No. 245 1912 Vrijdag 19 Juli,
26e Jaargang.
ÖHRISTELiJK
HlSTORiSeB
VOOR ZEELAND.
f.
Eén schrede slechts
mm
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DEJONGE-VERWEST, te Goes
FEUILLETON.
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1.25
Enkele nummers0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
I)
1878 3 Augustus 1912.
Aankondiging van de 34ste Jaarcollecte
voor de Scholen met den Bijbel.
VOOR DE EERE GODS.
Want in Hem leven wij en
bewegen ons en zijn wij.
Hand, i728a.
In Athene, de stad waar deze woorden
gesproken werden, stonden in de oud
heid kunsten en wetenschappen op den
hoogsten .trap. Beeldhouwers en bouw
kunstenaars, schilders, dichters en w(js-
geeren hadden gewedijverd om Grieken
land te maken tot het middelpunt der
beschaving, en in dat Griekenland stond
Athene het hoogst.
Maar al dat grootsche en schoone had
de mannen van Athene niet gebracht
tot de ware godskennis.
De eenige, ware God, van wien alle
goede gaven afdalen, die God, wiens
grootheid in elk kunstwerk moet uit
blinken, was voor hen een onbekende.
Het schepsel hadden zij geëerdden
Schepper kenden zij niet.
Dat alle schoon der natuur, elke spran
kel van leven in de schepping, elke
straal van vernuft in den mensch uit
God komt en door Hem bestaat, wisten
zij niet.
Daarom roept Paulus hun toe:. Want
in Hem leven wij en bewegen ons en
zijn wij I
Maar dat woord, in het heidensch
Athene zoo gepast, kan ook in onzen
tijd niet genoeg herhaald.
De wereld der zienlijke dingen is thans
zoo groot, zoo schooD, zoo rijk.
Steeds meer geeft zij te genieten.
In steeds aangenamer vorm weet de
kunst al ;.het wetenswaardige onder de
aandacht der menigte te brengen.
Het oog vooral wordt aangewend om
ieder op de gemakkelijkste en aanlok-
kendste wijze te onderrichten of te ver-
poozen.
En er is zooveel nieuws
De hand en het vernutt van den mensch
richten zooveel uit.
Het is den mensch niet meer genoeg,
de geheimen der natuur na te vorschen
en de natuurkrachten te beheerschen
hjj zint op toepassingen, die hem in
s.aat stellen als het ware nieuwe krachten
te scheppen.
HU is er niet meer mede tevreden,
langs ijzeren banen voort te snellen of
met stoomschepen de golven des oceaans
te klievenhy verovert het gebied van
den dampkringhjj wil vliegen op de
vleugelen des winds.
Hij zendt z|jn woord, zonder draad ter
geleiding, door de lucht, van de Oude
naar de Nieuwe Wereld, en bouwt steden
grooter dan Babel of Ninevé, en zeena-
steeleu zoo reusachtig, dat hij in zijn
trots beweertze kunnen niet vergaan 1
En als God spreekt in aardbeving of
orkaan, 6d steden worden omgekeerd of
reuzenschepen verzinken, dan siddert h^
wel een oogenblik.
Maar straks zint hij weer op middelen
tot meerdere zekerheid. Huizen zal hy
bouwen, die niet in puin stortenschepen,
die zelfs tegen orkanen en ijsbergen be
stand zijn.
Zekerheid wil hy, en dusverzekering
tegen vuur en water, tegen ziekte en
ouderdom, tegenden dood
Vrij wil hij zijn, zelfstandigniemands
slaafs I
Hij is van Gods geslacht!
Ja, hij gevoelt zich zelf god
Maar juist dat kha niet, dat m&g ni-^fc
en dat zal ook niet I
Dat de mensch heerschappij voert in
de schepping ligt in zijn afkomst: 'tis
zijn bestemming.
