No. .255 1912
Woensdag 31 Juli
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
26e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
BINNENLAND.
©s§ vstQ'rssrcnsL
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1.25
Enkele nummers0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.—, iedere regel
meer 10 cent.
De opgaaf van den spoordienst
komt in dit nommer voor op de gebrui
kelijke plaats.
30 Juli 1912.
Niet klaar.
Wy zyn met ons antwoord aan De
Nederlander niet klaar gekomen omdat
ons antwoord wij geven dit toe
niet klaar was. De Seinpost-geschiedenis
heeft geen aangenamen indruk op
ons nagelaten. En de vertoogen door den
heer Lobman in zijne brochures en later
in z(jn opstellen in De Nederlander ge
leverd hebben dezen indruk niet ver
zwakt.
Wat ons echter niet belet om, waar
verdediging van een bepaald standpunt
mogelijk is, daaraan mee te doen. En
dit achtten wy mogelijk op het punt van
„de gereformeerde beginselen", die aan
de Vrije Universiteit ten grondslag liggen.
Doch nemen wij eerst het ant
woord van De Nederlander over:
Mogen wjj in de eerste plaats op
merken, dat ons bezwaar tegen de
Vrije Universiteit niet is, dat haar
onderwijs steunt op een „positief
christeitjken grondslag", zoodat het
citaat van prof. Woltjer onze bewering
niet raakt.
In de tweede plaatsmogen wij
weten wie of wanneer «die beginselen
zQn vastgesteld." Het was, meenen
wjj, juist de grief van den hoogleeraar,
die uit den kring van de Vrije Uni
versiteit verbannen is,dat men iemands
onderwijs wil binden aan wat nog
nimmer is vastgesteld. En zij, die het
banvonnis hebben voorbereid, hebben
nimmer ontkend, integendeel betoogd,
dat alsnog een onderzoek moest worden
ingesteld naar de ware beteekenis van
»de Gereformeerde beginselen," een
onderzoek dat, indien het na 1895 is
aangevangen, in elk geval nog steeds
niet geëindigd is. Trouwens was het,
indien ds. Sikkel, destijds en waar
schijnlijk nog een ijveraar, gelijk heeft,
volkomen overbodig. Immers schreef
die in Hollands Kerkbode, no. 335
ii Onze Universiteit leeft uit het Ge
reformeerde volk. Dat volk is maar niet
tevreden, als het goedgezinde en knappe
professoren heeft, die nu verder maar
weten moeten, wat voor wetenschap
en recht moet geldenneen, dat
volk zal alle recht alleen voor het
calvinistische beginsel erkennen, flet
ontwerpt daarom statuten, waarin de
eisch voor alle onderwijs beschreven
is. Het kiest uit zijn midden directeuren,
den beminden bierbrouwer aan het
hoofdhet laat curatoren optreden, om
op het onderwijs toe te zienterwijl
het eindelijk het recht aan zich houdt,
om door zijne algemeene vergadering,
wanneer ook al de bakkers en schoen
makers er bij zijn, den grondslag der
universiteiten te handhaven en de over
eenstemming van het onderwijs der
hoogleeraren met dien grondslag te
keuren
„Dat deze mannen, tot keuren ge
roepen, „even der zaken kuDdig zijn
als de geachte hoofdredacteur van de
Nederlander", zijn wjj natuurlijk te
bescheiden om te betwisten. De Zeeuw
zal ons intusschen toegeven, dat, juist
zooals wjj schreven, het onderwjjs aan
aan de Vrjje Universiteit zoodanig moet
zjjD, «als naar de meenig van de meer
derheid van zeker aantal contribuanten
aan die beginselen beantwoordt." Wat
te bewijzen was.
In antwoord hierop diene het volgende.
Ons citaat uit dr. Woltjer» rede. („De
eerste vjjf en twintig jaren», door dr.
J Woltjer, Leiden. D. Donner, 1905, biz.
