No. 204 1912
Zaterdag 1 Juni.
SHRlSTEüJK-
NIEUWSBLAD
VOOR Zfc
Hago Jam, de Sledetode
aan MlddelMrg.
VERSC HIJNT ZESMAAL PER WEEK
Openbare Verkooping.
Woensdag 5 Juni 1912,
verkoopen
DE KRUISBESSEN.
Wed
S. J. DE JONGE-VERWES T, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Aiiddelbt rg.
FEUILLETON.
BnöïBÏHLJLMD.
7 Juni 1912,
PRIJS DER ADVERTENTlLhL'TVc.
c3 c3 rr-<
t 2 3
-
aj
IEl IEREN WERKDAG DES AVONDS.
.ƒ1.25
0.05
De Notaris H. W. NE KR voORT te
s-Gravenpolder zal. ten verzoeke van
I de Bakker, te Oudelande op
des namiddags 1 uur, in het café
„Boudeling", op de Groote Markt te
Goes, in het openbaar
a. Aanplm. 1300 struiken, wassende
in den boomgaard nabij zijne woning,
Aan 3440 struiken, wassende aan
^n grintweg naar Baarland,
ïn 7642 struiken, wassende aan
Oudelandschen polder te Oude-
rassere z-mpu** -
Prijs per irie maanden franco p. p.
Rnkele nummers.
0 0*090
UITGAVE DER FIRM/» S
EN
"CTXT PSRS.
De „roode" toekomststaat.
Wj) lezen in Eet Gentrum
Wie een kjjkjewil hebben in den zoo
hoog geroemden en idealen socialisti-
sctaen toekomststaat, moet op het oogen-
blik maar eens gaan zien in de Ant-
werpsche havens, waar de socialisten
den baas spelen en den werkgevers de
wet willen voorschrijven, hoe bjj het
aanmonsteren van zeelieden moet gehan
deld worden.
Sterker staaltje van dwingelandij is
misschied nog niet vertoond.
En als dit zoo al geschiedt op het
oogenblik, behoeft men niet te vragen,
wat een tyrannie en schrikbewind er zal
heerschen, als de roode heeren eens
werkelijk de baas werden.
Het .geldt in de Antwerpsche haven
Alleen werk voor socialistische zeelieden
en de kapiteins kunnen er beleefd om
komen vragen bjj de roode aanvoerders.
Hoe de zeelieden zelf behandeld worden
Een manifest van de zeelieden, die zich
van den bond willen afscheiden, zegt
het overduidelijk.
jjgDe Bond was opgericht met een goed
doel en ter verbetering van den toestand
van de zeelieden. Maar wat is door het
binnendringen van slechte elementen er
van geworden f Deze meestal geen
zeelieden regeeren als autocraten en
behandelen de zeelieden als slaven.
Vrijheid van handelen, van discussie
bestaat niet meer. Alles wordt beslist
tusschen bestuur en een twintigtal rond-
loopende spionnen.
Het manifest zegt verder:
Waar is onze vrijheid van werk?
Het wordt ons door het bestuur van
den Bond verboden, ons aan werk te
L zoeken, onze plaats wordt door ande-
j, ren ingenomen, die met de schepen dan
vertrekken, wij zijn onze broodwinning
kwijt en vragen wij vergoeding voor
die ged won gene werkeloosheid, het
bestuur van den Bond komt er niet in
tusschen I
Neen wij moeten op straat staan
wachten gelijk benden genummerde
slaven gekeurd te worden, aangenomen
of geweigerd in 't openbaar, tot jok,
spot of misprijzen van makkers of
andere omstanders.
Vele bedrogene hebben het ware karak
ter van het socialisme leeren inzien en
hebben den Bond den rug toegekeerd,
Anderen die het ook gaarne zouden doen,
35
Een verhaal uit het jaar 1567,
door
CHR. HONDIUS.
Zwijgend vatte Leunis de roeiriemen
en onder dof stilzwijgen werd de terug
tocht naar de schepen volbracht.
Reeds lang had men hier naar tijding
van den wal uitgezien.
