet alléén, maar wel voor een groot deel, door de zoogenaamde „burgerklasse," middenstanders, en zich ten doel stellende de waren van den producent te brengen in het bereik van den consument, voor welke diensten een belooning gewettigd is.... zoolang die diensten noodzakeiyk zyn. De coöpera tie tracht, voorzeker, dien tusschenhan- del, als overbodig, af te schaffen, doch deze enkele constateeriDg zegt niets. Da vraag is: heeft die tjusschenhandel een onaantastbaar recht op bestaan, bestaat hy om zijns zelfs wil En dan kan bet antwoord niet anderfc dan ontkennend luiden. De tusschenhaDdel is niets andera dan een van de frekkeü der tegenwoor dige samenleving, ontstaan uit de be hoeften dier samenleving, en dus ook gedoemd, by gebleken verandering dier behoeften, om te veranderen of wellicht te verdwijnen. Zoo is het immer gegaan. De wereld is niet begonnen met een tusschenpersoon tusschen producent en consument. Oorspronkelijk voorzag ieder in eigen behoeften. Zo -dra dit eet ter veranderde (dat, proces giog langzaam) eD men dus ging produeeeren wat men zelf niet noodig had, en behoefte kreeg aan wat men zelf niet produceerde, kwam de tusschenhandel op, die produ cent en consument tot elkaar ging bren gen. De tusscbenhandel is dus s*geniyk zelf cok een soort productiede goederen, by den producent aanwezig en daar voor den consument eigeniyk onbruikbaar, krygen door de werkzaamheden van den tusschenhandel voor den consument waarde. -- Wanneer nu echter biykfc, dat evenals in het overige productiesy steem vereenvoudiging door de machine een omkeer teweegbracht, ook hier de aangewezen weg is, om door vereen voudiging van de wijze, waarop produ cent en consument tot elkaar komen, de dienst van den tusschenhandel over bodig wordt, zou het ongerymd en onge oorloofd zyn, die diensten, onnut, te biy ven opdringen en te willen beloonen. Dat de arbeider zyn loon waardigis, staat vast, maar onderstelt stilzwygend arbeid, en arbeid die belooning verdient. Te eischen loon voor onnutten arbeid, ja zelfs, te eischen recht op arbeid, zelfs als die aangeboden arbeid overbodig is, dat zou socialistisch zyn. 5 Aug. 1912. Ten onrechte. In sommige bladen is de draak ge stoken met de politieverordening dezer dag9n door den gemeenteraad van Schie dam aangenomen, ter beteugeling van het onzedeiyk zitten of liggen van vry- ende paartjes. „Het is verboden - luidt deze nieuwe bepaling in gezelschap met iemand van andere kunne te zitten, te liggen op openbare wegen of dyken of bermen, glooiingen of onderkant." Een uitnemende bepaling welke niet den blaam verdiende, welke haar door de vryzinniga pers gebracht werd. Nu moet worden toegegeven dat de ontwerpers zeiven van deze bepaling aan deze bejegening wel eenige schuld hebben. Immers in een volgend artikel staat dat deze bepaling niet van toepas sing is op hen, „die met elkander ge huwd zyn of elkander in den eersten of tweeden graad van bloed- of aanver wantschap bestaan". Door deze bepaling werd de voorgaande krachteloos gemaakt, en daarom vooral nu is door de tegenstanders van al dat „zedeiykheidsgeteem" onzer rechtsche overheden zoo gelachen. In prent en plaat, in muziek en zang, in proza en poëzie heeft men deze ver orden: g bespotteiyb gemaakt. Er werd geschertst over trouwboekjes en stamboomen, over paartjes die al veertig jaar in vrye liefde geleefd had den, of binnen veertien dagen onder trouw zouden doen het regende glossen en grollen over de politie tot uitvoering van dergeiyke verordeningen gedoemd, en over de knappe magistraten die der- geiyke Kamper uien hebben uitgedacht. Dat al had allicht kunnen voorkomen worden door die beperkende uitzonde ringsbepaling er uit te latenen een voudig, ter bevordering van de goede zaak, zoowel de goeden als de kwaden te stellen onder een poenale sanctie. Want, indien 't waar is, dat er te Schiedam zooveel liederlijkheden ge pleegd worden door Rotterdammers langs den openbaren weg, tot binder van fat- soeniyke