7) moet geducht worden in verband met
Zie »De aanval op Seinpost* en «Mijn
Antwoord*, door Jhr. Mr. A. F. de Savornin
Lobman 1895. bi. 54 vlgg.
hetgeen deze hoogleeraar aan bedoelde
woorden liet voorafgaan .En in de
laatste, dat is hier, naar den eisch van
een climax in de eerste plaats, eene
universiteit op beslist Christeljjken, Güris-
teiyken in den objectieven, historiscben,
nationale» zin, dat is op Gereformeerden
giondslag". (Zie De Heraut 1 Oct. 1880
bladz. 2).
Wie die beginselen heeft vastgesteld,
vraagt De Nederlander. Wjj gewaagden
in ons verweer van „gevonden en daarna
vastgesteld"; en meenden dat ook De Ned.
begrjjpen zou, dat wjj hiermee bedoelden
de gereformeerde kerken, gereformeerd
hier in historischen zin genomen, gelijk
wjjlen ds. Littoojj indertijd in De Zuider
Kerkbode in een recensie van mr. Loh-
mans geschrift „De Waarheid bovenal»
heeft gezegd. Ds. Littoojj toch schreef
toen„Wjj vragen t hebben niet de Kerken
in haar belijdenisschriften daarover zich
uitgesproken, voorzoover dat in den tjjd
waarin zjj opgesteld werden mogelijk
was, en behooren zij, zoodra er breeder
uitspraak noodig en mogeljjk is dat niet
by vernieuwing te doen?"
Intusschen «de waarheid bovenal»
erkennen wy gaarne, zulks in verband
met het citaat van ds. Sikkel, waaraan
De Ned. hierboven herinnert, dat ookds.
Littooy geen raad schynt te hebben ge
weten met mr. L's. opmerking: „De ziens-
wyze van zekere toevallige mensehen-
groep (b.v. contribuanten voor een ver-
eeniging) wordt op die wyze het uit
gangspunt voor hen die op zich nemen
het onderzoek van de waarheid".
Ds. Littooy noemde alleen de opmerking
„pikant", en wie ds. Littoojj en zyn
standpunt inzake de Theologische Facul
teit der V. U. en de geref. kerken ge
kend hebben, zullen dit verstaan want
het beteekende een vingerwijzing voor
hen die de Theologische Faculteit aan
ecne veremiging „van zeker aantal con
tribuantenen niet aan de kerken wilden
binden.
Hetgeen ds. Littoojj in bedoelde re
censie aan 't slot zegt over het «appa
raat des Heiligen Geestes", zulks in
verband met de „vaststelling" van „da
gereformeerde beginselen" heeft ook voor
ons in deze quaescie wel eenig gezag.
Doch wy komen hiermede op een terrein
waarop De Zeeuw zich niet magbegeven,
en ook De Nederlander zich niet wil be
geven, gewoon als zij is en terecht
om de grenslijnen steeds zuiver te
houden.
De humor waarmee De Nederlander
onze opmerking: „even der zaken kundig
als de geachte hoofdredacteur van De
Nederlanderbegroet, gaat dan ook onze
aandacht voorby. Hjj kan hoogstens op
ds. Sikkel en zyn „bikkers en schoen
makers» gericht zjjn.
De der zaken kundigen door ods be
doeld al zyn wy overtuigd dat ook
De Nederlander «bakkers* kent en te
waardeeren we9t, welke van «gerefor-
de beginselen" meer afweten dan juris
ten waren nu juist niet in de plaats
„bakkers», maar "uristen eu philologen
en theologen als Heemskerk en Woltjer
en Kuyper, uit wier geschriften te be-
wyzen is dat zy het bezwaar van De
Ned. niet deelen.
Eet socialisme.
„Als theoretisch systeem heeft het
socialisme rijn beteekenis reeds nu zoo
goed als geheel verloren als kern eener
algemeene beweging der geesten, die
steeds meerderen omvat, wint het da
gelijks in beteekenis. Daartegen is krach
tig verzet geboden.»
Aldus naar De Nederlander citeert
professor C. A. Verryn Stuart, uit
Groningen, in De Economist van 15
Juli 1912.
Sprekende steenen.
Dan 14 Juli 1881 had er een zeldzame
ïykBtatie plaats, toen een Nyiboot de
overblijfselen der Faraö's opnam om ze
naar de musea over te brengen.