„'t Is ook hier vergeefsch", zeide Haeck
tot Blois vanTreslong, die hem opwachtte,
„we zullen geweld .moeten gebruiken,
maar de Arnemuidenaars zijn ons niet
gunstig gezind, 't zal vruchteloos zijn
hier iets te beproeven.
Wat zijn mijne landgenooten toch
vreesachtig!
„Laat ons den moed nog niet opgeven",
zeide Thoulouse.
„De Middelburgsche vrienden hebben
ons, dank zij den moed van de Questere,
van victualie voorzien; de kans kan
spoedig keeren."
»Maar dan zal dit spoedig moeten
geschieden", zeide De Questere die zich
durven, niet uit vrees voor broodroof en
slaag.
De kerels, waarover de zeelieden
klagen, zijn de manneD, die eigenlijk
met de „actieve propaganda" zijn gelast
en die, door den Bond aangeworven
aan 5 fr. per dag, bovendien nog 1 fr.
uit de werkloozeukas trekken 36 fr.
per week om de zeelieden af te ram
melen, die monsteren buiten den Bond
om I
Gaat maar eens zien in de buurt der
bureelen van den waterschout, daar
ziet ge ze staan om de zeelieden af te
wachten, die direct bij den waterschout
gemonsterd hebben.
De zeelieden durven niet meer mon
steren uit vrees voor klop en de leiders
van den Zeemansbond drijven de pre
tentie overigens zoover, dat zij tot in de
bureelen van den waterschout het
monsteren beweren te beletten.
Er zjjn zeelieden, die de monsterrol
niet meer durven teekenen bij den
waterschout en het enkel durven doen
aan boord.
Er zijn schepen, die, ingevolge dit
schrikbewind, met onvoldoende be
manning zijn moeten vertrekken uit
Antwerpen en hunne bemanning te
Vlissingen moesten volledigen.
Dit is geen overdrijving, zegt het
H. v. A. Het is nog ver beneden de wer
kelijkheid, want op de schepen zelf heeft
de Bond zijn spionnen.
De zeelieden mogen al willen werken,
de socialistische aanvoerders van den zee
mansbond willen niet, dat hun werk
gegeven wordt.
Kinderen des tijds.
Onder bovenstaand kopje schrijft v. W.
in De School met den Bijbel
Ergernis heeft gewekt het schrijven
van een Haagsch correspondent van de
Nieuwe Rott. Crt., die, geprikkeld door de
waarschuwing van vrome menschen,
zich tot hen keert in godtergende praat
en in laffe taal de laffe kermispret ver
heerlijkt. Als hij gewezen wordt op den
ernst van het ij dele leven, trekt hij het
allerernstigste in het licht der jjdelheid
en lacht en spot. En hij wil leven en
sterven bij de gedachte aan een draai
molen, den kop van Jut en een bordje
poffertjes.
Haagsche blufl En zin- en zielledig
heid. Een Haagsche heer naast den hei
boer van PoldeMont. 'n Hoogere-burger
met hoog boord en cigaret naast den
polderwerker, die pruimt. Van buiten
nog aan boord bevond, na den proviand
te hebben overgeladen.
„Wanneer we niet spoedig handelend
optreden, zullen ook de Middelburgsche
vrienden den moed laten zakken er zjjn
ook onder hen zoovele vreesachtigen.
Waren we den Bisschop slechts kwjjt,
't is zijn invloed, die zoovelen schuchter
doet zijn."
Daar liet zich het geplas van roei
riemen hooren't was Leunis, die Stulte
naar de schepen voerde, nadat hjj zich van
den last, door Haeck hem gegeven, had
gekweten.
Een zware mand, met eieren gevuld,
werd op 't dek getild.
„Nu hebben we ten minste eenige
versterking voor de zieken die zich aan
boord bevinden*, zeide Haeck.
Dan op eens flitste aan den wal een
vuurstraal en de donder van een kanon
schot liet zich hoorenhet sein was ge
geven de tjjd van uitstel was verstreken.
Wat zou men doen Tegenstand
bieden, waar men zoo weinig op mede
werking uit Arnemuiden kon rekenen?
Het pleit was spoedig beslecht.
Een seinlicht op een der schepen
geheschen gaf bevel tot den aftocht.
Een tweede kanonschot verbrak de
nachtelijke stilte.
