No. 225 1912
Woensdag 26 Juni,
26e Jaargang,
3KRISTEÜJK
EI1WSBLAD
I VOOR ZEELAND
VERSC HIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWES T, te Goes
F. P. D'HUIj, te Middelbt rg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
OEF** De opgaaf van den spoordienst
komt in dit nommer voor op de gebrui
kelijke plaats.
Buitenlandsch Overzicht.
SaMroaovw*
m ±j
i HISTORISCH
aasra
1E1 IEREN WERKDAG DES AVONDS.
.ƒ1.25
0.05
Pr^s per irie maanden franco p, p,
Enkele nummers.
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
v in 1—5 regels 50 cent, tedere regel meer 10 ceu«
IF; milieberichten van I—10 tegeL 1.—, iedere regcb
mi er 10 cent
jii i iin i
VA), clle zich met 1 Juli a, s.
op ons blad. abomieereu, ont
vangen bet tot dien datum
gral lfe>.
(Slot.)
Omtrent de gebeurtenissen'te Chicago
alsnog het volgende
Met een belangrijke meerderheid is dus
president Taft door de republikeinsche
conventie te Chicago candidaat gesteld
voor het presidentsccap. Bij de stemmin
gen trouwens in de laatste dagen bleek
telkens de meerderheid var. Taft iets
grooter te worden, zoodat zjjn eindelyke
overwinning nu niet zoo verrassend meer
is. Op Roosevelt werden slechts 107
stemmen uitgebracht, 341 aanhangers
van den kolonel volgden het wachtwoord,
om aan de stemming niet deel te nemen;
dit zullen nu wel de gedelegeerden zjjn
op Roosevelt zyn hoop zal vestigen voor
de vorming van een derde een progres
sieve partjj.
Want als candidaat dezer derde party
is hy van plan in het strydperk te treden.
Laten derhalve de vrienden van Taft,
en ook hy zelve niet te vroeg juichen.
Immers nu zou het wel eens kunnen
gebeuren dat morgen in de conventie te
Baltimore, waar de Democratische party
haar candidaat voor het presidentschap
zal aanwezen, men eenstemmig op een
zelfden candidaat ging, en dan kon deze
wel eens met den buit gaan stryken. Het
zou de eerste maal zjjn sedert Clevelands
presidentschap (1885 1888) dat weer
eens een democraat in het Witte Huis
te Washington giDg zetelen.
Evenwel de democraten zyn ook ver
deeld. De conservatieve fractie wil Par
ker voorzitter maken, en de radicalen
zyn voor Bryan (spreek uit Braain), ter-
wyi een derde groep zich voor Wilson
verklaard heeft. Intusschen Bryan zal
de eerste dagen wel wakker biyven.
Wilson heeft een omzend-telegram van
Bryan, waarin deze aandrong op het
tegengaan van de benoeming van een
reactionair tot tydeiyken voorzitter van
een overwegend vooruitstrevende conven
tie beantwoord met de verklaring „Gy
hebt volkomen geiyk; de conventie te
Baltimore moet er een zyn van vooruit
strevender Gy zult my en myn vrienden
ter conventie steeds zien handelen in
het belang van de zaak des volks*.
Roosevelt heeft voorloopig een onaf-
hankeiyke candidatuur aanvaard, fly
zeide dat voor allen die gelooven in de
elementaire wetten van publieke en par
ticuliere moraal, de tyd gekomen was
om zich by de nieuwe beweging aan te
sluiten. Hy noodigde de gedelegeerden,
die voor hem zyn, uit zich naar hun
districten te begeven, om na te gaan
welke opvattingen daar gekoesterd wor
den, teneinde dan later in een groote
conventie by sen te komen om een can-
didaatstelling naar den vorm te doen
plaats hebben. Roosevelt beloofde eiken
candidaat, die dan mocht benoemd wor
den, te zullen steunen. Hy voegde er by,
dat de republikeinsche conventie door de
politieke draadtrekkers gebruikt was om
hun duistere oogmerken te bereiken. Die
„bosses* hadden geen aasje sympathie
voor den geest en het streven van de
Republikeinen van een halve eeuw gele
den. »Gy myn vrienden* aldus ging
Roosevelt voort „zyt de geesteiyke
erfgenamen van Abraham Lincoln, toen
deze weigerde, zich langer te laten kluis
teren door de schakels van het verleden,
doch de nieuwe strydvragen te willen
oplossen in den nieuwen geest, die door
de tyden geboden was*.