Dat hy den sterrenhemel peilt met zijn
telescoop en de wonderen van een water
druppel naspeurt, het is hem ingegeven,
toen God hem den adem des levens in
blies.
Dat hy de krachten, door God in de
natuur gelegd, tot zyn nut aanwendt,
het is hem toegestaan.
Dat hy bouwwerken sticht, kunstwer
ken schept, toovert met penseel en gra
veerstift: de macht is hem geschonken.
Maar dit worde niet vergetenalle
wonder, door de Schepping ten toon
gespieid, alle uitvinding, alle kunstwerk
spreke ons van den Schepper aller
dingen
By alles heete het: „Want in Hem
leven wy en bewegen ons en zijn wy Is
Juist in onzen tijd, nu ontdekking op
ontdekKing, uitvinding op uitvinding
volgt; nu de geest van den mensch
nérgens meer voor schynt te staaD, nu
alles langs nieuwe banen gaat of wil
gaan, nu is het meer dan ooit noodig
te herhalen, dat alles dóór en in en tót
God bestaat.
Dat is noodig voor ons, volwassenen
Dat is nog meer noodig voor de jeugd
Als de jongeling die ryke, schoone,
wondere wereld aanziet om zich heen,
zoo naby, zoo verlokkend tot genieten,
dan is 't gevaar zoo groot, dat hy zal
nederknielen en aanbidden niet den
Schepper maar het schepsel
Als het jonge leven zoo bruischt door
de aderen en de kracht tot arbeiden zoo
groot, de lust tot genieten zoo sterk is,
lykt de levensweg zoo eindeloos en de
stofleiyke wereld zoo groot van waardjj,
dat al het andere daarby zoo spoedig
Ik was reeds 36 jaar en verloofd. Myn
verloofde heette Mary en was de dochter
van mijn compagnon, met wien ik een
kruitmolen exploiteerde, dien ik na myn
huweiyk alleen zou bezitten. Ik wil niet
zeggen, dat de fabrikatie van het bus
kruit tot de moeilykste, maar wel, dat
het tot de gevaariyksfe bedryven behoort,
en dat ligt in den aard der zaak.
In de magazijnen die tot dusver in
een toestand van de pijniykste 01de
verkeerden, was in den laatsten t,yd een
zekere wanorde te bespeuren. Het bleek
namelyk, dat de vaten niet in de oor
spronkelijke volgorde stonden, wat aan
leiding gaf tot het vermoeden, dat hier
een onkundige de hand in t.et spel had,
en een inderdaad zeer gevaarlijk spel
speelde. Ik gaf daarom last, dat men
de fabriek nog scherper zou bewaken
dan dit tot dusver het geval was ge
weest, maar toch bleven de misstanden
bestaan.
Toen besloot ik eens zelf de wacht te
houden, en ik wilde er dan om 7 uur,
na het sluiten van het kantuor mee
beginnen.
Ik begaf mij naar de bergplaatsen,
liep tusschen de kruitvaten door en
vervolgde myn weg tot aan den ladder,
waarmee men op zolder kon komen,
klauterde naar boven, nadat ik het luik
had opgelicht, en keek naar een plaatsje
uit, vanwaar ik alles gemakkeiyk zou
kunnen overzien.
Ik had misschien ongeveer een half
uur op de loer gestaan, toen] ik een
zacht gedruisch vernam, en toen ik beter
toekeek, kon ik de gedaante van een
mensch onderscheiden, die de ladder na
derde. Na enkele oogenblikken werd de
valdeur opgeheven en het hoofd van den
onnoozelen Divid verscheen in de ope
ning. David Flitz, wiens vader in de
fabriek het leven verloor, was loopjongen
en handlanger in ons bedrijf, fly was
niet alleen beperkt van geestvermogens,
zooals men beliefde te zeggen, maar een
werkeiyke idioot. Meer dan eens drong
ik er bij mijn compagnon op aan, dat
hy dezen jongen zou ontslaan, mede,
omdat ik reden had, om aan z'n eer-
ïykheid te twyfelen.
gering geschat wordt.