Met een handdruk nam De Questere
anders, van binnen ééR van zielen zinnen.
Beiden kinderen huns tjjds. Vooral die
eerste.
En daarbijde verheerlijking van het
allerlafste, allerflauwste, allermisseljjkste
in de Nieuwe Rotterdammer. Ik meende
Utjjd nog, dat er in onze liberale deftig
heid en pittigheid althans eenigenvast-
hou zat tegen kinderachtigheid en wan
smaak.
Toch moeten wjj ons Diet te zeer ver
wonderen over dergeljjke uitvallen van
derde- en vierderangers. Wat voedsel
geven hun de hoogere geesten, uit wie
ze hun wijsheid puren. Zeker, daar is
ook hooge kunst in wat deze werken,
maar daar liggen mee in vervlochten een
leven en gedachten vol onzuiverheid. Zie
hun leven en sterven. Deze- dagen over
leed August Strindberg, in het Zweedsche
Parlement gehuldigd als een geweldige
dichternatuur. De man trouwde drie keer.
En drie keer stuurde hjj ztjD vrouw weg.
Hoor, hoe dat bij de tweede ging. In
1894 is hij te Parijs. Hjj kan zjjn vrouw
niet meer in zjjn Dabjjheid dulden. Dan
begint, wat hjj zelf schildert in zjjn boek
Inferno: „Het was met een gevoel van
wilde vreugd, dat ik het noorderscation
den rug toekeerde, nadat ik mjjn lieve
vrouwtje verlaten had, die naar ons kind
zou reizen, dat in den vreemde ziek was
geworden. In het Café de la Régence ge
komen, viel ik aan de tafel neer, waar
ik gewoon was met mijn vrouw te zitten,
mjjn schoone ge van gen isbe waakster, die
dag en nacht mjjn ziel observeerde en
met jalouzie het streven van mijn geest
naar het onbekende gadesloeg."
Wonderljjk voor een gewoon mensch,
die samenvoeging van een kind, dat ver
weg ziek ligt, van een „lief vrouwtje",
dat met den trein weggaat (voor goed)
en van een man en vader, die „met een
gevoel van wilde vreugd" die schoone
wereld den rug toekeert. En dan nog
bljjft praten van „mijn liet vrouwtje"
Dat zjjn de geesteljjke herderswat
moeten dan de schapen zjjD. O. a. dat
Haagsche schaap!
Dezer dagen is Strindberg ^gestorven
Een einde zonder troost en zonder kracht.
Geen mensch waardig sterven! Zeker, er
is nog een restje van solaas, maar hoe
arm. De troost van droomen. Strindberg
heeft gedroomd, hij zit in een villa met
een zeldzaam mooi ameublementhjj
brengt er alles in gereedheid tegen den
naderenden zom% den schoonen noor<i
schen zomer met zijn lichte nachten. Nu
is 't lente, de bloemen worden geboren
afscheid van Baeck en zjjne vrienden eD
hjj daalde af in de sloep, die hem met
Stulte naar den wal voerde om
vervolgens naar Middelburg terug te
keeren.
Hoofdstuk XIII.
De aanslag mislukt.
Men schreef Maandag 3 Maart 1-567.
Een gewichtige datum in de geschie
denis der stad Middelburg.
Immers had de aanslag mogen gelukken,
dan zou misschien reeds hier de zon der
vrjjheid uit de kimmen zijn verrezen.
Reeds vroeg vinden we Wet en Raad
ten stadhuize vergaderd en de beide
stedebodes op hun post in de aangren
zende bodeskamer.
In breede bewoordingen doet Burge
meester Domusz. verslag van hetgeen
gedurende den nacht aan de Dampoort
is voorgevallen, terwijl hjj tevens meldde
dat de schepeD van Haeck en Thoulouze
door schieten te Arnemuiden waren af
geweerd.
Maar waar bevinden zich deze nu?
De mogelijkheid bestond, dat men
beproeven zou elders een landing te be
werkstelligen er diende dus goede wacht
gehouden te worden.