wandelaars, dan verdient de Schiedamscbe verordening lof en geen blaam. En dan ware het fe weDschen dat meerdere gemeentebesturen het voor beeld van Schiedam volgden. Vooral van Christelyke zyde verdient het ernstige overweging of zelfs niet al te reel alleen met verordeningen genoe gen genomen wordtofookdehuiseiyke tucht, en dan verscherpt, hier niet mee verdient op te tredeD. Ook in Christelyke kringen breekt zich een zeker libeitinisme baan op het ge bied van opvoeding, opvattingen, ge woonten, controle en lectuurer is een zekere slapheid in de tucht, ts groote toegeeflykheid inzake uitgaan en thuis komen, keuze van vriend of vriendin het is zooals De Maasbode dezer dagen schreef: Wy laten onze jongelui met elkaar verkeeren, naar de nieuwste vrije opvattingen, zonder eenige ouderiyke controle, heele dagen te zamen met elkaar uit eD van huis; wy laten onge moeid een sexueele „auf klarung" zich aan onze jonge kinderen voltrekken wy laten hen vrijeiyk lachen met alle begrippen van gezonde, zedelyke gere serveerdheids Beter dan om een verordening le lachen, die misschien veel te laat komt, ware het dus de hand in den boezem te steken -Maf II i '«■MMBWMMM»' van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.—, iedere regel meer 10 cent. en zich af te vrageD, of men niet zelve mee schuld er aan heeft, indien derge- ten onzent mochten noodig wordeD. Minister Regout heeft weer een wets ontwerp ingediend, waarin hy, in aan sluiting aan zyn voorganger, minister Nelissen, duideiyk maakt hoe met de komst van een Rechtsch ministerie ook by Justitie een nieuwe koers is inge slagen., Hy heeft zich niet laten afschrikken door de lasteringen waarmede spotgrage lichtzinnigheid zyn zedeiykheidswetten vervolgt. Hy heeft nu een wetsontwerp inge diend tot nadere regeling der echtschei ding en ontbinding van hetbuweiykna de scheiding van tafel en bed. Wat toch is het geval? Men kan tegenwoordig o zoo gemak- keiyk tot echtscheiding komen. Wanneer de huwelijksband den beiden echtelingen niet meer bevalt, dan pleegt een der contractanten met beider goedvinden een voudig een keer overspel, de »beleedigde« man of vrouw stelt een eisch tot echt scheiding in, en - het huweiyk is ODt- bonden. Dat is de liberale opvatting en prastyk, waaraan helaas ook wel eens een enkele maal door Christen-mannen en vrouwen wordt meegedaan, eenige jaren geleden zelfs geschiedde dit nog door een echt paar waarvan het hoofd de letters v. d.m. achter zyn naam schryft. Maar zoo maken de gehuwden 'tzich toch al te gemakkeiyk. Op deze deur komt ou een grendel. De minister heeft nu een wetsbepaling voorgesteld, welke tweeërlei beoogt Ten eerste zorgen dat wanneer het overspel met beider uitdrukkeiyk of stilzwijgende toestemming is gepleegd, de aanklager (ster) niet ontvankelijk wordt in den eisch tot echtscheiding. En ten tweede beletten dat de scheiding wordt uitge sproken, wanneer niet het overtuigend bewys van 't gepleegde misdryf aan wezig is. Op die wys wordt er een einde aan gemaakt dat echtscheiding wordt uitge lokt, en dat zy wordt uitgesproken by verstek (geiyk tot nu de gewoonte was) derhalve zonder dat het wetteiyk bewijs aanwezig was. Wy noemen dit een verbetering. Wel zullen de onberaden, ongelukkige huwe- iyken langs dien weg niet vermindereu. Doch dit ligt niet op den weg van den wetgever. De zorg hiervoor beiust by anderenby ouders, geesteiyke verzor gers, opvoeders en verstandige vrienden. De menschen moeten onder de tucht van Go.is Woo d. En zy die na het sluiten van den huweiyksbaDd tot de ontdekking komen dat zy niet by elkander passen of malkander niet genoeg liefhebben, moeten trachten naast eikander in de vreaze Gods voort te leven, hetgeen biykü best te kunnen. Dus niet scheiden; Maar wat de wetgever wel doen mag en doen moethet is dit: zorg dragen dat de lichtzinnig gesloten huwelyken niet even lichtzinnig ontbonden kunnen worden. En daarom juichen wy boven genoemde wetsvoorstellen toe