Eu daarom willen wy reeds in hun
vroegste jeugd onzen kinderen ook die
andere wereld toon en en loeren kennen
de wereld der onzienlijke dingeD.
Wij willen tot hen spreken van de
krachten in de schepping verborgen,
wachtend op het vernuft, dat ze ontdekt,
wachtend op de hand van den mensch,
die ze weet te gebruiken.
Maar wy leeren hen ook kennen den
Almachtigen Formeerder aller dingen,
door Wien die krachten daar in gelegd
zyn.
Wy willen natuurkennis, maar geen
natuuraanbidding.
Wy maken het kind bekend met de
groote mannen, die wonderen verricht
hebben door hun uitvindingen en ont
dekkingen, door hun kunst en hun ver
stand maar óók, dat de mensch zelf
is een schepsel Gods, in wien de vonk
der goddelijke wysheid gloort en die
geroepen is zyn Schepper te verheeriy-
ken door zyn arbeiJ.
Wy willen onze groote mannen ver
eeren, maar willen geen menschenver-
goding.
By ons treedt immer op den voorgrond,
dat het kind voor een eeuwigheid ge
schapen is.
En boven alles staat „Wat baat het
een mensch, zoo hy de geheele wereld
gewint en ïydt schade zyner ziel?"
Daarom verlangt elk Christenouder
voor zyn kind de Christeiyke school.
Daarom streden onze voorgangers lan
ger dan een halve eeuw voor het Christe
lijk onderwys. Vandaar die bange worste
ling met opoffering van geld en goed
om overal Scholen met den Bybel te
doen verrijzen
Vandaar ook, dat jaar op jaar, in stad
en dorp, van het Noorden tot het Zuiden
des lands in de Augustusmaand mannen
rondgaan om een offer der liefde te
vragen voor de schooi, waar de jeugd
naar den eisch van Gods Woord wordt
onderwezen.
De school, waar over deze lingen, die
voor ons de hoogste waarde hebben,
moet gezwegen worden, is voor ons
onbruikbaar.
Eén uur godsdienstonderwys wekelijks
mag ons niet voldoen.
By til het onderwijs moet de bestem
ming des kinds worden in het oog ge
houden.
En het onderwys moet gegeven wor
den door mannen, die daarvan door
drongen zyn.
Hun geheele optreden, hun onderwy-
z6d, huD vermanen, hun straffen zoo
noodig moet daarvan de biyk n drageD.
Het is daarom noodig, dat wy hebben
onze eigen scholen waar wij vrijheid
■mca—qiiini 1 1 ianmnnaHBv .kiitHWB
Toen ik David voorzichtig den zolder
zag betreden, besloot ik my zoo goed
mogeiyk te verbergen om te zien, wat
hij in het schild voerde. Hy liep juist
naar den hoek, waar ik stond, en een
oogenblik dacht ik, dat hy my zou ont.
dekken. Maar nadat hy een oogen bik in
het stroo had gewoeld, ging hjj met iets
in de hand naar het luik, en eer ik hem
volgen kon, was hy de ladder afgesneld,
terwyi hy het luik achter zich dicht liet
vallen. Ik was echter niet van plan, om
hem te laten ontsnappen, waarom ik
vlug over den zolder liep en mij naar
het luik begaf om hem achterna te slui
pen en te zien, wat hii eigeniyk wilde
beginnen.
Plotseling zag ik door een kleine ope
ning in den vloer beneden een helder
licht opflikkeren. Toen ik snel neder-
knielde en nieuwsgierig door de openiDg
keek, zag ik tot myn niet geringen schrik
hoe de onnoozele David met een bran
dende kaars in de hand tusschen de
kruitvaten rondliep, alsof hy zich tus
schen zakken met gedroogde pruimen
bewoog. Met 'n half onderdrukten kreet
snelde ik naar 't luik en beproefde het
op te lichten.