Onder de mummies bevond aich ook
die van Ramses II, den Faraö der ver
drukking. Van elke mummie kon men
ontwyfelbaar do identiteit vaststellen
door de opschriften, die zich op haar
omhulsels bevonden. Het lijk ofschoon
het 3800 jaren in zyn rotsachtig graf
had gelegen was nog in al zyn deelen
gaaf en ongeschonden. Het gelaat van
den grooten heerscher is in zyn trekkeD
duidelijk kenbaar. Deze Faraö schynt
ongeveer tachtig jaren oud geworden te
zyn, Men heeft hem nu gephotographeerd.
Eet is inderdaad wonderbaar, dat wy
dit beeld thans bekijken kunnen Onder
zyn schep ter bogen zich eens alle be
kende volken der aarde. Deze gelaats
trekken heeft Mozes gezien. Aan het
hof v. n dezen vorst werd by opgevoed
door diens „geliefde dochter". Deze Faraö
verdrukte de gevaariyk schynende Isra
ëlieten. Zijn mond sprak de woorden
„Komt aan, laat ons wyseiyk handelen
tegen de kinderen Israëls, opdat zy niet
vermenigvuldigen". Zijn hand schreef
het afachuweiyk bevel: „Allezonen,die
geboren worden, zult gy in de rivier
werpen, maar alle dochteren in het
leven behouden*. De By bel verhaalt ons
in Exodus 1, dat de Israëlieten voor
dezen Faraö de schatsteden Pitom en
Ra&mses bouwden.
Hooren wy .wat de geleerden van de
gevonden beelden en opschriften zeggen
„Een gevangen volk bouwt volgens op
dracht des konings en strykt de tegels
voor den bouw. Men ziet de gevangenen
in grooten getale, bespied door hun
oversten, en zoo als deze den arbeid
voorscbryven. De overste spreekt alzoo
tot de arbeiders„De stok is in mijn
haDd, weest niet traag En opdat er
geen twijfel zy, dat de arbeiders Israëlie
ten zyn, zoo staat ter zijde van de woor
den de donker getinte aibeelding waar
aan de Israëlieten op den eersten aan
blik herkenbaar zyn. In vele Musea
zyn de tichelsteenen te zien, welke, uit
Nyisiyk gevormd, den stempel van den
Paraö dragen. In het leem is stroo ge
kneed.
De Faraö van den uittocht is Menephta.
Hy maakte de verdrukking nog zwaar
der. Den Israëlieten werd geen stroo
meer voor de tichelsteenen geleverd, en
toch moesten zy hetzelfde getal leveren
van vroeger. Waar is de mummie van
dezen Faraö? Zy is nergens gevonden.
Alle koningsmummies, tot den alleroud
ste toe, zyn gevonden en hare indentiteit
)b vastgesteld van Menephta is geen
spoor gevonden. Waarom niet Wy we
ten het wel, waar de Faraö van den uit
tocht gebleven is; met zjjn paarden en
wagens ligt hy begraven in de Schelfzee.
Waar zyn de hiëroglyphische berichten
over den uittocht Tot nog toe is geen
woord daarover gevonden. Een oudheid
kundige zegt daarover: „Wjj merken
wel op, waarom men deze geschiedenis
niet schreef. Het was een ongehoorde
smaad, dat het gevangen volk uittrok,
en dat Egypte on machtig was, het tegen
te houden en dezen smaad wilde men
niet daarboven in steenschrift vereeuwi
gen." Zoo dient zelfs dat, wat niet aan
wezig is, om de getuigenis van den By bel
te bevestigen.
Zoo spreken de steenen en leggen ge
tuigenis af tegen zdovelen, die over de
bel ichten des By beis het hoofd schudden
en de schouders ophalen. Te midden
van toenemend ongeloof, laat God het
niet ontbreken aan getuigenissen, die
het geloot versterken van allen, die in
den By bel het Woord Gods erkennen en
liefhebben.