met hun strengere eischen in zakebewysvordering en recht van aanklacht. Een andere bepaling door den minister voorgesteld is ons op 't oogenblik in haar strekkiDg minder duideiyk. Zy strekt nameiyk om, wanneer de scheiding van tafel en bed is uitgesproken, den termyn voor definitieve echtscheiding niet te stellen op vyf, maar op drie jaar. Het is waarde termyn is wat lang, maar of wie naar dit motiet grypt, ook de termyn van drie jaar niet even lang zal voorkomen En of wie aan den be denktijd hecht, aan de gelegenheid om weer tot elkander te komen, deze ver mindering van vyf tot drie jaar zal goed vinden Dit is ons nog niet duideiyk. Er zyn gelukkig nog menschen die den korteren termyn niet noodig hebben en wie hem wel noodig hebben, voor dezen is toch de kortere termyn nog te lang. Weer een. Er is weer een openbare school open baar geworden als zynde tegen OraDje en het Koningshuis. Het is die te Egmond, waar de onderwyzers j.l. 2 Augustus weigerden te helpen by feestelijkheden ter eere der jarige Koningin Moeder. Men praat wel eens van i,de openbare school leegpompen". Maar eilieve, wie doen dat het hardst, of liever wie doen 't eigeniyk alleeD Natuuriyk is er Diet veel tegen der- geiyke demonstraties te doen. Het eenige is ze te signaleeren, en zoo de openbare school in haar anti-Dationaal karakter te doen openbaar worden. De vrye school regel, de „openbare" aanvullingDat moet tegenover dat anti-monarchaal bedryf van dergelyke openbare onderwyzers-iyks ambtenaren steeds meer de leuze worden. Een departement van Landsverdediging. ue N. Ct. schryftMen zal zich her inneren dat we den 15en Mei 1.1. erop konden wyzen dat na bet aftreden van minister Wentholt het denkbeeld had postgevat, een samensmelting tot stand te brengen tusschen de departementen van Oorlog en van Marine. Later hebben we dit voornemen als feit kunnen beves tigen. Berichten von later datum in an dere organeD, waarin personen werden genoemd als mogeiy ka definitieve opvol gers van minister Wentholt, hebben we dan ook niet. overgenomen, weteodedat in die richting geen enkele handeling werd verricht. Nu dezer dagen door het Haagsche Correspondentiebureau een berichtje werd versi-reid, behelzend dat in de toelichting der Staats egrooting voor 1913 een me- dedeeling zou zyn te verwachten omtrent de inzichten en voornemens der regee ring aangaande het vraagstuk eenerevan- tueele vereeniging der departementen van Marine en van Oorlog tot ééD mi nisterie, willen wy onzen lezers niet onthouden dat bedoelde plannen reeds vasten vorm hebben gekregen niet alleen maar ook ieed3 de departementen van Oorlog en Marine hebben verlaten. (Men zal zich herinneren dat de heer Coiyn, thans het hoofd der beide departementen in het begin van deze week door H. M. de Koningin op het paleis Soestdyk in conferentie is ontvangen). Waarschyniyk gisteren zyn de voorstellen doorgezonden aan den Raad van State. Indien die plannen tot uitvoering moch ten komen, zullen beide departementen worden opgeheven en zal één departe ment ran Landsverdediging worden in gesteld. Binnen dat nieuwe departement wouden voorshands de tegewoordige de partementen van Oorlog en van Marine als zelfstandige afdeelirsgen nagenoeg ongewyzigd biyven voortbestaan. Een Lramch oorlogsschip in onze haven. De Fransche kruiser d' Estrées, groot 2600 ton is Zaterdag uit Brest in Amsterdam aangekomen en heeft lig plaats aan den jachtrteiger gekozeD.De commandant is de capitaine-de-vaisseau Bó, terwyi behalve de 9 officieren, de equipage 259 koppen telt. De haven meester de heer Ketting heeft des mid dags zyn opwachting aan boord gemaakt. Conferentie voor de veiligheid ter zee Naar uit goede bron verluidt, zal de Nqdbrlandsche regeering binnenkort de mogendheden uitnoodigen tor een inter nationale conferentie in Den Haag, die tot doel zal hebbeD, een algeme«ne wet voor de scheepvaart te ontwerpeD, welke

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1912 | | pagina 1