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel
meer 10 cent.
hebben van spreken en handelen.
Met vrijmoedigheid bevelen we daarom
do Unie collecte voor de School metden
Bybel aan.
De collecte voor onze ruim duizend
scholen
Het is een gunst van onzen getrouwen
Verbondsgod, dat zij aldoor bleef stygen.
Ook *c vorige jaar was zy weer hooger
Dit biyve zoo by voortduring!
Offert ook weder ditmaal met biy-
moedigheid, met een gulle hand eneeu
dankbaar hart.
Het gaat om 't welzyn uwer kinderen
18 Juli 1912.
De Ryksmiddelen zijn ook in Juni by-
zonder meegevallen. De opbrengst over
trof die van Juni 1911 met circa ander
half miljoen. Voor minister Kolkman om
van te watertanden. En byna alle rubrie
ken hebben aan dezen goeden uitslag
meegewerkt. Slechts enkele middeleD
biachten minder op en welgedistilleerd
87 duizend en wijnaocijns 37 duizend
gulden, terwyi ook het geslacht met
f 14000 terugging; zeker wegens do meer
dere duurte van het vleesch.
Daarentegen bracht de bedryfsbelasting
411 duizend gulden meer op, liep de
suikeraccy'ns 333 duizend gulden hooger
giDgen de successierechten 277 duizend
gulden naar boven, en gaven de invoer
rechten, personeele belasting, en -riaats-
ietingen esn accres van respectieveiyk
139, 118 en 8y duizend gulden. De pos
teryen brachten 53 duizend gulden meer
op, de grondbelasting, registratierechten
en zegelrechten resp. f 40000, f 390C0 en
f28000 meer, en de overige middelen tot
ern lager bedrag dan de laagst genoemde.
Met uitzondering van de accynzen op
wyn en geslacht, de successierechten en
de domeinen hebben all© middelen over
het eerste halfjaar van 1912 ruimer ge
vloeid dan over het eerste halfjaar van
1911. Het verschilt circa 4 miljoen of in
de juiste getallen f3,919.398,24.
Opmerking verdient dat de suiker-
accyns het laatste kwartaal ruim zeven
ton terugging vergeleken methetgeiyk-
namige kwartaal van het vorige jaar.
Kindervacantie.
Iri het Fr. Dagblad lezen wy
Dat is nu toch bespottelijk.
Ergens in een Zeeuwsche gemeente
was de zomervaeantie der kinderen zóó
geregeld, dat zy in den hessenoogst viel.
Dat vond Het Volk min.
Schandeiyke kinder exploitatie.
Die jorgens en meisjes, in plaats dat
ze langs den dy'k slenteren of in't zand
wroeter, worden dan geprest om bessen
Wie beschryft echter myn nieuwen
schrik, toen ik ontdekken moest, dat ik
op den zolder opgesloten was. Het luik
had de onnoozele Dawd aan den beneden
kant op den grendel gedaan. Fluks keerde
ik weer naar de opening in den vloer
terug en wilde juist aan David roepen,
dat hy het luik moest openen en my
bevryden, toen ik myn hersenen wer
den verward, alsof ik de koorts had
zien moest, hoe hy van een der vaten
een ijzeren ring losmaakte, het deksel
er afrukte en het glimmende zwarte kruit
aan het licht van zyn kaars blootstelde.
Nu zag ik ook, hoe hy zyn hand in
het kruit stak, biykbaar om daarin iets
te zoeken. En nu haalde by werkeiyk
ook met een dot gebrom van tevreden
heid een klein leeren zakje voor den dag
dat een zat ht rinkelend geluid liet hooren.
Hij trachtte het touwtje, dat er om
zat, met de tanden los te maken, daar
hy de kaars nog altyd in de andere hand
hield. Zyn pogingen waren vruchteloos
en eindeiyk het bloed stond my stil
in de aderen en mijn lichaam werd styf
van schrik moest ik zien hoe de idioot
het benedenste eind zyner kaars heel
diep in het kruit stak en ze brandend
te plakken. Natuuriyk voor een „bor-
gïrloon".