Roosevelt besloot zyn verklaring met
te zeggen, dat als motto der nieuwe be-
weging moest worden gekozen „Gy zult
niet stelen",
Even voor de stemming waarby Taft ge-
candideerd werd werd door Fairbanks,den
vroegeren vice-president der Unie, het
partyprogram ingediend Daarin wordt
het bestaande protectionistisch tarief ge
handhaafd, maar de verlaging van enkele
invoerrechten noodzakeiyk genoemd eD
de wenscheiykheid uitgesproken, dat een
wyzigiDg der tarieven naar gelang der
omstandigheden mogeiyk zal zyn. Even
eens wordt de wenscheiykheid uitgespro
ken van de instelling van een Federal
trade commission, die toezicht zou moe
ten oefenen op de uitvoering der nader
nog aan te vullen anti trustwetten. Daar
naast worden dan nog enkele wenschen
uitgesproken. Naar veler oordeel gaat dit
program in de door de progressieven
gewenschte richting. Hetgeen de kansen
van Roosevelt op alle stemmen zyner
geestverwanten niet verhoogen zal.
De republikeinsche conventie heeft Za
terdagavond laat ook James S. Sherman,
den vice-president wederom candidaat
gesteld.
Te Baltimore is het meerendeel der
gedelegeerden der democratische natio
nale conventie aangekomen. Zy zyn vol
vertrouweL op de overwinning in No
vember. De uittreding van Roosevelt uit
de republikeinsche party, zegt de New
York Herald, heeft de onverschrokken
legioenen der democratie de vaste over
tuiging geschonken dat zy zullen over-
'winnen.
Toen Bryan met zyn vrouw aankwam,
werd hy door de mannen uit het Verre
Westen ontvangen met een ouderwetsch
hiep hiep hoeral Deze heeren staan
gereed hier dezelfde aanmatiging ten toon
te spreiden als hun repubiikeinsche
broeders te Chicago.
Welnu, dan wordt öf Taft weer presi
des"; óf Rooseveltwant wordt Parker
candidaat, dan loopen de Bryanianen naar
Roosevelt over, en wordt Bryan candi
daat, dan gaan de vrienden van Parker
voor een deel op Tafteen deel, misschien
wel klein, doch juist nog groot genoeg
om dezen de<soverwinning te bezorgen.
vit mm paaa
Dr. Noor dtzg's benoeming.
Niet minder ernstig en beslist dan dr.
Schokking (zie ons vorig no.) is dat van
ds. Schrieke in De Nederlander van heden
tegen de «/protesten* zyner collega's,
vooral tegen 't revolutionaire dreigement
van ds. Groot Enzerink.
Ds. Schrieke schryft onder het motto
„Mannes, houdt het hoofd koel" het vol
gende
Als iemand verdriet heeft of geërgerd
is, heeft hy behoefte zich te uiten, dat
verlucht hem.
Zoo kon ik my voorstellen, dat vele
personen, die zich gekrenkt gevoelen,
thans behoefte hebben zich te uiten op
de Cis33-Vergaderingen, al vraag ik, wie
die motiën moet ontvangen en wat men er
mede doen moet.
Erger wordt het, wanneer coll. Groot
Enzerink wil, dat aan den Minister ge
vraagd zal worden de benoeming van
prof. Noordtzy) in te trekken. En, indien
dit niet geschiedt, dat dan de Synode de
Kerkeiyke hoogleeraren uit Utrecht zal
wegnemen 1
Dit zou dan de reactie moeten zyn.
Want aan de Ned. Herv. Kerk is „een
trap gegeven*, doordien er iemand tot
hoogleeraar benoemd is uit een kerkge
nootschap aan haar vyandig, die dus
nooit in zyn onderwys by zyn leerlingen
liefde kan wekkeD voor de kerk tot wier
dienst zy worden opgeleid, veeleer het
tegendeel.