Ook in de kamer der bodes werd de
toestand der stad besprokeD, maar lang
en het groen overdekt de aarde. Maar
daar wordt het geluk gestoord. Hjj hoort
het gekras van roofvogelsals hjj zjjn
venster opent, zietbjj twee grootekraaien,
die zich nestelen iu den grooten boom
bjj 't huis. Haar heesche geluiden jagen
hem schrik aan. Hjj gaat naar buiten,
raapt een handvol zand op van 't voetpad
en werpt dat naar het nest. Weer hoort
hjj het kraaieDgekras, terwjjl zjj weg
vliegen over de weide. Dan wordt de
dichter wakker.
En als zjjn vriend, wien hjj dit verhaal
van troost en smart vertelt, kort daarop
weggaat, zegt hjjIk mocht toch nog in
den zonneschijn komen, vóór dat de
groote duisternis neervalt.
Arme wereld 1 Zonder hoop en zonder
Godv. W.
Over de S. D. A. P.
Iemand, die blijkbaar op de hoogte is,
schrijft in het orgaan van de nieuwe
vereeniging in de diamant-Djjverheid
„De 8. D. A. P." is telkens weer de
zoete inval, voor de eerste de beste mis
lukkingen, niet in staat de oorspronkelijk
door hen begeerde betrekkingen en be
ambten te verkrijgen en naar behocren
waar te nemen.
«Een slecht of middelmatig onderwij
zer". O ho, wjj kennen er wel, die nog
niet de acte gehaald hebben en nu fun-
geeren als sociaal-democratisch specia
liteit in onderwijszaken een journalist
van den kouden grond, bjj herbaliDg ge
zakte studenten, van onderscheiden fa
culteiten, krukken en diamantwerkers,
ongeschikte ambachtslieden, ze zijn al
licht goed genoeg om als bezoid gde
propagandisten, bezoldigde redacteuren
van gewestelijke partjjorganen, bezoldig
de ambtenaren in plaatselijke vakbonden,
bureaux van arbeidsrecht, coöperatieve
organisaties, arbeidsvei zekeringsmaat
schappijen, in de verzorgende moeder
Aards van het roode wereldrond, veilig
het iwakke lijf te bergen."
Houd de drieëenaeid Partjj Vakor
ganisatie en Coöperatie te vriend, en uw
broodje is gebakken, uw potje staat op
het vuur.
Hoe ge 't moet aanleggen om een man
te worden ln de beweging, zie hier bet
recept, zoo ge zelf uit uw omgeving Dog
niet bjj ondervinding weet, hoe dat ge
woonljjk gebeurt.
„Vanaf het oogenblik dat ge „bewust*
zjjt geworden, zjjt ge de man. Waart ge
vroeger nog zoo'n sukkel, nog zoo'n prul,
s M. C. S C H R A M te
'iel op
n herberge van den
v in 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 céaari
Fi miUeberichten van 1—IQregelc I.—-, iedere regL-p^ooren
an er 10 cent
nog zoo benepen en bekrompen, tn
neer u op het „Volk", Kom als hab'.
op meetings, koop te lezen hoeft t.
ze niet, alle 2, 3, en 5 cents brochures
die u d9 wjjsheid van eeuwen in pastille-
vorm toedienen en ge zjjt de man.
U kat niets meer gebeuren, sinds de
zaligheid van het ware geloof u deelach
tig is geworden. Als ge dan op een buurt-
vergaderinkje van zeven menschen de
buffetjuffrouw en de kellner meegerekend
ook eens iets beweerd hebt, zoo van die
„goedkoope" wjjsbeid (2, 8, en 5 cents
bnrhure) van bet «proletariaat dat zich
niet laat knechten", van »ellendige sla-
vernjj" en van de „tendenzen van het
grootkapitalisme*, te begrjjpen behoeft
ge 't zelf niet dan hebt ge al uw eerste
pasje op de Jacobsladder van roem en
eer gezet.
„Dan gaat het met autovaart verder.
Ge wordt in een of andere commissie
van uw district of afdeeliDg gekozen
bjjv. tot controle van aanplakbiljetten.
Van dien hoogst verantwoordelijken post
komt gjj spoedig tot een nog hoogeren.