De afdeeling Handel van het departe
ment van Landbouw, Ny verheid en Han
del heeft in samenwerking met de
Nederlandsche Kamer van Koophandel
te Londen een serie Engelsche brochures
samengesteld, welke teiamen een alge
meen overzicht vormen van den Neder-
landschen handel en nyverheid. Deze
serie bestaat uit twintig afzonderiyke
nummers, die resp. handelen over de
groote Nederlandsche havens (Amster
dam en Rotterdam), de voornaamste
stoomvaartiynen (waaronder natuuriyk
ook die van de maatschappy „Zeeland"),
over cacao en chocolade, thee, tabak en
sigaren, koffie, graan, erts, hout, papier,
huiden, verder scheikundige voortbreng
selen, oliën en vetten, voedingsmiddelen,
likeuren en genotmiddelen, machineriën
en scheepsbouw, voorts over de metaal
industrie, diamantindustrie, glas- en
aardewerk en bouwmaterialen, het myn-
bedryf en de textielindustrie. De voor
naamste takken dus van Neerlands
handel en nyverheid.
Zeer smaakvol is de uitvoering van
deze boekjes. Vele prachtige en goed
gekozen foto's, van voorheen en thans,
dragen by tot hun luister. Voorwaar
prachtexemplaren.
Wel een hoogst eigenaardige reclame,
een die uitgaat van niemand minder,
dan van 'slands bestuur zelf!
De brochures getuigen ons van groo
ten ijver, on vermoeiden arbeid en goed
inzicht, zoo van de afdeeling Handel van
het departement als van de Nederland
sche Kamer van Koophandel te Londen,
en ze getuigen den vreemdeling van den
vlyt en de energie, die in ons vaderland
zooveel vermochten, in alle takken van
handel en nyverheid.
Onwillekeurig vervult het hem met
achting voor zoo velerlei prestaties van
een in veler oog onbeduidende natie.
Op de onlangs gehouden tentoonstel
ling te Londen moet reeds met vrucht
gewerkt zijn met deze brochures. Juist
tegen 1913, bet jaar, waarin Nederland
nogal op den voorgrond zal treden, zal
de reclame vruchtbaar kunnen werken.
Mogen deze uitgaven veel bydragen tot
den bloei van onzen landbouw, nyver
heid en handel.
Ook onzen landbouw. Ja, één op
merking of liever één viaag. Was er
geen voldoende stof om, behalve het
nummer over den graanhandel, afzon
deriyk een boekske over landbouw en
veeteelt-samen te stellen?
De veröterking van Vlissingen.
De Iudépenaanee Beige bevat een hoofd
artikel over „de verdediging van Vlis
singen". Het slot van het artikel luidt
aldus
In zijn nieuwen als ia zyn eersten vorm
bljjft het vraagstuk vsd het bouwen van
een fort t« Vlissingen voor België zwaar
van ernstige gevolgen en zoo wy beslo
ten zyn dat vraagstuk hier met de groot
ste nauwlettendheid te onderzoeken en
met groote kracht de aangeprezen oplos
sing te bestryden, dan doen wy dat niet
omdat wy er rok maar in het minst aan
denken het recht onzer noordeiyke buren
te betwisten om in volle onafhankeiyk-
heid onverschillig welk punt ook van
hUD gebied te versterken. Dan doen wy
dat ook niet omdat wy er hen van ver
denken gehoor te geven aan de inblazing
van vreemde zyde, welke ook want
wy weten, dat zy, als wy trotsch zyn
op de volledige vrijheid van hun doen.
Wy doen het omdat wy innig en vurig
hopen, dat de openbare meening in Ne
derland oprechteiyk zal inzien, dat de
bouw van een fort te Vlissingen voor de
algemeene veiligheid van België een aller-
gevaariykste bedreiging kan beteekenen
omdat ons nationale reduit, Antwer
pen, niet lager bereikt zou kunnen wor
den langs den weg, die de natuuiiyke
toegang daartoe is terwyi aan den ande
ren kant, naar de meening van de hoogste
Nederlandsche militaire autoriteiten als
generaal Staal, het fort by Vlissingen in
geen enkel opzicht eenige verbetering in
het Nederlandschen defensie stelsel zou
kunnen aanbrengen.