Hoe kan er nu aanleiding ontstaan
voor de Synode, om het verzoek tot het
nemen van bovengenoemden maatregel
ernstig te overwegen Immers niet door
bo* onvermelde beschuldigingen, luide uit
te roepen, maar door met bewyzen te
staven
le. dat het de bedoeling van den Mi
nister geweest is, zoo euvel tegen de
Ned. Herv. Kerk te handelen.
Het zou toch ook kunnen z()d, dat het
diens besliste bedoeling was een niet kri
tisch man te kiezen. En wat mag dan als
eisch gesteld worden aan den Dienaar
der Kroon Menigmaal is dat uitgespro
ken dat hy op bekwaamheid lette. En
ik meen, dat de Minister dien eisch niet
uit het oog verloren heeft;
2e. dat men met aanhaling van ge
schreven of gesproken woorden van dr.
Noordtzy aantooDe, dat hy zich als een
vijand van de Ned. Herv. Kerk geopen
baard heeft.
Het is toch niet de vraag, of de Geref.
kerken zich tegen de Ned. Herv. Kerk
vyandig betoond hebben, evenmin of
velen in die kerken van dien geest ver
vuld zyn, maar - hoe de persoon in
kwestie zelf staat. Het zou ook kunnen
zyn, dat hy zich voorgenomen had, stil
zich met de hem toegewezen vakken te
bemoeien, met zyn kenDis daarvan zyne
leerlingen te dienen, en de kerkelijke
kwestie buiten zijn gehoorzaal te laten.
Zonder dergeiyke bewyzen zal met
eventueele verzoeken niet veel te begin
nen zyn. En zelfs by overgelegd bewys
zie ik niet in, dat ze ingewilligd kunnen
worden.
In de opgewekte beweging is m.i. wei
nig geloof. Tallooze malen is gezegdwy
behoeven de waarheid en Gods Kerk niet
te beschermen, God handhaaft beide.
En nu schynt het alsof de Allerhoogste
Zyn hoog bestuur voor een oogenblik aan
een mensch heeft afgestaan, en men
tegen diens gevaariyke daad moet storm
loopen.
Laat men toch wachten op daden.
Ds. Klomp te Wassenaar, eveneens
Hervormd, is het zelis met de benoeming
eens. Hy schryft
Er is op gewezen dat no. 1 van de
voordrecht, „een man van onze Kerk» is
voorbygegaan. Indien hiermede bedoeld
wordt eeri volkomen geestverwanj van
den overleden Hoogleeraar, dan zou het
kunnen zyn dat dr. A. Noordtzy veel
meer «een man van onze Kerk* zou
moeten worden genoemd. Het is maar
of men by „onze Kerk" het aog heeft op
en denkt, aan het Kerkbestuur of de
Beiydeni8 in de Drie Formulieren van
Eenigheid vervat.
In een andor schryven wordt gezegd:
dat men „van eeDe zyde waar men er
zoo over jubelt van ,«uit het diensthuis
uitgeleid te zyn», nu aanstonds begint
met anderen te verdrukken». Hoe is het
mogeiyk dat men zoo iets schryven kan
Is hier van verdrukking sprake Tevens
««dat meD onze Kerk van binnen uit wil
bestoken, is duideiyk". Wederom hoe is
het mogeiyk dat te schryven
Er is noch van onderdrukking, noch
van bestoken van binnen uit sprake.
Dat de ethiscben liever een geestver
want op den leerstoel hadden gezien is
menscheiyk, maar is het ook biliyk?
Is het niet een recht dat in de Kerk
der Vaderen de Gereformeerde leer wordt
gehandhaafd en niet, geiyk maar al te
veel geschied is, onderdrukt worde?
De studenten zyn bovendien geen be
waarschoolkinderen. Indien de benoemde
hoogleeraar tegen het Herv. Kerkbestuur
zou willen opzetteD, dan zou dat weinig
of geen inyloed hebben, en veeleer den
hoogleeraar zyn invloed doen inboeten.
Daarvoor is de benoemde èn te verstan
dig èn te edel var, karakter.
Indien iD de Herv. Kerk niet eet>
Gereformeerde gevonden werd, die kon
worden benoemd, dan spreek ik openly k
myn dank uit aan Minister Heemskerk,
dat hy niet geschroomd heeft een be
kwaam man uit de Gereformeerde Kerk
voor te dragen. Het gaat mij om de
Waarheid en niet om het Kerkje.