Ge komt in het bestuur en moogt op
een openbare vergadering het suikerwa
ter voor Vliegen, misschien zelfs voor
Troelstra devoteljjk omroeren. Als ge
wat erg hard kunt „interrumpeeren" by
een vergadering die uwe afdeeling met
„vrjj debat" aankondigt, met talent de
debaters kunt hoonen, als ge ferm hard
tegen Wjjnkoop kunt razen, man, dan is
de tweede mijlsteen op uw pad van roem
en eer door u onwrikbaar zelf gezet. En
dan is 't „bard gaat ie", maar heusch
niet voor niets. Van bestuurslid wordt
gjj afgevaardigde naar het Partjjcongres
van uw vakbond, wordt ge minstens be
zoldigd secretaris, het eene baantje over
stelpt het andere. Het liedje van Speen
hof! schijnt op u te slaan
Zoo loop je gezond op straat,
En zoo ben je lid van den Raad.
In geen vjjf jaren zjjt ge van een een
voudig metaalbewerker of houtdraa er,
die zjjn slecht Sollandsch slecht schrjjfc,
van vreemde talen zelfs nooit een klank
hebt gehoord, de man in uw vakbond,
de toonaangever in uwe partjj afdeeling,
een der komende menschen in uwe Partjj.
Ge leest niet alleen eiken dag de ru
briek Uit de Partjj, eD Uit de vakbewe
ging in Eet Volk om te zien of niet
ergens in eenig verband uw naam wordt
genoemd, ge kent niet alleen de inter
rupties van Dujjs uit uw hoofd. Ge
loopt alle vergaderingen van de Federatie
van maatschappelijk werk met den wan-
hopigen moed van een dwangarbeider
duurde dit gesprek niet, want al spoedig
werd men gestoord, doordien een hellebar
dier audiëntie verzocht voor den Heer
van Boxtel, die zioh wederom in de stad
bevond.
Al ras was deze in de vergadering
van »Wet en Raad" toegelaten en werd
door hem een vertoog gedaan van de
goede affectie, die de Prince van Oranje
droeg ten welvaren des lands, waarom
hjj verzocht den Prins van alle voorval
lende zaken te ad verteeren, aangezien
't land hem door de K. M. was aanbe
volen.
Gevraagd of de Prins Yan Oranje we
tenschap droeg van de emprise
van Haeck, deelde hjj mede, daarvan
niets te kunnen zeggen, maar hjj voegde
er bjj, dat indien die van de stad raad
wisten om de Waalsche soldaten, die
vanwege deGouvernante gezonden wareD,
te doen lichten, hjj ook raad zou weten
om Haeck en zijne schepen te doen ver
trekken.
Het laat zich begrjjpen, dat dit bezoek
aanleiding gaf tot drukke discussie, waar
van de slotsom was dat men besloot
twee brieven te schrijven, éen aan Me
vrouw de Gouvernante en éen aan den
Prins van Oraüje, om te trachten de
soldaten van weerszjjden gelicht te krjj
gen, welke brieven door Andries
Claesz. en Adriaan de Proost persoonljjk
zouden worden overgebracht, die voor
deo Prins naar Antwerpen en die voor
de Gouvernante naar Biussei.
Verder werden de Schepenen Simon
Cost en Adriaan Jacob Aerts, bijgenaamd
Lange Andries, gecommiteerd om met
den Heer van Box e naar Rammekens
te gaan, om te onderzoeken, waar de
schepen van Haeck geland waren sn
tevens om den bevelhebber der Waal
sche troepen, aldaar gelegerd, te verzoe
ken, met zjjee soldaten te vertrekken.
Deze besluiten, die oniniddelljjk wer
den uitgevoerd, verschaften ook Hugo
Jansz. heel wat werk.
Onmiddelljjk moest er een huifkar
worden in gereedheid gebracht om den
tocht naar Rammekens te ondernemen,
terwijl hjj zelf de heeren derwaarts ver
gezellen moest, om hen zco noodig hulp
te verleenen.
Onder Welzinge, in de buurt van Ram
mekens werd uitgestapt en verder werd
de tocht te voet voortgezet.
De Heer van Boxcel achtte het echter
voor zich zelf beter, niet verder mede te
gaan. Hjj wachtte de heeren op tot zjj
huif commissie hadden uitgevoerd, waar
na zjj gezamenlijk naar Middelburg terug
keerden.
(Wordt vervolgd.)