-- Biykens een correspondentie in de
Nieuwsbode heefc Burgemeester Van
Stapele te Thclen zich in dat blad be
klaagd, dat zyn woorden de or onzen be
richtgever onjuist waren weergegeven.
Wegens de lengte van het verslag had
den wy een resumé geplaatst. Gaarne
drukken wy alsnog letteriyk af hetgeen
door Z. E. A. volgens onzen berichtge
ver is gezegd. Dit deel van het versJag
luidt als volgt:
„Hierop nam de EdelAchtb. Heer
Burgemeester M. G. van Stapele het
woord. Hy ook wenschte dat deze
school onder Gods Zegen moge groeien
en bloeien, dat er een goede reuk van
het onderwys dat gegeven staat te
worden, moge uitgaan en bovenal dat
op deze school de groote les des Mees
ters zal worden geleerd en gedurig
beoefend namelyk de naastenliefde.
Hy feliciteerde het bestuur met de
onderneming en de opgekomenen met
deze nieuwe leerkracht en sprak den
wensch uit, dat de schooi'vele vruchteü
voor gemeente en huisgezin moge af
werpen.
Invaliditeitswet.
Men hoopt de behandeling van dit
omvangryke ontwerp nog deze week
ten einde te brengen.
Goes. Er is, naar ons ter oore kwam,
een plan voor vergrooting van het sta
tionsgebouw alhier aan de Oostzijde met
wachtkamers le en '2e klasse door de
directie der Staatsspoorwegen ter goed
keuring aan den betrokken minister toe
gezonden, op welke goedkeuring natuur
iyk gewacht moet worden voor het kun
nen aanvangen met deze veroouwing.
De directie der Staatsspoorwegen zal
door deze vergrooting aan een reeds
vóór geruimen tjjd uitgedruircen wensch,
zoo van de zyde van particulieren als
van het gemeentebestuur, Voldoen.
Het station alhier is, als wy ons niet
vergissen, het eenige aan do lijnen der
Staatsspoorwegen, waar ia de wachtka
mer, voor de reizigers le e.: 2e klasse
gezameniy'k bestemd, het „ve; boden te
rooken" als een krjjgsa gestadig
vóór oogen wordt gehou - op de
overtreding waarvan de s f niet -uit
blijft, wanneer men te fc met
e8n ambtenaar, die de kurs -an door
de vingers kyken niet verstaat. M. G.
Te Zaamslag hadden -enige kin
deren de gewoonte om achter op voor-
byrydende wagens te klimmen of er
achtera n te loopen. Een 7-jarig'meisje
kwam daarby in aanraking met een
achterwiel en werd m t gebroken dy-
been opgenomen.
Omtrent het droevige ongeluk, dat
Zondagmiddag te Axel plaats had en
waarbij de vrouw van D. S. in de vlam
men is omgekomen, vernemen wy nog
eenige byzonderheden. De vreuw wilde
met petroleum de kachel aanmaken
Door een ongelukkig toeval kwam er te
veel olie in de kachel, waardoor de vlam
uitsloegen de vrouw in brand geraakte.
Haar borst en aangezicht werden deer-
ïyk verbrand, terwyi het hoofdhaar bgna
geheel geschroeid was. Geneeskundige
hulp was spoedig aanwezig. Haar man
verbrandde bjj zyn poging tot blusschen
zyu beide handen.
Goes. Op 2 Augustus (verjaardag H.
M. de Koningin Moeder) zal „Euphonia*
een concert geven op de tent, Groote
Markt. Wy bevelen het gemeentebestuur
aan om in 1913 by een eventueele aan
vraag van dit muziekgezelschap er reke
ning mee te houden dat «Hosanna* er
ook nog isen dan aan «Hosanna* toe
te staan, wat thans, zonder met Hosanna
rekening te houden, aan „Euphonia" ver
gund is. Wy meendeD dat een vorig maal
de eene helft van den avond door „Eupho
nia", en de andere helft door «Hosanna"
gespeeld werd. Dat is mooi. Nu is „Eupho-