Bovendien hebben we gezwegen wan
neer manneD benoemd werden die de
Waarheid Gods aanranden en de belij
denis onzer Kerk een slag in het aan
gezicht gaven. Indien wy nu protesteer
den dan zou meer „Kerkisme" oan liefde
tot de Waarheid, die naar de Godzalig
heid is, ons dryven.
Daaraan doe ik niet mede. Wel doet
my leed in te moeten gaan gaan tegen
broeders, die my overigens lief zyn, doch
myn geweten dwingt my tot dit openiyk
getuigenis.
Een ieder sta of valle zyn eigen Heer.
Moge het den Hoogleeraar Noordtzy ge
geven worden lang en met zegen te
arbeiden, nevens de andere Gerefor
meerde HoogleerareD te Utrecht, opdat
de Gereformeerde Beiydenis in de Kerk
der Vaderen weder tot eere kome».
Terwyi de reeds vroeger door ons ge
noemde student Couvee uit Utrecht reeds
vroeger in De Nederlander onder meer
het volgende in het midden bracht
Het verblydt my dat oen Gereformeerd
Hoogleeraar „thans aan het woord? zal
komen over kwesties, die steeds eenzydig
z(|n belicht. Niet de politiek maar het
hier opgezonden gebed heeft den door
slag gegeven".
„En indien dr. Noordtzy zelf in den
naam van zyn God komt om ons Gods
Woord te verklaren, eeriyk en oprecht,
zooals zyn portret eeriyk en oprecht
zieten met een biddend hart, dat God
hem wysheid mag gevennu, dan ont
vangen wy hem met open armen en om
het leed, dat men hem nu reeds deed,
zal hy ons des te liever zyn, ook al is
hjj uit een ons »vyandige" kerk. Wie
werkeiyk de Herv. Kerk liefheeft, d.i.
niet dat amalgama, waarvoor Groningen
en Leiden zich druk maken, kan zich
niet anders dan verheugen over het feit,
dat weer iemand die één is met de ware
beiydeuis dier kerk hier zal doceeren.
„Hier is sfwcMebelang, levens belang".
Aangrypend is ook hetgeen ds. Groene-
woud te Es in De Ned. schryft over de
opleiding
Laat ons hier eens uitspreken, wat wy
nooit zullen vergeten.
Een kerkelijke hoogleeraar, nog in func
tie begon de behandeling van een leer
stuk der Triniteit volgenderwyze„En
nu, myne heeren, gaan wy over tot een
bespeking van de leer der DrieëeDheid,
dat „monsterachtige dogma." ZHgld.
is lid der Ned. Herv. Kerk en voorstander
van de Evangelische lichting. Zyne advie
zen worden door de Synode op pry s ge
steld.
Van een anderen professor zei een pre
dikant op een privaat-college met recht
„Hoe prof. X kan zeggen„Ook indien
Christus niet werkeiyk opgestaan ware,
dit zou geen schade doen aan myn chris-
teiyk geloof", is my niet duidelyk. Neen,
dat was ook niet duidelyk. Paulus spreekt
in 1 Cor. 1514—23 geheel anders. ZHgi
was lid der Ned. Herv. Kerk en voor
stander van de Ethische richtiDg, by wien
we gaarne kerkten, al voelden we dan
wel, dat het kritiekste achterbleef.
Een derde hoogleeraar onderhield een
student, die in zyn responsie de uitdruk
king »de Heer Jezus* bezigde, op deze be
schamende manier: „Indien eenvoudige
lieden of het land spreken van „den
Heer Jezus", kan men dat laten passeeren
maar een theoloog gebruike een derge-
lyke term niet." ZHgld. was lid der
Herv. Kerk en voorstander van de mo
derne richting.
Van deze drie hoogleeraren was nie
mand de Ned. Herv. Kerk vijandig ge
zind. Toch zullen vele christenouders en
christen-studenteD wel gevoelen, dat der-
geiyke uitspraken, die met andere ver
meerderd zouden kunnen worden, bewys
genoeg zyn van de verregaande afdwaling
dier heeren van de grondbeginselen onzer
kerk, beschouwci n.l. in het licht van
hare beiydenisschriften. Gaat er van zulke
hoogleeraren, wier leerlingen voor 't mee-
tmesfssecs:,:^- eg mamma'
rendeel predikant worden in de Ned.