Tegenspraak bleef niet uit.
Zulke kinderen verdienen soms f 1.25
en meer per dag.
Daarvoor kunnen vader en moeder eeDs
wat beter eten schaffen en tegen den
winter wat warmer kleeren koopen,
waarvan natuuriyk de kiDderen ook hun
deel krygen.
Bovendien is die arbeid in de open
lucht, waarby de plukkers en pluksters
de bassen ook gerust eens naar den mond
mogen brengen, heusch niet slecht.
Menig Amsterdamsch bleekneusje zou
er van opfrisschen en ïpfleuren, als het
eens een paar weken op 't land aan het
beseen plukken werd gezet.
En dan is er nog méér.
Onder meer gegoeden is de vacantie-
tyd de uitgaanstyd. Dan gaan de kinde
ren naar familie; naar 't bosch of naar
zee.
Onder den arbeidersstand komt daar
zoo niet van.
Daar biyven de kinderen thuis.
En vervelen zich al gauw.
Is 't nu mensebkundig, is 't barm
hartig die kinderen te willen dwingen
tot ledig gaan -
Arbeid is geen straf.
Ook niet voor kinderen.
Wat wij verderfeiyk vinden P
De gewoonte op vele plaats'11, om de
kinderen juist vacantia te geven, als 't
kermis is.
Doch dèór hoort men niet van.Dètis
blijkbaar in orde!
Id FraDkrykschynen eindelijk c.e oogen
ook van oogeloc vigen open te gaan voor
de gruwelyke werking van de Scheidings-
wet.
Het is nu eenmaal een bekend feit dat
alles verdroogt en verfleuri, wanneer de
verschroeiende adem van ongeloof en
revolutie daar overgegaan is.
Da Scheidingswet van Combes heeft
Frankryk beroofd van tal van nyvere
monniken en geleerde onderwyzers en
leeraressen, en tegeiyk een slag toege
bracht aan de architectuur. De onteige
ning deed tal van mooie Kerkgebouwen
in wei. eldiyke handen overgaan eu vallen
onder de mokerslagen van botte vernie
lers.
En daartegen nu komt protest.
Zoo heeft het Kamerlid Banès, beroemd
oudheidkenner en romanschrijver, een
kruistocht geopend tegen het vandalisme
dat oude kerkgebouwen sloopt ot ver
waarloost.
PoDcet, directeur van het dagblad
République (dep. Isèrt), opgeschrokken
van het gevaar voor verval der schoone
kloostergebouwen, roept de natie op om
in dezen geïmproviteerden kandelaar liet
zitten.
In de ove.>maat van mijn ontzetting
kreeg ik het vermogen om te spreken
weer terug.
David, schreewde ik als een beze
tene en dat was misschien het or ver
standigste wat ik doen konneem de
kaars er uit
Nauwelyks hoorde hy deze woorden
of hy slaakte een kreet zooals men soms
wilde dieren in de menagerie kan hooren,
daarna keek hy met woest fonkelende
oogen cm zich heen drukte zyn lederen
zakje tegen zyn borat en vloog de berg
plaats uit. Ik hoorde, hoe zyn haastige
voetstappen in de verte wegstierven.
Toen ik my het vreeseljjke en afgry-
selQke van myn toestand recht bewust
werd, was het, of myn brein geheel ver-
styfd was. Verscheidene minuten knielde
ik op don vloer neer, keek voortdurend
naar de brandende kaars en was volko
men buiten staat om ook maar één enkel
lid te bewegen. De kaars stak zoo diep
in het vat, dat ze nauwelyks drieduim
boven het kruit uitkwam
Langzamerhand werden myn levens
geesten weer werkzaam, en terwijl ik