Herv. Kerk, wel een betere invloed uit
dan van Gereformeerde hoogleerareD,
wier kerkeiyk standpunt wel niet het
onze is, maar aan wier leiding vele
christenouders hunne zonan liever zullen
toevertrouwen dan aan mannen, die der.
levenden Zone Gods in hun onderwys
beleedigen en de kracht zijns bloeds ver
zwakken
Moeten niet vele oud-studenten met
schryver dezes beiyden, dat zij met droef
heid terugzien op de dagen, toen ze den
Bybel beschouwden als een gewoon let
terkundig samenstel met tal van onmo-
geiykheden, het Scheppingsverhaal voor
een mythe hielden, de patriarchen voor
legendarische grootheden aanzagen, mat
een Christus, wiens dood in verband
wordt gebracht met de vergev ng der
zonden ook in de 20e eeuw geen weg
méér wisten.
En misschien ook z(1n wonlerbare
geboorte en opstandmg loochenden, zon
der eenige remedie voor onzen twyfel
en ons ongeloof te vinden in het woord
van onze leermeesters, die ons op dien
verderteiyken ,weg jvaren vóórgegaan en
daar lieten liggen
O, zonden van onzen studententyd I
Zonden tegen het dierbaai bloed van
JezusZonden tegen den H. Geest, wiens
Inspiratie door ons geloochend begon te
worden Zonden waarover wy thans be
rouw hebben en vergeving smeeken.
Lees nu dit roerende getuigenis van
iemand, die het aan den lyve, aan de
ziele heeft ondervonden, wat het is, als
het geloof schipbreuk ïydt in de haven
der wetenschapen zeg dan zélf, of 't
niet ODbegrypeiyk is, dat geloovig ortho
doxe menschen zóó fulmineeren, waar
thans een man werd benoemd, die de
studenten in bun moeilyksten tyd steu
nen wil en schragen, opdat God zijn
zegen gevende hun geloof behouden
blyve! Friesch Dagblad.)
Pachten van landerijen. Men schryft
uit Zeeland aan de N. R. G.:
Het is nog maar een tiental jaren ge
leden, dat in onze provincie, die haast
uitsluitend een lacdbouwprovincio is,
steen en been werd geklaagd over de
lage pryzen der verschillende landbouw
producten, ziekten onder rundvee en
schapen en het daarmede in verband
staande gesloten houden der grenzen of
belemmeiden uitvoer naar aangrenzende
landen. Hierby kwam nog, dat de renten
en huren, die van den bouwer geëischt
werden, ten zeerste drukten, waarvan
weer een noodzakeiyk gevolg was, dat
het bedryfskapitaal steeds meer slonk en
velen op het laatst genoopt waren, arm
en berooid de hoeve te verlaten.
In deze toestanden is verandering ge
komen. Zoodra betere pryzen konden
gemaakt worden, verdwenen ook die
bittere klachten. Wordt nu niet: geklaagdj?
Door hen, die gezeten zyn, en willen
erkennen dat de toestand bevredigend
is, vast niet, maar juist door dien ver
beterden toestand is bet gekomen tot
een eigenaardig ietsde wensch om boer
te worden door veleD, wier ouders dat
zyn of waren, is, omoat het goed gaat,
gestegen, maar het aanbod of de gele
genheid een hoeve te krygen is geringer
geworden. Opvallende eyfers zouden het
zyn, die melden het getal personen, van
wie nu met reden gezegd kaD worden,
dat zy in de termeD vallen vn boer te
kunnen worden. Komt een hoeve v:y,
daD is bet aantal liefhebbers groot en
natuuriyk is ook de prys, die voor het
Jand als huur wordt geboden, veel grooter
dan voorheen.
Een nog opmerkeiyk iets is het, dat
ze r vele pachtboeren in de laatste jaren
van pachter zelf eigenaar zyn geworden
en wel door aankoop van de Belgische
J en Fransche eigenaars, die naar wordt
beweerd in slechter conditie zyn gekomen